Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over processie-vrijheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over processie-vrijheid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar wij onlangs uit de dagbladen konden vernemen, heeft de commissie die belast is met voorbereiding van de regeringsvoorstellen tot wijziging van de Grondwet, het voornemen hierbij ook te adviseren tot opheffing van het zogenaamde „processie- verbod".

Nu is het al weer jaren geleden, dat in ons blad over de r.k.eis tot processie-vrijheid geschreven werd, warom wij deze kwestie ter wille van de gebleken actualiteit nog eens naar voren halen.

Ter voorkoming van misverstand willen wij daarbij eerst vaststellen, dat de vraag van „processie-vrijheid" of „processie-verbod" wat ons betreft slechts een detail-kwestie betekent in de problematiek rond de verhouding Rome-Reformatie. Een kwestie dus, die slechts op een onderdeel, een detail, betrekking heeft. Een onderdeel echter ook dat kennelijk tot de verbeelding spreekt, omdat het ligt in de sfeer van godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid.

Artikel 184 van de Grondwet zegt:

„Alle openbare godsdienstoefening binnen gebouwen en besloten plaatsen wordt toegelaten, behoudens de nodige maatregelen ter verzekering van de openbare orde en rust. Onder dezelfde bepaling blijft de openbare godsdienstoefening buiten gebouwen en besloten plaatsen geoorloofd, waar zij thans (in 1848) naar de wetten en reglementen is toegelaten".

Duidelijk is, dat in dit artikel van een „verbod" geen sprake is. In tegendeel vloeit hieruit voort, dat openbare godsdienstoefening geoorloofd is daar waar dit ook in 1848 en eerder reeds het geval was. De praktijk heeft geleerd, dat deze beperking van de godsdienstvrijheid in feite voor de R.K.kerk het voordeel opleverde dat zij in een (beperkt) aantal gevallen mocht doen wat aan andere kerken altijd en overal in ons land verboden is: het houden van openbare processies.

En ook met die „beperking" loopt het niet zo'n vaart, omdat het vandaag nauwelijks meer mogelijk is vast te stellen waar in 1848 en eerder dergelijke vormen van openbare godsdienstoefening gebruikelijk waren. Het Centraal Comité van A.R.Kiesverenigingen kon dan ook reeds in 1951 vaststellen in haar „Rapport inzake Processieverbod": „De ontwikkeling der jurisprudentie sinds 1848 is van dien aard, dat er praktisch processie-vrijheid heerst. Dat de Rooms-Katholieken daarvan, althans boven de Moerdijk, niet méér gebruikmaken is uitsluitend te danken aan een zekere gematigdheid van het Episco^ paat".

Goed, zal men zeggen, dat betreft dan de praktijk. Maar in beginsel beperkt artikel 184 van de Grondwet dan toch maar de vrijheid tot het houden van openbare godsdienstige plechtigheden, een beperking waardoor in feite alleen de r.k.processies worden getroffen.

Wij zouden daar echter tegenover willen stellen, dat juist door deze inperking de vrijheid van „andersgelovenden" wordt beschermd! (PN., febr. 1964). Dit werd ook uitgesproken in een Memorandum van de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk in 1950, waarin gesteld werd, dat de vrijheid om op de straten van Nederland processies te houden, de vrijheid der anderen om op straat zichzelf te zijn, zou opheffen.

In september 1963 heeft het toenmalige hoofdbestuur van onze Vereniging „Protestants Nederland" op grote schaal een „Verklaring betreffende de zgn. processie-vrijheid'' gepubliceerd.

In deze „Verklaring" wordt o.m. gezegd: „Veel van wat als argument voor deze vrijheid wordt aangevoerd moet de Nederlandse burger - vrijheidlievend als hij is - op het eerste gezicht aanspreken. (—)

„Betogingen en optochten tegen de godsdienst zijn vrij, verenigingen van allerlei aard mogen op de openbare weg manifesteren, vredige, godsdienstige processies moeten als regel persé binnen de muren van het kerkgebouw blijven". Aldus een vaak gehoorde klacht, niet alleen van Rooms- Katholieken, maar ook van anderen, die het verbod niet met hun gevoel voor recht en vrijheid overeen kunnen brengen."

En verder: „Een feit is, dat sommige protestanten en anderen, niet om opportuniteitsredenen, maar juist vanuit hun eigen principes bij het processieverbod een groot vraagteken plaatsen".

De „Verklaring" wijst dan echter op twee dingen: „a. Loslaten van het door de grote meerderheid in de protestantse kerken en partijen tot dusver ingenomen standpunt is onverdedigbaar, indien niet bij hernieuwde toetsing zou blijken, dat de voor de afwijzing (van volledige processie-vrijheid, LH.) gegeven argumenten zijn vervallen en b. dat tot op dit tijdstip, ondanks bepaalde hoopgevende verschijnselen binnen het rooms-katholicisme, er geen reden is om aan te nemen dat in de theologische motivering van de processie een zodanige verandering is gekomen, dat daarmee tegemoet zou zijn gekomen aan de bezwaren, die van protestantse zijde bestaan ten aanzien van de opheffing van het processieverbod.

Zijn wij dan niet voor vrijheid van godsdienst? Juichen wij het dan toe dat, terwijl in principe elke vereniging manifestaties in het publiek mag houden, het de kerken krachtens art. 184 van de Grondwet impliciet verboden is „openbare godsdienstoefeningen buiten gebouwen en besloten plaatsen" te houden, behalve daar waar dat (vóór 1848) volgens de „wetten en reglementen" was toegelaten?

Wij willen duidelijk stellen, dat wij dit in zijn algemeenheid een voor een christelijke natie vreemde bepaling vinden. Wij zeiden dan ook reeds, dat op het eerste gezicht de argumenten van hen die voor opheffing van het verbod pleiten sterk schijnen. Toch maken zij een kardinale fout. Zij letten niet op het karakter van de meeste processies en met name van de sacraments-processies; een karakter dat deze processies eigen is krachtens het wezen en de leer der Rooms-Katholieke kerk. In de sacraments-processie manifesteert zich iets essentieel anders dan in de prediking. Christus' tegenwoordigheid wordt hier gepretendeerd, in tastbare vorm. De kerk stelt hier niet voor een keuze, zoals b.v. in de straatprediking. De beslissing is reeds gevallen. Hier is Christus, hier is de kerk in al haar pracht en praal. Zo legt zij beslag op de openbare ruimte. Zij moet dat, zij kan niet anders krachtens haar zelfgetuigenis.

Zie hier het absolutisme waar wij bezwaar tegen hebben, het beslag leggen op de publieke weg, waarvoor wij onze medeburgers willen behoeden. Wij beweren niet, dat alle Rooms-Katholieke medeburgers dit zo zien en voelen. Bovendien erkennen wij met dankbaarheid dat, althans in ons land, hier en daar getracht wordt de voor protestanten aanstotelijke aspecten van processies, ommegangen e.d. te verzachten.

Tenslotte noteren wij niet zonder hoop, dat tegenwoordig binnen de Rooms-Katholieke kerk individuele theologen van zich doen horen, die zich vrij scherp van de idee der éne triumferende kerk, die zich vereenzelvigt met de overwinnende en heersende Christus, distanciëren. In hun denken past het voor ons onverdraaglijke absolutistische karakter van de huidige processies niet. Wij hopen en bidden dat dit denken veld mag winnen. Het is echter onze plicht er op te wijzen, dat dit denken zich slechts incidenteel en bij particuliere personen manifesteert, en dat het in de leer van de Rooms-Katholieke kerk als zodanig (nog?) geen plaats heeft gekregen. Zolang dit nog niet het geval is, moeten wij blijven waarschuwen. Het absolutistische karakter van de Rooms-Katholieke kerk en haar - in principe - totalitaire streven - haar claim op het openbare leven - zoals dat met name in de encycliek „Mystici Corporis" (1944) is omschreven, heeft nog volledig gelding.

Wij roepen alle Rooms-Katholieken op hun kerk in hoofd en leden te hervormen en het afgodsbeeld dat „Mystici Corporis" ons toont, te niet te doen. Is dit eenmaal verricht, dan zal een herinterpretatie van wat de processie is en wil, volkomen voor de hand liggen en daarmede reeds gegeven zijn. Komt deze hervorming niet tot stand, dan zullen ook nog zo welwillende pogingen tot herinterpretatie niet veel meer kunnen betekenen dan cureren aan een symptoom,

In dit verband willen wij ook in gemoede de vraag stellen, of men nu werkelijk denkt, dat déze wijze van beslagleggen op de openbaarheid een beter zicht geeft op de gestalte van het Koninkrijk Gods in Christus. En evenzeer willen wij wijzen op de noodzakelijkheid daadwerkelijk rekening te houden met de ander, die men juist in dezelfde openbaarheid wil ontmoeten, als waar men nu nog de processies houden wil of houdt. Rome stote door tot de kern van het conflict dat tussen ons ligt en neme daar weg hetgeen in allerlei detailkwesties - zoals het onderhavige processieverbod - tot tegenstellingen leidt. Zolang dat niet gebeurt, zal ons „neen" tegen processievrijheid moeten blijven klinken".

Aldus de „Verklaring" van ons hoofdbestuur in 1963. En nu - in 1976?

Is de achtergrond, van waaruit de processie als openbare godsdienstoefening voor ons, als protestanten, onaanvaardbaar is, inmiddels gewijzigd? Of geldt ten diepste nog steeds het woord van paus Pius XII uit 1948: „De Rooms-Katholieke kerk. overtuigd door haar goddelijke voorrechten, dat zij de enig ware kerk is, eist het recht op van vrijheid alleen voor zichzelf?"

En is nog altijd van gelding de uitspraak van de 13e zitting van het Concilie van Trente, volgens welke de sacramentsprocessie moet worden beschouwd als „een openlijke triomf over de ketterij, als een openlijke overwinning van de waarheid op de leugen"? Dan immers dringt de vraag zich op of tegen déze achtergrond de openbare processie géén bedreiging is van de ware geestelijke vrijheid? Maar waarom dan nu wijziging van „Artikel 184"?

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1976

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Over processie-vrijheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1976

Protestants Nederland | 8 Pagina's