Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gang naar Canossa was legendarisch, maar de ban had zelden enig effect

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gang naar Canossa was legendarisch, maar de ban had zelden enig effect

Studie van Utrechtse historicus over de pauselijke banvloek:

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een aantal jaren geleden haalden tal van kritische rooms-katholieke theologen de wereldpers omdat ze door de paus op het matje werden geroepen vanwege hun al of niet vermeende onrechtzinnigheid. Mannen als de Zwitser Küng, die in het Zuidduitse Tübingen aan de Katholieke theologische faculteit doceerde, de Zuidamerikaan Leonardo Boff, de Vlaamse Dominicaan Edward Schillebeeckx aan de Nijmeegse Katholieke Universiteit en vele anderen moesten zich, soms ter plekke in het Vatikaan, verantwoorden voor hun leringen en geschriften.

Enkele van die zaken leken met een sisser af te lopen. Schillebeeckx is niet compleet in de ban gedaan, hoewel hij heel wat vragen stelde aan het Petrusambt van de bisschop van Rome. Hans Küng raakte wel zijn kerkelijke leeropdracht kwijt, maar bleef als roomskatholieke oecumenicus in Tübingen doceren. En misschien komt er ooit een volledig eerherstel voor bevrijdingstheologen als Boff, zoals er hier en daar ook posthuum begrip is gekomen voor iemand als Pierre Teilhard de Chardin, die evolutie en bijbels scheppingsgeloof probeerde te verbinden.

Geen brandstapel

Sommige 'ketters' van onze eeuw hebben een royaal ongedaan maken van de ooit over hen uitgesproken banvloek niet zo ronduit beleefd. Een professor Klaas Steur moest later als dorpskapelaan weggestopt zijn dagen slijten. En de Nijmeegse psychiater dr. Anna A. A. Terruwe heeft voor zover ik me herinner nimmer een eredoctoraat van de pauselijke Gregoriana in Rome in ontvangst mogen nemen. Maar alle genoemden hebben in hun verscheidenheid van kritiek op aspecten van het instituut Kerk en Leergezag toch één ding gemeen: niemand van hen belandde om zijn of haar leringen op de brandstapel. En de boeken van Küng en Schillebeeckx werden niet in het openbaar verbrand, maar beleefden herdruk na herdruk.

Zo'n aanpak is in vroeger eeuwen wel anders geweest. De paus en de Kerk hadden diverse middelen om dwalende zielen op het rechte pad te brengen. En aangezien de Kerk geacht werd geen bloed te vergieten liet ze dit vuile handwerk over aan de wereldlijke overheden, hoewel er ook een fors geestelijk wapen was: de pauselijke banvloek.

Hoe die banvloek in de Middeleeuwen als geestelijk wapen in de politiek functioneerde is het onderwerp geweest van een academische studie, destijds verdedigd ten overstaan van de bekende, nu emeritus. Utrechtse hoogleraar in de geschiedenis der Middeleeuwen, prof. dr. F. W. N. Hugenholtz. Die studie is het proefschrift 'De pauselijke banvloek' van dr. Fred C. Kloek, die met dit werk over 'Een geestelijk wapen in de middeleeuwse politiek' in 1987 zijn graad in de letteren behaalde.

Pauselijke banvloek

Kloek, anno 1948 en nu conrector van een roomskatholieke scholengemeenschap, studeerde geschiedenis in Utrecht en Toulouse en hij wil met dit boek antwoord geven op vragen als: wat betekende het voor een aantal Europese keizers en koningen in de twaalfde en dertiende eeuw dat zij door de banvloek van de paus werden getroffen? Hoe groot was de geestelijke macht van deze kerkvorsten? Hoe reageerden de tijdgenoten der getroffen vorsten op het machtswoord van de vermeende opvolgers van Petrus? Waaraan ontleenden die pausen hun politieke macht? Was deze excommunicatie werkelijk zo effectief en voerde de algemene middeleeuwse godsdienstigheid als het ware automatisch tot verregaande gehoorzaamheid aan de stedehouder van Christus op aarde?

Laten we maar vast met de conclusie beginnen. Kloek tracht aan te tonen dat de banvloek aan de paus slechts een schijn van macht gaf en dat het effect van zo'n pauselijk vonnis vaak een andere achtergrond had. Deze namelijk, dat de paus regelmatig kon steunen op de adel die zich uit welbegrepen eigenbelang verzette tegen zijn koning of keizer en die daarbij zo'n excommunicatie graag aangreep als ideaal motief voor een opstand tegen de landheer. De macht van de paus in politieke zaken was, aldus deze interessante studie, dus veel minder gebaseerd op dat algemene geloof in de macht van de paus als goddelijke macht dan op de steun van de aristocratie tegen de vorsten. Wanneer de macht van die adel afneemt blijkt ook de politieke macht van de paus sterk terug te lopen.

Historische clichés

In zijn voorwoord tot de handelseditie van het proefschrift wijst ook prof. Hugenholtz erop, hoe bepaalde clichés in de historische literatuur een lang leven beschoren is. Eén daarvan is, dat het ernstige gevolgen had voor een vorst wanneer de paus hem met zijn banvloek veroordeelde. Als de paus de vorst uitstootte had dat voor het vorstelijk zieleheil grote gevolgen en maatschappelijk werd hij een van ieder geschuwde paria die men niet meer behoefde te gehoorzamen en die men zelfs niet meer trouw mócht blijven. Deze gangbare opvatting is, aldus Hugenholtz, door dit boek van Kloek volkomen achterhaald. Ook de opvatting dat de pauselijke ban vroeger als wapen wèl effectief was geweest, maar in de loop der jaren en eeuwen aan slijtage onderhevig was, helemaal niet te kloppen. En dat mooie verhaal van Canossa klopt ook al niet. Dat wilde immers, dat de in de ban geslagen Duitse koning en latere keizer Hendrik IV in 1077 in Canossa (een rotsburcht in Reggio d'Emilia in Italië) barrevoets in de sneeuw naar paus Gregorius VII waadde om hem vergiffenis en opheffing van die ban af te smeken. Dat verhaal leverde zelfs de uitdrukking op 'naar Canossa gaan'; zijn boetekleed aantrekken. Een bekend woord van de architect der Duitse eenheid, Otto vorst Von Bismarck, werd zijn 'nach Canossa gehen wir nicht!'

Investituurstrijd

Welnu, ook Hugenholtz benadrukt dat er weliswaar kloven gapen tussen de theorie en de praktijk van de pauselijke banvloek, maar de middeleeuwer geloofde wèl in de gevolgen van die ban. Terwijl die ban tóch geen effect bleek te hebben in het dagelijks leven van de getroffen vorst. We hadden toen dus met de vreemde situatie te maken dat de ban politiek weinig uitwerkte, dat de vorsten het wel zeer onaangenaam vonden wanneer de paus dit geestelijke wapen jegens hen hanteerde èn dat de pausen hun banvloeken bleven slingeren, ook als die weinig resultaat hadden. De handelseditie van Kloeks boek toont op de omslag een middeleeuwse tekening die laat zien hoe keizer Hendrik IV paus Gregorius VII uit Rome verdrijft en hoe die paus is gestorven. Dat is wel symbolisch: de wereldlijke heersers waren in feite de overwinnaars, niet de kerkvorsten.

Kloek behandelt in zijn vrij beknopte studie - ruim 100 bladzijden tekst is voor een academisch proefschrift in de letteren niet zeer omvangrijk! - vooral de periode van 1076 tot 1303. In deze tijd van de investituurstrijd, waarbij het ging om de macht om bisschoppen te benoemen, door de paus of door de wereldlijke heersers, hebben de pausen meer dan twintig keer een keizer of een koning in de ban gedaan.

Hoge roeping

Het was de tijd dat de feodale versnippering van Europa werd 'bedreigd' door het toenemend centralisme van de vorsten. Daar was de lokale adel vaak niet echt blij mee. Die mini-heersers zagen hun beperkte, maar vrij absolute, macht teloorgaan door de verenigingsneigingen van de keizers van het heilige Roomse rijk der Duitse natie en door de koningen van bijvoorbeeld Frankrijk. Dus als zij met hun steun aan de paus de koningsmacht konden ondergraven lieten die graven en hertogen dat niet na. Liefst 22 keizers en koningen zijn in de door Kloek onderzochte periode met een banvloek van de pausen getroffen. Onder anderen Gregorius VII, Innocentius III en Alexander III waren deze geestelijke leidslieden, wier beslissingen niet altijd even doorzichtig waren.

Kloek geeft daar aardige voorbeelden van. Het lijkt soms niet om hogere geestelijke waarden en het geloof in de leer van de H. Moederkerk te gaan, maar om kleine, al te menselijke politiek, machtswellust, platvloerse ruzies en zo meer.

Hoewel het voor ons niet duidelijk is, waarom een koning die Sicilië wil inpikken in de ban moet, zegt Kloek toch van de pausen, dat hun hanteren van de ban soms (vaak?) wèl werd ingegeven door hun hoge roepingsbesef en door hun overtuiging dat zij het Goede moesten verdedigen tegen de machten van het Kwaad. Een koning, die bijvoorbeeld oprukte naar de omgeving van Rome, dreigde daardoor de rechtsmacht van de paus aan te tasten en in feite de onafhankelijkheid van de Kerk - dus in de visie van de pausen: van God en Christus Zelf - te bedreigen.

Geen ketter-koningen

Opmerkelijk is wel, dat die met de ban getroffen koningen en keizers niet minder 'katholiek' dan de paus waren. Er was over het algemeen zeker geen sprake van ketterse ideeën en idealen, waarom zo'n vorst in de ogen van zijne heiligheid doemwaardig zou zijn geworden. Dat is een groot verschil met latere banvloeken, jegens Johannes Hus of Luther of andere hervormingsgezinde denkers. Daar ging het veel meer over theologische (dogmatische) kwesties.

Maar de vijf Duitse keizers, zes Iberische vorsten of Normandische heersers op Sicilië die Kloek, met andere vorsten, hier ten tonele voert zijn veelal geen Katharen of Albigenzen. Zij achten zich net zo goed verdedigers des geloofs en trouwe zonen van de Kerk. Als ze dan worden afgezet - althans in theorie, in de praktijk valt het mee - dan doen ze nogal eens een tegenzet: ze stellen gewoon een andere paus aan, die als tegenpaus soms, de strijd aanbond met de officiële kerkelijke heerser in Rome.

Beperkt succes

Kloek ontdekte in zijn onderzoek, dat van de genoemde 22 banvloeken er slechts 5 min of meer succes hadden voor de pausen, die hun grote woorden nauwelijks effectief konden maken. Een groot leger had de paus niet en als zijn moreel gezag niet voldoende was kon hij niet zo bar veel beginnen, tenzij hij de wereldlijke macht inschakelde. Het ging de paus uiteindelijk om het handhaven van de 'libertas ecclesiae' (de vrijheid der kerk) tegenover de keizer of koning die geen 'auctoritas' (goddelijk gezag) had zoals de paus, maar slechts 'potestas' (macht). Voor die vrijheid der kerk had de paus ook een wereldlijk grondgebied nodig en de hele Middeleeuwen door, en ook later tot in de 19e eeuw toe, ging het tussen paus en vorst om het afbakenen van hun invloed en territoir.

Tussen 'Canossa' van paus Gegorius VII en de late 13e eeuwse paus Greorius IX in diens confücten met keizer Frederik II beweegt zich dit boek. De laatste paus moet erkennen dat zijn ban zelfs geen enkel effect meer heeft en dat de wereldlijke heerser het heeft gewonnen.

Het helder geschreven werk van Koek telt een achttal hoofdstukken. Daarin komen achtereenvolgens aan de orde: vragen rondom de ban (pauselijke macht, effect, gebruik en betekenis van de ban), de excommunicatie, de verhouding tussen wereldlijke en geestelijke macht (van Gregorius VII tot Bonifatius VIII), de strategie in het gebruik van de banvloek (aard van de conflicten, visie van de paus op de ban, etc.), het tactisch gebruik van de ban (afkondiging, tijdstip, dosering, politiek gebruik), de gevolgen van een pauselijke banvloek (de absolutie, politiek effect, de ban van Hendrik IV, Jan zonder Land, Otto IV en Frederik II), de betekenis van de ban (voor de paus, in de kronieken, voor de tijdgenoten) en de ban en de pauselijke macht.

Geen recente ontwikkelingen

Het zal duidelijk zijn dat dit kerkhistorisch en politiek interessante boek zich beperkt tot de middeleeuwse verbanden van kerk en staat. Kloek geeft geen commentaar op de huidige ontwikkelingen en het ontstaan van de Italiaanse eenheid met de afbrokkeling van de Kerkelijke Staat is niet aan de orde. Waardeoordelen over de huidige macht of zwakte van het pausdom worden niet gegeven. Dat viel buiten het bestek van dit historisch onderzoek. Maar voor de (kerk)geschiedenis is het een waardevolle aanvulling van onze kennis omtrent de verhouding van wereld en geestelijk leiderschap in het christelijke Avondland.

'De pauselijke banvloek' door Fred Kloek is een paperbackuitgave van Aramith Uitgevers te Amsterdam, 138 bladz., prijs ƒ 29,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1989

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Gang naar Canossa was legendarisch, maar de ban had zelden enig effect

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1989

Protestants Nederland | 8 Pagina's