Rooms-Katholieke invloeden in de anglicaanse kerk
De Anglicaanse kerk is in Nederland niet erg bekend. En toch is het een zeer belangrijke kerk. Het is de officiele staatskerk in Engeland. In Australië en Nieuw-Zeeland is het de oudste en een van de grootste kerken. En overal in het oosten, in India, Malakka, Afrika, komt men deze kerken tegen. Zoals met de meeste dingen, krijgt men vaak pas persoonlijke belangstelling als men persoonlijk met een kerk of groep in aanraking komt. Tijdens mijn reis naar het oosten kwam ik met de Anglicaanse kerk veelvuldig in contact. Nu is deze kerk zeer samengesteld van karakter. Er behoren leden toe die laagkerkelijk zijn en rustig zouden kunnen overstappen naar een reformatorische kerk of een methodisten kerk. Deze groep laagkerkelijken is zelfs zeer groot. Maar daarnaast is er een groeiende groepering die sterke verwantschap met de rooms-katholieke kerk vertoont. Ik woonde een kerkdienst bij, waarin zogenaamd de heilige communie gevierd werd. De dominee (priester genoemd) droeg een veelkleurig gewaad, sprak schier onhoorbaar, knielde bij en voor en na het breken van het brood en het opdragen van de wijn minstens 10 keer voor het altaar. Kortom deze kerkdienst maakte de indruk een volkomen rooms-katholieke eredienst te zijn. Een pastoor verzekerde mij dat de anglo-katholieken veel roomser zijn dan de rooms-katholieken. Ten bewijze van de verhouding waarin de rooms-katholieke kerk met een deel van de anglicaanse kerk staat, kuste de anglicaanse priester deze pastoor op beide wangen.
Het lijkt me treffend in ons blad deze verschijnselen te signaleren. Ze zijn uiteraard bekend aan velen. Maar toch leven vele reformatorische christenen in de mening dat alles wat niet lid is van de rooms-katholieke kerk daarom ook reformatorisch zou zijn. Dit is niet 't geval. Ook buiten deze kerk zijn dezelfde gedachten aanwezig. Ook in de grote Anglicaanse kerk is de rooms-katholieke invloed, stammend van de oude traditie, groot. Dit klemt temeer omdat deze anglo-katholieke groep niet gering is. Terwijl het gewone volk hiervoor weinig voelt, zijn er vele leidinggevende personen en priesters die steeds meer deze weg opgaan. Uiteraard zijn er wel tegen-krachten aan het werk, maar beiden hebben gelijke vrijheid.
Nu is het waar dat de of f i d e l e leer der Anglicaanse kerk tegen do misviering is. In de 39 artikelen wordt de mis een godslasterlijke fabel genoemd. Maar deze belijdenis wordt niet gehandhaafd en andere stromingen worden toegelaten. En zo ziet men het verschijnsel dat vele anglicaanse priesters rustig doorgaan met hun verering van het altaar-sacrament, van beelden, schilderijen en relieken, verkoop van aflaten, aanroepen van Maria, transsubstantieatieleer, het dragen van misgewaden, biechtstoelpractijken en gebedsdiensten voor de doden. Op grond van de boven geconstateerde verschijnselen, lijkt het mij verstandig enkele conclusies te trekken die voor Nederland van belang zijn.
1. Als een kerk de belijdenisgeschriften op sterk water zet, kan er van alles gebeuren. Waar de belijdenisgeschriften slechts ornament zijn en er niet de hand aan gehouden wordt, kan men ineens voor het feit komen te staan van een geruisloze of geruchtmakende omwenteling in de kerk. Een voorbeeld hiervan is de Anglicaanse kerk. Het lijkt mij van grote betekenis dat in de reformatorische kerken de hand gehouden wordt aan de belijdenis. Ik weet het: het getij is tegen in dit opzicht. Maar het hek is van de dam als hier vrijheid gegeven wordt.
2. In de tweede plaats is het van betekenis dat vele gewone mensen met deze stroming niet meegaan. Men voelt in vele opzichten de mis-viering als een mechanische werking. Men mist het levende woord tezeer. Er zijn er in Nederland die er allerlei verwachtingen van hebben als het avondmaal veelvuldig wordt gevierd. Denkelijk zal in de toekomst het avondmaal iedere maand en in sommige plaatsen iedere zondag gevierd worden. Ook Calvijn wilde dit trouwens. Maar het gevaar van mechanisme is toch ook een zeer reëel gevaar. En als het tenkoste van de Woord-bediening gaat doet het het menselijke hart geen nut.
3. Ook van betekenis is erop te letten dat in de Anglicaanse kerk weinig plaats is voor het lied, de psalm gezongen door de gemeente. Het schijnt een gevolg te zijn van priesterlijke overwoekering dat de gelovige te weinig aan het woord komt. Dit hangt samen met de sacralisering en met de vooropstelling van het sacrament. Weliswaar doet de gemeente op een andere wijze mee door te antwoorden, maar over het algemeen is dc activiteit toch gering.
4. Wat wij als reformatorische christenen wel leren mogen van de Anglicaanse kerk is de eerbied en de aanbidding. Nog steeds gaan vele reformatorische christenen naar de kerk om de preek te beluisteren, te waarderen, of af te kraken. Maar een goede kerkgang is een kerkgang van aanbidding en lof van de Drie-enige God. En hierin is deze kerk ons ten voorbeeld. Een kerkdienst is ere-dienst, aanbidding! Komt laten wij aanbidden
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1962
Protestants Nederland | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1962
Protestants Nederland | 8 Pagina's