A.J. van Ommeren Johannes de Vries veertig jaar in zijn kleine 'locaal' Heel deftig is hij niet. En hoogdravende preektaal hoeft men niet .van hem te verwachten. Toch komen theologiestudenten uit het naburige Kampen op zondagmiddag regelmatig lopend Naar Grafhorst. 'Fabrieksdominees' om ds. Joh. de Vries te beluisteren in zijn kleine 'locaal'. Om aantekeningen te maken van zaken , die ze op school niet horen. Veertig jaren staat ds. De Vries op zijn witgeschuurde klompen op de preekstoel in Grafhorst. In alle getrouwheid. In leer en ook in leven: Hij gruwt ervan dat genxeenteleden op de pof luxe artikelen kopen. Vanaf de preekstoel klinkt het onverbloemd: 'Koekjespoffers, ga naar Keesje koekjes betalen!'Johannes de Vries wordt geboren op 25 april 1852 te Zaandam, waar zijn ouders een mosterdmolen bezitten. Het gezin is onkerkelijk en Johannes gaat naar de openbare school. Maar hij is zo ondeugend, dat hij niet te handhaven is en wordt overgeplaatst naar een christelijke school. Dan komt God in zijn leven. Op Il-jarige leeftijd wordt hij een verloren zondaar voor God en al gauw bezoekt hij de gezelschappen van Gods volk. Als jongen van 19 jaar krijgt hij tyfus waardoor een groot deel van zijn haar uitvalt en niet raeer terugkeert. Maar dat is geen hoofdzaak meer. Hij heeft een andere bestemming; evangelieverkondiger worden. Daarom volgt hij 'privaatlessen' van dr. Abr. Kuyper, toen nog hervormd predikant te Amsterdam en ook van Prof. S. van Velzen, één van de vaders van de afscheiding. Reizend evangelist De Vries wordt in mei 1878 aangesteld als evangelist van de Nederlandse Vereniging van Vrienden der Waarheid, die domicilie houdt te Hilversum. Deze vereniging ijverde in de tweede helft van de 19e eeuw voor herstel van de belijdenis en de rechtzinnige gereformeerde leer in de Nederlandse Hervormde kerk.Bij die bevestiging preekt ds. H. Bax over I Samuel 30:8: Toen vraagde David den HEERE, zeggende: al ik deze bende achternajagen? Zal ik ze achterhalen? En Hij zeide tot hem: aag na, want gij zult gewisselijk achterhalen, en gij zult gewisselijk verlossen.' Aan het einde van de avond worden de broeders Joh. de Vries en L. Spoel tot hun werk ingeleid. Er heerste 'een aangename en opgewekte geest'. De Vries woont dan inmiddels in Hilversum, waar hij eenjaar later trouwt met de Duitse Cornelia Führen, bij wie hij twee kinderen krijgt. Godsdienstonderwijzer De Vries studeert verder voor godsdienstonderwijzer. Het classicaal bestuur van Amsterdam examineert hem op 28 november 1881. De Vries slaagt en is daarmee gerechtigd om onderwijs te geven 'over eenkomstig de bepalingen van het Reglement van het Godsdienstonderwijs in de Nederlandse Hervormde Kerk.' Als godsdienstonderwijzer kon men worden benoemd in een hervormde gemeente. De onderwijzer legde ziekenbezoeken af, trad op als catechiseermeester en was vaak een voorloper op een tweede predikantsplaats.In het jaarverslag van de vereniging over de jaren 1879 en 1880 doet De Vries verslag van zijn werkzaamheden als rondreizend evangelist. Hij ontvangt in 1881 een traktement van fl. 51'70 per maand plus een vergoeding van een paar tientjes voor de reiskosten. Een harde werker In het 20e jaarverslag van de Vereniging van Vrienden der Waarheid, op 12 april 1882, schrijft De Vries: 'Door de ontfermingen Gods gespaard, werd het mij vergund het afgelopen jaar 161 spreekbeurten en 186 catechisatiën te houden. Te Bleiswijk heb ik, na met enige vrienden, met wie ik in kennis gekomen was, het doel van der Vereeniging besproken te hebben, een afdeling tot stand gebracht. Hetzelfde mocht mij gelukken te Grafhorst bij Kampen. Als ik mijn afgelegden weg bezie, moet schaamte voor den Heere mij bedekken vanwege het gebrek, dat mij in en onder alles aankleefde, maar ook vanwege 's Heeren goedheid, bewezen aan mij gansch onwaardige. De bede mijns harten is: "Och, dat Israels verlossing uit Zion kwame, en de Heere de gevangenen Zijn Volks bezocht, dan zou zich Jacob verblijden en Israël zou verheugd zijn!" De Heere zegene daartoe met den dauw Zijns Geestes den arbeid der Vereeniging, alleen om Zijn eeuwig welbehagen in Christus, tot roem Zijner genade!'Naar GrafhorstHet 20e jaarverslag is tevens het laatste verenigingsverslag van De Vries, omdat hij een benoeming tot vast evangelist te Grafhorst aanneemt. Hij vertrekt gelijktijdig met K.J. Stelma, die naar Biggekerke gaat. 'Het doet ons leed, dat die broeders ons op deze wijze verlaten, daar het beginsel van reizendevangelist door hen wordt opgeofferd', aldus dit jaarverslag.De Vries wordt op 6 mei 1882 aangesteld tot evangelist te Grafhorst. In juni 1882 laat hij zich inschrijven als lid van de hervormde gemeente te IJsselmuiden-Grafhorst. Diezelfde maand wordt de kleine Johan geboren, die op 9 juli in de dorpskerk te IJsselmuiden wordt gedoopt.Maar in Grafhorst en omgeving is het onrustig. Vooral in de hervormde gemeente. De Grafhorstenaren kerken met de IJsselmuidenaren gezamenlijk in de Dorpskerk te IJsselmuiden. Er zijn problemen. Grote problemen, onoverkomelijk zelfs. Oorsprong van de wrijving is, zoals op meerdere plaatsen in het land, het Koninklijk Besluit van 9 februari 1866 betreffende het beheer van de kerkelijke goederen.Kort gezegd komt het hier op neer: Kerkelijk IJsselmuiden-Grafhorst is in twee kampen verdeeld: 'oude' en 'nieuwe' kerkvoogden, elk met hun medestanders. De 'ouden' zijn voorstander van zelfstandig beheer van de kerkelijke goederen; de 'nieuwen' willen zich onderwerpen aan het landelijke 'Algemeen college van Toezicht'. Daarbij komt dat de scheiding deels loopt tussen IJsselmuidenaren enerzijds en Grafhorstenaren anderzijds. Dit laatste komt doordat bijna alle 'oude kerk-voogden' geboren en getogen Grafhorstenaren zijn. Kerkelijke onenigheid over het beheer van de kerkelijke goederen die de oudpredikant, ds. P. Deetman, doet uitroepen: "Het is ellende te IJsselmuiden."De 'oude kerkvoogden' weigeren hun functie neer te legen, terwijl de 'nieuwe kerkvoogden' al aan hun taak beginnen. Dat betekent dat er vanaf oktober 1878 twee colleges van kerkvoogden actief zijn. Dat valt niet mee, want beroepen mag de vacante gemeente niet in deze situatie. Het wordt een treurige geschiedenis, die jaren duurt. De leden, de kerkenraad en de classis komen er niet uit. In april 1880 vonnist de rechtbank in Zwolle na ettelijke zittingen ten gunste van de 'oude kerkvoogden'. De 'ouden' worden echter begin 1881 uit het college van kerkvoogden weggestemd. De nieuwe ontwikkelingen zoals voorgestaan door de 'nieuwe kerkvoogden' worden doorgezet. Hervormde evangelisatie Kort na deze tumultueuze periode, in 1881, komt evangelist Johannes de Vries uit Hilversum in contact met de 'oud-kerkvoogden' G. van den Belt en J. Siebrand. Gezamenlijk richten zij een plaatselijke afdeling van de 'Vrienden der waarheid' op, waarover De Vries in zijn 20e jaarverslag al schreef. Hiermee is de oprichting van een 'hervormde evangelisatie' in Grafhorst een feit. Aan de contributies die men afdraagt aan de landelijke vereniging, is duidelijk te merken dat in Grafhorst snel een bloeiende afdeling ontstaat. De banden tussen de evangelisatie en De Vries zijn hecht. Zo hecht, dat Grafhorst hem in april 1882 met goed gevolg beroept. Nasleep van de strijd Maar niet iedereen is blij met de komst van de nieuwe voorganger. De strijd in de hervormde kerk heeft een lange nasleep. Dat blijkt een halfjaar na de komst van De Vries. Rond de jaarwisseling ontstaan 'enige wanordelijkheden' die uit de hand lopen, als de diensten verstoord worden en De Vries het nodige naar zijn hoofd geslingerd krijgt.De Kamper Courantva.n zondag 14 januari 1883 (die overigens op zaterdag verscheen) maakt melding van vandalisme. 'Te Grafhorst hadden in den laatsten tijd enkele ongeregeldheden plaats, ten gevolge van onenigheden op kerkelijk gebied. Ten einde deze voor 't vervolg te voorkomen, is in die gemeente op last der justitie tijdelijk een rijksveldwachter gestationeerd. Grafhorst behoort kerkelijk tot de gemeente IJsselmuiden, waar gelijk bekend is sedert eenige jaren een kerkelijke twist heerst, tusschen de oude en nieuwe kerkvoogden.' De tijdelijk gedetacheerde rijksveldwachter L.W.L. van Gamerijk uit Elburg krijgt de opdracht om te waken tegen wanordelijkheden. Voor een korte tijd lukt dit, maar op 21 Augustus 1883 moet de burgemeester nogmaals de officier van justitie inlichten 'wegens het storen van godsdienstoefeningen in het locaal van de Vrienden der Waarheid te Grafhorst en het beledigen van den leraar van deze gemeente'. Hierop volgen geen bijzondere acties en waarschijnlijk vinden geen onregelmatigheden meer plaats. Secten en muiterijen De notulen van de hervormde gemeente noemen 'het locaal' van evangelist De Vries voor het eerst op 8 augustus 1883. Over de lidmaten te Grafhorst staat vermeld: 'Besloten wordt (...); alsmede denhoofden van het locaal te Grafhorst, wanneer zij aanvragen mochten doen om hunne kinderen elders te doen doopen, geen ander bewijs te geven dan overeenkomstig der waarheid; namenlijk dat zij secten en muiterijen in de kerk aanrichten, en hen te censureren bijaldien zij hunne kinderen in de gemeente willen laten doopen. (...)' In de daarop volgende kerkenraadsvergadering wordt het besluit enigszins afgezwakt maar de kerkenraad blijft desondanks van mening dat 'zij behoren tot degenen die tweedracht en secten in Kerken begeren aan te stichten'. Nee, de samenkomsten in 'het locaal' zijn de kerkenraad van de gemeente IJsselmuiden-Grafhorst niet welgevallig.In de samenkomst van De Vries zijn gezinnen waarvan kinderen gedoopt moeten worden. De ouders willen die kinderen niet in de gemeente van IJsselmuiden-Grafhorst laten dopen, maar in de hervormde gemeente te Kampen, bij de rechtzinnige ds. W.J.G. Aalders. Deze predikant doopt tussen l88l en 1884 inderdaad verscheidene kinderen uit Grafhorst. Maar niet alleen hij. De Vries laat in deze periode ook ds. D. Versteeg van de Gereformeerde Gemeente onder 't kruis te Dirksland overkomen om kinderen te dopen. Breuk met hervormde gemeente De hervormde kerkenraad neemt op 28 januari 1884 weer een besluit inzake Grafhorst. Nu noemt men evangelist De Vries persoonlijk en met name: '(...) Besloten werd daarna door den Kerkenraad met algemene stemmen een bezwaarschrift in te dienen bij het Glassicaal Bestuur van Kampen tegen den heer De Vries, te Grafhorst, als geacht wordende in strijd te handelen met het reglement op het Godsdienst Onderwijs.'De klacht is behandeld op de vergadering van het Classicaal bestuur te Kampen op 27 rnaart 1884. De Vries zou in Grafhorst oefeningen houden tijdens de diensten in de kerk van IJsselmuiden. Ook zou De Vries zich bij de komst naar Grafhorst niet hebben laten verkiezen door de kerkenraad, zoals zijn aanstelling als Godsdienstonderwijzer plaats moest vinden.Een halfjaar na deze briefwisseling ontstaat een breuk tussen de evangelisatie te Grafhorst en de hervormde gemeente IJsselmuiden — Grafhorst. Op 9 september zegt Joh. de Vries zijn lidmaatschap op. Hij wordt gevolgd door een groep van zon 40 leden. Op donderdag9 oktober 1884 meldt de Kamper Courant hierover: 'Niet minder dan 37 leden der Ned. Herv. Gem. te IJsselmuiden hebben hun lidmaatschap opgezegd, om zich aan te sluiten bij de zoogenaamde gemeente onder 't kruis, voorganger Joh. de Vries, evangelist te Graf horst.' De Courant beschrijft daarmee de oprichting van een eigen gemeente, die in werkelijkheid plaatsvindt op dinsdag 14 oktober 1884. Den toegang ontzegd... Op donderdag 16 oktober ver volgt de Kamper Courant de berichtgeving: 'Het aantal leden der Herv. Gemeente te Grafhorst (kerkelijk onder IJsselmuiden behorende) die hun lidmaatschap hebben opgezegd en zich hebben aangesloten bij de gemeente 'onder het Kruis' aldaar, is sedert de vorige opgave der vorige week tot ruim 40 gegroeid. Naar wij vernemen zullen er nog meer leden dit voorbeeld volgen. Merkwaardig mag heten, dat in sommige gezinnen alleen de man en in andere alleen de vrouw, daartoe zijn overgegaan.'De Zwolse Courant van maandag 20 oktober voegt hier nog een schrijnend voorbeeld aan toe. Zij schrijft: 'De onenigheid op kerkelijk gebied — schrijft men ons uit Grafhorst — gaat reeds op de huisgezinnen over; een vader namelijk heeft zijn beide dochters, die tot de nieuwe gemeente toegetreden zijn, den toegang tot zijn woning ontzegd.'Gereformeerde Gemeente onder 't kruisDe Vries vraagt aan de predikanten D. Versteeg en R. Gruntke'om de gemeente te dezen plaats te stichten'. Ds. Versteeg dient de Gereformeerde Gemeente onder 't kruis te Dirksland en ds. Gruntke de Oud Gereformeerde kerk te Hasselt. Deze predikanten komen naar Grafhorst. Op dinsdag 14 oktober 1884 institueren ze daar een Gereformeerde Gemeente onder 't Kruis. Diezelfde dag examineren ze evangelist De Vries naar artikel 8 van de Dordtse Kerkorde en ze laten hem 'zonder enige gemoedsbezwaren toe'. De volgende dag wordt De Vries plechtig bevestigd als herder en leraar. Bevestiger Versteeg preekt over Handelingen 20; 28: 'Zo hebt dan acht op uzelven, en op de gehele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.' 'Geen fabrieksdominees' Ds. Joh. de Vries is een beminnelijke dominee. Zijn gemeente beschouwt hem als een vader. Er gaat een goede reuk van hem uit. Hij heeft veel ontzag in zijn arbeid en ook de jeugd ziet tegen hem op als een dienaar van God. Hij geniet grote achting en respect.Ds. De Vries neemt geen blad voor de mond, spreekt vrijmoedig en is een krachtige persoonlijkheid. Hij spreekt vaak in dialect, ook op de preekstoel, die hij op witgeschuurde klompen betreedt. Het is bekend dat studenten van de Theologische Hogeschool te Kampen er niet tegen op zagen om 's zondags naar Grafhorst te wandelen om hem te beluisteren. Waarschijnlijk kwamen deze studenten ook uit nieuwsgierigheid om deze predikant, die hen bestempelde als 'fabrieksdominees', te horen spreken. Achterin de kerk zittend schreven de studenten mee met de prediking van ds. De Vries. Nalatenschap Prekenbundels van hem zijn niet bewaard gebleven. Dominee meent er te zijn voor de tijd waarin hij leeft, en dat er na hem een ander zal komen om het woord te bedienen.Wel zijn er boekjes met aantekeningen bewaard gebleven waarin hij zijn preekschetsen noteerde. Ook bleef zijn 'catechisatie-aantekeningenboek' bewaard, met notities over zijn catechisatielessen, dogmatiek, bijbelse geschiedenis en kerkgeschiedenis. Opmerkelijk zijn de talrijke verwijzingen naar bijbelteksten. Zo ook enkele aantekeningen over 'Jezus' leven': I. In de nacht geboren.Lukas 2:8-122. In de avond gestorven. Johannes14:31-373. In de morgen opgestaan. Mattheüs28:14. In de vollen middag opgevaren. Handelingen 1:9Uit de uitgebreide aantekeningen blijkt dat ds. De Vries grote kennis heeft van Schrift en belijdenis. Hij verdeelt de tekst veelal in twee of drie hoofdgedachten, elk onderverdeeld in vier tot acht onderwerpen. Man en paard... Ds. De Vries noemt in het openbaar herhaaldelijk man en paard. Omdat een consistorieruimte ontbreekt in 't Locaal, zit hij voor de dienst onder de preekstoel. Hij maakt met sommige kerkgangers een praatje of plaatst een opmerking, terwijl ieder het horen kan.Ook op de preekstoel spreekt hij zeer open. Zo stelt hij ooit de misstand aan de orde dat gemeenteleden 'op de pof luxe artikelen kopen. Vanaf de preekstoel klinkt het: 'Koekjespoffers, ga naar Kees je koekjes betalen!' Als een man zich onbehoorlijk gedragen heeft, wordt hij met naam en toenaam genoemd en vanaf de preekstoel bestraft ten aanhoren van al het volk. Ook onderbreekt hij eens zijn preek, zich wendend tot ouderling Bart Vinke, met de woorden: 'Zeg Bart, zo is het toch hè Bart? ' Bart knikte instemmend, waarna de dominee zijn preek vervolgt. 'Bouwen maar niet bewonen' Zo komt gedurende vele jaren op de laatste dagen van het jaar een Godvrezende vriend van ds. De Vries naar Grafhorst. Na de diensten van oud en nieuw staat deze man op, om in het midden van de gemeente ds. De Vries toe te spreken.Als twee verloofden hem verzoeken hun huwelijk te bevestigen, zegt De Vries na hun vertrek dat hij overtuigd is van hun liefde, maar dat hij ze niet getrouwd ziet. Hij wordt bepaald bij Zefanja 1:13b: Zij bouwen wel huizen, maar zij zullen ze niet bewonen'. Nog voor de trouwdag sterft één van hen.Op 22 augustus 1887 overlijdt zijn vrouw Gornelia. Op 28 september . 1888 hertrouwt hij te Barneveld met Maria de Boer. Bij zijn tweede vrouw krijgt De Vries vier kinderen. Eén daarvan komt levenloos ter wereld. Kerkelijk leven Ds. De Vries en de gemeente van Grafhorst staan op zichzelf. Wel gaat hij ook elders voor in (vrije) gemeenten van Doetinchem, Rijssen, Dirksland en Amersfoort. Hij blijft Grafhorst trouw tot aan heteinde van zijn leven, ondanks de beroepen van elders.Hij institueert op 5 juni l888 de Vrije Oud Gereformeerde Gemeente te Doetinchem en bevestigt G J. Wolbers tot oefenaar van deze gemeente. Kort hierop is er sprake van een vereniging 'op den grondslag onzer vaderen 1618-1619' raet de vrije Gereformeerde Gemeente van Den Helder, vi^aar zijn bevestiger ds. Versteeg staat. Dit samengaan gaat niet door. Op 3 augustus 1888 deelt Versteeg mee dat er ook geen vereniging met Doetinchem kan plaats vinden 'door de schandelijke invloed van ds. De Vries uit Grafhorst, die door ds. D. Versteeg niets dan goeds is gedaan.' Ook op een verzoek van ds. A. Makkenze van de (Vrije) Gereformeerde Gemeente te Enkhuizen in januari 1890 gaat men niet in. Hieruit valt af te leiden dat De Vries in zijn dagen geen heil ziet in vereniging met vergelijkbare gemeenten, dit tot onvrede van ds. Versteeg.Plaats van samenkomst is het zogenaamde 'Locaal' aan de Achterstraat, 't Locaal is een schuurkerk zonder kachel, zonder consistorie, maar wel voorzien van een kleine galerij. De kerkgangers brengen stoven met vuur mee naar de kerk. Bij koude drupt de condens naar beneden zodat de mannen met de pet op in de kerk zitten. Links van het gangpad zitten de mannen, rechts de vrouwen en kinderen. In later tijden komt er een grote zwarte kachel rechts van het pad in het midden van het kerkgebouw te staan. 'Bestevaer' De namen van zijn kerkenraadsleden zijn moeilijk te achterhalen. Van G. van den Belt (1821-1907), één van de oprichters van de Hervormde evangelisatie, staat vrijwel vast dat deze de gemeente als ouderling diende. Ouderling G. Van den Belt is onder de ouderen bekend onder de naam 'Bestevaer' en zijn vrouw H. van den Belt-Wielink onder de naam 'Bessien'. In de zestig jaar dat 'Bestevaer' veerman van het veer in Grafhorst is, redt hij het leven van zeker twintig mensen. Voor zijn moedig optreden ontvangt hij de eremedaille verbonden aan de orde van Oranje-Nassau. Ouderling Van den Belt overlijdt op lO mei 1907 op 85-jarige leeftijd. 'Koningskinderen' Zeer waarschijnlijk diende ook K. van Bruggen (1833-1921) de gemeente als ouderling. Hij werd op latere leeftijd blind. Toen zijn tweede vrouw, W. van Bruggen-Hup, op 23 februari 1921 overleed, was deze slag voor Van Bruggen te zwaar om te dragen. Zijn gezondheid ging snel achteruit en hij stierf twee dagen later. Zo werden enkele dagen later niet één maar twee 'koningskinderen' begraven. Ook maakten J. Kattenberg uit Grafhorst en B. van 't Hul van 't Kampereiland in die tijd deel uit van de kerkenraad. Overlijden Ds. Joh. de Vries heeft de gemeente veertig jaar gediend als hij op bijna yo-jarige leeftijd op 3 januari 1922 's middags om twee uur plotseling overlijdt. De krant meldt: 'Ds. De Vries, sedert 1882 predikant van de vrije gereformeerde gemeente te Grafhorst, was dinsdagmiddag juist van ziekenbezoek thuis gekomen toen hij plotseling ineenzakte: dood!'Nieuwjaarsdag had hij nog gepreekt over Luk. 2: l6: 'En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe.' In de rouwadvertentie staat: "Zijn leven was Christus, zijn sterven gewin". Zijn begrafenis vindt plaats op zaterdag 7 januari. Ds. D. Driessen uit 's-Gravendeel leidt de rouwdienst. Opnieuw de krant: Ds. Driessen, predikant bij de Chr. Geref. kerk te 's-Gravendeel was de eerste spreker, om te gedenken de grote gaven van den overledene, in Schrift en belijdenis, hoewel hij nooit een opleiding had genoten, en daarbij de gemeente aansporende te blijven bij deze belijdenis, welke voert naar de Godzaligheid.De heer Brink van IJsselmuiden sprak als vriend van den overledene, naar aanleiding van Psalm 37' 'v^'^ d.^ mooie woorden: 'Ziet op den Vrome en let op den Oprechte. Want het einde van dien man zal Vrede zijn.'De burgemeester, de heer W. Meijer, herdacht kort, maar treffend, en met oprechten dank den velen arbeid, welken de overledene ook voor de gemeente in het algemeen had verricht; de heer J. Bosch sloot de rij, om de getrouwheid der prediking te prijzen.Gezongen werden Psalmen 68:2 'Maar 't vrome volk, in U verheugd' en 89:8 'Gij toch. Gij zijn hun roem, de kracht van hunne kracht' en — deze twee op verzoek van de leden van het kerkbestuur, de heren J. Kattenberg en B. van 't Hul - 68:7 'Gelijk een duif, door 't zilverwit' en 119 = 3 'Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest'. Ds. Driessen bedankte namens de familie, in het bijzonder de burgemeester noemende, voor aller zoo hartelijk betoonde belangstelling. 'Op zijn grafsteen staat Romeinen 4:5 "Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in fiem. Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid." Ruim drieënveertig jaar heeft De Vries zowel Wet als Evangelie mogen verkondigen, het merendeel als 'gereformeerd leraar te Grafhorst'.Bron voor dit artikel is het herdenkingsboek dat de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te Grafhorst op 14 oktober 2004 ter gelegenheid van haar 120 jarig bestaan heeft uitgegeven: 'Wat is er meer te doen aan Mijn wijngaard.' Het boek is voor € 22, 95> excl. verzendkosten te bestellen bij A. van den Belt, tel. O38-3313809.