Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Coenraad Johannes Honig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Coenraad Johannes Honig

6 minuten leestijd

(Amsterdam 3 september 1930 - Voorschoten 6 december 2007)
Gereformeerd predikant te Mechelen (België) 5 april 1956; Rotterdam-Delfshaven, voor de evangelisatiearbeid 1 maart 1962, geestelijke verzorging van de Stichting Verpleeghuizen De Rustenburg 1 januari 1969; Leidschendam, geestelijke verzorging psychiatrisch ziekenhuis Schakenbosch, later Robert-Fleury 6 oktober 1985. Emeritus 1 september 1995.
Gehuwd met Alberta Anna (Alleke) Vonkenberg (geb. 1932). Uit dit huwelijk werden drie zonen geboren, van wie er één predikant werd.

Coen Honig werd in 1930 in Amsterdam geboren en stamt uit een predikantengeslacht. De Kamper hoogleraren A.G. Honig sr. en jr. waren zijn grootvader en oom. Zelf studeerde hij theologie aan de Vrije Universiteit, waarna hij vanaf 1956 als gemeentepredikant in Mechelen (België) werkte. Hij was daar ook verantwoordelijk voor de evangelisatie, de diaspora en het godsdienstonderwijs aan een middelbare school voor meisjes. Hij stichtte een jongerenkoor waarmee hij nieuwe geestelijke liederen instudeerde en door België trok. Hij gaf een impuls aan het zomerkampwerk voor protestantse jongeren. In deze periode volgde hij colleges aan de protestantse faculteit in Brussel bij professor A. Szekeres.
Vervolgens nam hij in 1962 een beroep aan naar Rotterdam-Delfshaven. Zijn opdracht was: evangelisatie en de geestelijke verzorging van de Stichting Verpleeghuizen De Rustenburg (parttime). Tijdens de evangelisatieperiode beschikte hij over een grote groep vrijwilligers en enkele professionals. Er werden zogenaamde welkomstdiensten gehouden en er was club- en buurthuiswerk. Uit deze tijd stamt ook Honigs contact met de anti-Vietnambeweging, waarvan hij in Rotterdam voorzitter was, zijn verbondenheid met de Provobeweging, en zijn betrokkenheid bij homoseksuelen.
Na het besluit van de kerkenraad om de evangelisatie te beëindigen was hij vanaf 1969 fulltime aan de Stichting Verpleeghuizen De Rustenburg verbonden. In deze tijd liep hij stage bij het ‘Hospice for the dying’ in Londen. Zijn contacten met Marinus van den Berg en Aukje den Broeder stammen uit dezelfde tijd. Zij schreven gedrieën in 1980 het boekje Geestelijke verzorging en pastoraat. De periode in de Rustenburg werd aanleiding tot hernieuwde studie en nieuwe activiteiten. Verpleeghuizen waren geen oorden meer waar mensen voortdurend in bed lagen, er werd voor de bewoners steeds meer georganiseerd. De drempel van het verpleeghuis werd lager. Nieuwe ideeën bloeiden. Honig ging - nog steeds in dienst van de Rustenburg - over naar de nieuw gebouwde afdeling psychogeriatrie in Bergschenhoek. De ontdekking van de ongedachte contactmogelijkheden met de bewoners waren een vreugdevolle impuls voor het zoeken - ook daar - naar nieuwe mogelijkheden, zoals vakanties, borreluurtjes, een bruin café en uitjes. Voor Honig was de intensieve, ontroerende stervensbegeleiding van de mensen zeer belangrijk.
De wekelijkse kerkdiensten waren door de voorafgaande organisatie telkens weer buitengewoon arbeidsintensief. Ze werden mogelijk door de hulp van een grote groep vrijwilligers. Net als in het somatische verpleeghuis werd deze groep voor veel deelnemende jongeren een vorm van jeugdwerk.
In de Rustenburg ontstond het cabaret ‘De eigen bijdrage’ . Alle leden werkten bij de Rustenburg. Ze maakten hun eigen teksten, geïnspireerd door hun werk, en Honig begeleidde hen en componeerde de muziek. Toen de leden later op andere plekken gingen werken, bleef het cabaret bestaan. Jarenlang trad de groep op in verpleeghuizen, voor patiënten en vrijwilligers. Op medische congressen beeldde de groep de thema’s uit.
Van 1969 tot 1985 werkte Honig in Leidschendam in het psychiatrische ziekenhuis Schakenbosch. De geestelijke verzorging aan psychiatrische patiënten was een terrein waarop ook zijn jongere broer ds. W.E.M. Honig werkzaam was. Nieuwe studie was nodig, nieuwe uitdagingen volgden. Honigs pastorale inslag en ervaring brachten hem dicht bij de mensen. Hij gaf een nieuwe vorm aan de geestelijke verzorging in het psychiatrische ziekenhuis, waarbij de mogelijkheden en beperkingen van de bewoners centraal stonden. Hij stond open voor hun verdriet en onzekerheid. De kerkdiensten in de Hulp en Heilkerk op het terrein waren een toevlucht voor de mensen die er woonden, voor de mensen uit de buurt en voor velen die zich in hun plaatselijke kerk niet zo thuis voelden. Honig was nauw betrokken bij het organiseren van orgelconcerten en liep als een soort dorpspastoor over het terrein en in de paviljoenen rond. Hij was voortdurend bereikbaar voor wie met hem spreken wilde. Als om allerlei redenen het pastorale werk anders en op afspraak werd georganiseerd, had hij het daar moeilijk mee.
Honig was in het begin van de jaren tachtig voorzitter van de Vereniging van Ouders van Homoseksuele Kinderen. Doordat hij predikant was, kon hij in het bijzonder christenouders tot steun zijn. Honig sprak ook regelmatig met kerkenraden over homoseksualiteit.
Honigs vrouw werkte voor de Europacommissie van de protestantse werelddiakonaten ten behoeve van het organiseren van contacten met gemeentes in Oost-Europa, vooral in Polen (Polenwerkgroep) en de d d r (Werkgroep gemeentecontacten). Honig reisde vaak met zijn vrouw mee. In Weimar leidde dat voor hem tot een regelmatig contact met het Sofienhaus, een christelijk ziekenhuis. Hij leidde er vormingsdagen voor het jonge personeel en adviseerde op velerlei gebied. In Polen hield hij een lezingencyclus over stervensbegeleiding. Toen zijn vrouw vanuit dit werk betrokken raakte bij het werk van Casa Locarno, een gezamenlijk project van de Wereldraad van Kerken en het Hilfswerk der Evangelischen Kirche in der Schweiz, begeleidde hij haar daarheen. Hij raakte er zeer bij betrokken. Leden van protestantse kerken uit heel Europa ontmoetten elkaar daar voor enkele weken. Als Honig erbij was, was hij het centrum van zingende mensen om de piano. De muziek overwon de taalmoeilijkheden. Hij was een intensief luisteraar en verstaander als mensen vanuit hun verschillende tradities en theologische opvattingen elkaar probeerden te begrijpen. Ook daar organiseerde hij cabaretvoorstellingen.
In 1985 ging hij met emeritaat. In de eerste tijd nam hij enkele malen waar voor zieke predikanten in het Bronovo-ziekenhuis in Den Haag. De cirkel was rond. Bronovo was inmiddels een algemeen ziekenhuis, en dit soort pastoraat ontbrak nog aan zijn ervaring.
Terugkijkend op dit rijke leven is het duidelijk hoezeer de Tweede Wereldoorlog Honig heeft beïnvloed. Zijn beide ouders, C.J. Honig en E.M. Honig- Engeikes, brachten Joden in veiligheid, en betrokken ook hun kinderen daarbij. Zijn vader had als huisarts aan de Stadhouderskade in Amsterdam veel joden als patiënt. Honigs grenzeloze afkeer van racisme en zijn kritische houding tegenover politiek en traditionele kerk, stammen ongetwijfeld uit die tijd. Honigs contacten met de anti-Vietnambeweging, Provo’s en homoseksuelen illustreerden dit.
Zijn hart lag bij het pastoraat, vooral in het psychiatrisch ziekenhuis. Hij wist zich een instrument waarmee oude en vroegere geloofsbeleving opnieuw voor de dag werden gehaald. Hij zei daar zelf over: “Dat stemt de pastor tot bescheidenheid.” Een recensie over zijn gezamenlijke boekje met Van den Berg en Den Broeder zegt: “Die bescheidenheid en het respect voor de mensen met wie hij omgaat, kenmerken zijn hele bijdrage.”
A.A. Honig-Vonkenberg, Voorschoten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2009

Historisch Tijdschrift GKN | 68 Pagina's

Coenraad Johannes Honig

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2009

Historisch Tijdschrift GKN | 68 Pagina's