Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther en de Aflaathandel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luther en de Aflaathandel

3 minuten leestijd

Aan een artikel van prof. dr. G. P. van ltterzon over 'De Aflaathandel' in het 'Hervormd Weekblad' wan 11 augustus 1983 ontlenen wij het volgende:

Reeds tijdens zijn studie in Erfurt kwam Luther met de handel in aflaten in aanraking. Een pauselijke gezant, die voor geld kwijtschelding van straffen kwam aanbieden, werd met veel drukte ingehaald. Het was een lange processie, waarin de Raad, de geestelijken, de professoren en de scholieren optrokken, de kardinaal tegemoet. In de Dom kwam een groot kruis te staan met een geldkist er naast. Voor Luther iets om nooit te vergeten. Als hoogleraar in Wittenberg had Luther ervaringen in dezelfde lijn. Zijn beschermheer Frederik de Wijze had daar in zijn Slotkerk niet minder dan 17443 reliquieën in zijn bezit. Wie daarbij knielde en een gift aan het bouwfonds schonk, kreeg niet minder dan 127799 jaren aflaat. Voor de keurvorst was dit unieke relieken-bezit een bron van inkomsten, omdat in geheel Noord-Duitsland zulk een schat niet te vinden was en men gaarne hierheen pelgrimeerde om genade te verwerven. Ofschoon Luther ook uit deze inkomsten gesalarieerd werd, was hij toch zo eerlijk en zo moedig, dat hij reeds een jaar vóór zijn 'hervormingsdaad', op 31 okt. 1516, in dezelfde Slotkerk tegen de aflaat preekte, al viel dit bij de keurvorst, zoals te begrijpen is, niet in goede aarde. Hij preekte over Luc. 19 : 8, de gelofte van Zacheüs en zei o.a. het volgende: 'Men moet vrezen, dat de aflaten vaak met de innerlijke boete in strijd zijn. Want deze is een waarachtige verbrijzeling, een ware belijdenis, een waar genoegdoen in de geest. Want de ware boetvaardige mishaagt zichzelf volledig in alles wat hij doet; hij wendt zich met alle kracht tot God, erkent zijn schuld en belijdt die van harte aan God. Hij zoekt geen aflaten en kwijtschelding van straffen, maar hij wil ze betalen. Wat men gewoonlijk galgenberouw noemt, komt bij hen aan het licht, die dadelijk en meermalen vallen. Zij hebben minder smart over hun zonde dan over de straf. Zo iets komt zeer vaak voor, omdat de mens uit vrees voor straf en uit eigenliefde Gods gerechtigheid haat en zijn ongerechtigheid liefheeft, omdat hij de straf haat. Het andere is het ware berouw, omdat het uit liefde tot de gerechtigheid en straf de zonde haat en omdat het wil, dat aan de geschonden gerechtigheid genoeg gedaan wordt. Daarom wil het geen aflaat, maar kruis'. Luther was met de aflaat duidelijk bezig en was op het punt gekomen, waar hij naar eer en geweten niet meer terug kon. Zijn protest kon hier niet ophouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1983

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Luther en de Aflaathandel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1983

Protestants Nederland | 8 Pagina's