Gerrit Morsink
(Wierden 21 oktober 1909 - Bredevoort 13 april 2003)
Gereformeerd predikant Bergentheim 4 maart 1934; Andijk 20 dec. 1942; Nijkerk 2 nov. 1947; Leeuwarden-Huizum 14 sept. 1952; Aalten 26 april 1959; Halfweg-Zwanenburg 20 maart 1966. Emeritus 1 april 1974.
Gerrit Morsink werd als vierde kind geboren in het bakkersgezin Morsink uit het Overijsselse Wierden. “Mijn vader was een geestige, leuke man, maar geen prater. De bespraaktheid kwam van mijn moeders kant (...). We hadden als kinderen veel schik met elkaar, zelfs zo dat mijn moeder soms riep: "t Liekt hier wel een joddenpoerim’. (...) Bij ons thuis was het zo dat de vier jongens mochten leren, maar de vier meisjes niet, hoewel een paar graag hadden gewild. Op een dag stond ik voor vader in de voorkamer, het enige vertrek waar je een beetje rustig kon praten, en hij vroeg me wat ik wilde worden. ‘Dominee’, antwoordde ik. Hij keek me diep in de ogen en zei: ‘Gerrit, dominee betekent dat je dienstknecht bent.’ En hij herhaalde: ‘Dienstknecht.’ ”
Na het HBS-b examen en het staatsexamen gymnasium-cc studeerde hij aan de Theologische School te Kampen, waar hij in 1933 met goed gevolg het candidaatsexamen aflegde. “ Een held in het geloof kon je me niet noemen. Het schamele beetje dat ik bij mijn belijdenis kon aanbieden, moet de ouderling behoorlijk tegengevallen zijn (...) Maar één ding wist ik deksels goed: ik moest het bij Jezus zoeken en via Jezus hoopte ik tot God te komen. Dat heet een toevluchtnemend en geen vertrouwend geloof (...).”
In 1934 trouwde hij met zijn buurmeisje en jeugdliefde Annechiena Jansen, een dochter van ds. Joh. Jansen, bekend van zijn Korte Verklaring van de Kerkenordening. Ze zouden samen zeven kinderen krijgen. “ Ik weet nog de allereerste keer dat ik haar zag. Ik was zestien, zij dertien. Een smal koppie, donker haar, een bruine blokjesjurk. Ik ben nooit op een ander verliefd geweest en zij is al snel ‘op mij gevallen’, zoals dat tegenwoordig heet” (1997). “Tijdens de oorlog ben ik overgestapt van Bergentheim naar de gemeente Andijk. Mijn vriend Piet Wolfert en ik fietsten in die jaren [in Bergentheim] regelmatig naar de vergadering van het Lemeler Convent op twintig kilometer afstand. Henk Berkhof en Bram Vogelaar waren de initiatiefnemers. De zegen van de oecumene heb ik daar voor het eerst ervaren. Piet is gefusilleerd in ^5 (...). Het verzet? Daar wil ik niet over praten, mensen maken het al snel te mooi. Je moet de echte strijders naar voren halen, niet de kleine mannetjes...”
“ En dan had je natuurlijk nog de kerkoorlog in '44. Voor mij een pijnlijke herinnering, want van mijn eerste gemeente, Bergentheim, is driekwart gereformeerd-vrijgemaakt geworden. Mijn opvolger was een drijver en meende dat de actie tegen onze synode gevoerd terecht was, maar dat was niet zo.” “Na de oorlog werd ik beroepen in Nijkerk. Daar zaten een hoop bevindelijken. Die gaan ervan uit dat er maar een paar uitverkorenen Kind van God zijn. Die uitverkorenen weten dat van zichzelf en mogen daarom meedoen aan het avondmaal. In zo’n gemeente kwam ik, met mijn wankele geloof. Ik denk: ‘O Gerrit, nu ga je kopje onder.’ Maar nee. Die mensen hebben me juist de andere kant opgedreven. In Nijkerk heb ik het anker uitgeworpen buiten het schip. Ik heb leren geloven en vertrouwen...” .
Na zijn emeritaat werkte hij nog tot 1978 in een dienstverband met de Gereformeerde Kerk te Nijkerkerveen. Zonder meer mag gesteld worden dat hij gedurende zijn ambtsperiode van 44 jaren een geliefd predikant en vooral herder is geweest. Hij had een geweldig geheugen en wist tot aan zijn dood vaak zonder meer allerlei namen, gebeurtenissen, familieverbanden, enzovoorts van mensen uit ongeacht welke gemeente te reproduceren.
Na het definitieve afscheid van ‘de gemeente’ ging het echtpaar Morsink weer in Aalten wonen, alwaar een nieuwe carrière van start ging: 68 jaar oud begon Morsink een literair-wetenschappelijke loopbaan. Vanuit een voorliefde voor het Twentse dialect van zijn jeugd studeerde hij Nederlandse taal- en letterkunde aan de universiteiten van Utrecht en Nijmegen, welke studie hij in 1982 cum laude afrondde met de scriptie De bewerking van Hadewycbs brieven in een van de geschriften van de Windesheimer kloosterling Herman Mande.
Ondanks zijn intentie verder te gaan in de dialectologie bracht de afstudeerscriptie hem ertoe aansluitend aan zijn studie Nederlands alsnog in de theologie een kerkhistorisch proefschrift te schrijven. Het handelde over de levensloop en ontwikkeling van Joannes Anastasius Veluanus, i6 e eeuws pastoor van Garderen die aan de greep van de Inquisitie ontkwam. Der Leken Wechwijser schreef en eindigde als gereformeerd predikant en theoloog te Bacharach (D). Onder grote belangstelling vond op 17 dec. 1986 de promotie plaats aan de Vrije Universiteit te Amsterdam; Gerrit Morsink was als 77-jarige indertijd de oudste promovendus ooit aan de vu. De laatste stelling van zijn proefschrift verraadde zijn oude voorliefde: “De spelling van het Twentse dialect dient zich zo veel mogelijk te baseren op de schrijfwijze van het Nederlands” . Gezond en energiek richtte hij vervolgens zijn aandacht weer op die dialectologie.
Enthousiast begon hij aan zijn chef d’oeuvre: het herdichten van het Liedboek voor de Kerken in het Twents. Najaar 1993 verscheen het Twents Psalmbook, in 1998 gevolgd door het Twents Gezangenbook. In het voorwoord van het Twents Psalmbook schrijft wijlen J.W. Schulte Nordholt: ''...ik kan het niet lezen (en zingen) zonder steeds weer verrast te zijn door de frisheid en vrolijkheid, de kracht en onbevangenheid, die de dichter met zijn meesterschap over zijn moedertaal zo schoon ter beschikking heeft” . Velen uit kerkelijke kring(en) in het Nedersaksische taalgebied - zeg maar van Drenthe tot de Gelderse Achterhoek - hebben het Twents psalm- en/of gezangebook aangeschaft en beleven die directheid van het dialect, die bij de herdichting zo naar voren komt. (Alle publicaties zijn nog te verkrijgen via de stichting Twents Psalmbook, p/a G.H. Morsink, Zandhoeklaan zo, 9431 BL Westerbork, T f0593) 33 33 98, E-mail: aangbm@hetnet.nl)
Het jaar 1995 was moeilijk voor Morsink. Op 3 1 maart overleed zijn vrouw met wie hij dan ruim 61 jaar getrouwd is geweest; ze hebben samen lief maar ook veel leed beleefd. “ Soms werden we uit elkaar gedreven door de werkdruk, was de verhouding uit balans, maar God heeft ons in zijn goedheid nog twintig jaar emeritaatspensioen gegeven. Jaren waarin we weer leerden om lief te hebben en vast te houden, en dat was nodig. We hebben een zoon en een dochter verloren. (...) Ik heb me erg schuldig gevoeld onder hun dood en nog. Dat blijft altijd.” “ Ik zie nu dat de dominee de echtgenoot en de vader in de schaduw heeft gesteld.”
De viering in hetzelfde jaar van het “ Bevrijd en Vrijgemaakt 1945-1995...” door de Gereformeerde Kerk-vrijgemaakt te Bergentheim, zijn eerste gemeente die op nogal triomfalistische wijze vijftig jaar ‘vrijmaking’ vierden, deed oude wonden - maar gelukkig in een milder perspectief - opengaan. Het bracht hem ertoe een weerwoord te publiceren onder de titel Hartveroverend, bijdrage in de discussie over het genadeverbond (1995).
Op zijn 90 -ste verjaardag op 2 1 okt. 1999 werd Morsink voor zijn maatschappelijke bijdrage aan met name het Twentse cultuurgoed geridderd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Slecht ter been maar volop in het leven staande bleef hij tot kort voor zijn dood zelfstandig in Aalten wonen. Na een lang en werkzaam leven overleed Gerrit Morsink op 13 april 2003 op de gezegende leeftijd van 93 jaar in het verzorgingshuis Sint Bernardus te Bredevoort.
Familie Morsink (met “citaten” uit een interview van Colet van der Yen, gepubliceerd in: Van oude mensen... De twintigste eeuw weerspiegeld in twintig levensverhalen, Baarn 1997, 7,9-44).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2004
Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2004
Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's