Een dubbel huwelijk
Uit het leven van Grietje Knape
Grietje Knape werd geboren in Sommelsdijk op IJ april I903-Zij huwde op 7 april 1932 met Gerrit Verhage. Reeds op haar trouwdag mocht zij met ds. Lamain, die de trouwdienst leidde, spreken over geestelijke zaken. Nadat zij iets uit haar leven had verklaard, zei de dominee: 'Zie nu Geestelijk getrouwd te raken.'
Geestelijk getrouwd
Bij zijn eerste bezoek aan het oude vaderland in 1957-ontmoette ds. Lamain haar weer in Melissant. Grietje mocht toen in de consistoriekamer voor een grote schare verslag doen van haar geestelijk huwelijk. Ds. Lamain schrijft daarvan: 'Die middag werden de banden die eenmaal gelegd waren, weer aange-
haald, vernieuwd en versterkt. (...) Het waren banden door God Zelf gelegd, vloeiend uit de liefde Gods en de geestelijke vereniging met Christus, het Hoofd der Kerk, waarin zij allen die uit God geboren zijn, begrepen zijn.'
Een weg buiten haarzelf
Grietje werd op twintigjarige leeftijd stilgezet door het onverwacht overlijden van haar moeder. Na een gesprek met haar broer daarover, die toen al weduwnaar was, werd de rust haar opgezegd, maar zij wilde niet buigen voor de almachtige Schepper. Drie dagen leefde ze in oorlog met haar Maker. Toen werd zij schuldenaar en riep ze uit: "Wat moet ik doen om zalig te worden.' In het jaar dat volgde, leefde zij in een levend godsgemis. Daarna werd haar onder een preek van ds. H. Kieviet van Veenendaal een weg gewezen buiten zichzelf, waardoor ze nog kon zalig worden uit kracht van de Waarheid. Dat gaf een ogenblik verademing, maar daarna kreeg de kracht van het ongeloofweer de overhand.
Een bedekte schuld
De strijd ging door, maar na twee jaren, toen het weer buiten hope was, kwam de Heere over met de woorden: 'Ik ben gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.' Grietje mocht toen bij de Heere aanhouden met de vraag of de Heere nu ook voor zon verlorene als zij was, gekomen was. Daarop werd ze getroost met de woorden: 'Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelke Ik Mijn welbehagen heb, hoort Hem.' Toen werd ze in één ogenblik geleid van de onmogelijkheid in de mogelijkheid. Daar kreeg zij in het geloof te zien op Hem Die de pers alleen getreden heeft. Drie dagen en nachten was de schuld bedekt, maar daarna week de Heere van haar met Zijn zoete tegenwoordigheid. Zij kwam erachter dat haar schuld nog openstond. Ze moest uitroepen: 'Nog onbekeerd, nog onverzoend.' Wat vloeiden er toen tranen van diepe smart. Zo begon haar 'woestijnreis', die 25 jaren duren zou. Wel eens een ogenblik van verademing, zoals haar eerste deelname aan het Heilig Avondmaal onder ds. G.H. Kersten, maar meest smart en droefheid. 'Banden des doods hadden mij getroffen, ik vond benauwdheid en droefenis.'
Het boek der gedachtenissen
Zo werd het Kerstfeest 1950-Grietje bevond in die dagen in haar hart alleen maar vijandschap en tegenkanting. Op de laatste rustdag van 1950, tevens oudejaarsdag, sprak ds.
Zwerus over Esther 6:1: In dezelfden nacht was de slaap van de koning geweken, en hij zeide, dat men het boek der gedachtenissen, de kronieken, brengen zou; en zij werden in de tegenwoordigheid des konings gelezen.' Toen gingen voor haar het Boek der Gerechtigheid en het boek van Gods Alwetendheid open. Zij werd teruggeleid. Eerst de wereld gediend, toen had de Heere haar opgezocht. Toen kreeg ze een gezicht op de arbeid der liefde die aan haar was verricht, maar ze zag ook dat zij nu de schuld alleen maar groter had gemaakt. De Heere had op vrucht gewacht en daar waren, in haar waarneming, alleen maar stinkende vruchten. Zij riep daarvan uit: O, het is niet uit te drukken wat een bergen van zonde en schuld
daar openvielen. Daar zag ik helder en klaar, dat ik heel mijn leven geprobeerd had om buiten het Bloed van Gods lieve Zoon zalig te worden.' Die nacht werd het voor haar een afgesneden zaak. Toen moest ze uitroepen; 'Bergen valt op mij, en heuvelen bedekt mij, vanwege de toorn Gods.'
Jubeljaar
Tegen haar man riep ze nog dat het voor haar voor eeuwig was afgesneden, en ze gevoelde zich verzinken in de drievoudige dood. Zij riep daarbij uit: 'Rechtvaardig, rechtvaardig verloren.' Maar toen zij haar 'hellevaart' maakte, werkelijk dacht in de hel te verzinken, trad daar de Borg tevoorschijn van achter het recht Zijns Vaders. Die Borg ging voor haar pleiten; Die ging haar reinigen en zij werd bekleed met Zijn Gerechtigheid. Toen mocht ze voor de Vader staan of ze nooit zonde gekend of gedaan had. Daar kreeg zij een gezicht in de eeuwige vrederaad, hoe er over haar onderhandeld was voor ze geboren was. Maar ze kreeg ook een gezicht in de eeuwige heerlijkheid die nog te wachten was. Waar het 'Ere zij God' mag klinken in alle eeuwigheid. Eenjaar heeft Grietje Verhage-Knape geleefd uit de blijdschap van de rechtvaardigmaking. Het was haar een jubeljaar. Daarna is zij weer 'op aarde gezet' en heeft zij in de heiligmaking de goede strijd des geloofs moeten strijden, nog dertig jaar lang. Haar einde was vrede. Toen ze op I mei 1982 overleed, mocht ze ingaan in die eeuwige vreugde om altijd de Heere groot te maken; "zonder te scheiden meer".
De Geest in de raderen
De begrafenis werd geleid door ds. S. de Jong die toen in Katwijk stond. In de tijd dat ds. De Jong predikant in Ouddorp was, kwam Grietje Knape op bid-en dankdagen en op feestdagen bij hem in de kerk. Na deze diensten hield men vaak gezelschap in de pastorie. In een naschrift op het verslag van de begrafenis van Grietje schrijft ds. De Jong dat er op die avonden meermalen de gemeenschap der heiligen door genade beoefend werd. Hij vervolgt dan: "... Het is een keer gebeurd na afloop van een avonddienst op een dankdag in Ouddorp, dat er weer velen ook van buiten de gemeente in de pastorie bijeen waren en dat weduwe G. Verhage toen veel "opening' kreeg om de weg, die de Heere met haar gehouden had, te vertellen. Weduwe J. Tanis-Tanis uit Ouddorp (bekend als Jaentje van de duunkant) zat die avond weer naast haar en zij kregen samen een gesprek in verband met die genoemde weg, waarin de Heere meekwam en de Heilige Geest in de raderen mocht zijn. O, wat smolten de harten samen en mocht zij die avond de Heere groot maken zodat zij zichzelf in dat gesprek mocht verliezen. Wat een overeenstemming en liefde was er die avond toch, zodat zij op het laatst van de avond hand in hand zaten. (...) Die avond werd de tijd vergeten, wat groot is als dat op aarde eens mag gebeuren in ons leven, en een voorsmaak wordt gegeven van de zaligheid in de hemel waar de Schrift van spreekt; 'en aldaar zal geen nacht zijn.'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2003
Oude Paden | 60 Pagina's