Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Ds. Jac. van Dijk  was een bijzondere en aparte man.'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Ds. Jac. van Dijk was een bijzondere en aparte man.'

17 minuten leestijd

Drs. W. Ghr. Hovius:

/. Mastenbroek

Het was oorspronkelijk de bedoeling, ook op verzoek van enkele abonnees, om de emerituspredikant drs. W. CKr. Hovius te interviewen over een van zijn vroegere collega's, de in 1984 overleden ds. Jac. van Dijk. Dat lukte wel en... dat lukte niet. Gaandeweg het gesprek kwamen er ook enkele voorvallen uit het (schoon)ouderlijk gezin en uit het leven van andere predikanten aan de orde; dominee Hovius heeft veel collega's meegemaakt, zowel binnen als buiten zijn 'eigen' kerkverband. Die verhalen passeren... nee. Dat konden wij niet over ons hart verkrijgen. Daarom is het een wat breder interview geworden, waarbij niettemin aan ds. Van Dijk een prominente plaats werd toebedeeld. Echter zonder een complete biografische schets van hem te geven.

Dominee Hovius is een spontaan verteller, die met een bewonderenswaardige precisie feiten, namen, jaartallen en nog meer gegevens uit zijn geheugen opdiept. Op 26 februari 1934 werd hij in Hilversum geboren in een gezin dat tot de behoudende vleugel binnen de Nederlandse Hervormde kerk behoorde. Vaders moeder was een levende vrouw, die vertellen kon vanaf haar achtste jaar toen de weg voor haar ontsloten werd. Ze was heel praktisch. Zo bezocht ze eens een gezelschap van Gods volk, waarbij iemand nogal hoog in de boom zat en vertelde over geestelijke bevindingen. Een van de mensen ergerde zich daaraan en zei; 'Is er nu niet méér te zeggen? ' Mijn grootmoeder zei toen: 'Ach, laat het maar, als het nu eens licht is, laat het dan maar verteld worden, want de dagen der duisternis zullen vele zijn'.

Zijn vader was rijksambtenaar bij het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Later volgde zijn overplaatsing naar Haarlem. "In 1946 deed ik toelatingsexamen voor het Christelijk lyceum in Hilversum. Vanwege ons vertrek naar Haarlem heb ik die school nooit bezocht, maar kwam in onze nieuwe woonplaats op het Stedelijk gymnasium terecht. Een kennis van vader zei tegen hem: 'Doe je zoon maar niet naar het Christelijk lyceum, want dat woordje christelijk stelt in Haarlem niet veel voor'.

Zodoende volgde ik openbaar onderwijs, hoewel rector C. Spoelder ambtsdrager was in de Doopsgezinde gemeente. Vader werd voorzitter van de Hervormde evangelisatie in Haarlem, een gemeente die nu tot de Hersteld Hervormde Kerk behoort. De eerste die hij daar liet komen preken, was ds. Jac. van Dijk. Dat was op 31 maart 194^, in het speciaal voor die gelegenheid afgehuurde witte kerkje van de Evangelische Broedergemeente. Ik weet nog waar de preek over ging, over de verschijning van de Heiland aan Thomas. Eén ding uit die preek is mij bijgebleven: dominee Van Dijk zei: 'Thomas zei tegen Jezus: "Mijn Heere", hoor! En niet: niijn Heer! Heere, heel eerbiedig!' Dat maakte indruk op me, de eerbied waarmee ds. Van Dijk dit zei.'

Radiopreek

Het gesprek komt ongemerkt op de schoonouders van ds. Hovius. 'Mijn schoonvader was niet

kerkelijk. Zijn vader was een thuislezer, las op zondag in de huiskamer preken. Een wat wettische man, die zondags de luiken voor de ramen dicht hield om zich van de wereld af te sluiten. Naar zijn mening was er geen bekeerde dominee meer in ons land en was de Geest geweken van Nederland. Droevig gevolg van deze onkerkelijkheid was dat de kinderen na zijn overlijden zeiden: 'Jongens, godsdienst is het ergste wat er is, daar doen we niet meer aan'. Mijn schoonvader ging daarin mee. In tegenstelling tot hem was mijn schoonmoeder wel kerkelijk. Zij behoorde tot de Oud Gereformeerde Gemeente van Oud Beijerland. Ze volgde rnijn schoonvader. Het gebeurde eens op een Kerstdag dat mijn schoonouders naar Oud-Beijerland gingen. Schoonvader wilde in de auto een gezellig muziekje opzetten. Dat pakte anders uit dan hij had verwacht: er was een uitzending van een kerkdienst op de NCRV en in die dienst ging de Christelijke Gereformeerde dominee L.S. den Boer voor. Die preek is het middel voor mijn schoonvader geweest. Naderhand heeft hij bij ds. Den Boer belijdenis gedaan in de Christelijke Gereformeerde kerk te Arnhem. Hij was zelfs ongedoopt; tegelijk met zijn zoon Hein heeft hij dat sacrament ontvangen. Mijn vrouw is daar later onder doopgetuigen door ds. H. van Leeuwen gedoopt. Ds. Den Boer was een van de beste leerlingen van prof. Wisse en een goede vriend van ds. C. Smits. Hij hield een serie bijbellezingen over het Hooglied en de toepassingen waren vol geestelijk onderwijs. Hij trok veel volk van God en was in zijn eerste tijd heel bevindelijk en buitengewoon begaafd. Later ontmoette mijn schoonvader hem eens, gekleed in een bruin pak met een rode das. Schoonvader schudde zijn hoofd eens en zei: 'Dat is toch geen dracht voor een dominee? ', waarop ds. Den Boer zei: 'Man, ik heb zoveel licht gekregen, ik kan niet meer in 't donker!'

'Blijven studeren!'

Hoewel het interview niet in de eerste plaats over ds. Hovius moest gaan, wilde hij op ons verzoek het een en ander over zijn ambtelijke leven meedelen. 'In 1961, op tweede Paasdag, werd ik in mijn eerste gemeente Nieuw-Lekkerland bevestigd. In 1966 volgde Katwijk, vier jaar later

Ede, in 1975 werd ik opnieuw aan Katwijk verbonden, in 1979 nam ik het beroep naar Apeldoorn aan en van 1985 tot rnijn emeritaat in I996 stond ik voor de derde maal in Katwijk. Ik ken verscheidene predikanten die tweemaal in dezelfde gemeente hebben gestaan, maar ik denk dat ik de enige ben die tot driemaal toe in dezelfde gemeente de herderstaf heb mogen en ook moeten opnemen. Er waren Katwijkse ambtsdragers die zeiden: 'Dominee, als u intrede doet kunt u wel over de tekst spreken: Dit is de derde maal dat ik tot u kom' (l Korinthe I3: l)-Na overleg met mijn bevestiger, ds. Willem Vroegindeweij, heb ik die tekst maar niet genomen, hoewel die wel zeer toepasselijk zou zijn geweest. Waarom niet? Anders promoot je jezelf maar, stel je jezelf op de voorgrond. En dat wilde ik niet. In 1996 trad ik vervroegd uit vanwege teruglopend gezichtsvermogen. De vooruitzichten waren wat mijn ogen betrof zeer ongunstig.

De specialist verwachtte uiteindelijk blindheid. Wonderlijk — ik ben behandeld en n^ijn gezichtsvermogen is nog nooit zo scherp geweest als nu. Ik heb nergens last van. Toen ik in Apeldoorn kwam wonen, deed ik bijstand in het pastoraat in de buitengewone wijkgemeente Eben-Haëzer. Daarnaast ben ik mentor van een Evangelisatie in Zutphen en vervul ik een aantal bestuursfuncties. Verder geniet ik van onze vijf kinderen en 17 kleinkinderen. En af en toe publiceer ik nog wel wat. Blijven studeren is belangrijk! In 1961 behaalde ik mijn doctoraal bij prof. dr. C. Th. Vriezen, hoofdvak Oude Testament.'

Zwarte hoed

Er waren meer predikanten met de naam Hovius; de hervormde ds. J. Hovius, die in Jaarsveld, Hoogeveen, Ouddorp en Dordrecht heeft gestaan, en de Christelijke Gereformeerde hoogleraar J. Hovius. 'Beiden zijn ze uit onze familie. De hervormde predikant was een neef van mijn vader, de professor zit nog veel verder in de familie. Die hervormde Hovius was niet van humor ontbloot. Hij voer eens over met de pont van Middelharnis — in zijn Ouddorpse tijd — naar Hellevoetsluis. En man op de boot zag hem, zonder hoge hoed, en hij nam dat de dominee kwalijk. 'Je kunt een

dominee ook al niet eens meer herkennen', bromde hij. Dominee Hovius had een zwarte gleufhoed op, en was verder ook geheel in het zwart gekleed. Maar die hoge zijden hoed, ja, die ontbrak. Hoe hij die man van repliek diende? 'Man, ik heb al zon ontzettend hoogmoedig hart, als ik nu op rnijn hoofd ook nog eens zo'n hoge kachelpijp heb, dan ben ik stinkend hoogmoedig. Dominee Zandt zei eens dat een veer nog wind nodig heeft om in de lucht geblazen te worden, maar ik heb niets nodig, daarom heb ik een hoed met een deuk, zon gleufhoed nodig'. Toen hield die man z'n mond...'

Een onwetende hond en een bekeerde agent

'Als ik bepaalde predikanten de revue laat passeren, schiet er vaak iets in mijn gedachten. Ik denk aan dominee R. Kok. Die moest eens op huisbezoek met een ouderling die heel wat ouder was dan hij. Ze moesten een boerengezin bezoeken. Komen ze op het erf van de boerderij, schiet er een grote hond grommend op hen af. Voor het hek bleef hij blaffend staan. Dominee Kok zei tegen de ouderling: 'Gaat u maar vast door het hek, u bent ouder'. Die ouderling zei: 'Nee, gaat u maar voor, dominee. Ik heb het niet zo op honden.' 'Ik ook niet', reageerde Kok. 'Maar u hebt toch een groot geloof, dominee? ' zei de ouderling. 'Ja, maar dat weet die hond niet', antwoordde de dominee... Zo moest ds. Kok ook eens in Nijkerk preken. Hij was toen al met emeritaat en woonde in Soest. Een gemeentelid zou hem rijden. Die man was aan de late kant en reed veel en veel te hard. Dat merkte niet alleen ds. Kok, maar ook een politieagent, die de auto ophield en vroeg waarom er zo hard gereden werd. 'Die man naast me moet preken, agent', zei de chauffeur. 'Rijen dan maar!', zo luidde de reactie. Dominee Kok keek vergenoegd en zei: 'Dat was vast een bekeerde agent!' Historisch, hoor!'

Veilig achter het altaar

'Zo herinner ik me ook een voorval van ds. E. du Marchie van Voorthuysen. Mijn schoonvader was diaken bij hem, toen hij nog Christelijk Gereformeerd was in Driebergen, 't Was tijdens de oorlogsjaren. Daar werd opeens razzia gehouden. De predikant snelde het portaal van de roomse kerk binnen. Daar liep ook de pastoor, die tegen hem zei: 'Dominee, u preekt dat de mis een vervloekte afgoderij is, maar er is hier in de kerk maar één plek waar u veilig bent en dat is achter het altaar!' Daar is dominee Du Marchie toen weggekropen. De Duitsers hebben hem niet gevonden...'

Krachtdadig

'Dominee Van Dijk maakte ook een razzia mee. Anders dan dominee Du Marchie. Hij stond toen in Naaldwijk, een vrijzinnige gemeente die aangesloten was bij de zogenaamde Evangelische Unie. Ja, Van Dijk kwam uit de vrijzinnigheid! Hij had eerst in het vrijzinnige Zaltbommel gestaan en onderhield contacten met de vrijzinnige socialist professor W. Banning. Toen hij op transport werd gesteld, mocht hij per vergissing naar huis. Dat was bij Gouda. Een zekere Van Duin moest uittreden, zo werd bekend gemaakt, maar dat werd verkeerd verstaan voor Van Dijk. Zó was Gods leiding met hem. Krachtdadig werd hij omgezet met een woord uit een preek van Smytegelt. 'Als een bliksem heeft dat woord mij getroffen', schreef hij later. Dat boek van Smytegelt had hij in zijn studententijd aangeschaft.

Huwelijksbevestiging

'Waar ik dominee Van Dijk heb meegemaakt? Op een aantal plaatsen en bij diverse gelegenheden. Hij heeft rnijn zus en zwager getrouwd. Mijn zwager lag in Nieuw-Milligen in militaire dienst. Van Dijk kwam daar regelmatig in de kazerne om soldaten te bezoeken. Later ontmoette ik hem bij rnijn schoonouders in Driebergen, toen hij daar eens voor de SGP moest spreken. Toen vroeg rnijn schoonmoeder of wij het goed zouden vinden als hij ook ons huwelijk zou bevestigen. Wij hadden geen enkel bezwaar, rnijn vrouw en ik hebben toen samen de trouwtekst uitgezocht, Exodus 33:14 sn 15: Hij dan zeide: ou Mijn aangezicht moeten mede-

gaan om u gerust te stellen? Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons vanhier niet optrekken.' Ons huwelijk werd kerkelijk bevestigd in de Zuiderkapel te Bilthoven. Daar verleende ik twee en een halfjaar bijstand in het pastoraat, elke maandag gaf ik catechisatie en daarnaast studeerde ik. Toen werd ik vrijgesteld van het vicariaat, zonder me daarvoor te hebben aangemeld, 't Werd me gegeven. In die tijd was er een grote predikantennood. Ik was de enige Gereformeerde Bonder die afkwam; er werden toen zestien beroepen op mij uitgebracht.'

Saai leven

'Dominee Van Dijk heb ik het meest ontmoet toen ik hier in Apeldoorn predikant was. Elke maand, behalve de zomermaanden, was hier een avondbijeenkomst met predikanten van buitenaf. Daar was dominee Van Dijk ook bij. Hij heeft ook veel voor mij gepreekt, als ik een vrije zondag had. Dan kwam hij na afloop van de kerkdienst met zijn vrouw in onze pastorie. Onze zoons zaten dan op de grond, ademloos luisterend naar zijn verhalen. En ook waarschuwingen; hij kon ook ernstig zeggen wat nodig was voor de eeuwigheid.

Zelf heb ik ook eens een vermaning van hem gehad. Ik had het eens met hem over een echtpaar van wie de kinderen de deur uit waren. Onbewust liet ik uit rnijn mond vallen: 'O ja, die zijn nog maar samen!' Van Dijk reageerde: 'Zul je dat nooit meer zeggen, joh, die zijn nóg samen? ' Ik moest me die waarschuwing laten welgevallen, en hij had nog gelijk ook.

Eén van die zondagse bezoeken vertelde hij dat er in zijn gemeente Garderen een echtpaar veertig jaar getrouwd was. Hij ging feliciteren. De bruid deed open. Toen zij de felicitatie van haar predikant in ontvangst had genomen, zei ze: 'Wat een wonder, dominee, we hebben in al die veertig jaar nog geen dag ook maar één verkeerd woord met elkaar gehad!' Zo gevat als hij kon reageren, zei ds. Van Dijk: 'Dan heb je een saai leven gehad, want dan had je ook nooit wat goed te maken!"

Aparte figuur

'Of dominee Van Dijk later in zijn prediking 'afgezakt' is? Nee, dat kun je zo niet zeggen, hoewel ik weet dat dit wel van hem beweerd werd. Er was zelfs een vroegere gemeente waar men hem niet meer vroeg om voor te gaan. Toch is hij niet 'lichter' geworden. Hij was wel altijd een aparte figuur, ja, dat wel. Hij moest zichzelf aanklagen en zei dan tegen me: 'Ik heb te weinig gebeden, ik heb te weinig in het Woord gelezen!' Een van zijn gemeenteleden zei eens tegen mij:

'Dominee Hovius, u moest eens weten hoe blij dominee Van Dijk is dat hij nog bij u mag preken! 'En dat wist ik, daar was hij heel blij miee. Na zijn emeritaat is hij naar Velp verhuisd. Hij werd toen godsdienstleraar aan een scholengemeenschap in Arnhem. Voor zijn emeritering was hij daar schooldecaan. In die tijd nam hij de preekdiensten voor mij waar. In Velp was geen bloeiend gereformeerd kerkelijk leven; er waren slechts acht Gereformeerde Bondsdiensten per jaar. Naderhand kreeg dominee Van Dijk een zware depressie. Daar is hij later gelukkig weer uit mogen komen.'

Strakke gezichten

Voor hij predikant werd, moest ds. Van Dijk eens oppassen bij zijn oude grootvader. Die woonde recht tegenover een kerkgebouw. Van die godsdienst moest hij niets hebben, te strak en véél te somber. Toen de kerk eens uitging, zei hij tegen zijn kleinzoon: 'Kijk jongen, dat zijn nu allemaal mensen die zojuist de blijde boodschap hebben gehoord. Kun je dat aan hen afzien? Moet je eens kijken, wat een strakke gezichten en wat een strenge en harde blik in hun ogen!'

Bruiloftsmars

'Ds. Van Dijk is nooit mijn ringcollega geweest. Eigenlijk zijn onze contacten verdiept gedurende rnijn Apeldoornse tijd. Hij heeft me verteld langs welke weg hij bij de bevindelijkheid is terechtgekomen. Want van huis uit was hij dat bepaald niet! Hij was niet alleen predikant aan de linkerkant van de Nederlandse Hervormde Kerk, nee, hij was zelfs vrijzinnig. Puur vrijzinnig! Toch kon hij niet met alles meegaan. En als ds. Van Dijk bezwaar had, stak hij dat niet onder stoelen of banken. Een vrijzinnige collega deed intrede in Zaltbommel en ds. Van Dijk was daarbij. Toen werd de Bruiloftsmars gespeeld. Dat vond ds. Van Dijk vreemd. Zijn collega die intrede deed, zag dat veel ruimer: hij beschouwde zijn intrede als een huwelijk tussen hem en Zaltbommel.' Naderhand nam ds. Van Dijk een beroep aan naar de vrijzinnige gemeente Naaldwijk. Daar stond hij met ds. Banning en nog zo'n vrijzinnige predikant. In die tijd beleefde hij de drie stukken: ellende, verlossing en dankbaarheid. Hij zei over die tijd dat het zijn grootste ellende is als een mens zijn ellende niet kent. Dat moest hij inleven.

SGP

In 1946 werd ds. Van Dijk, die toen in Monster stond, in het hoofdbestuur van de SGP gekozen, samen met de Nederlandse Hervormde predikant P.J. Dorsman en de Christelijke Gereformeerde dominee C. Smits. Deze bestuurstaak was geen lang leven beschoren. In 1953 werd hij geroyeerd als lid van de partij. Dat zal de toenmalige partijvoorzitter dominee P. Zandt ondanks alles — ook de persoonlijke controverse — pijnlijk hebben getroffen; door zijn toedoen was ds. Van Dijk in het hoofdbestuur gekomen. Zat ds.

Van Dijk daar naar zijn eigen gevoelens niet op de juiste plaats? Van meet af aan, nog hetzelfde jaar als waarin hij was benoemd, bedankte hij. Ds. Kersten haalde hem over om toch weer een zetel in het hoofdbestuur te aanvaarden. Daarna maakte ds. Van Dijk opnieuw deel uit van het hoogste partijorgaan, tot zijn bedanken in 1952. Ds. Van Dijk was een stemmentrekker; In 195^ stond hij nog als vierde op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. Na zijn breuk met de SGP moest de partij bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1954 voor de provincie Gelderland een verlies van ruim 5-000 stemmen noteren, vergeleken bij de Kamerverkiezingen in 1952. Ook bij de volgende Kamer-verkiezingen in 195^ miste de SGP een fors aantal stemmen uit deze provincie.

Eigen koers

'Of ds. Van Dijk de SGP trouw gebleven is na al die verwikkelingen? Met stemmen wel. Er was een conflict met ds. Zandt. Dat was in Zwolle al begonnen. Maar voor ds. Zandt overleed, is het tussen beiden weer helemaal goed gekomen. Gode zij dank! Het royement had betrekking op enkele principiële zaken, waar

ds. Van Dijk zich niet langer achter kon scharen, onder andere het vrouwenkiesrecht en de vaccinatie. Van Dijk voer een eigen koers. Hij kon er slecht tegen als hij merkte dat het officiële partijstandpunt en dat van de hoofdbestuursleden privé wel eens niet met elkaar in overeenstemming waren. Neem daarbij dat ds. Van Dijk breed van opvatting was. Ik ben ervan overtuigd dat hij in onze tijd zich niet zou aansluiten bij een groepering als Het gekwakte riet. Dat heeft de vriendschap tussen hem en mij niet in de weg gestaan. Hij trok ook veel op met de predikanten J.T. Doornenbal uit Oene en D. van der Ent Braat uit Elspeet. Weet je hoe ze genoemd werden? Een bijzonder Veluws drietal!'

'Ik ben van Psalm 32!'

De humor van ds. Van Dijk was alom bekend. Ook zijn reageren: ad rem en puntig. Zo kwam hij eens op pastoraal bezoek in een ziekenhuis, herkenbaar als dominee gekleed. In de gang werd hij aangesproken door een man die vroeg: 'Bent u soms van Artikel 31*^' ^ijn spontane reactie: 'Nee, ik ben van Psalm 32' ('Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven). Van uiterlijkheden moest hij weinig of niets hebben. Hij kon fulmineren tegen de wijze waarop de meeste mensen kerstfeest vieren. 'We hebben van de Kerst een ABC gemaakt: Avond, Boom, Concert, Diner... enzovoort. Maar de K van Kerstkind slaan we over!' Ook ging hij voor in de diensten die belegd werden door Stichting Alledagkerk in Amsterdam, met vogels van velerlei pluimage. Het hield hem niet tegen. Wel zei hij dan: 'Hoe dichter bij Christus, des te minder verschil!' Dr. Ir. J. van der Graaf merkte eens over hem op dat hij altijd het ultieme moment van de rechtvaardiging van de goddeloze en van de persoonlijke bekering en wedergeboorte een plaats in zijn prediking gaf.

Op 71-jarige leeftijd is hij aan een hartstilstand overleden. Dr. CA. Tukker heeft hem in besloten kring begraven op Moscowa in Arnhem. Dominee Van Dijk wdlde aan zijn graf geen mensverheerlijking. Op zijn eigen verzoek is het overlijden pas na de begrafenis aan de pers gemeld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007

Oude Paden | 64 Pagina's

'Ds. Jac. van Dijk  was een bijzondere en aparte man.'

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2007

Oude Paden | 64 Pagina's