Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. D. Rustige – prediker in Niemandsland (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. D. Rustige – prediker in Niemandsland (2)

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. D. Rustige nam in kerkelijk Nederland een geheel eigen plaats in. Zijn positie omschreef hij in een Woord vooraf van een prekenbundel als volgt: Wij wonen hier in Niemandsland, dit is het randgebied tussen de kerkelijke fronten. (…) Wij wonen hier in het huis des verlangens, wij zitten hier op de puinhopen van onze godsdienst en vroeger belijden. Wij preken in een houten schuur op een boerenerf; ook kunnen wij met onszelf niet voor de dag komen. Maar onze geheel enige begeerte om goed van God te spreken is niet te onderdrukken. Door zijn vrienden werd hij zeer vereerd, door zijn vijanden werd hij zeer verguisd.

“Een man van krakeel”
Ds. Rustige sprak regelmatig in onder andere de volgende plaatsen: Schiedam, Gorinchem, Sliedrecht, Vlaardingen, Maassluis, Zwijndrecht en Dordrecht. In Vlaardingen was er een talrijk gehoor, en dat viel niet bij iedereen goed. Zo stond eens na afloop van een kerkdienst in het gebouw “Liefde en Vrede” een ouderling aan de overkant van de straat namen te noteren. Of de bezoekers vervolgens nog pastoraal bearbeid zijn, vermeldt de geschiedenis niet.
Omgang met andere predikanten had ds. Rustige niet veel. Er waren contacten met dr. M.H.A. van der Valk te Rotterdam, maar met hem voelde ds. Rustige zich niet eensgeestes. Met ds. J.A. Smink, predikant van de Gereformeerde Gemeente onder het kruis te Rotterdam, was er een goede verstandhouding. Deze kwam vaak op bezoek.
In 1959 werd te Sliedrecht de ‘Academia Theologiae Reformatae’ opgericht. De bedoeling was dat er om de veertien dagen op donderdagmiddag college zou worden gegeven. Op 6 juni 1959 hield prof. dr. J.C. Hooykaas zijn inaugurele oratie. Na afloop werd medegedeeld dat aan ds. Rustige een eredoctoraat zou worden verleend in verband met diens verdiensten voor de allegorische Schriftuitleg. Het wekte bij menigeen verbazing. Ds. H.G. Abma schreef boven een artikel: “Een klucht?” Ds. J.H. Velema liet het vraagteken weg en voegde wat toe: “Een klucht der extremen”. Ds. Rustige reageerde wegens ziekte pas drie maanden later. Hij deelde mee dat hij “verrast, vereerd, verblijd en verlegen” was, maar op grond van Johannes 5:41-47 kon hij het eredoctoraat niet aanvaarden. Vers 41 luidt: “Ik neem geen eer van mensen.” Ook hierop kwamen weer reacties.
“Een man van krakeel” noemde ds. Rustige zichzelf. “De meest gehate man van Nederland.”
“Soms stopt er een auto. Hier woont de grootste antinomiaan van Nederland.” Hij voegde eraan toe dat de beste predikers ook hiervan beschuldigd werden.
In zijn preken nam ds. Rustige geen blad voor de mond. “Er zijn mensen die hier niet meer in de kerk komen, enkel en alleen uit vijandschap. Er komen mensen hier in de kerk enkel uit vijandschap.” Soms sprak hij toehoorders in nogal krasse bewoordingen aan. “Lafaards in ons midden.” “Lelijke huichelaars.” “Akelige hoogmoedige mensen.” “Gij die daar zo lodderig zit te kijken achteraan.”
“Nu, zegt ge, dat hoeft ge hier niet zo uit te schreeuwen, want we zijn fatsoenlijke en nette mensen. Ja, geliefden, jullie zijn zó fatsoenlijk en zó netjes, dat ge van onfatsoenlijkheid niet weet wat fatsoenlijkheid is.”

Een vaatje haring!
Eens werd tegen ds. W.C. Lamain gezegd: “Dominee, wat eet u toch veel, wat wordt u toch zwaar.” Zijn antwoord was: “En dan niets te wegen.” Ook tegen ds. Rustige werd eens gezegd: “Wat wordt u toch zwaar.” “Ik eet maar twee sneetjes brood”, was het antwoord. Maar dat die twee sneetjes vergezeld gingen van enkele grote, dikke schollen liet hij onvermeld. Ds. Rustige was verzot op vis. “Ik zit in mijn serre. Daar komt Van Gend en Loos! Een vaatje haring! Wat een kwaliteit! Wat een kwaliteit! Wat jammer van de kwantiteit!” En zo liet zijn vriend Adri Hofman uit Vlaardingen per omgaande nog een vaatje in Hierden bezorgen.
In de oorlog was het niet best gesteld met de voedselvoorziening, maar ds. Rustige had niets te klagen, zo schreef hij aan zijn Vlaardingse vriend. “ Ik woon in een kasteel, neem zelfs in gewicht toe, heb m’n eigen gerij en dienstknechten zonder getal. ‘k Ben nog zeer wel gekleed en rook nog steeds, en als ik reis, dan reis ik eerste klas.” Hij kon niet nalaten eraan toe te voegen: “Al deze dingen zijn tot grote blijdschap van m’n ware vrienden en tot grote ergernis van mijn vele vijanden.”
Ware vrienden had hij volgens eigen zeggen niet veel. Ze waren op de vingers van twee handen te tellen.
In de herinnering van velen die ds. Rustige gekend hebben, leeft hij voort als iemand met een lange, zeer omvangrijke gestalte.
Met die lengte viel dat trouwens wel mee, bij een keuring voor de militaire dienst bleek hij 1 meter 82 lang te zijn.

Een zwijgende mond
Twintig maanden heeft ds. Rustige niet kunnen preken, van begin januari 1946 tot half september 1947. “God heeft mijn mond niet gesloten, niet dichtgeslagen, er zit geen toorn, geen ongenoegen in. Maar de Heere heeft me stilgezet – Zijn hand heel zacht voor mijn mond gelegd. Zélf ware ik nimmer met preken opgehouden. God had me ervoor geroepen en afgezonderd. Deze dingen zijn voor het verstand niet te beredeneren en voor de godsdienstige mens niet aannemelijk te maken. Zelf begrijp ik het ook niet.” (brief van 8 maart 1946 aan Adri Hofman). Voor sommigen was het een reden om zich van ds. Rustige af te keren.
“Vrienden waar ik bijna twintig jaar mede in- en uitgegaan ben, keerden zich niet alleen van mij af, maar zijn nu mijn haters en belasteraars geworden”, zo schreef hij aan het echtpaar Van Duinen in Dordrecht. Met hen had hij een nauwe band, en in de brieven die hij aan hen schreef, liet hij een blik slaan in zijn geestelijk leven. Twee kinderen uit het gezin Van Duinen, Elisabeth en Lydia, waren op jonge leeftijd door de dood weggenomen, en ds. Rustige had daar in geestelijk opzicht veel werkzaamheden mee gehad. Later werd er een meisje geboren dat in lichamelijk opzicht zeer gehandicapt was. Ook met haar voelde ds. Rustige zich innerlijk verbonden. Later zou Sjanie van Duinen als schrijfster veel bekendheid krijgen en het zou blijken dat ze grote gaven had van hoofd en hart.
Op 24 september 1947 schreef ds. Rustige aan zijn Dordtse vrienden: “Na twintig maanden zwijgen mocht ik de voorgaande zondag weer eens preken. Ik meen dat dit van ’s Heeren wege was, waartoe ik krachtig werd bearbeid door de Geest.”
Velen begrepen het niet, en wie het ook niet begreep was de Inspecteur der directe belastingen. Hij kon niet geloven dat ds. Rustige al die tijd geen inkomen had gehad, en dat hij had moeten leven van wat vrienden hem toestopten. Er rolden dus flinke naheffingsaanslagen in de brievenbus. Het heeft heel veel moeite gekost, maar Adri Hofman, vriend en belastingconsulent, heeft het tot een goed einde gebracht.

De deur uitgebonjourd
Bij zijn intrede in Leerdam en ook bij zijn intrede in Hierden had ds. Rustige gezegd dat hij niet gezonden was om te dopen. Het heeft lange tijd geduurd voordat hij de vrijmoedigheid kreeg de sacramenten te bedienen. Op 27 mei 1951 heeft hij voor de eerste keer de Heilige Doop bediend.
Aan het echtpaar Van Duinen schreef hij: “Aanstaande zondag 3 uur hoop ik hier voor het eerst de Heilige Doop te bedienen aan een dertigtal – waarvan de oudste 18 jaar is. Indien het u gegeven wordt, gedenk ons in die ure – of zoudt ge hierheen komen?”
De Van Duinens waren steeds hartelijk welkom in de pastorie in Hierden, en dat gold ook voor enkele anderen, maar over ’t algemeen had ds. Rustige het niet op bezoeken. Bezoeken noemde hij eens “bezoekingen”. “Ik kan uw liefde niet missen, maar ik kan uw persoonlijke bezoeken best missen.” “En dan kunt ge ze ontmoeten die u zo innig de hand drukken en die hand zo lang kunnen vasthouden. Dat is ook zo griezelig!” “Van de week had ik hier iemand bij me die zocht naar… rijke jongelingen! Daar was onze tijd zo ontzettend arm aan, zei hij. Wat zeg je van zo’n postzegelverzamelaar? Toen kreeg ik er een bij me, die zei: ‘Ja, maar wij hebben de vorm gelukkig nog. U hebt helemaal niets meer.’ Wat moet je nu met zulke gasten beginnen? Ik heb ze hartelijk uitgelachen en… de deur uitgebonjourd.”

Een welbesteed leven
Ds. Rustige kwam op zijn levenspad in aanraking met veel mensen. Vaak had hij dan aan een enkel woord genoeg om “af te steken naar de diepte”. “Ik zat eens in de trein, al jaren geleden. En toen kregen verschillende personen een gesprek en toen zei een van die heren: ‘Nu eerwaarde’ – dat zei hij dan tegen mij, ik ben altijd zo’n klein beetje in het zwart geweest – ‘ik mag terugzien op een welbesteed leven Ik ben gelukkig getrouwd en heb zaken gedaan. God heeft mij gezegend, dat is waar. Ik mag op een welbesteed leven terugzien.’
Ik zeg: ‘Maar ik niet. Ik heb geen welbesteed leven.’ Toen zegt hij: ‘Niet? U is toch geestelijke?’ ‘Ja, dat doet niets ter zake.’ Ik zeg: ‘Neen, mijnheer, ik kan niet terugzien op een welbesteed leven. Ik heb een verknoeid leven.’ Nu was er wel enige genade voor nodig om dat te bekennen. ‘Nu’, zegt hij, ‘dat is verschrikkelijk.’
‘Ja, mijnheer, maar ik moet er toch nog wat bij zeggen: ik kan toch nog wel terugzien op een welbesteed leven.’ Toen zegt hij: ‘Hoe kan dat?’ ‘Ik heb een welbesteed leven, niet in mijzelf, maar ik heb een welbesteed leven in de Christus Gods. Dat is het enige Welbestede Leven en daar mag ik door genade op terugzien.”

Sermoenen uit Niemandsland
Veel uitdrukkingen en voorvallen uit het leven van ds. Rustige zijn in zijn preken terug te vinden. Enkele dingen zijn weergegeven in dit en in het voorgaande artikel. Maar een beeld van leven en werk van ds. Rustige geven die uitdrukkingen en voorvallen eigenlijk niet, daarvoor is het nodig zijn preken te lezen en te herlezen. Het is ondoenlijk om in een paar woorden een samenvatting van zijn preken te geven. Het is ook ondoenlijk om in véél woorden een samenvatting te geven.
De negen bundels preken bestaan uit twee series: Sermoenen uit Niemandsland, dat wil zeggen, zo staat het op het omslag: het randgebied tussen de kerkelijke fronten, en Overgeschoten brokken.
De verschijning van het vijfde deel heeft hij niet meer meegemaakt. Wel heeft hij een Woord vooraf geschreven. De boeken dragen veelzeggende titels: Late druiven, Gekneusde olijven, Rijpe vijgen, In het oude schapenspoor, Gestoten olie voor de luchter. Wie het niet kon betalen, zo is te lezen op de binnenkant van het stofomslag van Late druiven kreeg het op aanvraag gratis toegezonden. “Dus ook mijn vijanden en zij, die mij gedurende zovele jaren met hun negatie en laster gezegend hebben, echter onder de belofte dat het gelezen zal worden, niet een brok, maar van A tot Z.”
Eens had ds. Rustige het in een preek over zijn boeken. “De praktijk der godzaligheid kan ik u niet voorhouden. Want al schrijf ik nu ‘Late druiven’ en ‘Gekneusde olijven’, en straks ‘Rijpe vijgen’, zelf hoor ik bij de rotte peren. Verwacht in dit morgenuur niets van mij.”
De preken werden vanaf de bandrecorder op papier gezet door L. Paalvast te Vlaardingen. Hij was ook de uitgever van de boeken.
Na het overlijden van ds. Rustige is de tweede serie verschenen, onder de titel Overgeschoten brokken.
Deze serie bestaat uit vier boeken: Een goede tijding uit een ver land, Nu geen vreemde meer, Een besloten hof, Een verzegelde fontein. Op het omslag van de boeken van de eerste serie is de houten kerk in Hierden afgebeeld, op de boeken van de tweede serie een lege kansel.
Uitgever Paalvast schreef in een voorwoord van Een besloten hof het volgende. “Van sommigen moest ik de opmerking horen dat op sommige plaatsen de taal van deze prediker uit Niemandsland te plat en te ruw zou zijn. Nu kan ik mij dat heel goed indenken, want toen ik pas onder het gehoor kwam van deze unieke prediker, heb ik wel eens een paar belangstellende vrienden meegenomen naar de kerk, en dan zat ik vooraf te zuchten of die dominee niet al te plat en scherp zou zijn in de prediking. Maar jaren later, toen dat ontblotende en ontgrondende en ontdekkende werk van de Heilige Geest in mijn zieleleven gestadig doorging, toen had ik het wel hardop willen zeggen: Ga maar door, dominee, zeg het maar hoe ellendig en arm en jammerlijk en blind en naakt het is. Want zó erg kon deze prediker het niet zeggen, of het was bij mij van binnen nog veel erger en platter.”
De negen bundels zijn verschenen in de jaren 1958-1968. Een tweetal gebrocheerde preken verschenen in de zestiger jaren, en verder zijn er nog 51 afzonderlijke preken uitgegeven, de eerste in juli 1978, de laatste in april 1995. De nummers 1 t/m 25 van de afzonderlijke preken zijn ook door Paalvast uitgegeven, en na zijn overlijden in 1982 was W. van Duinen te Dordrecht de uitgever. Al eerder was deze betrokken bij de uitgaven, en ook J. Hakvoort te Urk.
Prof. dr. K.H. Miskotte had ook een aantal prekenboeken van ds. Rustige in zijn bezit. Enkele malen bevond de professor zich onder het gehoor van de “eenvoudige oefenaar op de Veluwe”, zoals hij ds. Rustige noemde.
Dr. M.J.G. van der Velden vermeldt in zijn proefschrift K.H. Miskotte als prediker. Een homiletisch onderzoek dat Miskotte de preken nauwkeurig gelezen heeft. Dat bewijzen de citaten die hij soms in zijn preken gaf. “Op vele uitspraken van Rustige zal Miskotte fundamentele kritiek hebben gehad. Toch moet hij door dit alles heen het goud van de waarachtige kennis en bevinding hebben ontdekt. In de uitgegeven preken van deze oefenaar komen uitspraken voor die Miskotte zeer zullen hebben geboeid: ‘Zij die geen geloof meer over hebben, daar is Christus het geloof voor.’
‘Het gaat er niet over wat gij en ik hebben doorgemaakt. Het gaat erover wat de Christus Gods heeft doorgemaakt en wat Hij is.’
‘Alle godsdienst zonder de Heilige Geest is onzin.’ ‘Iemand kan gevoelig zijn voor muziek. Zo zijn er duizenden die gevoelig zijn voor de godsdienst, doch dat heeft met genade zo heel weinig te maken.’
De prekenbundels zijn al geruime tijd geleden uitverkocht, en dat geldt ook voor een deel van de afzonderlijke preken, maar een aantal deeltjes is nog verkrijgbaar (zie de rubriek Vraag en aanbod).

…zoals niemand ze zei
Aan het eind van het leven van ds. Rustige waren er contacten met ds. J.T. Doornenbal, Hervormd predikant te Oene. Na het overlijden van ds. Rustige schreef ds. Doornenbal het volgende. “ Ds. Rustige was wel de meest wonderbaarlijke godsman die ik ooit gekend heb – en ik heb een heleboel wonderbaarlijken gekend! – Eigenlijk heb ik hem maar heel kort gekend, althans van gezicht.
Misschien anderhalf jaar. Toch had ik lang geleden over hem gehoord en gelezen. Het leek heel uitzonderlijk en waarschijnlijk was ‘t dat wat mij naar hem heentrok. Maar veel jaren ben ik langs zijn huis gegaan en vele malen heb ik gedacht: hoe zou hij zijn? Maar ik heb er nooit toe komen kunnen bij hem aan te bellen en kennis met hem te maken. Tot, enkele jaren geleden, zijn boeken begonnen te verschijnen. Ze boeiden mij op een bijzondere wijze. Ze waren als geen andere en hij zei dingen zoals niemand ze zei. Toen ik ook eenmaal zijn groeten kreeg en hij mij zelf korte tijd daarna een preekje stuurde, heb ik het op een avond gewaagd. Maar hij kon mij niet ontvangen: dominee was moe! Ik dacht: dat is één keer en nooit meer! Maar de volgende dag kwam hij zelf, en ik zal ’t ogenblik niet vergeten dat hij binnenkwam, wankelend aan de arm van zijn chauffeur. Hij zonk in een stoel en had tien minuten nodig om op adem te komen, en ik dacht: die man blijft dood in mijn huis. Maar het ging over en hij is aan het spreken gegaan, het is een kennismaking geweest, die mij altijd zal heugen. (…)
Altijd had hij van die opmerkingen, die gedachteflitsen waarin hij zich onderscheidde van ieder ander, en die wezen op een gescherpt verstand en geestelijk inzicht met goddelijk licht bestraald. Zo was het in zijn gesprekken, en zo is het in zijn geschriften die hij nalaat en waardoor hij zal blijven spreken nadat hij gestorven is. Ze dragen het stempel van een bijzondere originaliteit, ze zijn van een buitengewone zeggingskracht, maar vooral: ze strekken tot een diepgaand onderricht omtrent God en goddelijke zaken, bijzonder voor een arm en behoeftig volk in hun ellende en pijn.”

Op zondag 7 oktober 1962 preekte ds. Rustige voor het laatst. Na de preek zei hij: “Preeklezen doen we hier niet. Van dat avontuur heb ik al verdriet genoeg gezien. En een andere leraar hier op de stoel toelaten durf ik niet, hoewel ik sollicitanten genoeg heb. Wanneer ge wist wat een aanzoeken of ik in die richting heb, dan willen ze graag voor mij preken. Maar ik heb nog geen behoefte aan verbinding. Ik heb net zo lief dat deze schuur afbrandt, dan dat er een man op de kansel komt die niet van God is. Maar dat neemt niet weg dat we nog altijd uitzien naar de man Zijn raads. Hij kan Jozef voor Zijn aangezicht henenzenden.”
Op 28 juni 1963 is ds. Rustige te Hierden overleden. Op 3 juli ging dr. Hooykaas in de rouwdienst voor. De begrafenis vond plaats op de algemene begraafplaats te Harderwijk. Aan de groeve werd gesproken door ds. Doornenbal en ds. Smink.
Het grafmonument bestaat uit een natuurstenen boek dat boven het graf lijkt te zweven. Dat boek is niet de Bijbel, maar het symboliseert het dichtgeslagen boek van zijn leven. ‘God is Liefde’ werd erop vermeld.

Met dank aan de heren W. van Duinen te Dordrecht, J.G. Rustige te Den Helder, mevrouw W. Hofman-Leeuwenburgh te Vlaardingen en de familie L.A. Wijnmaalen te Vianen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2014

Oude Paden | 48 Pagina's

Ds. D. Rustige – prediker in Niemandsland (2)

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2014

Oude Paden | 48 Pagina's