Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het schema over de Godsdienstvrijheid en het Canonieke huwelijksrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het schema over de Godsdienstvrijheid en het Canonieke huwelijksrecht

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

t n het o k t c b e r n u m m e r schreven wij, dat het Schema over d e g o d s d i e n s t v r i j h e i d zich op j u - r i d i s c h gebied beweegt en d e R.K. leer b e - t r e f f e n d e de enige w a r e godsdienst onaangetast l a a t . Beide k e n m e r k e n zijn nog geaccentueerd in de h e r z i e n e tekst, die i n m i d d e l s aan de Concilievaders is voorgelegd.

Dc inleiding preciseert enerzijds, dat godsd i e n s t v r i j h e i d bestaat in d e a f w e z i g h e i d v a n dwang, u i t g e o e f e n d door de m e n s e n of door de w e t t e n , anderzijds, dat n i e m a n d bevrijd kan w o r d e n van zijn morele v e r p l i c h t i n g e n jegens de w a a r h e i d e n d e w a r e kerk.

De n i e u w e o n d e r t i t e l l u i d t : „over het r e c h t van de persoon en v a n de g e m e e n s c h a p p e n op sociale en b u r g e r l i j k e v r i j h e i d inzake godsdienst''. Het gaat dus niet om d e b e t r e k k i n g e n tussen de mens en God, noch tussen gelovigen en k e r k e l i j k e a u t o r i t e i t e n , maar om d e b e t r e k k i n - gen t u s s e n de mensen in de b u r g e r m a a t s c h a p p i j. Het gaat erom, voor de m e n s de m o g e l i j k h e id t e g a r a n d e r e n om d e w a a r h e i d inzake godsd i e n s t t e z o e k e n en t e v o l g e n op v r i j e e n v e r - a n t w o o r d e l i j k e wijze. Deze j u r i d i s c h e garantie o n t h e f t de m e n s e n niet — zoals z o n n e k l a a r is — van de m o r e l e plicht om d i e v r i j h e i d t e geb r u i k e n overeenkomstig de o b j e c t i e v e morele wet en, a l s z i j R.K. zijn, overeenkomstig de w e t t e n van de K e r k , die in n a am van Christus s p r e e k t . De mens moet juridisch beschermd worden, opdat hij n i e t gedwongen wordt te h a n d e l e n tegen zijn geweten of v e r h i n d e rd wordt t e h a n d e l e n volgens zijn geweten. Geh a n d h a a f d is d e p a s s a g e b e t r e f f e n d e de e v e n - t u e l e e r k e n n i n g van een b e p a a l d e godsdienst door de b u r g e r m a a t s c h a p p i j .

Tot zover enkele p u n t e n uit het h e r z i e n e schema*)

H i e r b i j zij het volgende opgemerkt:

I n d i e n de mens j u r i d i s c h b e s c h e r m d moet worden opdat hij z i jn g e w e t e n k a n volgen, dan h e e ft hij in d e e e r s t e p l a a t s recht op e e n w e t t i g bes t a a n als b u r g e r , afgezien van de p r e t e n t i e s van een kerk. Hij moet w e t t i g k u n n e n t r o u w e n zonder bemoeienis van e e n k e r k . En d a a r t e g en h e e f t de R.K. kerk zich nu j u i s t tot op de h u i d i g e dag verzet t e n opzichte van hen, die zij tot haar leden rekent, d.w.z. allen, die R.K. gedoopt zijn of ooit tot de R.K. k e r k zijn toeg e t r e d e n , ook al zijn zij a f v a l l i g geworden.

Volgens art. 16 v a n de U n i v e r s e l e Verklaring van de R e c h t e n van de Mens hebben mannen en vrouwen het recht t e h u w e n en e e n gezin t e stichten, zonder enige b e p e r k i n g op g r o nd van ras, n a t i o n a l i t e i t of g o d s d i e n s t . In o v e r e e n - s t e m m i n g hiermee h e e f t J o a n n e s XXIII in z i jn encycliek „Pacem in T e r r i s " van 11 a p r i l 1963 g e s c h r e v e n : „ V e r d e r h e e f t de mens het recht op v r i j e keuze van een levensstaat en d u s op h e t s t i c h t e n van een gezin". Wil d e R.K. k e r k dit , r e c h t van d e m e n s " eerbiedigen, dan moet zij i e d e r e e n het recht gunnen een w e t t i g b u r g e r - lijk h u w e l i j k te s l u i t e n , maar d a a r t o e zou z ij h a a r leer grondig moeten wijzigen.

De g e d a c h t e dat de mogelijkheid van „een b u r - g e r l i j k h u w e l i j k voor i e d e r e e n " v o o r w a a r d e is voor g e w e t e n s v r i j h e i d , stamt uit d e R e f o r m a t i e en is h e t e e r s t in Holland v e r w e z e n l i j k t in 1580. Maar de geschiedenis van het b u r g e r l i j k h u - w e l i j k is e e n o n d e r w e r p a p a r t . Wij moeten ons h i e r bepalen tot d e R.K. leer i n z a k e h u w e l i j k. Het thans geldende Kerkelijk Wetboek, de in 1918 ingevoerde Codex Iuris Canonici, bevat als h u w e l i j k s r e c h t de b e s l u i t e n v a n het Concilie van Trente van 11 november 1563 in geperfectioneerde vorm, hetgeen mitsdien geheel van contra-reformatorisch karakter is.

Trente verhief de sedert de 12e eeuw opgekomen leer, dat het huwelijk tussen gedoopten een daor Christus ingesteld sacrament is, tot dogma. Tevens werd dogmatisch vastgelegd, dat de Kerk wetgevende en rechtsprekende macht over het huwelijk van gedoopten heeft en dat toestemming van ouders niet nodig is voor de geldigheid van het huwelijk van hun minderjarige kinderen. Hiermee had de kerk de zeggenschap over het huwelijk voor zich gereserveerd en de rechten van de Staat en de familie in deze uitgeschakeld.

Bovendien schreef het Concilie op s t r a f f e van nietigheid voor, dat een huwelijk tussen gedoopten gesloten moest worden in tegenwoordigheid van parochiepastoor en getuigen. De huwelijken moesten door de kerk geregistreerd worden. Hiermee werden alle huwelijken ongeldig, die voor de kerk geheim gehouden waren, de zgn. clandestiene huwelijken. De kerk zelf kon huwelijken geheimhouden en in geheime registers inschrijven.

In de landen, waar de besluiten van Trente van kracht werden, beheerste de kerk volledig de civiele status van alle gedoopten. Wie wilde trouwen had zich tot de pastoor te wenden. Wie geëxcommuniceerd was wegens ketterij of anderszins kon niet geldig trouwen, daar hem de sacramenten ontzegd waren. Het was de consequentie van de middeleeuwse opvatting dat godsdienst staatszaak was: een geëxcommuniceerde verloor zijn rechten als burger. Zo werd het Trents huwelijksrecht een machtig wapen in de hand van de contra-reformatie.

En dat is het nog. De tegenwoordige Codex wijkt slechts op twee punten van Trente af. Van de door Trente verplicht gestelde vorm van huwelijkssluiting (voor pastoor en minstens twee getuigen) zijn vrijgesteld zij, die buiten de R.K. kerk gedoopt zijn en nooit tot die kerk behoord hebben, indien zij onder elkaar of met een ongedoopte trouwen. Verder is de huwbare leeftijd, die 14 en 12 j a a r was, verhoogd tot 16 en 14 jaar.

Overigens volgt de Codex geheel de besluiten van Trente en verduidelijkt die nog. In Frankrijk was na Trente de theorie toegepast, dat men het huwelijk kon splitsen in een contract, te regelen door de Staat, en een sacrament, te regelen door de kerk. De Codex verwerpt deze splitsingstheorie uitdrukkelijk. Volgens canon 1016 heeft Christus het huwelijkscontract zelf tussen gedoopten tot de waarheid van sacrament verheven. Contract en sacrament zijn dus niet te scheiden. Dientengevolge komt de wetgevende macht over het huwelijk aan de kerk toe; de burgerlijke overheid mag alleen de zuiver burgerlijke gevolgen regelen (waarmee o.a. huwelijksgoederenrecht is bedoeld). Aldus canon 1016. Ook de rechtsprekende macht over huwelijksgedingen tussen gedoopten komt alleen aan de kerkelijke rechter toe (canon 1960). Canon 1099 vermeldt wie aan de canonieke huwelijksvorm gebonden zijn: allen, die in de R.K. kerk gedoopt zijn of uit k e t t e r i j dan wel schisma tot de R.K. kerk zijn overgegaan, en zij blijven aan die vorm gebonden ook al hebben zij de kerk reeds weer verlaten. Dit geldt zowel als zij onderling trouwen of — na dispensatie — met een niet-R.K. partner, hetzij gedoopt („gemengd huwelijk") of ongedoopt („verschil van eredienst").

Oorspronkelijk waren in canon 1099 van de verplichting tot de canonieke vorm vrijgesteld: kinderen van niet-R.K. ouders, die wel R.K. gedoopt zijn, maar van kindsbeen af nooit R.K. zijn opgevoed; die vrijstelling gold dan als zij met een niet-R.K. trouwden. Maar bij motu proprio van 12 aug. 1948 heeft Pius XII deze uitzondering geschrapt. Sinds 1 januari 1949 is ook deze groep tot de canonieke huwelijksvorm verplicht. Hieronder vallen b.v. kinderen, gedoopt in R.K. kraaminrichtingen. Zo'n doop kan geldig bediend worden buiten weten en tegen de wil van de ouders, indien men meent te voorzien, dat het kind de zevenjarige leeftijd niet zal bereiken (canon 750 en 751). Naar verluidt zijn er kraaminrichtingen, waar voor alle zekerheid iedere pasgeborene R.K. wordt gedoopt.

Deze allen zijn naar canoniek recht leden van de R.K. kerk en levenslang blijven zij onderworpen aan de wetten van die kerk, ook al zijn zij afvallig geworden of al hebben zij bij bewustzijn nooit tot die kerk gehoord. Daarom b l i j f t voor hen het canonieke huwelijk het enige, dat de R.K. kerk als geldig erkent. In een land, waar het canonieke huwelijksrecht aanvaard is als geldig voor de Staat, is er voor de genoemde categorieën geen civiel huwelijk mogelijk. Willen zij niet canoniek trouwen, dan zijn zij rechteloos als de Hugenoten destijds in F r a n k r i j k na de herroeping van het Edict van Nantes. In zo'n geval wordt er dus door een Staat een juridische dwang van de eerste orde uitgeoefend op grond van het canonieke recht. Mag een R.K. staat een einde maken aan die dwang door zijn wetgeving t e verzachten met een beroep op het Schema over de godsdienstvrijheid? Het lijkt weinig waarschijnlijk, daar immers de l e e r van de R.K. kerk de bevoegdheid van de Staat om wetten te maken betreffende het huwelijk van gedoopten ontkent. Alleen wijziging van het canonieke recht zelf kan hier helpen.

Blijft de dwang wat b e t r e f t huwelijksrecht, dan heeft het Schema over de godsdienstvrijheid weinig te betekenen.

Volgens „De Protestant" van 27 oktober zoude de Spaanse bisschoppen de aanneming in eerste instantie van het Schema met champagne hebben gevierd. Dit vreugdebetoon is evenwel voor tweeërlei uitleg vatbaar.

*) Gegevens ontleend aan het rapport van Mgr de Smedt in L'Osservatore Romano van 29 okt- 1965, Franse wekelijkse editie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1965

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Het schema over de Godsdienstvrijheid en het Canonieke huwelijksrecht

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1965

Protestants Nederland | 8 Pagina's