Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambt en Leek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambt en Leek

8 minuten leestijd

De rooms-katholieke opvatting
Wij kunnen de rooms-katholieke opvatting pas begrijpen, als we eerst letten op het kerkbegrip, dat daaraan ten grondslag ligt. De kerk is voor Rome voortzetting van de vleeswording des Woords. Daarom is het noodzakelijk, in de kerk Christus Zelf te zien. Vandaar, dat men in allerlei encyclieken — vooral in de Mystici Corporis — de kerk de zichtbare voortzetting van Christus noemt, ja, als het ware een andere Christus.

1. Het priesterschap
Met het oog hierop heeft Christus het uiterlijke en zichtbare priesterschap ingesteld. In de priesterwijding, een door Christus ingesteld sacrament, ontvangt de mens (de man) de macht om het misoffer te brengen en de sacramenten uit te delen en het volk daardoor bovennatuurlijk te heiligen en tot kinderen Gods te maken. De priesterlijke macht is de centrale macht, waaromheen andere volmachten zijn gegroepeerd, met name de profetische en herderlijke. Op het concilie van Trente heeft men deze dingen, vooral tegenover de reformatie, vastgelegd (23e zitting).
Wie eenmaal tot priester gewijd is, kan deze volmacht niet meer verliezen. Hij is door een „onverliesbaar merkteken" onderscheiden van de leken. Wel kan hem de uitoefening van die volmacht worden ontnomen. Maar eenmaal priester, blijft priester.

2. De Hiërarchie
De opbouw van het bestur van de kerk, is hiërarchisch, dat wil zeggen, dat de ene ambtsdrager boven de andere staat. Jezus Christus is het hoofd van de kerk, die Zijn lichaam is, maar Hij bestuurt in de gewone gang van zaken op zichtbare wijze Zijn mystiek lichaam door middel van Zijn plaatsbekleder op aarde, de bisschop van Rome. Dat wil niet zeggen, dat er twee hoofden der kerk zijn. Christus is wel het primaire hoofd, maar Chrisus en Zijn plaatsbekleders zijn één. Van de priesters via de bisschoppen tot de paus is een opklimmende lijn. Het hoogste gezag berust bij de paus. De kerk wordt op hiërarchische wijze bestuurd. De volheid van het priesterschap is aanwezig bij de bisschoppen; slechts in beperkte mate bij de priesters. Zij vormen de lerarende kerk tegenover de leken, die de horende kerk zijn.

3. De leek
Er is wel een algemeen priesterschap der gelovigen. Dat is in doop en vormsel aan alle leken geschonken. Krachtens dit algemeen priesterschap hebben zij recht op de andere sacramenten. Zij zijn ook geroepen, in hun harten geestelijke offers te offeren, maar dit priesterschap verleent generlei priesterlijke of andere geestelijke volmachten, zoals het door de wijding verworven ambtelijke priesterschap. Er gaapt een diepe kloof tussen de priester en de leek. De priesters staan wel beneden Christus, maar boven het volk.
Dit heeft tot gevolg, dat de leken onmondig blijven. Door allerlei omstandigheden heeft het rooms-katholicisme pas in de laatste tijd grotere aandacht aan de leken gegeven. Men wil nu in hen niet langer zien de mensen, die iets niet hebben (bijv. de wijding en de daarbij behorende volmachten) maar veel meer de mensen, die op een andere plaats staan als de priesters. De leken zijn de mensen, die in de wereld staan. Op grond daarvan zijn zij in het bijzonder geroepen tot het apostolaat. De leek is de mens, aan wie de consecratie van de wereld, de verheffing van het profane, is opgedragen. De leken, ook de leken, zijn de kerk, horen we nu Pius XII zeggen (in 1946 tot de kardinalen). Men legt er nadruk op, dat de leken aan alle sacramenten deel hebben (behalve aan de priesterwijding). Men roept hen op, met de priester samen het goddelijk offer op t e dragen en aan het eucharistisch offer deel te nemen. Men wijst er op, dat leken elkaar het sacrament van het huwelijk toedienen. Dat zij deel hebben aan de profetische taak van de kerk, door als ouders getuigen van het evangelie voor hun kinderen te zijn. Men spreekt uit, dat zij een reëel, waarachtig en authentisch priesterschap bezitten. Hun taak is het. het gehele leven tot een huideoffer te maken. En tenslotte: in de Katholieke Actie bundelt men de lekekrachten in een grote apostolaire beweging.

4. De scheiding tussen priester en leek
Dit alles neemt niet weg, dat er een diepgaande, principiële scheiding tussen de priester en de leek blijft bestaan. De wijding heeft nu eenmaal de kerk in tweeën verdeeld. Die twee delen hangen wel samen. Men kan die samenhang ook wel serieus noemen. Toch is de plaats, die de leek in de structuur van de kerk heeft, een minieme. De plaats, die hij inneemt, is een plaats in het léven van de kerk. En daar toch ook steeds onder leiding en verantwoordelijkheid der priesters. In de Katholieke Actie werd door Pius XI graag gesproken over een deelnemen van de leek aan het hiërarchische apos- 11 tolaat. Pius XII sprak voorzichtiger over een medewerken aan dit apostolaat. Bovendien kunnen deze leken daarin slechts meewerken krachtens een mandaat. Het canonieke recht van L917 kent de leken een plaats toe in het beheer van de tijdelijke goederen der kerk. Een andere plaats is hen niet toegestaan. Ze zijn en blijven helpers der geestelijkheid. De structuur van de kerk laat geen andere mogelijkheid toe. Het beroep, dat in de laatste tijd op de leken gedaan is, heeft daar activiteit gebracht. Maar ook spanning, omdat het raam voor deze activiteit te eng was. Het tweede Vaticaans concilie zal stellig ook over deze spanningen moeten spreken. In de commissie, die voorbereidend werk heeft gedaan op het terrein van het lekenapostolaat, zat geen enkele leek. Veel bewuste leken zien met meer dan gewone niewsgierigheid naar wat het concilie op dit terrein doen zal.

Dc houding van de reformatie

1. Geen priesters meer
De kerkhervormers hebben de scheiding van de kerk in een lerend en een horend deel opgeheven. Zij kwamen op voor het algemeen priesterschap der gelovigen. Zij deden dit met een beroep op het Nieuwe Testament. Dat kent namelijk voor geen enkel ambt een priesterlijke kwalificatie. Nergens wordt een ambtsdrager een priester genoemd. Een bijzonder priesterschap bestaat er na het offer op Golgotha niet meer.

Dat heeft ook zijn redenen. Christus heeft eens voor goed Zijn offer gebracht. In Zijn zelfofferande heeft Hij een volkomen verzoening gebracht. Zijn offer kan niet herhaald worden en hoeft niet aangevuld te worden. Het Nieuwe Testament zegt er van, da het eens voor goed is gebracht (Rom. 6 : 10; Hebr. 7 : 27; 9 : 12, 26; 10 : 10; 1 Petr. 3 : 18). Is het nu eens voor goed gebracht, dan is een uiterlijke, zichtbare, bemiddelende priesterschap uitgesloten. Dan zijn alle gelovigen priesters, allen, die uit de doop gekropen zijn, zoals Luther zei. De kerk kan dan ook geen voortzetting van de vleeswording des Woords zijn. Een voortgezet offer, een telkens herhaald verzoeningsoffer is niet nodig, is onmogelijk. Het ene offer van Christus wil geloofd en gepredikt zijn. Zie daar dc zin van de kerk. Zij rust in het eenmaal volbrachte offer, dat zij prijst. Zij verkondigt het in de wereld.

2. Wel ambten in de gemeente
Natuurlijk kent de kerk ambten. Christus maakt van mensen gebruik om zijn kerk te leiden en te regeren. Maar Hij geeft aan deze men niet Zijn macht uit handen. Hij stelt geen plaatsbekleders aan. Hij blijft zelf regeren. / Dat betekent aan de ene kant, dat de mensen, die Hij gebruikt,in Zijn dienst, ambtsdragers zijn, zolang Hij ze gebruikt. De grens tussen ambtsdrager en gemeentelid is vloeiend. Een ambtsdrager is niet wezenlijk onderscheiden van een gemeentelid.
Het feit, dat Christus blijft regeren, betekent in de tweede plaats, dat de kerk op aarde geen zichtbaar hoofd heeft. Christus regeert Zijn gemeente door het woord van Zijn apostelen. Door de Heilige Schrift. Het zoeken naar de gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift is opgedragen aan allen in de gemeente. In het bijzonder aan hen, die door Christus in een ambt worden gebruikt. Zij zijn geroepen, elkaar bij te staan in het luisteren naar de boodschap van de Schrift. Zij kunnen slechts in vergadering bijeen, in onderling broederlijk overleg, de weg naar de ware gehoorzaamheid vinden. Het is daarom een oude stelregel in de gereformeerde kerk, dat niet het ene ambt over het andere en de ene ambtsdrager over de andere heerschappij mag voeren (Dordtse kerkorde art. 84 en de huidige kerkorde der Ned. Herv. Kerk, art. V-l). Omdat Christus door Zijn Woord de kerk regeert, daarom is er geen hiërarchie. Daarom dragen tenslotte alle gemeenteleden verantwoordelijkheid.

3. Het algemeen priesterschap der gelovigen
Vanuit het centrum van het heil (de rechtvaardiging door het geloof alleen, door Christus alleen) kwam de Reformatie tot de erkenning van het algemeen priesterschap der gelovigen. Men zie daarvoor bijv. de Heidelbergse Catechismus» antwoord 32: iedere gelovige is een lidmaat van Christus en Zijn zalving deelachtig. Hij is geroepen, Zijn naam te belijden ,en zichzelf tot een levend dankoffer te offeren, met een goed geweten tegen de zonde te strijden in dit leven en hiernamaals met Christus over alle schepselen te regeren.
Van deze belijdenis van het algemeen priesterschap der gelovigen hebben de reformatorische kerken in de praktijk vaak weinig terecht gebracht. Dominocratie kwam in de plaats van de vorming van een levende gemeente. Maar principieel is een wedergeboorte steeds mogelijk. De gemeente bestaat uit haar leden en leeft in haar leden. Het ambt dient slechts, het eigenlijke, waarom het gaat is het leven der gemeente in geloof, hoop en liefde. In dienst in de wereld en prediking van het evangelie voor iedereen en overal.

Litteratuur:
H. Kraemer, Het Vergeten Ambt, 's-Gravenhage 1960. M. H. Bolkestein, Het gemeentelid, zijn plaats en roeping volgens.> het Nieuwe Testament, Horstcahier no. 14, 1962. ' Mgr L. M. de Bazelaire, Ook de leek is de Kerk, Amsterdam- Antwerpen 1960. Em. Jos de Smedt, Het Priesterschap van de Gelovigen, Tielt-Den Haag, 1961.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Protestants Nederland | 12 Pagina's

Ambt en Leek

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Protestants Nederland | 12 Pagina's