Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terug naar de mystieken van de Middeleeuwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terug naar de mystieken van de Middeleeuwen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is er deze tijd hoop voor een spirituele beweging, waarin rooms-katholieken en protestanten elkaar kunnen erkennen en ontmoeten? Ds. G. H. Abma meent van wel. (PN okt. 1987)
Hij zoekt daartoe aansluiting bij mystieke hervormingsstromingen binnen het rooms-katholicisme van voor de Reformatie. Op zich is reeds dit teruggrijpen tot de tijd van voor de Reformatie niet zonder betekenis. Vindt hij binnen het erfgoed van de Reformatie geen antwoorden meer op de vragen, die onze verhouding tot Rome bepalen?
Wij laten dit voorlopig rusten en willen met Abma een ogenblik stilstaan bij de door hem bedoelde stromingen. Hij noemt de beroemde Christusprediker Bernard van Clairveaux (gest. 1090), door Luther 'de grootste van de kerkleraars' genoemd, en de navolgers van de beweging der Moderne Devotie. In Nederland werden ze bekend als Broeders des Gemenen Levens. Namen als Geert Groote en Thomas ä Kempis hebben hun bekendheid nog steeds niet verloren. Deze 15e eeuwers beïnvloedden o.a. spaanse mystieken als Teresa van Avilla en Johannes van 't Kruis, die evenals Bernard door Rome als heiligen worden vereerd. De opsomming van Abma is allerminst volledig. Hij had ook nog Tauler en de Rijnlandse Godsvrienden kunnen noemen, die Luther beïnvloedden en in hetzelfde verband zijn eveneens figuren als Eckart en van Ruusbroec te melden. En als verbindingsschakel is de 12e eeuwer Joachim van Fiore nauwelijks weg te denken. De pré-reformatorische mystieke bewegingen hebben een rijke historie. Die hoeft hier echter niet uitgespit te worden. Het gaat erom, dat deze historie door Abma ter sprake wordt gebracht, ter ondersteuning van zijn visie op mogelijke toenadering tussen rooms-katholieken en protestanten in onze tijd.

Hegger

Terzijde zij opgemerkt, dat Abma zich hierbij beroept op een boek van ds. H. J. Hegger. In zijn 'Hoe leef ik met een genadig God?' (Uitg. Desondanks, Boulevard II, Velp 1987), zou Hegger pré-reformatorische mystieken als Teresa van Avilla met instemming citeren en zo de charismatische visie van Abma ondersteunen.

De vraag of deze kenschets van het boek van Hegger juist is, kan op dit moment buiten beschouwing blijven. In ieder geval is duidelijk, dat Hegger bepaald geen verdediger is van een soort spiritualistische oecumene tussen rooms-katholieken en protestanten en voorts ook, dat hij zich niet schaamt om tegenover Rome zowel de Heidelberger Catechismus als de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels in stelling te brengen.
En deze belijdenisgeschriften getuigen zeker niet van de mogelijkheid tot charismatische eenheid tussen rooms-katholieken en protestanten. Veel positiefs Intussen geldt ook, dat over de pré-reformatorische mystieken inderdaad veel positiefs te zeggen is. Zij tornden op tegen de geestelijke armoede en de fatale misstanden in de middeleeuwse kerk. De profetische allure waarmee Bernard van Clairveaux de vergevende liefde en de gerechtigheid van Jezus bejubelde, heeft Luther de uitspraak ontlokt: 'Hij spreekt beter zelfs dan Augustinus'. Ondanks zijn mystieke uitingen was Bernard zich ervan bewust, dat de ziel niet kan opklimmen tot God, maar slechts leeft door de genade van Christus.
Ook Calvijn bewonderde Bernard vanwege diens protest tegen de romeinse Curie. Wie kent niet het gezang 'O Hoofd vol bloed en wonden', wellicht zonder te weten dat het van Bernard afkomstig is? Ook in het optreden van latere mystieken, ontmoeten wij veel ootmoedige vroomheid. Zij beïnvloedden mannen als Wycliffe en Huss en hebben onschatbare diensten bewezen bij het ontvankelijk maken van de geesten voor de 16e eeuwse Reformatie. Hun positieve invloed rijkt zelfs via de nadere Reformatie van de 17e eeuw en de opwekkingsbewegingen van de 18e en 19e eeuw tot in onze tijd.

Verinnerlijking

Dit erkennende, moeten wij er onmiddelijk aan toevoegen dat ook bij de pré-reformatorische mystieken kaf onder het koren was en bovendien, dat zij zelfs in hun beste uitingen niet toekwamen, aan het schriftuurlijke en geestelijke niveau van de Reformatie, lerwijl Bernard zich in zijn Jezusliefde nog vastklemde aan het objectieve Woord en het Kruis van Christus, ligt dat al heel anders bij Eckart, Suso, Tauler en van Ruusbroec.
Bij hen vervluchtigt de Christus van de Schriften in een pantheïsme dat God overal ontmoet. Geert Grote was weliswaar een profeet tegen de geest van de tijd, die diepe indruk wist te maken op het volksgeweten, maar de voluit bijbelse prediking van de rechtvaardiging door het geloof alleen, vinden we bij hem niet.
En nog minder is dat het geval bij zijn, nog steeds gelezen, volgeling Thomas a Kempis. Bij deze staan vrome gemoedelijkheid en subjectieve verinnerlijking op de voorgrond. S. van der Linde is van oordeel dat het mystieke, individualistische, onhistorische en onculturele van a Kempis 'in sterke spanning staat met het bijbelse realisme van de Reformatie'.

Maria vereerder

Bij dit alles moet ook niet vergeten worden, dat het erfgoed van de voorreformatorische mystieken door Rome is gebruikt om, waar mogelijk, de Reformatie te vernietigen. Zo goed als het positieve van Bernard en van de Moderne Devotie heeft mogen doorwerken in de Reformatie, zo goed zijn ook de onbijbelse aspecten van het middeleeuwse mysticisme gemobiliseerd om de Reformatie de doodsteek toe te brengen. Een eerlijke schets van Bernard mag niet voorbijgaan aan het feit dat hij een fervent Maria-vereerder was. Het gebruik van de titel 'Onze Lieve Vrouwe' is van hem afkomstig. Een enkel citaat willen wij u niet onthouden: 'Bevreesd voor de donderslagen van de Vader, keer u tot Jezus. Maar indien u ook bevreesd bent voor Jezus, ga dan naar Maria. Als de zondaar haar aanroept, toont ze haar borsten en boezem aan de Zoon, zoals de Zoon Zijn wonden aan de Vader toont'. Het is geen wonder, dat de huidige paus op 10 mei jl Maria 'de beschermster van de mystieke groei van haar goddelijke Zoon' noemt.
Hegger (!) vraagt zich in dit verband ironisch af, of wij nu ook het bekende Maria-gebed van Bernard moeten bidden: 'Neem mijn geestelijke leven onder uw bescherming'? (IdrS 1987-8). Het 'onroomse' van Bernard wordt gecompleteerd met door en door roomse trekken. Hij was een vurige aanhanger van het pausdom en droeg bij aan de ontwikkeling van het absolute papisme. In dat kader passen ook zijn pleidooien voor het houden van kruistochten. Deze machtige prediker van de liefde van Jezus, betoonde zich wel al te zeer een kind van zijn tijd, toen hij de slachtingen tijdens de 2e Kruistocht goedpraatte.

Contra-Reformatie

De Contra-Reformatie, die naast de aanval op het Protestantisme ook orde op zaken in eigen huis stelde, heeft ampel gebruik weten te maken van de mystieke en andere hervormingsbewegingen uit de Middeleeuwen. Het Concilie van Trente knoopte erbij aan. Duidelijk is dit het geval t.a.v. de Moderne Devotie. De ethisch-spirituele vernieuwingsgedachten van deze stroming beïnvloedden niet alleen het humanisme (Erasmus e.a.) en de Reformatoren, maar zeker ook de leiders van de Contra-Reformatie. Wij denken aan de spaanse inquisiteur Ximenez, die ondanks zijn vele goede hervormingen (o.a. Bijbelvertaalwerk), zich een onverzoenlijke vijand betoonde van de Reformatie. Hetzelfde geldt voor de enige nederlandse paus, Adriaan VI.
Maar ook de genoemde Teresa van Avilla en haar volgeling Johannes van het Kruis zijn geïnspireerd door de Moderne Devotie. En dan komt tegelijk een heel andere zijde van deze mystieke beweging naar voren. Een zijde waarmee de Reformatie zich onmogelijk kan verenigen. Reeds in de (gematigde) Jezusmystiek van Bernard gaat het om het betreden van drie trappen, die tot God leiden: meditatie, contemplatie (vrome beschouwing) en extase (geestvervoering). Bij Bernard is daarbij geen sprake van een zelfstandig opklimmen door de mens, meer van stadia in het geestelijk leven.
Maar bij Teresa gaat dat anders. 'Daar stijgt de ziel omhoog op de mystieke ladder, door gebed en concentratie, totdat het bovennatuurlijke wordt aangeraakt. In een spiritueel huwelijk, in het gebed, vindt dan de vereniging van de ziel met Christus plaats. In een extatische ervaring'. Johannes van het Kruis gaat nog verder: 'Dan vestigt God een zo intieme vereniging tussen de menselijke en de goddelijke natuur, een zo volmaakte mededeling, dat die twee naturen in elkaar schijnen op te gaan'. (Ontleend aan 'De Katholieke Kerk, dl II, p. 828).
Hoewel dit soort mystieke uitingen wezensvreemd zijn aan de leer van Luther en Calvijn, zag de Inquisitie een tijdlang protestantse gevaren in de traditie van de Moderne Devotie. Teresa werd zelfs enige tijd gevangengezet, evenals overigens de latere oprichter van de Orde der Jezuïeten, Ignatius de Loyala. Later, toen de Jezuïeten zelf de leiding van de Contra-Reformatie overnamen, wist men beter het bruikbare van de Moderne Devotie traditie ten eigen bate te selecteren. Alle uitlopers van de Moderne Devotie, die verwant waren aan het Protestantisme, konden echter rekenen op de harde hand van de Inquisitie. De aandacht voor verinnerlijking, de idee van het via de weg van zelfverloochening opkhmmen tot 'een rusten in God'. Dat waren zaken, die de Jezuieten konden gebruiken. Maar aanhangers van het eenvoudige geloof in de alleen rechtvaardigmakende God, werd het leven en werken onmogelijk gemaakt.
In de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk is dat aangetoond door de geschiedenis van het Jansenisme en van haar centrum in het klooster Port-Royal. De voorzichtige aanzetten tot een reformatorische opwekking binnen Rome, later zo meesterlijk verwoord door Blaise Pascal, werden daar door de machten van paus, koning en Jezuieten in de kiem gesmoord. Rome zelf sloot de weg van een Reformatie via de Moderne Devotie definitief af. Wat ervan over bleef was de mystieke pretentie, dat de mens zich in volledige zelfovergave in een weg van beschouwing en gebed tot God kan opwerken. Dat rechtvaardiging en heiliging alleen buiten ons in Christus te vinden zijn, zover is de Moderne Devotie in feite nooit gekomen. Ze heeft hoogstens de weg ertoe gebaand. Maar die weg is door Rome beslist afgewezen.

Zo kunnen vanuit de middeleeuwse mystiek inderdaad lijnen worden getrokken zowel naar de Reformatie, als naar Rome. Maar die lijnen convergeren niet, ze komen niet bijeen. Een extreem voorbeeld is de duitse mysticus Tauler. (gest. 1461). De jonge Luther onderging een tijdlang zijn invloed. Tegelijk echter is er verband aan te wijzen tussen hem en Petrus Canisius, de succesvolle leider van de Contra- Reformatie in Duitsland.

Wie, zoals Abma, verwantschap wil stellen tussen de pré-reformatorische mystieken en de Reformatie, heeft gelijk. Hij heeft tegelijk in wezen ongelijk. De middeleeuwse mystiek is door de Reformatie ten dele afgewezen en ten dele gezuiverd van haar subjectivisme en op een hoger Schriftuurlijk niveau gebracht.
Op dat niveau zijn niet zelfbeschouwing en (charismatische) extase maatgevend, maar de genade Gods, die zijn anker heeft buiten ons in Woord en Geest. Rechtvaardig in Christus, alleen door het geloof.

Luther

Dat Luhter aanvankelijk bewondering had voor enkele mystieken, is niet te verklaren door een vertrouwen in subjectieve vroomheidsuitingen maar door zijn ontzag voor het verborgene van God. Ten diepste is de grond van onze zaligheid een geheimenis. Het mysterie van de uitverkiezing en van het Kruis van Christus, doet de gelovige wegzinken in bewonderende aanschouwing. Het wonder van de inwoning van Christus in vanuit zichzelf verloren zondaren, is niet in woorden te vatten. Luther meende van die vrome bewondering iets aan te treffen bij Tauler en de Rijnlandse Godsvrienden. Maar later ziet hij, dat zij veelal 'de werkelijkheid versluieren in groezehge termen'. Het draait bij hen veel te veel om de mens en om het gebeuren in de mens. Luther blijft dan nog wel spreken van de 'mystieke Christus in ons', maar hij vult dat begrip door 'de tegenwoordigheid van de Gekruisigde in het geloof door Zijn Woord'. Naarmate, mede in het conflict met de Wederdopers, de ware aard van het mysticisme aan hem duidelijk wordt, 'gaat hij steeds meer nadruk leggen op Gods belofte, op het objectieve Woord, berustend in de heilsfeiten van Christus; de boodschap van de gekruisigde Christus komt samen in het ene Woord van de belofte'. (W. van 't Spijker, 'Luther, belofte en ervaring')

Bij een beoordeling van de middeleeuwse mystiek, o.a. van de Moderne Devotie, kan men nooit voorbij de 16e eeuw teruggrijpen, alsof in dat tijdperk niet een zeer veel omvattende en diepgaande Reformatie van de kerk en de theologie heeft plaatsgevonden. De belijdenis van de Reformatie behoedt ons ervoor om geïmponeerd te raken door diep in de historie gewortelde mystieke bewegingen, voor zover die het ook vandaag bij Rome nog gemakkelijk kunnen uithouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Terug naar de mystieken van de Middeleeuwen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

Protestants Nederland | 8 Pagina's