Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

William Tyndale: 'Vader van de Engelse Bijbel'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

William Tyndale: 'Vader van de Engelse Bijbel'

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een juiste en getrouwe vertaling van de Bijbel in de volkstaal, is voor de Christelijke Gemeente van levensbelang. Christenen hebben dat niet altijd even duidelijk gezien. Er was zelfs een tijd, waarin de mensen van West- Europa het moesten stellen zonder een Bijbel, die ze konden lezen, ook al zouden allen toen die kunst machtig zijn geweest. De Latijnse Vulgata, hoewel eens in zekere zin ook een Bijbel in de volkstaal, was eeuwenlang in het Westen de enige en volledige Bijbelvertaling: open voor een zeer kleine groep bevoorrechten en gesloten voor de rest van de mensen.

Praktisch Christendom

Het zijn, in velerlei opzicht, helden geweest, die in deze situatie verandering hebben gebracht. Ze hadden, naar de mens gesproken, naar alle zijden de stroom tegen. Van hen werd lichamelijk, geestelijk en wetenschappelijk het uiterste gevergd. Armoede en schande was vaak het deel van deze Bijbelvertalers van het eerste uur. En de marteldood maakte niet zelden een eind aan hun leven. Wij vragen in dit artikel uw aandacht voor de man, die onlosmakelijk verbonden is met de historie van de Bijbelvertaling, die, tot in onze tijd toe, waaarschijnlijk het meeste gelezen is. We bedoelen de vertaling in de Engelse volkstaal van de 17e eeuw: de Authorized James Version. Zijn naam is William Tyndale: groot taalgeleerde, theoloog, moedige martelaar, maar boven alles vroom en ootmoedig Christen. Zijn ambitie was het brengen van mensen, hoe onwetend en arm ook, tot het geloof in de Persoon van Jezus. Zijn grootste smart was dat de massa, vervreemd van Gods Woord, geen begrip had van het praktische Christen-zijn. In zijn leven vond hij 'de Kerk aan de ene en de Bijbel aan de andere zijde' (I 134). En toch was hij ervan overtuigd 'dat het onmogelijk is om iemand te funderen in de waarheid, als hem de Schrift niet duidelijk en in de moedertaal voor ogen wordt gelegd' (II 33). Zie daar het motief van Tyndale om te beginnen met het werk, dat hij uiteindelijk voor ongeveer twee-derde deel af zou krijgen, namelijk het vervaardigen van een Bijbel, die door ieder kon worden verstaan. Tyndale werkte zonder toestemming van hogerhand, zonder georganiseerde fondsen, zonder veilig onderdak. Hij werkte wel in opdracht van de Koning der koningen, geleid door Zijn Geest. Tyndale wordt wel de 'vader van de Engelse Bijbel' genoemd. Het Marielarenboek van Foxe noemt hem 'een apostel van Engeland'. Ongetwijfeld is hij een van de edelste figuren uit de analen van de Kerkhervorming. Het is goed om iets uit zijn leven en werk naar voren te halen.

Renaissance

Waarschijnlijk reeds 'als kind' (Foxe) werd William Tyndale student aan de universiteit van Oxford en later aan die van Cambridge. In de periode tot 1521 ontwikkelde hij zich daar tot een geleerde van formaat, met een uitgebreide talenkennis en bovendien bleek zijn bijzondere aanleg voor Bijbelstudie. In deze centra van de wetenschap kwam hij ook in nauw contact met de nieuwe geest die door Europa waaide: de Renaissance, gevoed door en leidend tot vernieuwde belangstelling voor de oude Oosterse culturen, zoals de Hebreeuwse en vooral ook de Griekse. Nadat het Oostromeinse Rijk in 1453, met de val van Constantinopel, definitief was gezwicht voor de Mohammedaanse stormloop, waren vele geleerde dragers van de Griekse cultuur naar het Westen gevlucht. Hun invloed is enorm geweest. Er ontstond een bloeiende wetenschap, waardoor vrijwel elk aspect van de Middeleeuwse samenleving ging veranderen en vernieuwen. De talen van de Oudheid werden ijverig bestudeerd. Een van de belangrijkste gevolgen daarvan was dat er weer zicht kwam op de oorsprong van de Heilige Schrift. De Kerk verloor haar monopolie van alwetendheid. Nieuwe inzichten stelden de leer en de organisatie van Rome onder kritiek. Oude Griekse en Hebreeuwse Bijbelhandschriften werden verzameld en bestudeerd. En dank zij de pas uitgevonden boekdrukkunst, begonnen voor het eerst in de geschiedenis in grotere aantallen dan ooit, gedrukte Bijbels in de grondtalen te circuleren. In 1516, toen Tyndale nog in Cambridge was, publiceerde de Rotterdammer Erasmus zijn wereldberoemd geworden Griekse Nieuwe Testament. Erasmus had jarenlang in Cambridge gedoceerd. Waarschijnlijk heeft Tyndale hem nooit ontmoet, maar ongetwijfeld heeft hij de invloed ondergaan die Erasmus daar naliet. Erasmus' kritiek op de wereldse praktijken van Kerk en geestelijkheid werd door Tyndale gedeeld. Hij vertaalde minstens een van de kritische geschriften van Erasmus. (I 134).

Hendrik VIII 'Verdediger van het geloof'

Het spreekt vanzelf dat de vernieuwde kennis van de bron en de inhoud van de Schrift een enorme stimulans was voor plannen tot het vertalen van de Bijbel in de volkstaal. Zulke voornemens verzetten zich echter tegen de belangen van de kerkelijke en wereldlijke leiders. Zij behoorden nog tot het maatschappelijke en geestelijke systeem van de Middeleeuwen, dat gebaseerd was op concentratie van kennis en macht bij geestelijkheid en adel. Kerk en geestelijkheid, koning en adel, vreesden in de vernieuwingsstroom hun absolute leidersfunctie prijs te moeten geven en te moeten wijken voor de groeiende invloed van leken, kooplieden en boeren. Het ontstaan van een politiek en geestelijk bewuste middenklasse bedreigde de oude feodale structuur van de samenleving. Daarom werd popularisering van de Bijbel onmiddellijk verbonden met ketterij en revolutie. De weerstand ertegen groeide nog, toen de invloed van Luther zich deed gelden. Adel en geestelijkheid verfoeiden de stroom van Lutherse geschriften, die bij de middenklasse gretig onthaal vonden. Koning Hendrik VIII in eigen persoon klom in de pen, naar aanleiding van Luther's 'De Babylonische ballingschap van de Kerk', met een geschrift waarin hij de roomse sacramentenleer verdedigde. Dit leverde hem van de paus de vleiende titel 'Verdediger van het Geloof' op. De ironie van de geschiedenis wil dat dezelfde Hendrik enkele jaren later met het pausdom zou breken en een belangrijk instrument werd tot de Engelse Reformatie, evenwel met geheel andere redenen en motieven dan Luther!

Onwetende geestelijken

Met de Middeleeuwse kerk was het intussen droevig gesteld. Geestelijk verval ging hand in hand met uitzuiging en willekeurig handelen door de geestelijkheid. De inhoud van de Bijbel was, behoudens enkele oppervlakkige notities, vrijwel onbekend geworden. Zelfs vele geestelijken waren niet in staat om de Schrift te lezen in de enige taal, waarin hij was toegestaan, het Latijn. Er bestaat een rapport uit het midden van de 16e eeuw over de geestelijke stand in Gloucestershire, de streek waar Tyndale werd geboren en later ook nog werkte. Van de 311 geestelijken in dit gebied, waren er 168 niet in staat om de Tien Geboden op te zeggen, terwijl 31 niet wisten waar deze vandaan kwamen; 40 konden het Onze Vader niet opzeggen en eenzelfde aantal wist de oorsprong ervan niet. (I 132). Door het algehele verval was de Kerk bezig haar grip op de geest van het volk helemaal te verliezen. Het Evangelie was onbekend geworden en had daarmee allang niet meer een bindende en vernieuwende kracht in het volksleven. Maar de geestelijke uitzichtloosheid en de maatschappelijke ontevredenheid maakten de situatie wel rijp voor grote veranderingen. Zo zag de tijd eruit, waarin William Tyndale zijn baanbrekende werk als Bijbelvertaler zou verrichten.

Invloed van Wycliffe

De idee van een Engelse Bijbelvertaling was niet nieuw. Fragmenten van de Schrift werden reeds vertaald in de eeuwen voor de Normandische invasie (1166 A.D.). En in de 14e eeuw hadden Wychffe en zijn vrienden een complete Bijbelvertaling het licht doen zien, in een taal die nog midden in de ontwikkeling tot het Engels van de latere historie stond. Hoewel Wycliffe's volgelingen, de Lollarden, als dieptestroming in het volksleven nog steeds invloed bezaten, was het mede door het toen nog ontbreken van de drukpers, nooit gekomen tot brede verspreiding van de Bijbelvertahng en de opvattingen van deze voorloper van de Kerkhervorming. Bovendien had de Wychffe Bijbel enkele nadelen. Hij was niet vertaald uit de oorspronkelijke talen, maar uit de Latijnse Vulgata en derhalve niet vrij van roomse vooroordelen.

Daarbij kwam dat de taal van Wycliffe teveel afweek van die van de 16e eeuw en zodoende voor het hele volk niet meer echt toegankelijk was. Ongetwijfeld is Tyndale beïnvloed door het bestaan van de Wycliffe vertaling. Maar het gedachtengoed van Wychffe is ook nog via een andere weg tot hem gekomen. We denken aan Johannes Huss, die werd geïnspireerd door Wychffe's denkbeelden en op zijn beurt weer Luther beïnvloedde. Van Tyndale is bekend dat hij zich aanvankelijk, in zijn Cambridge periode, sterk voelde aangesproken door de humanist Erasmus. Maar later ontwikkelt zich bij hem een sterke voorkeur voor de Wittenbergse Kerkhervormer. Tyndale verlaat de universiteit van Cambridge in 1521, hetzelfde jaar waarin Luther de pauselijke bul in het vuur gooit.

'De jongen achter de ploeg'

Hij vestigt zich in zijn geboortestreek, Gloucestershire en wordt een soort geestelijk verzorger bij een adelijke familie. Gesprekken met collega's en contacten met de bevolking overtuigen hem van de noodzaak van een Bijbelvertahng, die voor ieder toegankelijk is. De onwetendheid van de geestelijken is zo groot dat de meesten van hen, volgens Tyndale's eigen getuigenis, de boodschap van de Bijbel niet verstaan, ook al omdat ze het Latijn onvoldoende beheersen. 'Ze zingen en mummelen de hele dag met de lippen van zaken die ze niet verstaan'. Dit alles doet bij Tyndale het plan rijzen om het vertalen van de Bijbel zelf ter hand te nemen. 'Als God mijn leven nog wil sparen, zal ik er voor zorgen dat een jongen achter de ploeg meer van de Schrift weet dan u' (I 135). Deze uitspraak aan het adres van de roomse hiërarchie is het startschot voor het werk, waaraan hij zijn hele verdere leven zal wijden. Er zijn veel belemmeringen. Want een boek te schrijven, laat staan een Bijbelvertaling, zonder toestemming van de kerkelijke overheid, dat is een ongehoorde zaak. En ook al komt de vertaling gereed, geen drukker zou het wagen een boek te vermenigvuldigen, zonder het fiat van de Kerk. Daarom doet Tyndale eerst een poging om kerkelijke medewerking te krijgen. In 1523 zien we hem in Londen, in het bisschopppelijk paleis. Geld en onderdak heeft hij nodig voor zijn onderneming. Maar bisschop Tunstall, hoewel zelf bedreven in de oude talen en onder invloed van de renaissance-geest, geeft hem nul op het request. Er zijn in Londen misschien wel andere mensen, die je willen helpen, zo luidt het ontwijkende antwoord. Geheel zonder bescherming moet Tyndale verder zijn weg zoeken. Maar dan krijgt hij contact met Humphrey Munmouth, een rijke Londense koopman, die door zijn buitenlandse relaties onder invloed was gekomen van de leer van Luther. Munmouth geeft hem een plaats in zijn huis en een bedrag van tien pond. Het geld wordt later gebruikt voor de bestrijding van de drukkosten.

De eerste uitgaven

Intussen wordt het voor Tyndale steeds duidelijker dat niet alleen de bisschop van Londen hem geen gelegenheid wil bieden voor zijn werk, maar dat daarvoor in geheel Engeland geen plaats is. Onder Munmouth's dak is hij dan reeds begonnen met de vertaling van het Nieuwe Testament uit het Grieks. Maar op Engelse bodem lijkt de druk en de verspreiding van zo'n aanstootgevend manuscript nog niet mogelijk. Daarom besluit hij zijn arbeid in het buitenland voort te zetten. In 1524 vertrekt hij naar Hamburg, niet vermoedend dat zijn afscheid van Engeland definitief is. Een jaar later is hij in Keulen, bij de drukkerij van Peter Quentel. Het nieuwe Testament is klaar en Quentel ziet er in Engeland een goede markt voor liggen. Eerdere vertalingen in verschillende Europese volkstalen vonden immers ook goede aftrek! Verder dan tien bladzijden komt het drukprojekt echter niet. Want dan slaat het verraad toe. Medewerkers van de drukkerij laten zich tot loslippigheid verleiden, onder invloed van tot dat doel verstrekte wijn. Zo komt de pausgezinde spion Johan Cochlaeus op de hoogte van de zaak. Hij waarschuwt de Senaat van Keulen, die onmiddellijk de druk van het N.T, verbiedt en Hendrik VIII waarschuwt. Tegelijk is er echter al meer uitgelekt. Want in dezelfde tijd krijgt de Engelse koning een brief van zijn, op dat moment op het vaste land rondreizende, hofprediker Lee. Deze waarschuwt 'dat een boek onderweg is, waardoor heel Engeland door het Lutheranisme besmet zal worden' (II 41).
Tyndale laat zich niet afschrikken. Hij weet de reeds gedrukte bladen te pakken te krijgen en vlucht daarmee naar Worms. In deze Lutherse stad komen bij drukkerij Schoeffer twee drukken van Tyndale's Nieuwe Testament tot stand. De eerste is die, waarvan de druk in Keulen werd afgebroken. Hij is voorzien van een voorwoord en kanttekeningen, die de invloed van Luther aangeven. De tweede, in afwijkend formaat om de vijand te misleiden, besluit met een brief van Tyndale, waarin hij zich excuseert voor haastfouten en die eindigt met de woorden: 'Bid voor ons'. Zesduizend exemplaren van het Engelse N.T. zien zo het licht. Later volgen er bij drukkerijen in Antwerpen nog drie herdrukken. Schattingen van het totaal aantal exemplaren variëren van 15000 tot 18000.

Smokkel

Hoe kwamen de Nieuwe Testamenten in Engeland terecht! Vooral door toedoen van enkele rijke koopplieden in de havensteden langs de Noordzee en ook in Engeland zelf werd een smokkelnetwerk gevormd om de boeken het land binnen te krijgen. Bestaande smokkellijnen voor ketterse lectuur, werden eveneens gebruikt. En het duurt niet lang of het Nieuwe Testament in de volkstaal, verstopt tussen koopwaar, passeert de controleposten van de havenpolitie van Hendrik VIII. En ook al veroordeelt Hendrik, op advies van zijn eerste minister kardinaal Wolsey, het ketterse smokkelboek dadelijk tot de brandstapel, de verspreiding ervan kan niet worden tegengehouden. Tyndale verhuist naar Antwerpen. In de Nederlanden vindt hij goede gelegenheid voor zijn vertaalwerk en daar is hij ook dichterbij de mensen, die de smokkelarbeid verzorgen. Eenentwintig jaar later, in 1557, zullen deze Bijbelsmokkelaars of hun zoons nog kunnen profiteren van de thans opgedane ervaring. Een in Genéve, onder supervisie van Calvijn vertaald Engels Nieuw Testament, kan dan het Engeland van de Roomse Maria Tudor slechts binnenkomen, dank zij de smokkelaars van de Noordzee.

Opkoopaktie

In Engeland wordt alles op alles gezet om Tyndale,s vertaling op te sporen en te vernietigen. Spionnen van de koning en de bisschoppen gaan het land door. Bezitters van het Nieuwe Testament en andere lektuur worden gevangen genomen. Onder de gevangenen is ook Munmouth, Tyndale's helper van het eerste uur. Veelal moeten ze zelf de vuren stoken, waarin ze ook zelf hun ketterse boeken moeten gooien. Als Tyndale hiervan hoort zegt hij dat de bisschoppen zelfs Christus zouden verbranden, als ze Hem in hand.;n zouden hebben. De tegenmaatregelen blijken het binnensmokkelen en verspreiden niet totaal lam te kunnen leggen. Daarom vatten enkele bisschoppen het plan op om via 'welgezinde' kooplieden, zoveel mogelijk boeken tegen een hoge prijs op te kopen in het buitenland. Tot de plannenmakers behoort ook de ons al bekende bisschop Tunstall. Als anti-Lutheraan, moet hij van dat, in zijn ogen 'Lutherse Nieuwe Testament' uiteraard niets hebben. In verband met deze opkoopaktie is een merkwaardig voorval bekend. Een Engelse koopman, Packington, wordt benaderd door Tunstall cs. Packington ontvangt geld, gaat naar Antwerpen en zoekt daar Tyndale op. Na enige aarzeling stemt Tyndale toe in het voorstel van de koopman en de dikke buidel met geld verwisselt van eigenaar in ruil voor een partijtje Nieuwe Testamenten. Tyndale zal het geld later gebruiken voor zijn uitgave van de Pentateuch.

Tweeslachtigheid

Verbrandingsceremonies van Nieuwe Testamenten en Lutherse geschriften komen, in de jaren 1526 en 1527 en ook later wel, in het Engeland van Hendrik VIII regelmatig voor. En dan te bedenken dat slechts een tiental jaren later de hele Bijbel (niet de vertaling van Tyndale, maar wel grotendeels ontleend aan zijn werk!) overal in het land mocht worden verspreid, met goedkeuring en erkenning van dezelfde koning Hendrik, De houding van Hendrik en zijn bisschoppen reflecteert hier al het kenmerkende van de latere Anghkaanse staatskerk: Anti-paaps om redenen van buitenlandse politiek, maar naar binnen toe mag de lutherse en calvinistische Hervorming de bestaande roomse structuur slechts ten dele aantasten. Uiteindelijk zal de Bijbel in de volkstaal worden toegestaan, maar de namen van de revolutionaire Luther (en dus ook Tyndale) en Calvijn mogen er niet aan worden verbonden. Overigens is er naast de Anglikaanse tweeslachtigheid, in het Engeland van de 16e eeuw zeker ruimte ontstaan voor een diepe doorwerking van de Reformatie uit Wittenberg en Genéve, zelfs tot in de staatskerk toe. De invloed van Tyndale's werk is daarvan getuige. Een zeer groot deel van de door Tyndale ingevoerde zinswendingen en van zijn idioom is terug te vinden in de Authorized James Version en daardoor is het vertaalwerk van Tyndale nog steeds aktueel in de hele Engels sprekende wereld, zowel buiten als binnen de Anglikaanse gemeenschap.

Het Grenville fragment

Het is zaak steeds te bedenken dat de Tyndale vertaling aanvankelijk werd verspreid onder zware vervolgingen. Hoe zwaar het was blijkt onder meer uit het feit dat van de oorspronkelijke uitgaven van Tyndale's Nieuwe Testament en van andere door hem vertaalde Bijbelboeken, niet meer dan enkele exemplaren bewaard bleven. Eén ervan, het Grenville fragment (genoemd naar de 19e eeuwse ontdekker ervan), een deel van de eerste Wormse editie van het Nieuwe Testament, is te bezichtigen in het Brits Museum.

'The Pope's bull'

 In 1530 begint Tyndale met het Oude Testament, een werk dat hij helaas niet meer zal kunnen afmaken. Omgang met Nederlandse Joden had zijn kennis van het Hebreeuws op het vereiste peil gebracht. Zijn vertaling van de Pentateuch, die het jaar daarop verschijnt, ademt, vooral door voorwoord en kanttekeningen, nog meer de geest en de stijl van Luther dan zijn Nieuwe Testament, Het polemische tegen Rome blijkt bijvoorbeeld uit zijn protest tegen het innen van de Pieterspenning en uitspraken als: 'The pope's bull slayeth more than Aaron's calf. De woordspeling 'bull' d,w,z, 'stier' of pauselijke 'bul' zal in Engeland wel geen enkele lezer zijn ontgaan. Dus: 'De pauselijke stier (bul) slaat meer mensen dood dan het kalf van Aaron',

Anna Boleyn

Van groot belang is ook het revisiewerk van Tyndale geweest. Zijn eerste uitgaven waren, zoals hij zelf bevestigt haastwerk, In 1534 publiceert hij zijn vertaling van het boek Jona, maar ook een geheel herziene versie van zijn Nieuwe Testament, Het is hetzelfde jaar waarin Hendrik VIII, gebelgd door de pauselijke onwil om toe te stemmen in zijn echtscheiding, definitief de banden met het administratieve en pohtieke (niet het geestelijke!) Rome verbreekt en zichzelf uitroept tot hoofd van de Engelse Kerk, Daarmee is het tij voor de engelse Reformatie beslissend ten goede gekeerd. Kenmerkend voor de verandering is de tussenkomst van Hendrik's nieuwe gemalin Anna Boleyn ten behoeve van een in moeilijkheden geraakte koopman, die had geholpen bij de verspreiding van de eerste Wormse editie. Als dank doet Tyndale aan koningin Anna een verfraaid exemplaar van zijn herziene Nieuwe Testament toekomen. Dit boekwerk bestaat nog steeds. (Brits Museum).

Verraden

De geleidelijke verbreiding van de Reformatie over West-Europa brengt ook de tegenstander in het geweer. Het jaar van Hendrik's afscheiding van Rome en van Tyndale's herziene Nieuwe Testament is ook het jaar waarin de Jezuïetenorde wordt opgericht, Rome's speerpunt in de Contra-Reformatie. Weldra zal de vervolging in nieuwe hevigheid uitbarsten, maar nu met daarbij het raffinement van de Inquisitie. Donkere wolken pakken samen, ook boven de Nederlanden, waar Tyndale zo'n gastvrij onthaal vond. Hij moet het gevaar wel gevoeld hebben, maar hij gaat moedig door. Iets van zijn onverschrokkenheid blijkt uit een brief aan een gezant van koning Hendrik. Daarin belooft hij nooit meer iets te zullen schrijven en dadelijk Antwerpen te zullen verlaten om zich over te geven aan de koning. 'Ik zou me nederig voor zijn voeten buigen en mijn lichaam aanbieden, zelfs voor martelingen en dood als de koning zou besluiten een Engelse Bijbel te verspreiden' (II 1167).

John Rogers

In 1535 wordt hij verraden in het huis van zijn Antwerpse vriend Thomas Poyntz. Hij wordt gearresteerd en opgesloten in het kasteel Vilvorde bij Brussel. Maar nog is dit werkzame leven niet ten einde. Van de gouverneur van Vilvorde krijgt hij toestemming om zijn Hebreeuwse Oude Testament, zijn grammatika en zijn woordenboek bij zich te mogen hebben. En in de kerker gaat Tyndale onder onvoorstelbaar moeilijke omstandigheden door met zijn arbeid. We danken aan deze periode in gevangenschap een vertahng van de boeken Jozua tot en met 2 Kronieken plus een tweede herziening van zijn Nieuwe Testament, later in druk gegeven door de zorg van Tyndale's vriend John Rogers, die ook zelf een belangrijke rol speelde bij latere uitgaven van de Engelse Bijbel; hetgeen hij als zovelen met de marteldood heeft moeten bekopen.
Op 6 oktober 1536 is het Tyndale's tijd. Voor zijn leven is in de, door de inquisitie geteisterde Nederlanden geen plaats meer. Vlak voor zijn dood - hij wordt gewurgd en daarna verbrand - klinkt zijn laatste gebed: 'Heere open de ogen van de koning van Engeland'.

I H. W. Hoare 'Our English Bible', Ed. John Murray, London, 1911. II Brooks Foss Westcott 'A general view of the history of the English Bible', Ed. Mac Millan, London 1868

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981

Protestants Nederland | 8 Pagina's

William Tyndale: 'Vader van de Engelse Bijbel'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981

Protestants Nederland | 8 Pagina's