De domineesfamilie Vroegindeweij (3)
A.J. Terlouw
Ds. A. Vroegindeweij: dominee van het Gereformeerd Weekblad
Arend Vroegindeweij, de Idominee van het Gereformeerd Weekblad'. Met evenveel recht kan hij 'dominee van de Mannenbond' genoemd worden. Na negen jaar Loon op Zand, diende hij eenendertig jaar de grote gemeente Veenendaal. Onvermoeibaar reed hij in zijn snelle 'snoek' het hele land door en wedijverde hij met zijn broers in het leiden van tal van kerkdiensten. 'Arend de Geweldige', zoals iemand hem noemde: een geboren leider en organisator.
"Hoe is het mogelijk!' schreef ds. W.L. Tukker in het Gereformeerd Weekblad. 'Die domineesfamilie Vroegindeweij, allemaal grote m^annen, letterlijk; kerels, groot van stuk, maar ook allen figuurlijk: mannen van formaat, groot in kerk en samenleving, mannen die veel betekend hebben voor onze Hervormde kerk en inzonderheid voor het Hervormd-Gereformeerde beginsel.'
Loon op Zand
Ook Arend groeide op in het gezin van Jan Vroegindeweij te Middelharnis. Met zijn broers Leen, Wout en Willem en zijn zus Sjaan Ook Arend hadthuis al met verve
kerkje gespeeld. De oudste, Leen, had bij zo'n gelegenheid als een ware dominee een preek afgestoken. Ook Wouter en Willem deden hun werk. Arend, de jongste, mocht collecteren. Plechtig ging hij met de zak rond, naar zus Sjaan, de trouwe kerkgangster. Dominee worden zat ook Arend in het bloed. En ook hij ging theologie studeren aan de 'overkante'. Het was een hele stap voor een uit de klei getrokken jongen om naar de 'overkante' te gaan. Of het nu Rotterdam of China was, alles buiten Flakkee heette de 'overkante'. Ook de theologische opleiding dus. En ook Arend rondde de universitaire studie te Utecht af. Hij woonde samen met broer Wout bij de pastorie van Leen te Wilnis in. Ze fietsten vervolgens naar Utrecht om colleges te volgen. Frappant is wel dat geen van de broers lid waren van de Gereformeerde Theologen Studenten Vereniging Voetius.
De familiekroniek Rijk in God van mevrouw M.C. Romein-Vroegindeweij meldt: 'Arend Vroegindeweij lag op koers in de familie, want ook hij, de jongste, koos voor het predikantschap en wel met hart en ziel. Na een kort hulppredikerschap in Waddinxveen, in 1937waar broer Leen toen dominee was, werd hij beroepen in Loon op Zand, in het Brabantse land. Daar werd hij op 3 april 193^ tot predikant bevestigd.'
'Ik kan het maar niet begrijpen...'
Dat Vroegindeweij zelf de verkondiging van het Evangelie als de hoogste prioriteit zag, blijkt onder meer uit het thema van de herdenkingspreek die hij uitsprak op 7 april 1963 in Loon op Zand en Veenendaal ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsJubileum: "Wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig!' Om te laten zien waar het hem om ging in de verkondiging, luisteren we naar een gedeelte van deze jubileumpreek in het Brabantse Loon op Zand. Hier sprak hij vooral over de inhoud van zijn prediking: 'Op mijn studeerkamer hangt een schilderij van het interieur van dit kerkgebouw. Het is mij eens door belijdeniscatechisanten geschonken en ik ben er elk jaar dankbaarder voor geworden. Ik moet er dikwijls naar kijken en dan denk ik met vreugde terug aan mijn
arbeid in uw midden. Ja, ik dank God dat ik onder u het rijke Woord van Gods genade heb mogen verkondigen. Ik kan het maar niet begrijpen dat ik een gezant van Christuswege mocht zijn om u week aan week toe te roepen: Laat u toch met God verzoenen! Ik ben dankbaar dat dit werk niet tevergeefs is geweest. Gods Woord keert nimmer ledig weer, want het doet immers wat de Heere behaagt. Maar het is toch wel groot als men hoort van zegen, die er is gevallen en van genade die God geschonken heeft. Ik heb u mogen verkondigen de twee wegen. Ik heb de goddeloze verkondigd dat het hem kwalijk zal gaan en de rechtvaardige heb ik gewezen op de hoop en verwachting die hij hebben mag op God en Zijn Christus, ik heb u opgeroepen de Heere te zoeken terwijl Hij te vinden is. Ik heb u heen gewezen naar het Lam Gods, Dat de zonden der wereld wegneemt.’
Afscheid Loon op Zand
Hij leefde van genade. Hoe we dat weten? Daarvoor wenden we ons nog een keer tot zijn nagelaten geschriften. Zijn afscheidspreek op 5 oktober 1947 ^^ Loon op Zand. Vroegindeweij was toen nog een jonge man. De afscheidstekst was I Joh. 2:8a 'Kinderkens, het is de laatste ure.' De scheidende leraar sprak: O, wat een lankmoedigheid Gods zie ik er vandaag in, dat God mij al die jaren als Zijn dienstknecht heeft willen gebruiken om deze boodschap aan u over te brengen. Van nature ben ik immers een mens van gelijke beweging als gij, even zondig, even schuldig, even onrein en ook ik kan alleen door de genade van de Heere Jezus Christus zalig worden en wanneer de Heere mij niet vasthoudt, dan sta ik ook naast de weg die ten leven leidt.
Daarom maakt deze dag mij zo Hein. Het is de laatste ure, waarin ik als uw eigen herder en leraar het Woord bedien. Daarom wordt het mij bang te moede, als ik denk aan mijn werk in uw midden. Ach, als mensen mij oordelen, dan kom ik er nog al aardig vanaf, maar wanneer de Heere in het recht gaat treden, dan kan ik en dan kan mijn werk voor Hem niet bestaan.
'Kinderkens, het is de laatste ure...' Dat zegt de apostel en dan gaat het niet in de eerste plaats om mijn laatste ure hier, maar om dé laatste ure! Nu zoek ik naar woorden om het u aan te zeggen dat het de laatste ure is, dat de wereld en al de begeerlijkheden van deze wereld voorbijgaan.
De Heere Jezus komt! Een woord van verschrikking voor de vijanden van de Heere en Zijn dienst. Want
geen van hen zal voor Zijn aangezicht bestaan als Hij komt.
De Heere Jezus komt! Wat een woord van bemoediging voor alle kinderen des Heeren. Want het zegt hen dat eens aan alle strijd en lijden hier op aarde een einde komt en dat het Rijk van eeuwige vrede en blijdschap komende is.
Verstaat ge dat rnijn laatste ure hier in uw midden van weinig belang is, vergeleken bij de laatste ure waar onze tekst over spreekt? Ik val geheel in het niet bij die grote Koning der koningen.
Zie daarom op Hem en verwacht uw heil alleen van Hem!'
Veenendaal
In 1947 gii^g hij naar Veenendaal, waar hij werkte tot zijn emeritaat in mei 1978-Tijdens een ambtsperiode van 31 jaar in deze grote gemeente heeft hij zich laten kennen als een geboren leider en organisator. Vooral in dat opzicht is hij een ware zoon van zijn vader geweest. Maar hij was Allereerst prediker; op de kansel was hij in zijn element. Hij heeft er honderden beklommen. Hij reed vanuit Veenendaal in zijn snelle 'snoek' (Citroen) door het hele land en wedijverde met zijn broers in het leiden van tal van kerkdiensten.
Projecten en organisaties
Vroegindeweij zag in 't Veen - Veenendaal - menige collega komen en gaan. Hijzelf bleef. Als leider van alle mogeijke projecten op Veens kerkelijk erf: kerkrestauratie, kerkbouw, scholenbouw, de oprichting van bejaardencentra en een verpleeghuis. Ook was hij van meer dan één organisatie voorzitter. In breder verband was hij voorzitter van de Hervormd-Gereformeerde Mannenbond, medeoprichter en jarenlang voorzitter van de Kweekschool op de Veluwe 'Felua' te Ede. Hij was betrokken bij de oprichting van het maandblad Koers en ook bij de Evangelische Omroep, die hij diende als bestuurslid.
Deze opsomming is niet volledig. Zijn functies waren vele! En het wonderlijkste was misschien nog, dat dit alles hem niet belette als betrokken en getrouw pastor in zijn wijkgemeente werkzaam te zijn. Daar ontging hem niets. Zijn afgelegde bezoeken waren talrijk!
Dan denken we aan zijn bijdragen aan meerdere bijbelse dagboeken, de samenstelling van enkele prekenbundels, geschreven door vader Vroegindeweij en zijn vier zonen. Arend coördineerde deze uitgaven, voerde de eindredactie en zorgde voor een passend ‘Ten geleide’.
Zilveren jubileum
Op 3 april 1963 was er in gebouw 'Eltheto' een receptiedag ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum. De voorzitter van de jubileumcommissie, de heer G. Zoet, sprak de jubilaris in zijn ope-
ningswoord aan als 'Arend de Geweldige', daarbij doelend op de bergen werk die de predikant had verzet in de afgelopen jaren. Het werd zo vol in het oude 'Eltheto', dat het feestelijke gebeuren uit de hand dreigde te lopen. Mensen uit het hele land drukten de jubilaris de hand, en in verschillende dialecten klonken hartelijke woorden van waardering over het werk van de jubilaris. Die sprak een dankwoord over de woorden: 'Wie ben ik en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt.’
Jubileum
In Veenendaal — bij zijn 25 j^rig ambtswerk aldaar, op 12 oktober 1973 " geeft hij aan hoe hij zich zag als dominee: 'Zo is noch hij die plant iets, noch hij die natmaakt...' Dat heb ik wel geleerd in die vijfentwintig jaar dat ik landarbeider mocht zijn in Veenendaal. Ik ben maar knecht geweest, boodschappenjongen. Ik heb u de boodschap
overgebracht van het Evangelie van Gods genade voor verloren zondaren. (...) En hoewel mijn werk op de akker des Heeren maar gebrekkig was, heb ik het toch met veel vreugde en met grote blijdschap gedaan. Ik vind het echt een wonder dat ik Gods boodschap penjongen mocht zijn, al die jaren in uw midden. Meer heb ik niet kunnen zijn. Er zijn mensen die in doodsnood mijn hand gegrepen hebben in hun sterfuur en die me smeekten: 'Dominee, help me toch, red mij...' Maar ik was slechts arbeider, boodschappen jongen. Maar, o wonder, wél mocht ik de heerlijke boodschap overbrengen van de Heere Jezus, Die helpt en redt in de grootste nood! U en ik moeten allemaal van genade leven. Vanavond begrijp ik pas goed wat mijn beminde vader bedoelde toen hij tegen me zei, bij de aanvang van miijn dienstwerk in Loon op Zand, nu al bijna vijfendertig jaar geleden: 'Als je nu maar klein en nederig blijft, rnijn jongen, dan kun je het werk doen en kan God je gebruiken.’
Mannenbond
De ondertitel van dit artikel luidt: dominee van het Gereformeerd Weekblad. Met evenveel recht had geschreven kunnen worden 'dominee van de Mannenbond'. Want dat was Arend Vroegindeweij ook! Wat voor zijn broer Willem gold ten aanzien van de Zondagsscholenbond, geldt ook voor hem als het gaat om de Bond van Nederlandse Hervormde Mannenverenigingen op Gereformeerde Grondslag: we lezen nauwelijks van zijn aantreden, hij was er zo maar... opeens! Aan het eind van de veertiger jaren van de vorige eeuw. Eerst als schrijver van bijdragen, korte tijd later als tweede voorzitter en daarna héél lang als voorzitter.
Wie de jaargangen doorbladert van het blad van de bond. De Hervormde Vaan, komt onder de indruk van de vele en veelzijdige arbeid van deze zo drukbezette predikant.
Bijbelschetsen in overvloed, een vrijwel complete verklaring van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en in ieder nummer 'Kanttekeningen', een rubriek met een scala aan fundamentele korte bijdragen over het reilen en zeilen van kerk en samenleving. Alles ondertekend met de welbekende letters A.V.
'Waar blijven onze mannen...? '
Vaak sprak hij op Toogdagen van de Mannenbond. Naast zijn openingswoorden hield hij ook geregeld referaten op regionale en plaatselijke bijeenkomsten. Verscheidene van deze lezingen zijn in brochurevorm uitgegeven. Tot de mannenbroeders zei hij wel eens: 'Waar blijven onze mannen? Vooral de jongere mannen en zij die nog in de kracht van hun leven zijn? Moet straks onze mannenbond alleen maar bestaan uit grijzende en kale hoofden? Niets ten nadele van de ouderen, we zouden hun levenswijsheid node missen, maar we zouden zo graag zien dat jongeren óók de schouders zetten onder dit zo belangrijke verenigingswerk.
Is het teveel gevraagd om één avond per week te besteden aan Schriftstudie en aan het met elkaar spreken over de zaken die ons in kerk en maatschappij bezig houden? Of moet van ons gezegd worden dat we zo opgaan in de dingen van deze wereld dat we hier geen tijd voor maken? Dat kan alleen ons geestelijk leven schaden...’
Zo appelleerde voorzitter Vroegindeweij met de regelmaat van de klok en met een niet aflatende ijver op het geweten van de Hervormd-Gereformeerde mannen. En de Mannenbond heeft er wél bij gevaren...
Gereformeerd Weekblad
Wat was het aandeel van ds. A. Vroegindeweij in het Gereformeerd Weekblad? Mevrouw Romein schrijft hierover: 'Bekendheid buiten Veenendaal kreeg hij vooral door zijn redacteurschap van het Gereformeerd Weekblad. Behalve zijn meditaties verzorgde hij vele jaren achtereen de rubrieken 'Persschouw' en 'Onder de streep', waarin hij wekelijks commentaar gaf op kerkelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Het blad, voor de Tweede Wereldoorlog het spreekorgaan van de bekende ds. I. Kievit, was na de oorlog in veel opzichten het blad van de Vroegindeweij's, mede door de vele bijdragen van ds. L. Vroegindeweij. Arend wist in de loop der jaren de kring van medewerkers te verbreden en een zekere concurrerende verhouding te overwinnen tot De Waarheidsvriend, orgaan van de Gereformeerde Bond.
Houding tot De Waarheidsvriend
In deze enkele zinnen is nog al wat gezegd. Het is goed om daar wat dieper op in te gaan.
In 1950, kort nadat hij in Veenendaal predikant was geworden, raakte Arend betrokken bij het Gereformeerd Weekblad. De officiële naam was Gereformeerd Weekblad - Blad voor de Gereformeerde Gezindte binnen en buiten de Hervormde Kerk. Dit ter onderscheiding van een gelijknamig blad uit de kring van de Gereformeerde kerken. Samen met ds. E. van Meer uit Utrecht, zette ds. Vroegindeweij zijn sterke schouders onder dit blad, zelfs tot zijn overlijden in 1978 toe.
Geen polarisatie
Kort na het aantreden van Vroegindeweij werd in het blad al merkbaar dat er absoluut geen sprake mocht zijn van polarisatie binnen de Hervormd-Gereformeerde gelederen. We lezen van hem een dringende oproep in het blad, begin 1953= 'Ons Gereformeerde volksdeel zal zich hechter aaneen moeten sluiten! In deze tijd moeten we niet tegenover, maar naast elkaar staan als gereformeerde belijders. Ook moet er onder ons meer worden gestudeerd. Allerlei problemen moeten we — onder goede leiding — met elkaar bespreken. Dat bouwt de kerk op. We moeten bekend zijn met de beginselen. Hoe zouden we er anders uit kunnen leven? Hoe zouden we ze anders kunnen verdedigen?
Daarom moeten we onze bladen lezen. We moeten verenigingen bezoeken. Dat geldt voor jong en oud, er moeten kernen worden gesticht, van waaruit de gereformeerde beginselen worden verbreid. Is dat een mooie taak en roeping of niet? ’
Van die taak en roeping heeft ds. Vroegindeweij zich via het Gereformeerd Weekblad ernstig gekweten. Honderden meditaties, verhandelingen over de belijdenisgeschriften, kerkhistorische bijdragen, actuele rubrieken over vragen van kerk en samenleving, waren bij hem in goede en bekwame handen.
Steeds bescheiden met de letters A.V. ondertekend
En wat te denken van het vele werk dat de eindredactie met zich meebracht, zovele jaren? Veel scribenten en eindredacteuren moesten gemaand worden hun kopij op tijd te leveren én in te leveren. Ds. Vroegindeweij niet alzo. Bij zijn overlijden in 1978 lag de kopij al klaar voor zes nummers van het Gereformeerd Weekblad. 'Wie doet dat na? ' schreef ds. Tukker in een 'In memoriam'. Arend Vroegindeweij zou echter nuchter zeggen: ‘Afspraak is afspraak!’
Nadat hij gestorven is
Veelzeggend is dat ds. Vroegindeweij nog spreekt nadat hij gestorven is. Zelfs na meer dan vijfentvdntig jaar! Drs. P.J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, schreef namelijk in De Waarbeidsvriend van 6 mei 2OO4, naar aanleiding van de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland, die op I mei 2004 een feit werd: "Wij zeggen tegen elkaar wat ds. A. Vroegindeweij op 5 niei 1951 t)ij de invoering van de (toen) nieuwe kerkorde schreef in het blad: 'Onze hulp is in de Naam des Heeren, , .' 'De nieuwe kerkorde is ingevoerd, maar er is geen reden tot juichen. Want door deze kerkorde is de kerk immers niet meer gebonden aan de gereformeerde belijdenis, die door onze vaderen zelfs met hun leven verdedigd is. (., , ) Neen, er is geen enkele reden om te juichen. Wanneer we op mensen zien, dan is er dan ook weinig verwachting. Maar onze hulp zij in de toekomst ook van de Heere.’
Allereerst prediker
Het is al gezegd: Arend Vroegindeweij was op de kansel in zijn element. Hij was een begaafde prediker. Meerdere malen is dat gezegd, geschreven en bijna bezongen.
In het Gereformeerd Weekblad schreef één van de redacteuren bij zijn emeritaat in 1978: 'En dan allereerst de preekarbeid, gedurende veertig jaren verricht, in de twee gemeenten die hij diende, namelijk Loon op Zand en Veenendaal. Negen jaar preken in zijn eerste gemeente en ruim dertig jaar in Veenendaal, dat is nog al wat: altijd weer preken maken, altijd weer preken houden voor hetzelfde gehoor en dan...het gehoor ook houden, boeien en stichten!’
Arend de Geweldige
In 1984 stelden twee Veenendalers, J. van Barneveld en H. Diepeveen, een boek samen met als titel Uit de geschiedenis van de Hervormde Gemeente van Veenendaal. Daarin ontbreekt de naam van dé dominee van Veenendaal, A. Vroegindeweij, uiteraard niet. We lezen daar onder andere over hem: 'In ons dorp stond hij bekend om zijn gemoedelijke omgang met de mensen. Hij stond heel dicht bij de gewone man. Waar zijn hulp nodig was, stond hij
klaar om te helpen. Onbegrijpelijk dat hij voor al die kleine menselijke zaken nog tijd kon vinden! Vergeten was er niet bij. Hij had de Veense bevolking hartelijk lief, dat kon je merken. Goedlachs, vol fijne humor, zo kennen we hem. Bij een feestelijke gelegenheid van het bejaardentehuis 'De Engelenburgh' zagen wij hem op een olifant rijden, omringd door verzorgsters van het tehuis...’
‘Hier ben ik thuis...’
Hij werkte terwijl het dag was. Altijd en overal. Tot hij niet meer kon. Zondagsavond 30 april 197^ nam hij afscheid van de gemeente Veenendaal en ging hij met emeritaat. Hij benadrukte zijn verbondenheid met Veenendaal: 'Hier ben ik getrouwd. Hier zijn mijn kinderen geboren, hier heb ik mijn lieve vrouw begraven, hier ben ik thuis. Daarom voel ik deze avond eigenlijk helemaal niet als een afscheid. Zeker, achter mijn ambtelijke bediening als dienstdoend predikant komt een punt te staan. Maar ik ben erg blij dat ik toch kan blijven werken in het bejaardenpastoraat.’
Zijn einde kwam vrij onverwachts, slechts een paar maanden later. In september werd hij ziek en op maandag 2 oktober kwam het einde van deze sterke man. Hij had gehoopt nog enige tijd te mogen arbeiden in de wdjngaard des Heeren. Het mocht niet zo zijn.
‘Zie het Lam Gods...’
Ds. W.L. Tukker leidde de rouwdienst op vrijdag 6 oktober 1978 in de overvolle Oude kerk in Veenendaal. Hij nam als tekst Hebreeën 13 vers 7 en 8. Een enkel woord geven we door: 'Het heeft mij zeer getroffen dat de overledene de laatste week van al zijn werk volkomen losgemaakt was. Het was genoeg geweest. Hij sprak nergens meer over dan over Jezus Christus. Die was hem genoeg!' Op het graf sprak ds.
H. Jongerden, predikant te Veenendaal en ds. W. Vroegindeweij. Hij mocht van zijn broer getuigen hoe hij op zijn korte ziekbed, dat zijn sterfbed geworden is, zo vol van geloof gedragen werd door de liefde van zijn Heiland. Het was altijd de begeerte en inhoud van zijn prediking geweest: 'Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.' Dat was niet alleen zijn getuigenis geweest, maar daarin had hij zijn kracht en leven mogen vinden. Eén ding had hem als broer bijzonder getroffen: 'Wat het geloof vermag!' Vol ontroering kon hij ziende op het getuigenis van zijn geliefde broeder niet anders zeggen dan: 'Dank U, Heere, dank U!’
Bronnen:
Gereformeerd Weekblad (Uitgave Bout - Huizen), diverse jaargangen
De Hervormde Vaan - Orgaan van de Bond van Ned. Herv. Mannenverenigingen op G. G. - diverse jaargangen,
De roem des Heeren, Tien preken, verzameld door ds. A. Vroegindeweij, (Huizen, 1954)
Rijk in God door M.C. Romein-Vroegindeweij (Kampen, 1997)
Archief Hervormd Bondsbureau te Nijkerk
Archief Drukkerij-Uitgeverij Bout te Huizen
Uit de geschiedenis van de Heniormde Gemeente van Veenendaal, doorj. van Barneveld en H. Diepeveen (Veenendaal, 1984)
Uit de geschiedenis van Loon op ^nd. Ds. A. Vroegindeweij (Huizen, 1947)
Archief van de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond te Bilthoven
Brochures uit de archieven van J.P. Neven en A.J. Terlouw
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 2004
Oude Paden | 48 Pagina's