Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Franse protestanten in de storm van de revolutie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Franse protestanten in de storm van de revolutie

19 minuten leestijd

Onderstaand brengen wij het laatste van twee artikelen over de Franse Revolutie, gezien door een hedendaagse Franse protestant. De auteur van deze artikelen (het eerste stond in PN van juni j.l.) prof. dr. Jean-Marc Daumas, is verbonden aan de protestantse theologische faculteit van Aix-en-Provence. Deze faculteit ontvangt o.a. steun vanuit Nederland d.m.v. het Comité 'Vrienden van Aix'

De vertaling van deze artikelen werd verzorgd door ons bestuurslid mevrouw drs. A. G. den Houting.

In de geschiedenis van het Franse protestantisme wordt de Revolutie veelal als een tamelijk onbeduidend intermezzo beschouwd. Men acht wat ervoor en erna is gebeurd veel belangrijker. Men weet niet zo goed raad met de Revolutie. We weten eigenlijk ook weinig over het lot van de protestanten in de tijd tussen de uitvaardiging van het Edit de Tolérance en het van kracht worden van de organieke artikelen van het jaar X. Om er achter te komen wat de houding van de protestanten tijdens de Revolutie was en welke rol ze erin speelden, zou men alle kerkeraadsnotulen, correspondentie van predikanten, politierapporten en administratieve documenten moeten raadplegen. Er bestaat geen recente studie waarin dit alles wordt onderzocht.

Het Edit de Tolérance van 1787 verleende aan de protestanten o.a. het recht om te leven, te trouwen en te erven, maar het bleef verboden kerkdiensten te houden.

Dit edict wordt met dankbaarheid ontvangen. De synode van de Haut-Languedoc en de Haute-Garonne verklaart, dat de verschillende gezichtspunten van waaruit men het edict kan bezien, er toe nopen de vreugde van sommigen en de ontevredenheid van anderen te temperen. Wat het begin van betere tijden lijkt te zijn, blijkt helaas slechts een enkele jaren durende stilte voor de storm.

De houding van de protestanten ten opzichte van de Revolutie is beter te begrijpen, als men bedenkt dat zij tijdens het Ancien Régime hevige vervolgingen hebben moeten verduren, We zullen daarom de drie fasen van de (Franse) Revolutie nader bezien.

1. De eerste fase van de Revolutie

Dit is tevens de meest gematigde fase: De Assemblée nationale constituante van 9 juli 1789 tot 30 september 1791.

De eerste resultaten van de Revolutie worden door heel wat protestanten toegejuicht. Op 23 augustus 1789 spreekt Jean-Paul Rabaut Saint-Etienne (1743-1793), zoon van de bekende predikant Paul Rabaut (1713-1794), predikant te Nîmes en lid van de Assemblée constituante, in de Assemblée een rede uit, waarin hij niet alleen vrijheid van meningsuiting eist voor de protestanten, maar vooral vrijheid van godsdienst. Hij zegt daarin o.a. dat de inquisitie altijd heeft beweerd, dat de mens vrij is om te denken wat hij wil, mits hij zijn mening voor zich houdt, omdat het uiten van bepaalde meningen de openbare orde in gevaar kan brengen; zo zou echter het bestaan van christenen onmogelijk zijn. Rabaut Saint-Etienne pleit vervolgens (op grond van de principes van de Revolutie) voor vrijheid van meningsuiting èn van godsdienst, Hij vraagt geen tolerantie maar vrijheid. Deze redevoering heeft zeer veel indruk gemaakt. De Verklaring van de rechten van de mens en van de burger (26 augustus 1789) bepaalt, dat alle Fransen burgers zijn en dat alle burgers voor de wet gelijk zijn. Voortaan zijn alle ambten en hoge posten voor iedereen toegankelijk, In artikel X staat, dat iedereen vrij is om te denken wat hij wil, ook op godsdienstig gebied, als de uiting van zijn opvattingen de openbare orde maar niet verstoort,.. Met betrekking tot de protestanten worden maatregelen genomen die wel vriendelijk zijn, maar niet gemakkelijk uitvoerbaar:

— de verbeurd verklaarde goederen van de uitgeweken protestanten moeten hun worden teruggegeven;
— hun afstammelingen moeten als Fransen worden erkend als zij willen terugkeren naar het land van hun vaderen.

De goederen van de rooms-katholieke kerk worden genationaliseerd. Zij zullen dienen als onderpand voor de assignaten (het papieren geld ten tijde van de Revolutie) die de Staat de daarop volgende weken gaat uitgeven,

In feite wordt de rooms-katholieke kerk tussen november 1789 en november 1790 door de Assemblée constituante geruïneerd.

Op 24 december 1789 kent de Assemblée het passief kiesrecht toe aan niet-rooms-katholieken. Op 13 februari 1790 volgt het definitieve verbod om de kloostergeloften af te leggen; dit betekent het einde van de contemplatieve orden. Ook door enkele andere maatregelen wordt de vrijheid van de roomskatholieke kerk aan banden gelegd. Zo bijvoorbeeld zijn de geestelijken voortaan in dienst van de overheid.

De andere godsdiensten worden getolereerd, omdat iedereen vrij is te denken wat hij wil, zelfs op godsdienstig gebied. Overal worden protestantse kerkdiensten gehouden. Het aantal predikanten neemt snel toe dankzij hulp vanuit Nederland en Zwitserland. De protestanten blijven hun instemming betuigen met de nieuwe situatie.

In september 1790 breekt in de Vendée een opstand uit, o,a. wegens het feit dat r,k, geestelijken worden gedwongen de eed op de grondwet af te leggen. Wie dit weigert wordt verbannen of anderszins gestraft. Vanaf dat moment valt de r,k. geestelijkheid in Frankrijk in twee groepen uiteen: de priesters die de eed op de grondwet afleggen en degenen die dat weigeren. De protestanten daarentegen gaan er volledig mee accoord, zelfs de synodeleden leggen de eed af.

Jean Rabaut, die in 1790 praeses is van de synode van de Bas-Languedoc, dankt voor het geluk dat de goede grondwet de Fransen belooft.

Op 22 mei 1791 wordt de eerste protestantse kerkdienst in Parijs gehouden. Hier volgen enkele fragmenten uit een anoniem verslag van deze dienst. Op de voorgevel van het gebouw staat in grote letters onder meer: 'Het jaar van Jezus Christus 1791 en het jaar II van de vrijheid' en daaronder: 'Vrede en vrijheid'. Binnen op de deur van het portaal staat: 'Kerk voor degenen die de Reformatie van Calvijn zijn toegedaan.'

Er waren veel calvinisten en vooral veel filosofen, die uit nieuwsgierigheid kwamen. Men had de heiligenbeelden uit de beide kapelletjes verwijderd en daarvoor in de plaats respectievelijk de rechten van de mens en het Gebed des Heeren aangebracht. Ds. Marron, de plaatselijke predikant (hij was in Nederland uit een hugenotenfamilie geboren), gaat in deze dienst voor en hij doet dat met grote welsprekendheid. Hij tracht aan te tonen hoe groot de invloed van de Verlichting op de godsdienst is en hij beschrijft met verve alle weldaden van de grondwet, de onverdraagzaamheid van de vorige eeuwen, de ellende van de vervolgingen van de hervormden, in het bijzonder van zijn eigen familie (hij was met de dochter van de bekende Jean Calas uit Toulouse getrouwd!). Toen hij daarna tot het Opperwezen bad, wist hij alle aanwezigen tot tranen te bewegen. Hierna oogstte hij aller bewondering met een schitterende toespraak bij de bediening van de Doop. Tenslotte zong men, begeleid door een orgel, geestelijke liederen.

2. De tweede fase van de Revolutie

De Assemblée Législative van 1 oktober 1791 tot 20 september 1792.

De Assemblée constituante wordt opgeheven en vervangen door de veel radicalere Assemblée législative. Voor het eerst is de meerderheid republikeins gezind: de zogenaamde Girondijnen. Vanaf dit moment volgen belangrijke gebeurtenissen elkaar snel op. In april 1792 komt er een einde aan de vrede in Europa.

Op 10 augustus wordt de monarchie afgeschaft. Op 11 augustus wordt de koninklijke familie gevangen genomen, hetgeen de val van de Assemblée législative ten gevolge heeft. Door de wet van 20 september worden de registers van de burgerlijke stand aan de geestelijkheid ontnomen. Samenvattend kan men stellen, dat het protestantisme tijdens de twee eerste fases van de Revolutie duidelijk profiteert van de politieke veranderingen.

3. De derde fase van de Revolutie

De Convention nationale van 21 september 1792 tot 26 oktober 1795.

Nieuwe verkiezingen (met 90% onthoudingen!) op 21 september 1792 brengen de Convention nationale aan de macht, die terstond de Republiek uitroept.

In september 1792, tijdens het Schrikbewind, vinden de zogenaamde septembermoorden plaats, waarvan vooral priesters en nonnen het slachtoffer worden. De protestantse kerken worden gesloten. Overal op Frans grondgebied is de eredienst verdwenen. De Eglise Réformée (Hervormde, zo men wil Gereformeerde Kerk) wordt te gronde gericht. Men heeft dit ontkend, maar dat is beslist ten onrechte, want zowel D. Encontre als Rabaut Jr. bevestigen (laatstgenoemde zelfs bij herhaling), dat alle kerken worden gesloten. Wat was in deze dagen de houding van de predikanten en gemeenten?

Rabaut Jr. zegt er in zijn Annuaire het volgende over: 'Ze gehoorzaamden, vol vertrouwen in de goddelijke Voorzienigheid; ze wachtten gedwee op de dag van de verlossing. Zij zetten niet aan tot een burgeroorlog; zij verlieten hun vaderland niet en menigeen werd het slachtoffer van zijn trouw aan goede principes.' Wat steekt deze berusting, dit gebrek aan moed en bezieling af bij de houding van de calvinisten uit de 16e en 17e eeuw, die niet terugdeinsden voor ballingschap. Degenen die op grond van hun ambt tot het einde toe weerstand hadden moeten bieden, zijn gezwicht.

In november 1792 verklaart de predikant van Vauvert, ds. Jean Rame (die vanaf de oprichting lid was van de sansculottenvereniging en ook overigens een zeer actieve rol speelde als aanhanger van de revolutie) in het openbaar dat hij zijn ambt neerlegt en zichzelf als gewoon burger beschouwt. Hij stelt dat de preken in de protestantse kerken slechts tot doel hebben gehad de mens en de burger te vormen. Maar gezien de omstandigheden zouden openbare erediensten voedsel kunnen geven aan fanatisme en vijandigheid kunnen aanwakkeren, waardoor de voortgang van het revolutionaire gebeuren mogelijk zou worden belemmerd, terwijl elke goede republikein deze voortgang juist uit alle macht moet bevorderen. Dit overwegende komt hij tot de conclusie dat hij zijn ambt moet neerleggen. Voortaan zal hij zich met zijn dierbare medeburgers naar de tempel van de Rede begeven, om daar met hen over de plichten van de mens en de burger te spreken en om de Vrijheid en Gelijkheid te bezingen. Hij spreekt de wens uit, dat velen zijn voorbeeld zullen volgen en dat alle fanatisme spoedig uit het departement Gard verdwenen zal zijn.

Tot aan het Consulaat werden er in Vauvert geen kerkdiensten meer gehouden.

Op 14 januari 1793 stemt de Convention nationale met 361 tegen 360 stemmen voor de dood van de koning. Van de aanwezige protestanten stemmen er 16 voor dat de vorst onmiddellijk ter dood zal worden gebracht, 2 zijn er voor dat hij pas in een later stadium zal worden terechtgesteld, terwijl de 7 overige protestanten voor andere straffen kiezen. Hoewel de nog girondijnse meerderheid van de Convention afkerig staat tegenover de onthoofding van Lodewijk XVI, aanvaardt zij deze extreme maatregel uit angst voor haar linker vleugel die door de Jacobijnen wordt gesteund. De Convention ziet zich genoodzaakt door middel van de guillotine instemming met haar ideeën af te dwingen.

In 1763 werd de laatste nationale synode van de Églises réformées gehouden. De particuliere synodes werden sinds de door Antoine Court doorgevoerde reorganisatie zonder onderbreking gehouden. Vanaf 1793 worden er echter geen synodes meer gehouden, behalve op 22 november 1796 die van de Haut- Languedoc. Veel predikanten leggen al of niet vrijwillig hun ambt neer en scholen zich om voor een betrekking in de handel, bij de overheid of in de magistratuur.

De heersende angst leidt tot lafheid, vernedering en wanorde. De grootste Eglise réformée, te Nîmes, staakt op 22 februari 1793 de kerkdiensten. Dit zelfde gebeurt overal. In Bordeaux krijgt ds. Blanchon op 20 maart 1793 onbeperkt verlof voor zijn persoonlijke veiligheid en de rust in de gemeente. Op 21 november 1793 krijgt zijn collega ds. Desmons toestemming om in gezelschap van twee ouderlingen op het gemeentehuis de avondmaalstellen uit beide kerken als geschenk voor de Republiek aan te bieden. Bij zijn terugkomst verklaart Desmons dat hij een broederlijke kus van de burgemeester heeft ontvangen. Dit alles verhinderde de kerkeraad niet om met algemene stemmen te besluiten dat het, nu reeds meerdere r.k. kerken gesloten zijn, verstandig is om voorlopig ook geen protestantse diensten te houden.

Ds, Marron had ds, Laplanche als medewerker gekregen, doch deze verlaat hem na enkele maanden om zich in de politiek te begeven. Op 21 september 1793 wordt Marron om 5 uur 's morgens van zijn bed gelicht, uitsluitend omdat hij de Jacobijnen niet aanstond, Om te bewijzen dat hij een goed burger is, brengt hij uit naam van de kerkeraad de zilveren avondmaalsbekers en de doopkannen van de kerk van Parijs naar de gemeente (en vandaar zou het zilver naar de Munt worden gebracht...). In de begeleidende toespraak zweert hij, dat hij het rijk van de Rede met al zijn krachten zal verbreiden en betuigt hij eer aan het gezonde verstand en aan de deugd. Desondanks wordt hij gevangen genomen omdat hij een huwelijksdienst heeft geleid en zonder Thermidor (de staatsgreep waardoor Robespierre ten val werd gebracht) zou zijn leven op het schavot zijn geëindigd. Op 6 oktober 1793 staat de kerkeraad van Nîmes de zilveren avondmaalsbekers af. In Uzès doet de kerkeraad hetzelfde, na eerst in een speciale vergadering met klem zijn steun aan de Republiek te hebben betuigd, Onmiddellijk eist de gemeente ook de stoelen en banken uit de kerk op en men geeft ze.. . Op 31 mei 1793 behalen de Jacobijnen de meerderheid in de Convention, met Danton en Robespierre als leiders. De zuivering wordt voortgezet: de koningin, Philippe Egalité en de Girondijnen komen op het schavot. De godsdienst van de Rede wordt ingevoerd en de ontwikkelingen komen in een stroomversnelling.

Herfst 1793 komen de volksleiders tot de conclusie dat de r.k, geestelijkheid het grootste obstakel voor de Revolutie vormt. Men wil Frankrijk ontkerstenen en stelt daarom de godsdienst van de Rede in. De christelijke godsdienst moet het veld ruimen voor die van de godin Rede, Overal worden tempels voor de Rede opgericht (alleen al in het departement van Gard 233!), Ook enkele predikanten, getooid met de rode vrijheidsmuts, buigen zich voor de godin Rede, Volijverig probeert men in alle provincies een einde te maken aan het houden van kerkdiensten.

Lesquino, volksvertegenwoordiger in de Charente, zegt in een verordening: 'Om de vrijheid van godsdienst ten volle te waarborgen is het iedereen verboden ten gunste van enige godsdienst of godsdienstige mening te preken of te schrijven', In een begeleidend commentaar staat, dat degene die deze verordening overtreedt, schuldig staat tegenover het volk: hij schendt de maatschappelijke gelijkheid, die niet gedoogt, dat iemand in het openbaar zijn eigen opvattingen boven die van zijn naaste stelt. Het is dus iedere burger die predikant is geweest uitdrukkelijk verboden religieus onderwijs te geven door woord of geschrift; bij overtreden wordt men als verdacht beschouwd en gearresteerd.

Er zijn geen kerken, geen gemeenten, geen predikanten meer. Het godsdienstige leven bereikt tussen 1793 en 1795 zijn dieptepunt.

Een andere volksvertegenwoordiger, Borie, komt in januari 1794 in Nîmes aan. In de periode van januari tot maart van dat jaar krijgt hij het voor elkaar dat 51 van de 70 à 75 predikanten hun ambt neerleggen. Op 4 juni 1794 schaft Borie alle kerkdiensten in de Gard af. Tevens verordent hij dat alle priesters en predikanten die de eed op de grondwet hebben afgelegd of die hun ambt hebben neergelegd, minstens 20 mijl van hun (voormalige) standplaats dienen te blijven. De overige priesters en predikanten moeten zich binnen drie dagen melden in de hoofdstad van het district waarin ze woonachtig zijn en waar ze tot nader order onder overheidstoezicht zullen staan.

Zoals u ziet treft protestanten en rooms-katholieken hetzelfde lot.

Een derde deel van de predikanten hervat zijn ambt na de Revolutie niet. In de Cevennen hebben evenwel slechts 4 van de 33 predikanten hun ambt definitief neergelegd. Dankzij hun grotere aantal en de nog aanwezige verzetsstructuur hebben zij beter weerstand kunnen bieden. Op 76-jarige leeftijd wordt de reeds genoemde bekende predikant Paul Rabaut, als hij weigert zijn ambt neer te leggen, onder beschimpingen van het gepeupel naar de citadel van Nîmes gesleept. Hij wordt daar zo slecht behandeld dat hij (na zijn vrijlating) op 25 september 1794 sterft.

Als je de prekenbundels uit de tweede helft van de 18e eeuw leest, word je getroffen door de zwakte en de vaagheid van de prediking uit die periode. De predikanten hebben een deïstische opleiding gehad. Het niveau van de studie is laag: toekomstige predikanten hoeven slechs twee jaar te studeren aan de academie van Lausanne, De preek is een hoogdravende, oppervlakkige toespraak vol filosofisch sentimentalisme. De prediking van Rabaut Saint-Etienne bijvoorbeeld verraadt in sterke mate de invloed van Rousseau, De predikant bekommert zich niet om de leer.

De preken van ds. La Source uit Gastres, die zeer veel indruk maakten, dragen zowel qua vorm als qua inhoud het kenmerk van hun tijd: het gaat alleen om het 'Opperwezen', de 'Schepper van het heelal', het 'Grote Wezen'. Het gebrek aan structuur en aan theologische inhoud van de prediking veroorzaakt een geestelijke bloedarmoede die wellicht een verklaring vormt van de staat van verval waarin het 18e eeuwse protestantisme verkeert.

Het protestantisme heeft zichzelf al vóór de revolutionaire crisis uitgeput. Aan het einde van de 18e eeuw staat het Franse protestantisme aan allerlei invloeden bloot: de Engelse vrijmetselarij die volledig doortrokken is van het humanisme, de filosofie van de verlichting, met haar onwankelbaar vertrouwen in het menselijk verstand.

Marron is van mening dat bepaalde traditionele termen beter zouden kunnen worden vervangen door andere formuleringen die beter aansluiten bij de nieuwe opvattingen. Hij bestond het zelfs om de traditionele aan Mattheüs 28:19 ontleende doopformule in deze zin 'aan te passen', waarbij van de oorspronkelijke formule niets overbleef.

Terloops zij opgemerkt, dat protestanten in diverse streken van Frankrijk hulp bieden aan vervolgde r.k. priesters die hadden geweigerd de eed op de grondwet af te leggen: de priesters krijgen onderdak en worden van voedsel voorzien.

In de Franche-Comté wordt ds. Christofle de Montécheroux gevangen genomen, omdat hij zijn ambt niet wil neerleggen, acht andere predikanten worden in Besançon gevangen gezet, terwijl ook een aantal predikanten wordt onthoofd.

Tijdens het Schrikbewind wordt iedereen die verdacht is orithoofd; ook de gematigden behoren tot de verdachten. Diverse predikanten worden ter dood gebracht wegens hun politieke houding.

In 1794 wordt in het zuidwesten van de Vendée iedereen aangebracht die zich verzet tegen de vervolging van de rooms-katholieke kerk en het roomskatholieke geloof.

Al spoedig wordt Danton, die een eind wil maken aan het Schrikbewind en de ontkerstening wil tegenhouden, van toegeeflijkheid jegens de vijand beschuldigd. Hij wordt begin april 1794 onthoofd. Op 28 juH ondergaat Robespierre hetzelfde lot. Na zijn val worden veel gevangenen vrijgelaten, onder wie de reeds eerder genoemde Paul Rabaut (die twee weken later sterft) en zijn laatste twee zonen.

Een nieuwe grondwet (1795) legt de scheiding van Kerk en Staat vast; de gemeenten mogen religieuze gebouwen hebben, maar die zijn dan wel voor twee verschillende godsdiensten bestemd. Op sommige plaatsen gaan de protestanten hiermee accoord, elders weigeren ze.

De toestand blijft tot 1801 verward, dan wordt Bonaparte Eerste Consul en hij beijvert zich ervoor de orde in Frankrijk te herstellen.

Conclusie

Ook al heeft de Revolutie van 1789 aanvankelijk aan de emancipatieverlangens van de protestanten beantwoord, in feite is zij de doodsklok geweest die het einde van de Eglises réformées aankondigde.

De derde fase van de Revolutie, die van de Convention nationale is een droevige periode van kerkelijk verval. Wat een schade wordt er aan het Franse protestantisme toegebracht! Dit wordt in de literatuur over deze periode uit de geschiedenis van Frankrijk al te zeer onderschat.

Van juni 1794 tot maart 1795 worden er in nagenoeg heel Frankrijk geen protestantse erediensten gehouden. De Revolutie heeft op fanatieke wijze geprobeerd de Fransen het geloof te ontnemen en hen volledig te veranderen. De protestanten waren er zó van overtuigd dat er spoedig een nieuw tijdperk van vrijheid zou aanbreken, dat zij niet echt in staat waren verzet te bieden. Zij hebben zelfs niet geprotesteerd. Ze hadden het strijden verleerd. Ze bleken over minder weerstand te beschikken dan in de voorafgaande periode.

Het is heel moeilijk om twee keer zo'n zware tijd te moeten doormaken. Voor de rooms-katholieken was het de eerste keer, voor de protestanten al de tweede keer. In 1685 voelden de protestanten zich buiten de volksgemeenschap gesloten. In een gelijkgezinde maatschappij hadden zij het gevoel door de koning en het volk te zijn uitgesloten. De Revolutie gaf hun weer een plaats in de volksgemeenschap.

Ik zou een vergelijking willen trekken met de christelijke kerk uit de 4e eeuw: deze identificeerde zich met het Romeinse Rijk. Het christendom dringt tot in alle romeinse waarden door. Als echter het Romeinse Rijk onder de aanvallen van de barbaren instort, blijkt het christendom in een uiterst zwakke toestand te verkeren.

Dat is hier in Frankrijk ook enigszins het geval. Moe van de vervolgingen is het protestantisme ingedommeld, in het vertrouwen dat het de vrijheid waarvan het een glimp heeft opgevangen, wel zal verkrijgen. Het zal zijn kortstondige dromen over een verbond met het burgerlijk gezag duur betalen. Het heeft zich nog vastgeklampt aan wrakstukken die aan zijn greep ontsnapt zijn.

En toen bleek het zowel deelnemer aan als slachtoffer van het Schrikbewind te zijn. De Revolutie is voor de Églises réformées geen overgang, maar een begin. Er is een duidelijke kloof. Het protestantisme van de 19e eeuw is niet echt het vervolg van het klassieke protestantisme, dat op de leer van Calvijn is gebaseerd. Het is naar mijn mening een neoprotestantisme met een verbijsterende identiteit. De Revolutie heeft de Franse protestanten in leerstellig en geestelijk opzicht futloos gemaakt.

Het protestantisme kwijnt, het is niet levenskrachtig. Misschien heeft de Revolutie het nog meer verzwakt dan de herroeping van het Edict van Nantes. De storm van de Revolutie heeft het ontworteld.

Naschrift van de vertaalster

In bovenstaand artikel van professor Daumas hebben we gezien, dat het protestantisme na de revolutie in ontredderde toestand achterbleef. Het mag een wonder heten, dat er desondanks in het Frankrijk van de 19e eeuw een predikant als Adolphe Monod is geweest, wiens prediking tot grote zegen was voor velen in Frankrijk en wiens werken tot op vandaag ook in ons land worden gelezen. Ik denk hierbij vooral aan het indrukwekkende boek Les Adieux (Nederlandse vertaling: Laatst Vaarwel), waarin de meditaties zijn opgenomen die Monod in aanwezigheid van familieleden en vrienden 's zondags heeft uitgesproken vanaf zijn ziekbed, dat zijn sterfbed zou worden.

In het artikel van ds. H. Veldhuizen in 'Protestants Nederland' van april j.1. kan men lezen, dat er ook anno Domini 1989 in Frankrijk pogingen worden gedaan om mensen te winnen voor Christus en ze, eenmaal gewonnen, toe te rusten, opdat ook zij op hun beurt wervend mogen bezig zijn.

U zult mij niet euvel duiden dat ik in dit verband nu slechts de Faculté Libre de Théologie Réformée in Aix-en-Provence, waar professor Daumas werkzaam is, noem. We mogen dankbaar zijn dat aan deze Gereformeerde Theologische Faculteit Gonge) mensen worden opgeleid tot het predikambt, terwijl men ook door middel van publicaties (o.a. uitgaven in modern Frans van Calvijn's Institutie, zijn commentaren op het Nieuwe Testament en een serie brochures over uiteenlopende onderwerpen bestemd voor een breder publiek) probeert mensen te bereiken en geestelijk te wapenen. Het zal een goed verstaander duidelijk zijn dat onze steun, materieel en moreel, onze broeders en zusters in Frankrijk zeer welkom is in hun vaak moeizame en eenzame strijd. Wilt u daarbij vooral het machtige wapen van het gebed niet ongebruikt laten?

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989

Protestants Nederland | 8 Pagina's

De Franse protestanten in de storm van de revolutie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989

Protestants Nederland | 8 Pagina's