Jan Bavinck
(Rotterdam 18 augustus 1903 - Leiden 13 juni 2003)
Gereformeerd predikant Gramsbergen 4 aug. 1929; Haren (Gron.) 2 juni 1949. Emeritus 15 sept. 1968. Gehuwd met Antoinette Johanna Dieleman (1904-1944) en Henderika Pieterdina Wietske Hilda Petersen (1913-2002). Uit eerste huwelijk werden twee zoons en twee dochters geboren, uit het tweede huwelijk één zoon en één dochter.
Jan Bavinck was zoon van een Rotterdamse huisarts en genoemd naar zijn grootvader Jan Bavinck (1826-1900), die op 22-jarige leeftijd predikant was geworden te Tinholt in het graafschap Bentheim, stamvader van een geslacht dat belangrijke theologen heeft voortgebracht binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Toen Jan Bavinck zich op 19-jarige leeftijd liet inschrijven als student aan de Vrije Universiteit, werd van hem gezegd: ‘Is dat jochie al student?’ Zeven jaar later werd hij predikant. Bavinck diende de kerken van Gramsbergen en Haren (Gn.). Van 1929 tot 1946 stond hij in zijn eerste gemeente, een nog jonge kerk, die geïnstitueerd was op 11 februari 1910 . Toen de gemeente op 2 december 1935 haar 25-jarig bestaan vierde, hield de dominee een toespraak, waarin hij aandacht schonk aan de Afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886. Hij sprak onder meer de volgende woorden: ‘We zijn hier bijeen om Gods groote daden samen te vermelden. 25 Jaren zijn maar een oogwenk in den loop der eeuwen, waarin God Zijn kerk bouwt. Maar toch is het goed te denken aan wat ons in dien tijd geschonken werd. Wat een rijkdom is het Christus te mogen kennen ...’
In de jaren 1939 en 1940, de mobilisatietijd, was Bavinck enige tijd legerpredikant in Kijkduin bij Den Haag. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij in Haren beroepen. Bavinck diende deze kerk van 1946 tot aan zijn emeritaat in 1968. De beginjaren stonden in het teken van heroriëntatie en wederopbouw. Niet alleen de oorlog had ernstige gevolgen gehad, maar ook de kerkscheuring van 1944 had diepe sporen nagelaten in het Groningerland.
Kenmerkend voor ds. Bavinck was zijn grote opgewektheid. Hij straalde blijdschap uit. Hoewel zijn preken soms wat fragmentarisch waren - je kreeg soms wel eens het gevoel dat je de stof zelf nog moest rangschikken - , ging er veel blijmoedigheid en daarmee ook veel zegen van uit. Lange tijd hebben de predikanten Bavinck en J.W. Dragt de kerk van Haren gediend. Zij leken eikaars tegenpolen te zijn. Dragt, ernstig en serieus, sprak in zijn preken vaak over de ernst van het leven en de dood. Bavinck merkte eens op: ‘Als je iedere dag aan de dood denkt, heb je geen leven!’ Ook na zijn emeritaat heeft de kerk nog veel aan hem gehad. Zo zag men ds. Bavinck op diverse kansels in de provincie voorgaan. Voor de viering van het 150-jarig bestaan van de kerk van Haren in 2002 stelde hij zijn baret en toga beschikbaar voor de herdenkingstentoonstelling.
Van 1987 tot 2002 woonde Bavinck in Haarlem, na het overlijden van zijn tweede echtgenote verbleef hij in een verzorgingscentrum te Oegstgeest. Hij is bijna 100 jaar geworden. Ondanks ernstige persoonlijke verliezen (zijn beide echtgenotes, een dochter, een zoon en twee kleinkinderen) bleef Bavinck een blijmoedig mens en een overtuigd christen. Daarvan getuigden ook de kinderen en kleinkinderen in de dankdienst voor zijn leven, waarin ds. Ria Scheltens-Ritzema uit Lunteren voorging. Op de rouwkaart herinnerde de familie aan de woorden uit de tweede brief aan Timotheus: ‘ ... ik heb het geloof behouden’ . Op 18 juni 2003 werd Jan Bavinck ter aarde besteld in Gramsbergen, waar ook zijn beide echtgenotes en zijn dochter Antoinette begraven liggen.
C.J. de Kruijter
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 2004
Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 2004
Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's