Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De domineesfamilie  Vroegindeweij (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De domineesfamilie Vroegindeweij (2)

Ds. Wm. Vroegindeweij: de zondagsschooldominee

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een domineesfamilie. Leen, de oudste, was de vragenbusdominee. Nu één van zijn jongere broers: Willem. Een man die altijd een zwak gekad heeft voor de jeugd. Zijn betrokkenheid en kwaliteiten werden al gauw opgemerkt. Al vanaf de tijd dat hij in Zegveld stond, 1933, zat hij in het bestuur van de zondagsscholenbond. Van 1958-1980 was hij voorzitter. Bij zijn afscheid werd hij erevoorzitter. Hij vond dat het grootste geschenk dat hij bij die gelegenheid kreeg. Niet minder dan zeventig jaar was hij bestuurslid van deze bond. Een uniek aantal

Willem, de derde zoon van godsdienstonderwijzer Jan Vroegindeweij enjannetje Verhage, werd op 6 juli 1907 in Middelharnis geboren. Hij wist al vroeg wat hij later wilde worden: 'Als ik op zondagavond moest oppassen op rnijn jongste broer en zus, dan hield ik een preekje. Mijn zus Sjaan nam een pop op de arm en die werd gedoopt. Wij zijn er als het ware ingegroeid.'

Dominee dus. En daarom eerst studie. Willem kon goed leren. Het dichtstbijzijnde gymnasium was in Rotterdam. Maar dat was niet te doen, dagelijks heen en weer van Flakkee naar die stad, met boot en sneltram. Onhaalbaar.

Het internaat in Doetinchem

De bevriende dominee Alers wist een oplossing: naar Doetinchem. Daar was een gymnasium met een internaat. Een prima opleiding, vond hij. Wim zou echter wel toelatingsexamen moeten doen. En met de ontoereikende lessen van de weeshuisschool van de Gerefor­ meerde Kerk, waar hij op zat, zou hij dat niet halen. Daarom ging hij nog eenjaar naar een lagere school in Sommelsdijk, waar het hoofd van de school hem bijspijkerde.

Toen kwam Doetinchem: 'Dat was voor ons aan de andere kant van de wereld. Ik kwam daar als jongetje op klompen in het internaat, samen met zeven andere eersteklassers. De eerste zondag zijn we gaan wandelen. En ergens op een hek, daar zaten we. Met z'n achten. We huilden. Het duurde nog tot december voordat we weer thuis kwamen.'

Zegfveld

'Wij hadden vóór dat vader overal bekend was. Een kerkenraad vroeg soms aan hem: 'Kunnen we die jongen van je eens vragen? ' 'Ja hoor, ' zei rnijn vader dan, 'dat kun je gerust doen.'

Willem Vroegindeweij begon zijn ambtelijke loopbaan op II oktober 1931 ™ de Hervormde Gemeente te Zegveld met een intreepreek over I Tim. I: I5-Hij was nog jong. En dat besefte hij terdege: 'In het begin moest je een hoop leren. Ik ben nooit vicaris geweest, ik moest zomaar beginnen. Er waren in Zegveld twee ouderlingen en twee diakenen. De eerste zondag was er een ouderling ziek en de andere kerkenraadsleden zeiden dat ik hem de volgende dag maar eens moest opzoeken. Ik had nog nooit een zieke opgezocht. Mijn vader was nog bij ons vanwege de bevestiging. Hij vroeg: 'M'n jongetje, zal ik maar met je meegaan? ' 'Alsjeblieft', zei ik.

Dominee vertelde verder: 'In Zegveld stond een arbeider kandidaat voor ouderling. Een Godvrezende man. Een dag of wat later kwam ik

bij de secretaris-kerkvoogd, een rijke boer. Die vroeg: 'Dominee, heb je nou een arbeider benoemd tot ouderling? ' 'Ja, heb je er wat op tegen? ' 'O nee, maar je hebt niks aan zon man, want hij heeft geen tijd.' Ik zei: 'Dat treffen we dan, want hij werkt niet meer...' Toen kwam de aap uit de mouw: 'Het is niks hoor dominee, een arbeider in de kerkenraad; daar moetje niet aan beginnen. Je zet de heleboel op zijn kop.' Wat dat betreft, is er veel verbeterd, zuchtte ds. Vroegindeweij.

Hoogeveen

In 1936 vertrok de jonge ds. Vroegindeweij naar Hoogeveen. Het was een rumoerige tijd, want de spanningen in Europa namen toe. Nederland hoopte de dans te ontspringen. Maar helaas! Voor de Hervormde predikant van Hoogeveen kwam de inval op lO mei 1940 als een verrassing: 'Ik hoorde lawaai in de straten en vroeg vanaf het balkon aan wat bekenden wat er gaande was.' Die zeiden: 'Als je nog even wacht, staan de Duitsers voor je neus.'

De avond ervoor was ds. Vroegindeweij nog met een ouderling op huisbezoek geweest bij een echtpaar aan de Hoogeveense vaart. De vrouw kwam uit Duitsland en ze voorspelde met de komst van de Duitsers niet veel goeds. Toch viel het mee; er kwam maar weinig onrust in de gemeente. Vooral in het begin merkte dominee weinig van de bezetting. Alleen was er wat beroering rond een collega van hem, ds. Van Nie, die zich in zijn preken openlijk richtte tegen de Duitsers en daarom na verloop van tijd moest onderduiken. Toen stond ds. Vroegindeweij helemaal alleen voor dat grote Hoogeveen.

Het was daar de gewoonte dat op zondagmorgen een trommelslager rondging om de mensen op te trommelen voor de kerkdienst. Zeven uur begon hij en tegen tienen roffelde hij bij de consistorie af. Dat was het sein dat het gebed van de ouderling kon beginnen. De Duitsers wilden weten wat dat getrommel betekende. De burgemeester, die tevens president-kerkvoogd was, legde uit dat het een oude gewoonte was. Toen was het goed, toen mocht het doorgaan.

Zes gemeenten

Daarna diende hij de gemeenten Huizen (1946), Barneveld (1953) en Katwijk aan Zee (1963). Na zijn emeritaat, mei 1972, verleende hij nog tot 1986 bijstand in het pastoraat in Eemnes-Binnen, waar hij ookgingwonen. Daarna vertrok hij naar Voorthuizen.

Ds. Vroegindewij bewaarde goede

herinneringen aan zijn gemeenten. Soms ook aan markante personen: 'Toen ik in Huizen stond, mocht ik enkele malen in Baarn preken. Ds. Kievit was ziek. Op een zondag kwam hij ook in de consistorie. Ik zei: 'Maar nu moet u preken, hoor.' Ds. Kievit reageerde ad rem: 'Niets ervan, jij bent besteld, jij preekt.'

Zes gemeenten dus. Om nog wat meer inzicht te krijgen in het leven van Willem gaan we weer te rade bij het boek i? !; 'lc m God, dat zijn dochter, mevrouw M.C.Romein-Vroegindeweij, schreef.

'In de zes gemeenten die hij gediend heeft wordt nog dikwijls met waardering over ds. Vroegindeweij gesproken. Hij moet aan duizenden catechisanten de Heidelberger Catechismus hebben uitgelegd. In grote, meelevende gemeenten als Huizen en Katwijk aan Zee stond hij tijdens zon catechisatieuur soms voor meer dan honderd jongens en meisjes tegelijk. Hij vertelde dan soms, blijkbaar om zich te concentreren, met zijn ogen dicht. Maar de jongelui mochten het niet wagen daarvan misbruik te maken. Zijn stevige handen konden goed aanpakken!'

Causeur, verteller, voorzitter

'Hij kon omgaan met mensen van allerlei slag, liet goed merken wie hij was en waar hij voor stond, maar kon een ontwapenende hartelijkheid aan de dag leggen. Deze dominee Vroegindeweij was een onderhoudend causeur en verteller en kon in gezelschap al snel de aandacht trekken voor een belevenis, een anekdote of een herinnering uit zijn rijke pastorale ervaringen. En dat bepaald niet zonder de nodige humor en met veel aandacht voor de kleine dingen van het mensenleven. Net als zijn vader!

Vroegindeweij was een geboren voorzitter, die zaken scherp kon ontleden, problemen oplossen, besluiten nemen. Hij streefde naar sfeervol vergaderen. En niet te lang doorgaan. Er was een tijd van gaan. Afspraken kwam hij stipt na. Maar hij verlangde die stiptheid ook van hen met wie hij ze afsprak. '

Bondsgemeenten en evangelisaties

'Ook Willem trad in het spoor van vader en broers: hij preekte graag en vaak en overcil. Er zullen weinig bondsgemeenten en - evangelisaties zijn waar ds. W. Vroegindeweij het Woord niet heeft verkondigd. In zijn Hoogeveense tijd stond hij pal voor de gereformeerde prediking in het deels vrijzinnige Drenthe. Zijn preken waren aansprekend door hun eenvoud, bijbels gehalte en warmte.

Zijn voorbeelden ontleende hij aan het dagelijkse leven. Hij wilde graag goed spreken van de Heere Jezus, in de lijn van de prediking van zijn vader. Zijn krachtige stem kon de grootste kerken aan. Nooit zou hij een preek beëindigen zonder een psalmvers, waarin de preek als het ware uitmondde. Psalmvers, geen gezang. Dat had vader ook nooit gedaan! 'Ons gereformeerde volk leeft bij de psalmen', was het motto van de Vroegindeweij's.

In de politiek heeft hij zich nooit begeven, maar wel in bestuurlijk werk op het terrein van bejaardenzorg en van onderwijs en... niet te vergeten: het zondagsschoolwerk (daarover straks uitvoeriger)

'Teveel dominees beginnen met het kruis en niet met Genesis. Ze doen net alsof alle mensen bekeerd zijn: je moet je geloof uitdragen: dit doen en dat doen. Maar waar het in de grond der zaak om gaat, dat zeggen ze veel te weinig.'

65 jaar predikant

'In 1996 was hij 65 jaar predikant. Een zeldzaam feit. De kerkenraad van zijn eerste gemeente liet deze mijlpaal niet zomaar passeren en nodigde hem uit een gedachtenisdienst te komen leiden. Het was een gebeurtenis zijn herdenkingspreek in Zegveld bij te wonen in een overvolle kerk.

De tekst voor de preek was dezelfde als bij zijn intree in 193^' ^ Tim. 1:15: Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben'.

De 89-jarige emerituspredikant moet teruggedacht hebben aan zijn eerste intreedienst in deze zelfde kerk, toen zijn vader en moeder tussen het Zegveldse kerkvolk voor hem zaten. Dejaren waren voorbijgegaan. De prediking was dezelfde gebleven: de rijke Christus voor arme zondaren. Hij mocht het opnieuw, met kracht, verkondigen, na al die jaren. Wie er bij waren, konden vaststellen dat oude, maar ook jonge mensen geboeid luisterden naar wat toch naar menselijke maatstaven een ouderwetse preek van een ouderwetse dominee was.'

Terugblikkend

Het was er, zo vertelde hij bij dit jubileum, in die vele jaren niet beter op geworden: 'De ouderlingen die ik vroeger meegemaakt hebt, kom ik nauwelijks meer tegen. Dat waren mensen die bepaalde gaven hadden om een gemeente te leiden, om met mensen te praten.'

Ook de gemeenten lagen sterker onder het beslag van de Bijbel: 'Je hoort mensen nu soms zeggen: o ja, dat is waar ook, zondag is het Avondmaal. Maar vroeger hielden ze echt een gehele week van voorbereiding. Die mensen worstelden ermee.'

Wel besefte hij dat het leven vroeger eenvoudiger was, dat de mensen meer tijd hadden: 'Alle jongens en meisjes waren 's avonds thuis. In het gezin werd een preekje gelezen van Wulfert Floer, er gingen een paar jongens 'afstallen' en dan ging je naar bed. Die mensen hadden een sterke band onder elkaar en leefden dichterbij de dingen van de eeuwigheid.'

Ook had hij zorgen, grote zorgen

over het gemeenteleven: 'Er is sprake van een omwenteling die veel erger is dan je denkt. Ik zit ook wel eens als kerkganger in de bank, en ik luister op zaterdagavond naar de radio. Dan valt het me zo tegen. Dan ben ik verdrietig. Wat is er toch veranderd? Weten de dominees nog wel wat er gaande is in het hart, en wat een mens nodig heeft?

Je kunt wel een mooi betoog opzetten, maar raakt het de luisteraars vanbinnen, gaan ze ermee naar huis? Soms blijft het gekuch en geschuifel maar aan de gang. Als het niet stil is in de kerk, dan klopt er iets niet.'

'Teveel dominees zitten middenin, niet aan het begin. Ze beginnen met het kruis en niet met Genesis. Ze doen net alsof alle mensen bekeerd zijn: je moetje geloof uitdragen: dit doen en dat doen. Maar waar het in de grond der zaak om gaat, dat zeggen ze veel te weinig.'

Zeventig jaar zondagsschoolwerk

Niet minder dan zeventig jaar was hij bestuurslid van deze bond. Voorwaar een uniek aantal jaren in het kerkelijk leven!

Wat deed Vroegindeweij allemaal in die bond?

Van alles!

We komen zijn naam voor het eerst tegen in het blad Onze Hervormde ^ndagsschool van december 1932 (2°jrg. no. 3). Hoe hij in de Nederlandschen Hervormden Zondagsscholenbond op Gereformeerden Grondslag (zo luidde toentertijd de officiële naam) terecht is gekomen, is moeilijk te achterhalen.

Geen aankondiging van een verkiezing, geen welkomstwoord, niets van dat alles, ineens was hij er! En hij zou er heel lang blijven...

Als je de oude jaargangen van Onze Hervormde Zondagsschool doorneemt, kom je onder de indruk van het vele werk dat ds. Vroegindeweij voor de zondagsscholenbond heeft gedaan. Jarenlang vulde hij maandelijks voor een groot deel dit blad. Altijd een openingsartikel, regelmatig schetsen voor bijbelvertellingen, andere algemene bijdragen en noem maar op!

Jaarlijks stelde hij een rooster samen voor vertellingen en te leren psalmversjes. Dit moest vaak in de vakantietijd gebeuren, het moest immers ruimschoots voor een nieuw seizoen klaar, maar hij deed het!

Zijn naam was onafscheidelijk verbonden met de roosters.

Soms vroeg iemand: Welk rooster volgen jullie? ' Dan was het antwoord steevast: dat van Vroegindeweij.' Niet, dat van de Zondagsscholenbond, maar van Vroegindeweij...

Zijn werk bleef niet beperkt tot het blad en de roosters.

IU'}> institii: ilii'

\onüc ucck hohhen lullie het \erli; i: il \im Aluiini fii 1 ol üchooixl Lol nuictu hel ccrslc kic/cii en in /\\n ULICII kno^ lu] hel hcsle. Abnim i: iTiü wonen m hel lantl \; in K; nKuni.

M; un" Ahrani wei'i) rijk ye/e^eni! iloor de Heere en 1.01 umiiule lussen mensen die /eer grtne /onden deden Julhe welen h(> e\eel \erdnel l.ol d; uir\an hecll onderxonden

Kern

Vrees niel. Ahrani Mij uurdl rijk en de Hcere is mei hein

Punten

1 De krijL'sloehl \M\ Abram 1 Abr; mi en Melelii/eilek .V De belnlle aan Abrani 4. Hel iilTer

Vroegindeweij reisde het hele land door om bij jubilerende zondagsscholen het woord te voeren. Verder waren er de bestuursvergaderingen, de jaarvergaderingen, samensprekingen met andere bonden in Hervormd-Gereformeerde kring.

Vijftig-jarig bestaan

Ook bij herdenkingen was dominee nauw betrokken. Bijvoorbeeld toen de bond in 1978 haar 50-jarig bestaan vierde. Toen schreef hij een 'woord vooraf in de jubileumbundel, onder de titel: Onze blijvende opdracht

'Het is toch niet onaardig een jubileum als dit mee te mogen maken:50 jaar zondagsschoolarbeid! Het is niet niks, dat we zo lange tijd bezig mogen zijn met het vertellen uit de Bijbel van de Heere God, van de Heiland en Zijn werk, van Gods liefde om zondaren te behouden en zalig te maken.

Zo bekeken gaan we er eens echt voor zitten om dit bijzondere voorrecht op enigszins feestelijke manier te vieren. Is daar niet alle aanleiding toe?

Als je terugdenkt aan het kleine begin, zijn we toch wel uitgegroeid tot een vereniging die er wezen mag. Daar is veel werk voor verzet, maar het is dan toch maar gelukt! Op dit thema zouden we nog wel een poosje voort kunnen borduren en allerlei personen naar voren halen, die zich met hart en ziel hebben ingezet voor het bevorderen van ons zondagsschoolwerk. Maar...komen we dan niet op een verkeerd spoor terecht?

Doen we er wel goed aan met onze inbreng zo de boventoon te laten voeren?

Hebben wij mensen het dan zo goed gedaan? Is het aan ónze ijver en trouw te danken, dat we nu van een gouden jubileum kunnen spreken?

Wij vieren graag een jubileum en houden van een feestje, dat we natuurlijk op een nette, christelijk verantwoorde manier wiUen vieren. Maar...zijn we zo niet aan de verkeerde kant begonnen?

Ons uitgangspunt dienen we op een heel andere plaats te nemen. In grote verwondering over de voortgang van ons werk met de Bijbel onder kinderen zullen we in de Heere beginnen.

In Zijn hart. In Zijn vrije gunst die eeuwig Hem bewoog. Wat een wonder dat we zondagsschoolwerk kun­ nen en mogen doen. Dat God in Zijn niet te begrijpen goedheid Zijn Zoon gezonden heeft, Die geboren wilde worden in Bethlehems stal. Die in Zijn rondwandeling op aarde Zich ook inliet met kinderen, hen zegende. Hier willen we dan ook onze zondagsschoolarbeid onderbrengen. In het werk van de Heiland, dat Hij op aarde begonnen is en nog steeds vanuit de hemel voortzet.

In het zondagsschoolwerk hebben wij een bijzondere opdracht: het Evangelie te verkondigen. Om zo ook kinderen voor de Heiland te winnen, hen te bewegen tot het geloof,

opdat ook zij een thuis zullen hebben bij de Vader in de hemelen, in het Vaderhuis met zijn vele woningen...'

'Het grootste geschenk...'

Op 30 maart 2002 ontsliep hij op de hoge leeftijd van bijna 95 j^^r. Na dit overlijden schreef de huidige voorzitter van de Hervormde Zondagsscholenbond, ds. M.B. van den Akker, in een In memoriam in het Zondagsschoolhlad: 'In het yS^j^^"!? bestaan van onze bond was ds. Vroegindeweij zeventig jaar bestuurslid. Hij deed zijn intrede in 1932 in ons hoofdbestuur en hij was vele jaren tweede voorzitter. Van 1958-1980 gaf hij, als voorzitter, leiding aan het zondagsschoolwerk en aan onze Bond. Ter gelegenheid van zijn afscheid werd hij benoemd tot erevoorzitter. Hij vond dat het grootste geschenk dat hij bij die gelegenheid kreeg. De plichten van het erevoorzitterschap vielen hem niet zwaar, de rechten heeft hij graag vervuld. Zo bleef hij nauw betrokken bij het zondagsschoolwerk. Tot en met november 2001 woonde hij alle bestuursvergaderingen bij. En hoewel zijn lichamelijke krachten de laatste tijd afnamen, bleef zijn liefde voor het werk van onze zondagsscholenbond.'

Zou je er geen zin in krijgen?

We gaan nog even terug naar de herdenkingsdienst in Langerak in 1961.

Ds. Willem Vroegindeweij, voorzitter van de Zondagsscholenbond, sprak op die avond voor ouders, kinderen, bestuur en leidingvan de zondagsschool over Lukas l8: l6b 'Laat de kinderkens tot Mij komen en verhin dert: hen niet; want deajulken is het Konin Gods.'

Ademloos werd er geluisterd door oud én jong. Want ook voor dekinderen had Vroegindeweij treffend woord! een treffend woord!

In het genoemde 'In memoriam' van ds. Van den Akker lees ik dat een geliefde uitdrukking van ds. Vroegindeweij was: 'Zou je er geen zin in krijgen? ' Die uitdrukking gebruikte hij tweeërlei. In de eerste plaats om kinderen op te roepen hun leven te besteden in dienst van de Heere Jezus. Maar vervolgens werd deze uitspraak ook gehanteerd om in gemeenten leidinggevenden voor het zondagsschoolwerk te werven.

Toen ik deze regels van Van den Akker las, wist ik het weer zeker: deze woorden heeft Vroegindeweij in Langerak, meer dan veertig jaar geleden, ook gebruikt.

Laten we bij het afronden van dit jk artikel nog één keer luisteren naar ds. Willem Vroegindeweij als hij schrijft in het dagboek Dag aan dag, een dagboek voor kinderen:

Wij doen lang niet altijd wat God wil

Hem hejhebben, doen wat Hij zegt, we vergeten het zo vaak!

Maar vooral dit kwaad heejt de Heere Jezus de straf willen dragen aan het kruis.

Hij staat op uit het graf en vaart op naar de hemel.

Daar gaat Hij alles klaarmaken, zodat wij daar ook eenmaal zullen kunnen komen.

Dit mogen we van Hem bidden.

Want wie in Jezus gelooft, mag naar dit zalige leven uitkijken!

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2004

Oude Paden | 58 Pagina's

De domineesfamilie  Vroegindeweij (2)

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2004

Oude Paden | 58 Pagina's