Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'In het huis des  Heeren geplant'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'In het huis des Heeren geplant'

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. P. Blok haalt herinneringen op aan het volk des Heeren.

J. Mastenbroek

De reis naar het Flakkeese land is aangenaam. Vooral Ket laatste stuk. Een gulle Kerfstzon penseelt de onafzienbare bomenrij langs de weg in een geelgouden kleur. Hellenbroek wist het al: de mens weet dat er een God is uit de Schriftuur en uit de natuur. Als we er oog voor mogen krijgen, is elke boom een prediking. Oókalswe erop letten naar welke kant die boom overhelt: het zoele zuiden of het barre noorden.

In Gods Woord is vaak sprake van een boom. De eerste Psalm spreekt er al over. De zondagspsalm eveneens. Daarin wordt de rechtvaardige bij een palm en ceder vergeleken. En als die bomen dan ook nog geplant zijn in het huis des HEEREN, zullen ze in de grijze ouderdom nog vet en groen zijn. Waarom? Om te verkondigen dat de HEERE recht is.

Groen in grijsheid

Het doel van onze reis was Dirksland. Nader aangeduid: een bezoek aan ds. P. Blok, die een zichtbare vervulling is van de belofte in de laatste woorden uit de hierboven geciteerde Psalm 92. Groen in grijsheid! In zijn studeerkamer hadden we een gesprek over enkele voorvallen uit zijn leven en over zijn omgang met het oude volk. Aangezien collega Vogelaar onlangs voor een ander doel een interview met ds. Blok heeft gehad, zal een aantal elementen uit ons gesprek onvermeld blijven.

Verhuisd

Het was op 15 juni dit jaar, dat ds. Blok zijn 88e verjaardag mocht herdenken. Al vijfjaar heeft hij de status van emerituspredikant van Kootwijkerbroek, zijn derde en laatste gemeente. Waar veel predikanten zich eerder genoodzaakt zien om het kalmer aan te doen vanwege afnemende gezondheid, kon ds. Blok tot zijn 83e levensjaar een gemeente dienen van meer dan tweeduizend zielen. Bijna zes en een halfjaar was hij aan dit Veluwse dorp verbonden voor zijn naam in het Kerkelijk Jaarboek verhuisde van de rubriek 'Predikanten' naar "Emerituspredikanten'. Zelfverhuisde de predikant ook: hij betrok een woning in de omgeving van zijn geboortestreek Flakkee. Daar heeft hij dierbare herinneringen liggen.

Negen gemeenten

Ds. Blok gaat elke zondag voor in een van de negen gemeenten op Flakkee. Twee ervan hebben een eigen herder en leraar: in Dirksland staat ds. J. Schipper en in Middelharnis ds. G. van Manen. Laatstgenoemde nam in de week voor ons bezoek het beroep naar Elspeet aan. Dat betekent dat ds. Blok bij leven en gezondheid binnen afzienbare tijd ook in die gemeente zal voorgaan. Er zijn gemeenten, zoals Ouddorp, maar ook andere, die ds. Blok als 'hun' dominee beschouwen vanwege zijn regelmatig voorgaan.

Ordelijk

De studeerkamer van de predikant oogt buitengewoon netjes. "Ja, ik studeer nog steeds. " Er ligt geen boek in zijn welgevulde kasten langs de drie muren scheef. "Ik ben nu eenmaal ordelijk", klinkt het. Dat is aan alles te merken. Ook dat de predikant met zijn tijd meegaat. Zijn computer is bepaald niet aan emeritaat toe... Hij heeft de nieuwste apparatuur op zijn bureau. "Ik moest kiezen: achterblijven of meegaan. Ik koos voor het laatste; achterblijven kon niet. Ik ben met rnijn tijd meegegaan. AI m'n preekschetsen en preekbeurten staan erop. 't Is toch zo makkelijk, joh. En e-mail gebruik ik heel regelmatig. Of ik een van de eerste predikanten in de Gereformeerde Gemeenten was die een pc gebruikte? (Lachend): 't Zou best kunnen. Je moet toch bijblijven, hè? "

Voorgegaan

Van het ouderlijke gezin, dat dertien kinderen telde, zijn er behalve de predikant nog vier in leven. "Van de jongens alleen broer Leen, in Nijmegen. Er woont een zus in Sommelsdijk van honderd jaar en ik heb nog een zus in Rotterdam en in Middelburg. De anderen zijn al overleden. De meesten van ons geslacht op jonge leeftijd. Op 20 januari 1961 overleed rnijn geliefde broer Marien, op 51-jarige leeftijd. Hij had een zwakke gezondheid en is mij voorgegaan. Slechts vijftien jaar heeft hij als predikant onze gemeenten mogen dienen, ik als ik het mag beleven volgend jaar vijftig jaar. De Heere is daar vrij in. "

Een donker pak hoefde niet

"Het ouderlijk gezin leefde niet bij de waarheid. Het is een onbevattelijk wonder dat de Heere ons als broers een plaatsje heeft willen geven in Zijn wijngaard. Dat is in geen hoek geschied. Later zijn niijn ouders wel kerkelijk geworden. Ze waren nog wel gedoopt, maar dat werd bijna iedereen in die tijd. Er was in rnijn jeugd geen Bijbel in huis. We leefden met de muziek, Marien en ik. Hij speelde piston, ik trompet. Toch leefde ik niet rustig. Toen ik 23 was, heeft de Heere mij stilgezet op de brede weg. Marien was al eerder tot bekering gekomen. We waren niet alleen broers naar het vlees, maar ook in de genade en later ook in het ambtelijke leven. Hij heeft me gedoopt toen ik 27 was. Dat bracht heel wat teweeg in het gezin, twee broers die naar de zwartekousenkerk gingen. Jaren later, toen ik eens in Nieuwe Tonge moest preken in rnijn Dirkslandse tijd, vroeg ik of een oudere broer eens met me mee wilde gaan. 'Moet ik dan een donker pak aan? ' vroeg hij. Nee, dat hoefde niet. Hij ging mee. Na afloop van de dienst vroeg niijn moeder aan hem of hij niet jaloers was op zijn broer. 'Nee moeder, maar ik was wel groos op hem', zei hij. Later is er bij rnijn lieve moeder veel veranderd. Ik mag geloven dat de Heere haar heeft opgezocht. Op haar sterfbed kreeg ze een heel dierbare ontsluiting van de Tweede Persoon: "Ik heb u in Mijn beide handpalmen gegraveerd.' Ze is ruim afgestorven. "

Damesfiets

De eerste gemeente die ds. Blok diende was Dirksland, op betrekkelijk korte afstand van zijn geboortedorp Middelharnis. Daar nam hij in 1959 de herderstaf op. "Het traktement bedroeg vijfduizend gulden per jaar. Als je als kandidaat begon in een gemeente, had je geen spaarpot. Ik kon nog net een fiets kopen. Het werd een damesfiets, dan konden er ook andere gezinsleden gebruik van maken. Met die damesfiets legde ik pastorale bezoeken af. Dat zagen de Dirkslanders en na korte tijd kreeg ik een herenfiets van een gemeentelid. " Na 21 jaar volgde Capelle aan den IJssel en van 1986 tot 20 maart 2003 was ds. Blok in actieve dienst aan Kootwijkerbroek verbonden. Over zijn Dirkslandse jaren: "In Dirksland was veel volk van God. Daar heb ik velen van 't oude volk begraven; vrouwtje Ruit en de ouderlingen De Wachter, Drooger, Roozemond en Van 't Geloof. Bijna de hele kerkenraad. Levende mensen, de een wat

meer geleid dan de ander, 'k Heb daar ook wel kinderen en jonge mensen begraven, voor wie verwachting was. De oude begraafplaats aan de Kapoenstraat mag je gerust een vet kerkhof noemen, daar ligt veel volk van God. Al die Dirkslandse jaren had ik consulentgemeenten in de classis. In al die gemeenten woonden kinderen des Heeren. Ook in Ouddorp woonden veel kinderen Gods."

Dronken bestuurder

"Het waren meest oude mensen van wie ik de rouwdienst geleid heb. Van enkele jonge mensen die ik met veel opening begraven heb denk ik aan een meisje van zeventien. Met een ouderling had ik huisbezoek afgelegd. Op de terugweg zag ik dat meisje aan de kant van de weg staan, huilend. Ik vroeg wat er aan mankeerde. Ze had geen rust en ze wist niet waar ze het zoeken moest, zei ze. Met mijn ouderling heb ik haar thuisgebracht en daarna bespraken we samen wat we verder voor dit meisje konden doen. Even later stond ze op de stoep, opnieuw in tranen. Geen rust, God kwijt en een openstaande schuld zonder Borg. Ze kon het zelf geen naam geven hoe het met haar gesteld was. In zulke omstandigheden past voorzichtigheid. Ik vroeg haar om het eens op te schrijven wat in haar binnenste leefde. Zodoende kreeg ik enkele briefjes van haar, waarin ze schreef over de onherstelbare breuk tussen God en haar ziel. Haar ouders wisten er ook geen raad mee en schakelden de huisarts in. Zonder dat ik daarvan wist. Met als gevolg dat ze opgenomen werd. Ik heb haar bezocht en ze schreef ook weer een brief, waarin ze vroeg hoe ze een Borg voor haar ziel kon krijgen. Ze wist uit het Woord wel dat er een Borg was, maar ze kon daar uit zichzelf niet aan komen, hoewel ze een betrekking kreeg op de weg der zaligheid buiten haar.

De volgende zondag zat ze weer in de kerk. De Heere gaf in de avonddienst een wonderlijk beslag, dat door de hele gemeente werd gevoeld en opgemerkt. In de kerkenraadskamer zaten de broeders diep ontroerd over de preek na te praten. Opeens ging de deur van de consistoriekamer open en ons werd verteld dat een dronken automobilist op de kerkgangers was ingereden. Toen we meteen naar buiten gingen om de situatie te bekijken, zag ik dat het dit meisje betrof. Aan de arm van haar moeder was ze door die auto geraakt, tegen het wegdek gesmakt en meegesleurd. Ze was ernstig gewond en werd naar het ziekenhuis gebracht. Daar ging ik 's avonds op bezoek, enkele ouderlingen gingen met me mee. De artsen deden wat ze konden, maar diezelfde avond is ze overleden. Toen ik later op de avond de verslagen familie bezocht, vertelde ik over de brieven die zij had geschreven. Niet zonder hoop voor wat betreft de eeuwige staat van dit meisje ging ik weer naar huis. In die nacht heb ik weinig geslapen en ik heb zielsworstelingen gehad. Toen ik de volgende ochtend aan tafel zat, kwam de Heere krachtig over: 'Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen.' Terwijl ik opstond van de ontbijttafel, ging de telefoon. Er belde een vrouw, die het ontstellende bericht al had gehoord. Ze vertelde dat het bewuste meisje

wel eens bij haar op gezelschap kwam. Ze zei tegen me: 'En nu heb ik een boodschap voor u. vanochtend bepaalde de Heere mij bij deze woorden: 'Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken.' Nu moet u zelf maar weten wat u met die woorden doet.' Dat gaf een bevestiging.

Toen de dag van begraven was aangebroken, werd ik innerlijk gedrongen om over Jesaja 41 = I7 te spreken. Met opening. Er lag beslag. Toen we naar de begraafplaats zouden gaan, kwam er een ouderling uit Zeeland naar me toe. Ik vroeg hem of hij dat meisje had gekend. Nee, dat was niet zo. 'Maar', zei hij, 'Ik heb de rouwadvertentie gelezen en ik werd vanochtend bepaald bij de tekst waarover u zojuist gesproken heeft. Ik zei tegen mijn vrouw dat ik naar Dirksland zou gaan omdat ik voelde dat er een kind van God begraven zou worden.' Dat was opnieuw een bevestiging van wat ik mocht geloven, namelijk dat dit zo schielijk afgesneden jonge leven eeuwig God zou grootmaken. Aan het open graf drukte de Heere de woorden van Spreuken 25:2 in mijn hart af: Het is Gods eer een zaak te verbergen.'Ja, dat was in haar leven zo geweest, de zaak was verborgen, totdat het de Heere behaagde Zijn genadewerk heerlijk te openbaren. En om daarvan overtuiging in de harten van Zijn volk te geven".

Piet de Gast

"Niet iedereen met wie ik nauwe omgang had, was lid van onze gemeente. De Heere heeft Zijn volk ook buiten onze kerk. Ik denk aan Piet de Gast, van Battenoord. Een buurtschap tussen Herkingen en Nieuwe Tonge. Die man was onkerkelijk. Niet buitenkerkelijk, natuurlijk, nee, onkerkelijk. Thuislezer. Toen broer Marien in Nieuwe Tonge woonde, had hij veel contact met hem. De Gast kwam nooit in de kerk, niet op zondag en niet door de week. Ik ontmoette De Gast in het ziekenhuis. Hij had net een zware operatie achter de rug. Ik kwam op de zaal waar ik wist dat hij daar lag. Ik ging naar hem toe en vroeg

zijn naam. 'Ik ben Piet de Gast', zei hij. Ja, datje Piet de Gast ben, dat weet ik wel, maar wie ben je nu voor God? Toen kwam hij als een naamloos mens openbaar. De Heere had grote weldaden aan hem bewezen. Ik ging weer weg, er was nog meer ambtelijk werk te doen. Enige tijd later, toen Piet weer thuis was en ik in de gemeente was geweest en om twaalf uur thuis kwam terwijl het eten al op tafel stond, kreeg ik Piet de Gast opgebonden. 'Zet het eten maar weer weg, ik moet naar Piet de Gast toe', zei ik. 't Was op een zomerdag, de datum weet ik niet precies meer. Ik stapte in de auto en ging naar Battenoord. Zijn vrouw stond buiten hun huisje. 'Ik weet niet wat hier ik moet doen, maar de Heere stuurt me hier naar toe', zei ik. 'Dat klopt wel', zei zijn vrouw, 'want Piet ligt te sterven en hij heeft gezegd: 'Eer ik sterf, komt dominee Blok nog gedag zeggen.' Die vrouw geloofde zo vast dat ik komen zou, dat ze me buiten op stond te wachten. Het hele huis zat vol met Gods volk. Piet lag voor de poort van de dood, maar hij was goed gesteld en ging al pratende de eeuwigheid in. 'k Was net op tijd. Toen hij begraven werd, zaten ook ds. Du Marchie van Voorthuysen en ds. Joh. van der Poel bij mij in de volgauto. Van der Poel heeft hem begraven. Het was zeer ingrijpend, maar geen moeilijke begrafenis, o nee. Later heb ik zijn vrouw begraven, zij was ook een bekeerd mens." "Ik denk aan ouderling Jacob de Bakker uit Ouddorp. Die man werd heel diep ontdekt. Ik moest naar hem toe, dat voelde ik. 'k Heb aan zijn bed gezeten en toen heeft de Heere de banden bij hem gebroken. O, wat was die geestelijke strijd diep en zijn banden waren dat ook. Het was zelfs zo dat hij zei: 'Je mag voor iedereen bidden, maar voor mij kan het niet meer. Doe de blinden maar dicht, want het zonnetje zou mij verteren'. Kort daarna werden zijn banden verbroken. Op zijn sterfbed hoorde hij de engelen zingen en hij vroeg aan de omstanders: 'Hoor je het niet, hoor je het niet? ' Ik heb hem met veel ruimte mogen begraven. Ja, in al die dorpen op Flakkee waren kinderen Gods. Nu zijn er jachthavens. Op Herkingen, op Middelharnis, in Ouddorp. Vroeger lagen daar de vissersscheepjes van Gods volk, nu wordt Gods Dag er ontheiligd door al die recreatie."

Pieter Tanis en Klaas Drooger

"Ik moet ook denken aan ouderling Pieter Tanis uit Ouddorp, de vader van dominee Tanis uit Kampen. Hij is bijna 6l jaar geworden. Op 20 juli 1977 heb ik hem begraven met de woorden uit Openbaring 15:3-Toen deze man ernstig ziek was en in het ziekenhuis was opgenomen, ging er zoveel van hem uit dat de artsen naar zijn kamertje gingen om te luisteren naar wat hij zei. Ja, dat oude volk met die oefeningen, wat waren er toch veel van Gods keurlingen in de buurt. Toen ik op Flakkee predikant was, kwam er in Nieuwe Tonge een groepje oudjes bij elkaar om thuis een preek te lezen. Die gemeente is als een afdelinkje begonnen, in i960 heb ik de gemeente geïnstitueerd. Nu zijn er meer dan 200 leden en doopleden. In dat eerste groepje dat thuis las, was ook de ouwe Klaas Drooger. Die mensen hadden geen kerkelijke samenhang. Toen ik daar voor de eerste maal het Heilig Avondmaal bediende, zat daar al dat oude volk aan. Die zijn nu allemaal Boven, ik heb het over zon vijftig jaar geleden. Die Drooger was een vader in Israël, een opgelost mens. Op zijn ziekbed, dat ook zijn sterfbed zou worden, bezocht ik hem en vroeg hem hoe het was. Weet je wat hij toen zei? 'Hier ligt één klomp zonde'. Heel opmerkelijk was het toen ik aan zijn sterfbed nog een gebed deed. Onder het bidden zei hij ineens: Nu gaat de Jordaan open' en toen stierf hij. Thuis! Och, als ik daaraan denk — dan is het nu mager. Onze jonge mensen weten er nauwelijks meer vanaf.

Maar de Heere onderhoudt Zijn volk toch nog wel? Er moeten er nog worden toegebracht.

(Krachtig): "Naar Zijn belofte! Maar... 't wordt leeg. Het is overal zo dat de satan bezig is om niet

van buitenaf, maar van binnenuit de gemeenten uit te hollen. Toen ik student was, woonde ik in Rotterdam-West, in de Dunantstraat. Ook daar waren er nog velen van Gods volk. De oude dominee Ligtenberg en ouderling Van Kranenburg, daar heb ik onvergetelijke uurtjes doorgebracht. Bij Van Kranenburg kwam ik heel veel. In Rotterdam hadden we regelmatig gezelschap. Dan kwam het oude vrouwtje Bakker uit de Grote Visserijstraat, een moeder in Israël. En vrouw Maris, de schoonmoeder van ds. J. Karels, en ook zijn ouders, Ghieltje en Arendje Karels-de Geus. Levende mensen, zij kwamen ook van Flakkee. Aan Rotterdam bewaar ik zulke goede herinneringen. Ik heb aan de Boezemsingel nog gecatechiseerd en onder de bediening van broer Marien aan het Heilig Avondmaal gezeten. Om nooit meer te vergeten!"

Twee tientjes

"Het is eens gebeurd dat ik als student in Nijmegen had gepreekt. Nee — dat mag ik nie zeggen, voorgegaan. Studenten preken niet, zij spreken, 't Was een heel andere tijd dan nu, ook in financieel opzicht. In de collectezak zat een envelop met daarin twee tientjes en een briefje. Op dat briefje stond: 'Een voor jou en een voor wie je denkt dat het nodig is.' Ik werd in de dadelijkheid bij dat vrouvrtje Bakker bepaald. Maandags ging ik met de trein weer naar Rotterdam en bezocht haar diezelfde dag nog. Ze zat verslagen in d'r stoeltje. Er was net een bericht bij haar binnengekomen dat haar dochter in Middelburg ernstig ziek was. Ze wilde erheen maar ze had geen treingeld. Toen mocht ik dat tientje aan haar

geven. Reisgeld. Maar ze had ander reisgeld... met eeuwigheidswaarde."

Supermarkt

"Als ik terugdenk aan Dirksland, ik was toen de enige predikant op het eiland en was consulent van alle gemeenten op Flakkee. Uit al die gemeenten liet ik de belijdeniscatechisanten naar Dirksland komen, een grote groep. Plus de catechisanten uit m'n eigen gemeente. Die van de consulentgemeenten deden dan in hun eigen gemeente belijdenis, 'k Heb in de kerk aan de Geldersedijk 21 jaar gepreek — nu is daar een supermarkt met woningen. In 2002 werd een nieuwe kerk in gebruik genomen aan de Mozartsingel. En nu ben ik weer lid in Dirksland..., en tevens emerituspredikant van Kootwijkerbroek."

Hoe kijkt u tegen de toekomst aan ? "Toekomst? Ja — ik denk dat mijn mening niet zo belangrijk is. Ik weet wat de Heere zegt:

'Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk, die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.' Als in de dagen van Elia, altijd zal er een overblijfsel wezen. Het volk met oefeningen valt weg, doorbrekend genadewerk wordt weinig meer beluisterd. Als het getuigenis van Gods Geest gaan ontbreken, dan is het getuigenis naar buiten er ook niet. Waar gaat het naartoe? De geest des onderscheids ontbreekt. Er ligt een oordeel over de kerk, er wordt over het algemeen niet meer gesepareerd, of hier en daar nog weinig, hoe pijnlijk het ook is om dat te moeten constateren. Er staat een geslacht op dat Jozef niet gekend heeft." Maar u mag weten dat u straks een Thuiskomen heeft. "Dat is een zekere waarheid. Maar de mens verdwijnt met alles, als hij voor de poorten van de eeuwigheid ligt. Alleen wat van God is, blijft over. De oude ouderling Doudeijns uit Poor-

Dominee Blok volgde na de lagere school een aantal vervolgopleidingen, de technische school, de tuinbouwschool en de zuivelschool. Als lid van de bedrijfsstaf was hij een aantaljaren werkzaam bij zuivelfabriek De Graafstroom in Bleskensgraaf.

In juni 1955 werd hij student aan de Theologische School der Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam. Samen met ds. G. Wisse werd hij in 1959 beroepbaar gesteld. Uit 56 beroepen werd het beroep uit Dirksland aangenomen. Op 20 augustus 1959 deed hij aldaar intrede, op 20 augustus 1999 herdacht hij zijn veertigjarig ambtsjubileum.

Ds. Blok kreeg veel beroepen; op I januari 1999 waren het er totaal 230. tugaal zei aan het eind van zijn leven: 'Mijn werkstukjes zijn afgekeurd, ik kan van de ene stoel niet meer in de andere komen. Geestelijk, wel te verstaan. Ik heb veel mogen schrijven in m'n lange leven. Ach, je weet niet wat de Heere daarmee nog voor heeft. Ik kreeg pas nog een brief van een vrouw die schreef veel onderwijs uit mijn boekjes te hebben ontvangen. Maar, overal zitvlees tussen, m'n jongen, 'k Mag nog een |beetje werk doen, een beetje schrijven, hè? Zodoende ben je nu toch bij 'een oude schrijver' terechtgekomen... Schrijven en studeren doe ik nog dagelijks. Toen ik hier kwam wonen, heb ik dertig meter boeken weg moeten doen. Maar het kostelijkste heb ik gehouden."

Hij kreeg de kracht, de wijsheid en de gezondheid om veel nevenfuncties te vervullen: • Zendingsdeputaat 1962-1989 • Curator en secretaris van het

Curatorium van de Theologische School1968-1992 Secretaris Cursus Godsdienstonderwijs 1972-I992 Deputaat Bijbelverspreiding 1971-1977 Deputaat Bijzondere 1971-I977 Voorzitter Deputaatschap Jeugdzorg 1971-1977 Noden Voorzitter Landelijke Zendingscommissie 1982-1989 Tweede voorzitter Scholenbond Flakkee 1959-1964.

Verder was hij lid van de Raad van Toezicht van het Reformatorisch Dagblad, van 1962 tot 1999 lid van de Generale Synode, voorzitter Wat dat werk betreft, straks bent u met ds. Schipper de enige predikant nog op Flakkee. En er zijn gemeenten die u toch nog als 'hun dominee' beschouwen...

"Ach ja, misschien wel, van hun kant dan..."

En u mag nog werk doen voor de Gereformeerde Bijbelstichting, en nog in diverse gemeenten voorgaan.

"Door de weeks voorgaan niet meer, hoogstens een enkele keer nog. Aanstaande week hoop ik nog voor de GBS te spreken, in Gorinchem. En afgelopen zaterdag hadden we de toogdag van de GBS weer in Barneveld. Daar is nog onderlinge verbondenheid, over de kerkmuren heen. Die vallen dan wel eens weg. En straks. Boven, zijn ze er niet meer. Dan zal het zijn één kudde en één Herder."

van verscheidene Particuliere Synoden en Deputaat art. 48 en 49-Vanaf 1969 tot heden is hij betrokken bij het werk van de GBS, waarvan sinds 1989 voorzitter.

In Dirksland en Kootwijkerbroek was hij betrokken bij de bouw van kerk, verenigingsgebouw en orgel, alsook van de uitbreiding van de kerk te Kootwijkerbroek.

Ds. Blok heeft een zeer vruchtbare pen. Meer dan 36 boeken zijn van zijn hand verschenen, waarvan we noemen de series Uit de opperzaal (drie delen, waarvan het eerste deel een zevende druk heeft beleefd), vijf delen Op weg naar Sion, een tweedelige verklaring van de Heidelbergse Catechismus, diverse dagboeken, twee delen Manna op de Sabbat en uitgaven van de GBS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2008

Oude Paden | 64 Pagina's

'In het huis des  Heeren geplant'

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2008

Oude Paden | 64 Pagina's