Mr. A. Dirkzwager

In dc Nieuwe Rotterdamse Courant van 21 november 1968 troffen wij de weergave aan van een gesprek met mr. A. Dirkzwager, door de N.R.C. gekenschetst als „oud-rechter tc Rotterdam, oud-voorzitter van dc Raad voor de Scheepvaart en toetser van het canonieke recht aan de Nederlandse wetgeving", bij gelegenheid van diens tachtigste verjaardag. Uit dit interessante artikel nemen wij het volgende over, daar dit weer eens een speciaal licht werpt op het „canonieke recht der R.K. kerk":

Canoniek recht

„In het gesprek had hij al telkens op een van zijn andere activiteiten de aandacht gevestigd: zijn strijd tegen het canonieke recht. Ik beschouw dit als een zuiver juridische kwestie. Als rechter kwam ik op voor het recht van dc Staat der Nederlanden. Het canonieke recht is van een staat die zich als een kerkgenootschap voordoet. Het Vaticaan heeft in alle landen enorme invloed op de politiek. Het is een autocratie in de strikte zin van het woord. De Vaticaanse staat zal nooit lid van de Verenigde Naties kunnen worden omdat hij de rechten van de mens (vrijheid van godsdienst) niet erkent. De bisschoppen zijn organen van de Vaticaanse staat. De roomsen leven onder twee soorten recht: het Nederlandse en het Vaticaanse. Ze stellen het Vaticaanse hoger dan het Nederlandse, betoogt de heer Dirkzwager.

Met zijn opvattingen heeft mr. Dirkzwager in 1956 in het bijzonder de aandacht getrokken toen hij zich op grond van artikel D6 van dc Kieswet bij B. en W. van Rotterdam verzette tegen de plaatsing op het kiezersregister van M. A. Jansen, bisschop van Rotterdam. Naar zijn overtuiging betekende het aannemen van een benoeming tot bisschop der R.K. kerk ook het zich begeven in vreemde staatsdienst. B. en W. deelden die mening niet. Gezien de storm van verontwaardiging uit het hele land heb ik ervan afgezien de zaak daarna verder voort te zetten. Toch houd ik vol dat ik het bij het goede eind heb gehad, oordeelt mr. Dirkzwager nu.

Leerstoel

In Nijmegen wordt canoniek recht gedoceerd. Ik heb negen jaar geleden de universiteit van Leiden een aardig kapitaal aangeboden voor een leerstoel canoniek recht. Ze hebben er nog geen mensen voor kunnen vinden - zeggen ze. (Even later: ze durven niet.)

In 1953 schreef mr. Dirkz,wager: De codex juris canonici getoetst aan de Nederlandse wetgeving - een boek dat hij opdroeg aan kloosterlingen en geestelijken die gebonden meenden te zijn aan hun staat - zomede aan de ouders van die kinderen die zij hebben of hadden voorbestemd voor de geestelijke of kloosterlijke staat.

Verderop in het bock staat: Dit, mijn geschrift, zal generlei uitwerking hebben - dat weten wij bij voorbaat. Het werk zal worden genegeerd of belachelijk gemaakt, fouten en onvolledigheden zullen er in aangetroffen worden - natuurlijk. Men zal, nu de vrijmetselaarsboeman niet meer gevaarlijk schijnt tc zijn, de schrijver communistische neigingen aanwrijven: feilloos wapen (wie lacht daar?). En meesmuilend zal men zeggen: qui mange du pape en meurt. Welnu: Moriturus te saluto."

Aldus het artikel in de N.R.C. Het zal mr. Dirkzwager thans genoegen doen te weten, dat het canonieke recht nu meer bestrijders heeft dan lange tijd het geval was. Niet in het minst ook binnen de R.K. kerk-zelf, al zullen we wat dat laatste betreft nog af moeten wachten of men de juiste consequenties zal durven trekken. Intussen brengen wij mr. Dirkzwager bij diens tachtigste verjaardag gaarne ons saluut!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen