Pieter van Dijk
(Kampen 13 oktober 1935 -Riquewihr (Frankrijk) 1 september 2007)
Studie Theologische Hogeschool te Kampen (1963). Doctoraal examen Pastorale Psychologie aan de Katholieke Universiteit te Tilburg (1974). Gereformeerd predikant te Creil-Espel 12 apr. 1964, Bergen op Zoom/Oud-Vossemeer 8 sept. 1968, Bergen op Zoom 1 sept. 1971, predikant in algemene dienst (scriba van de Particuliere Synode Noord-Brabant en Limburg) 1 apr. 1978. Emeritus i nov. 1997.
Gehuwd (1961) met Johanna Christina de Bondt, dochter van prof.dr. A. de Bondt (1901-1953) . Uit dit huwelijk werden drie dochters geboren.
Piet van Dijk begon in 1964 zijn loopbaan als gereformeerd predikant in de Noordoostpolder, te Creil-Espel. Daar pionierde hij mee met de boeren. Daar bouwde hij op en maakte met de mensen alles mee, van geboorte tot sterven. Het pastoraat had zijn hart. Na de periode in Bergen op Zoom en omstreken werd hij predikant in algemene dienst van de Gereformeerde Kerken in Nederland, met als bijzondere opdracht het scribaat van de particuliere synode in Noord-Brabant en Limburg.
Piet was in hart en nieren een man van de kerk. Hij nam deel aan allerlei verbanden. Zo was hij geruime tijd lid van deputaten oecumene van de Gereformeerde Kerken in Nederland en van het curatorium van de Theologische Hogeschool in Kampen.
In zijn laatste woonplaats Best was hij jarenlang consulent van de plaatselijke kerk aldaar.
In dit alles was de grote beweging van de oecumene hem zeer lief. Heel wat kerkelijke gemeenschappen heeft hij begeleid op weg naar eenwording. Niet alleen het toenmalige Samen op Weg-proces van de protestantse kerken droeg hij een warm hart toe, ook de samenwerking met de Rooms-Katholieke Kerk vond hij van essentieel belang. Dit kwam tot uiting in zijn regelmatige deelname aan het Landelijk Pastoraal Overleg.
Piet was begenadigd met een encyclopedische kennis op uiteenlopende gebieden. Hij verstond daarbij de kunst om ingewikkelde kwesties dingen op een eenvoudige noemer te brengen. Daarbij schuwde hij soms heldere stellingnamen niet.
Daarnaast was hij een echte dienaar van het Goddelijke Woord. Hij maakte veel werk van zijn preken, gekenmerkt door een gedegen exegese, kort en krachtig, actueel, en de nodige kwinkslagen waardoor je graag naar hem luisterde.
Preken in de geest van Prediker, het boek dat hem zo lief was en dat hem zijn leven lang heeft vergezeld. Zo was hij zelf ook: een vaderlijke, wijze man, die je altijd even een klopje op de schouder kwam geven in de consistorie. Door de wol geverfd, door het leven en door zijn grote ervaring. Hij heeft wat gemeenten bezocht waarin de nodige heisa was. Hier te kort, daar te lang. Hij maakte van alles mee. Als hij er iets over losliet, liet hij ons zien hoe ook in de kerk ons niets menselijks vreemd is. Dat leerde hem ook op z’n tijd te relativeren. Daar was hij een meester in. Mensen, kom op toch, waar gaat dit over? Ik moet zeggen dat het voor mij persoonlijk soms ook heel troostend werkte.
In een van zijn preken citeerde hij ooit Bram Vermeulen met zijn liedje ‘Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde’ . Een steen verleggen, zo zei hij toen, levert het bewijs op dat je er was. Daar houden mensen van: stenen oprichten, stenen plaatsen.
Piet had zelf ook wat met stenen. Was dat vanwege zijn eigen naam Pieter, Petrus, rots?
Zijn aanwezigheid onder ons was in ieder geval als een rots. Je kreeg hem zowel lichamelijk als geestelijk niet snel omver. Een rots waaronder een zachte lavalaag smeulde, een warm, hartelijk mens. Toen Pieter op een gegeven moment veel van zijn studieboeken weg moest doen, deed dat veel pijn. Boeken weg. Het verleggen van die steen in de rivier was een pijnlijk moment. Maar toen hij er eenmaal lag accepteerde hij dat ook. Oké, dan gaat de rivier voortaan zo. Niet bij de pakken gaan neerzitten, maar kordaat knopen doorhakken.
Want, voor alles is een tijd...
Op i september 2007 is hij tijdens zijn vakantie zeer onverwacht overleden te Riquewihr (Frankrijk). De rivier is voor hem opgehouden met stromen. We missen hem, onze vriend en nestor die altijd voor je klaar stond. Op kampeerweekends, verjaardagen en bij kerstdiners genietend van zijn wijntje en z’n sigaartje.
“Want ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. Want wanneer hij zich te goed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, dan is dat een geschenk van God. ”
Zo heeft Piet het leven ervaren. Het dankbaar inhalerend. Wat heeft hij genoten en ook het leven als geen ander in zich opgezogen. Als een spons. Want hij wilde echt alles weten. Of... het moest zijn wanneer het ging om de laatste, ultieme vragen van het leven. Dan viel hij stil en liet hij het ook bewust stil worden. Dan was hij zich er zeer van bewust dingen niet te weten.
“Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden” . Het niet-weten als een voorwaarde om je uiteindelijk te kunnen overgeven aan iets dat groter is dan jij? De Onnoembare, dat Grote Geheim dat ons leven omvat en draagt, hoe dan ook en waar dan ook? “Het komt wel goed,” zei hij altijd.
Wij danken de goede God voor dit mensenleven dat onder ons was en wij denken met veel liefde en in dankbare herinnering aan hem terug.
Martin Kroon, Predikant Protestantse Gemeente Best, Oirschot en de Beerzen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2010
Historisch Tijdschrift GKN | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2010
Historisch Tijdschrift GKN | 68 Pagina's