Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eucomene

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eucomene

5 minuten leestijd

Onder auspiciën van de Sint WilLibrord-Vereniging, het (r.k.) Apostolaat der Hereniging en de Priester-Missiebond is een nieuw tijdschrift verschenen: „Oecumene"., Katholiek Tijdschrift voor oecumenische bezinning. Uit het eerste nummer is vooral het artikel van Dr. A. Fiolet O.F.M. voor ons van belang. Het draagt de titel „Katholieke Oecumenische Geloofshouding".

Tot mijn spijt moet ik zeggen, dat de oecumenische geloofshouding die Dr. Fiolet voorstaat, weinig nieuws bevat: „Daarom mag de Katholieke Kerk er op de eerste plaats geen enkele moeite mee hebben om de beperktheid van haar geloofsvisie en van haar geloofsverkondiging te erkennen" . . . „Op de tweede plaats moet de Kerk gaan inzien, dat er in haar midden ruimte geschapen moet worden voor andere vormen van geloofsbeleving dan de traditioneel- katholieke."

Deze twee citaten spreken reeds voor zichzelf. „Beperktheid" is heel iets anders dan „verkeerdheid". Integendeel, met de erkenning van beperktheid van geloofsvisie wordt gezegd dat er „meer" is dan wat deze visie vertolkt, maar wat vertolkt wordt, is waar. Dat dit ook de overtuiging is van Dr. Fiolet blijkt uit zijn eigen woorden, die direct volgen op bovenaangehaalde erkenning van beperktheid: „De Katholieke Kerk immers hééft de waarheid niet, doch zij is in de waarheid, in Christus en daarom is in haar de onuitputtelijke bron van alle waarheid. Uit Christus' kracht heeft zij altijd, in alle eeuwen waarheid gesproken en kan zij niet dwalen." Alle opmerkingen over de op zich ware, doch eenzijdige uitspraken van het Trentse Concilie en het beperkt-menselijke deikerk, doen aan de absoluutheid van deze stelling niets af. „De reformatorische visie" (aldus Dr. F.), „als zou dc Kerk in de eerste vijftien eeuwen van haar bestaan door menselijke zwakheid Christus langzamerhand ontrouw geworden zijn, is daarom (omdat Christus Zijn Kerk vasthoudt en niet andersom C.K.) een goddelijke onmogelijkheid." Het is dus nog steeds zo, dat de r.k. kerk in haar beslissingen en dogma's spreekt met goddelijke zekerheid. Ook als ze met deze kerkelijke zekerheid de persoonlijke heilsónzekerheid leert. Maar dit laatste hoort niet tot ons onderwerp.

Nu nog even over de „ruimte" voor andere vormen van geloofsbeleving uit het tweede citaat. Dr. Fiolet erkent de protestant als medeverloste in Christus (Dat hij dit doet op grond van de doop, die volgens hem heilskracht heeft, in zichzelf, laten we buiten beschouwing). Deze erkenning is een hele stap. Een dergelijke waardering was vroeger niet mogelijk. Maar hier rijst een vraag: Kan Dr. Fiolet deze mening in overeenstemming brengen met de uitspraken van zijn kerk? De encycliek „Mystici Corporis" zegt o.a.: „En daarom kunnen zij, die onderling verdeeld zijn, wijl ze niet hetzelfde geloof of hetzelfde gezag erkennen, niet in dit éne mystieke lichaam, noch uit diens éne goddelijke Geest leven". M.i. staan Dr. Fiolet en genoemde encycliek recht tegenover elkaar. Het lijkt mij, dat de ene redenering de andere uitsluit.

Ruimte voor andere vormen van geloofsbeleving. Denkt Dr. Fiolet werkelijk dat die mogelijk is in de r.k. kerk? Hij zegt zelf, dat elke herenigng die uit een irenisch compromis wordt geboren, door iedere christen onvoorwaardelijk moet worden afgewezen. Hoe moet bedoelde ruimte er dan komen? Ik wil hier met alle nadruk stellen, dat de protestant zich niet alleen maar stoot aan bepaalde eenzijdigheden van de r.k. kerk, maar dat zijn protest gaat tegen pertinente dwalingen. En zal de r.k. kerk haar Marialeer herroepen, de pauselijke onfeilbaarheid en vooral haar „en-en" in de genadeleer? De betreffende dogma's en de reformatorische leer kunnen toch niet gezamenlijk worden gerubriceerd onder een „verrijkende pluriformiteit van persoonlijke geloofsbeleving?" Dan zou er sprake zijn van een irenisch compromis. Toch kunnen deze en dergelijke vragen niet uit de weg worden gegaan. Daarom is er geen plaats voor de protestant in de r.k. kerk. Hoe zou hij er zich ook thuis kunnen voelen. Hoe zou iemand in dienst kunnen staan van een kerk, die haar misschien eenzijdige, maar toch „ware" vervloeking eenmaal over hem uitgesproken, handhaaft? Het spijt me, maar het ccclxxii werken met begrippen als „ruimte scheppen'' en „authenthiek-christelijke inbreng van de reformatie", terwijl de r.k. kerk in wezen zichzelf blijft, kan ik niet anders zien, dan als spelen met fata-morgana's.

Wie nog heil ziet in het overgaan naar de r.k. kerk om daar de reformatorische beginselen uit te dragen, moet eens de publikaties lezen van de r.k. geworden Dr. H. v. d. Linde. Deze dacht dit ook te doen. De goede voornemens zijn in de praktijk echter in hun tegendeel omgeslagen. Een schip op het strand is een baken in zee !

Om te besluiten met Dr. Fiolet's besluit, moet ik bekennen, dat ik niet inzie, dat alleen reeds bij de aankondiging van het a.s. concilie de weg openligt „tot ontmoeting en terugkeer van de gescheiden broeders, om de plaats in te nemen en te her-innemen, die voor velen de plaats was van hun voorvaderen". Hiertegenover stel ik, dat er geen sprake kan zijn van terugkeer onzerzijds. De terugkeer naar de Katholieke Kerk heeft reeds plaatsgevonden en wij hopen in het geloof het bij deze terugkeer te laten. De begeerde eenheid kan alleen ontstaan als er in woord en daad positief is gereageerd op de hierboven gestelde vragen inzake Mariologie enz. Ik vrees echter, dat dit niet hoort tot de taak van het met zoveel ophef aangekondigde concilie. Ook het onderhavige artikel maakt mij hieromtrent niet optimistsch.

Al met al opent het eerste artikel van het nieuwe r.k. tijdschrift geen nieuwe perspectieven. En omdat een eerste artikel in een nieuw tijdschrift meestal de grondlijnen aangeeft, vrees ik dat de naam „Oecumene" geen vlag is die de lading dekt. Met dit eerste artikel in elk geval niet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1962

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Eucomene

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1962

Protestants Nederland | 8 Pagina's