Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes Hus 1369-1415

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Hus 1369-1415

10 minuten leestijd

Vóór de takkenbossen werden aangestoken kwam Lodewijk, de hertog van Beieren, in zijn gouden statiegewaad naar de brandstapel en verklaarde nog eens voor de laatste maal genade te willen verlenen op voorwaarde van een openlijke bekentenis van zijn dwaling. Hus, met een onoverwinnelijk geloof en een onovertroffen moed, weigerde het aanbod en riep luid: In de Waarheid van het Evangelie dat ik door het geschreven en gesproken woord geleerd en gepredikt heb, sterf ik thans volgaarne en welgemoed .

Hus: een omstreden figuur
De grote Tsjech Johannes Hus (1) werd 1369 uit een arme boerenfamilie te Husinec geboren. Hij studeerde te Praag, waar hij in 1400 tot priester werd gewijd en sinds 1402 doceerde. Vanaf 1403 kreeg hij grote invloed als predikant in de Bethlehemkapel. Aanvankelijk stond hij zeer in de gunst van de koning en de aartsbisschop, zodat hij zelfs tot biechtvader van koningin Sophia werd aangesteld. Hus staat in een eigen Tsjechische traditie van middeleeuwse hervormingsbewegingen. Onder invloed van de geschriften van Wicliff te Oxford kwam Hus tot steeds feller bestrijding van de verwereldlijkte kerk onder het pausdom. Hus verlangde morele integriteit en fulmineerde tegen het morele verval en de machtspositie van de kerk. Hij kwam in een scherp conflict met het kerkelijk establishment èn de wereldlijke overheid. Keizer Sigismund, die hem aanvankelijk beschermde, liet hem uiteindelijk vallen. Op het concilie van Konstanz werd hij tot de brandstapel veroordeeld. Tot op vandaag toe is hij in de geschiedenis een zeer omstreden figuur (2). De huidige paus moet zich vanwege Hus in enige bochten wringen: hij moet erkennen dat de kerk op het concilie van Konstanz gedwaald heeft en dat Hus een martelaar was voor een rechtvaardige zaak. Zo’n erkenning is niet eenvoudig voor een kerk die voor zichzelf onfeilbaarheid pretendeert. De paus stuurde verleden jaar september een kardinaal naar het Hus-congres in Bayreuth. Kardinaal Cassidy moet een pauselijke rehabilitatie van Hus voorbereiden. De paus heeft om kerkpolitieke redenen een groot belang in een goede verstandhouding met de bevolking in Bohemen, die voor het grootste deel rooms is èn voor wie Hus nog steeds een nationale held is.

Voorstanders en tegenstanders
De indruk van de marteldood van Johannes Hus was in Bohemen verpletterend. Adel en volk sloten zich aaneen. De eis van Hus, dat het sacrament onder beide gedaanten: brood en wijn, zou worden uitgedeeld, werd het zinnebeeld van de Hussieten. Zo is Hus na zijn dood een nationale held geworden in zijn eigen vaderland. Buiten Bohemen is de figuur van Johannes Hus omstreden geweest. Thomas Prischuch was ooggetuige tijdens het concilie van Konstanz, waar Hus als ketter verbrand werd, en voor hem was het duidelijk, dat het oordeel van de concilievaders terecht was en dat Hus regelrecht naar de hel ging (3). Honderd jaar later hield de apologeet van Rome, Johannes Cochlaeus, Hus voor erger dan Turken, Tartaren, bloedschenders of vadermoorders, erger dan de Pharao in Egypte of de kindermoordenaar Herodes, erger dan de kannibalen of sodomieten (4). Maar Hus vond niet alleen bestrijding buiten Bohemen, maar ook waardering. De Waldenzen, die ook aanhangers hadden in Duitsland, behoorden tot de sympathisanten van Hus. Uit de inquisitie-akten blijkt, dat de vrienden van Hus bloedig vervolgd werden en dat hun sympathie voor Hus een bloedig spoor heeft nagelaten vooral in de eerste helft van de 15e eeuw.

Het oordeel van de reformatoren
Door de reformatoren in de 16e eeuw wordt Hus als een voorloper gezien. Bucer plaatste Hus naast Wicliff, Gerson noemt hem een waarheidskind tegenover het pausdom. Bucer heeft geprobeerd om het belangrijkste geschrift van Hus De Ecclesia (= Over de Kerk) in het Duits te vertalen (5). Luther liet zich in het begin wat aarzelend over Hus uit. De bijbel die Hus in Konstanz gebruikt had, was overigens in het Augustijnerklooster in Erfurt waar Luther studeerde. In 1520 schrijft Luther aan de duitse adel: ’Het is hoog tijd, dat wij ook eens in ernst en waarheid de Boheemse zaak waarnemen, dat wij met hen en dat zij zich met ons verenigen, opdat eens de gruwelijke lasteringen, en de haat en nijd aan beide zijden zullen ophouden’. ’Ik wil ook Johannes Hus niet tot een heilige of martelaar maken, zoals vele Bohemers doen, hoewel ik tegelijk erken,dat hem onrecht is aangedaan en zijn boek en zijn leer ten onrechte veroordeeld is’ (6). Drie jaar later geeft Luther een verzameling brieven van Hus uit en dan schrijft hij in het voorwoord: ’Voor mij is er geen twijfel, wie deze brieven leest of hoort,...die moet zeggen dat een voortreffelijke geest in deze man Johannes Hus geweest is...’. En: ’...is hij niet een grote martelaar van Christus. Zo zal niemand zalig worden’ (7). Op een schilderij in de school van Lucas Cranach, verscheen Johannes Hus samen met Luther, het Avondmaal bedienend. Ook Melanchthon heeft Hus hooggeacht. Calvijn sprak met achting en waardering over Hus (8). In de martyrologie (martelarenboek) van Crespin verschijnt Hus als één der martelaren van de christelijke kerk en daarmee is hij voorgoed als de belangrijkste voorloper van de Reformatie erkend (9).

Johannes Hus te Praag
Johannes Hus was hoogleraar aan de door Karel IV in 1348 opgerichte universiteit van Praag (10) en Johannes Wicliff was hoogleraar te Oxford. Door het huwelijk van Anna, de zuster van de Boheemse koning Wenzel met de engelse koning Richard II was er een druk verkeer ontstaan Wicliffs ideeën werden door Hus op het continent verbreid. Wicliff en Hus zagen en grote tegenstelling tussen de kerk van het ware geloof die zich over de hele wereld verbreid, en de kerk van de prelaten die zich in de wereld breed maakt en aanspraak durft te maken op macht en bezit. In het reeds genoemde geschrift over de kerk De Ecclesia (1413) werkte Hus de gedachten van Wicliff verder uit.

De universiteit te Praag
De door Karel IV gestichte universiteit kwam snel tot grote bloei. Maar er woedde ook een harde strijd tussen de Tsjechische en Duitse Naties. De Tsjechen trachtten de Duitsers te weren. De opvattingen van Wicliff werden door de duitsers bestreden en terwijl de Duitse professoren nog de meerderheid hadden werd de leer van Wicliff door de universiteit in 1403 en 1408 veroordeeld. Maar de ideeën van Wicliff vonden niet alleen een voedingsbodem in het Tsjechische nationalisme maar ook bij de anti-clericalen. De kerk met haar talrijke kloosters en prebenden (= inkomsten van kerkelijke goederen) was een enorme grootgrondbezitter en een leer, dat dit alles tegen de geest van Christus was, stelde de verovering ervan door de adel in het verschiet.

In 1409 kwam er een omkeer. Toen de koning anti-Duitse maatregelen nam, verlieten de Duitse hoogleraren Praag en stichtten een universiteit te Leipzig. De ster van Hus, die bij het hof in hoog aanzien stond, steeg. Maar hij verloor de steun van de aartsbisschop van Praag, die met machtiging van de paus geschriften van Wicliff liet verbranden en de ban uitsprak over Hus en zijn aanhangers. Gesteund door de koning zette Hus zijn prediking voort en richtte zich nu direct tegen het pauselijk gezag. Hus preekte tegen de aflaat en noemde de paus de antichrist. Dit bracht de scheiding: het volk bleef hem aanhangen, maar de meerderheid van de universiteit en van de Tsjechische clerus verklaarden zich tegen hem, en eindelijk ook de koning, die hem beval Praag te verlaten.

Het hoofdwerk van Hus De Ecclesia
Hus verbleef nu op de burchten van zijn adellijke vrienden, vooral te Kozi Hradek, waar later de stad Tabor ontstond, zonder zich aan de banvloek te storen, appellerend op Christus als opperste rechter. In deze jaren schreef Hus zijn hoofdwerk De Ecclesia. Met behulp van de praedestinatie werkt Hus de tegenstelling tussen ware en valse kerk uit. De kerk, het lichaam van Christus, bestaat alleen uit de uitverkorenen. Gods verkiezende genade roept de zondaar en redt hem, omdat deze allang voor zijn geboorte in het ’Boek des Levens’ is ingeschreven. De ongehoorzaamheid van de pauselijke hiërarchie - de paus is voor Hus de antichrist! - met haar vertrouwen op aardse macht en heerschappij is in flagrante tegenspraak met de pretentie ware kerk te zijn in de navolging van Christus en de apostelen. Er mag geen hiërarchie zijn in de kerk. Christus alleen is haar hoofd. Het pausdom is een menselijke instelling. De Heilige Schrift vormt de enige geloofsregel. De pauselijke wetten hebben slechts kracht in zoverre zij met de Heilige Schrift overeenstemmen. Slechte geestelijken, die de armoede van Christus niet navolgen, zijn niet gepraedestineerd en behoren dus niet tot de kerk. Wij zijn schuldig hen weerstand te bieden. De geestelijke èn de wereldlijke overheden, die in doodzonde zijn, hebben geen autoriteit noch recht op bezit.

Hus geen reformator zoals Luther en Calvijn
De denkbeelden van Hus werden op formule gebracht in de vier Praagse Artikelen (11). Het gaat om de kelk van het Heilig Avondmaal aan de leken, om de prediking in de volkstaal, de secularisatie van de kerkelijke goederen en om het tegengaan van de zedenverwildering vooral onder de geestelijkheid, zonde moest worden bestraft. Hoewel Hus stellig in zijn beroep op de Heilige Schrift een belangrijke vertegenwoordiger is van de hervormingsbewegingen in de Middeleeuwen, kan men hem geen reformator in de volle zin noemen. Niet alleen dat hij niet doorbrak tot de rechtvaardiging van de goddeloze, maar hij bleef ook de leer van verdienstelijke werken, van de transsubstantiatie, van het vagevuur, van de mis, van de gebeden voor de doden, van de zeven sacramenten, van de voorbeden van Maria en de heiligen aanvaarden. Hus was een vurig vereerder van de maagd Maria. Het was vooral zijn kerkbegrip, dat hem in conflict bracht met de kerkleiders van zijn tijd.

Het concilie te Konstanz
Toen de aanhangers van Hus zich ook in andere landen verspreidden en de verwarring toenam, konden koning Wenzel en zijn broer Sigismund, die in 1410 tot keizer was gekozen, niet langer toeschouwers blijven. Daar Hus zijn rechtgelovigheid bleef betuigen, gaven zij hem de raad naar Konstanz te gaan en zich daar te rechtvaardigen. Hus, die in Bohemen alom gevierd was, ging naar Konstanz in de overtuiging niet alleen dat hij zich rechtvaardigen zou, maar ook dat hij het concilie tot zijn opvattingen zou bekeren. Hij kreeg een vrijgeleide van Sigismund. Dat hij daar geen auditorium vond maar zijn martyrium tegemoet ging, heeft Hus stellig niet verwacht. Het getuigt niet alleen van grote persoonlijke moed, dat hij naar Konstanz ging, maar ook van een volstrekt gebrek aan inzicht in de werkelijke verhoudingen.

Het concilie van Konstanz heeft de dood van deze grote prediker op zijn geweten. Hij werd terstond als vijand van het geloof en van de kerk behandeld. Op 3 november 1414 kwam Hus in Konstanz aan. Reeds op 28 november, nog voor de komst van Sigismund, werd hij gevangen genomen en gemarteld. De keizer Sigismund liet hem vallen. Hij had niets meer te verwachten dan het onvermijdelijke einde. In mei 1415 begon het proces tegen Hus, die ook onder zware lichamelijke en geestelijke folteringen standvastig bleef, weerlegging uit de Heilige Schrift eiste en onvoorwaardelijke onderwerping aan het concilie afwees. Het concilie veroordeelde hem na een gevangenschap van 7 maanden als ketter en leverde hem over aan de wereldlijke arm. Nog dezelfde dag werd hij verbrand, 6 juli 1415. Kalm, zonder vrees, biddend is hij de dood ingegaan. ’Nu, toen Hus dood was, kwamen zijn gedachten eigenlijk eerst tot leven’ (Leopold von Ranke).

Werkhoven, Prof. dr. W. Balke

Noten:
1) M. Spinka John Hus and the Czech Reform (Chicaco 1941); idem John Hus concept of the Church’ (Princeton, New Yersey 1969); R.R. Betts ’John Hus’ in Essays in Czech History’ (London 1969).
2) F. Seibt Jan Hus. Das Konstanzer Gericht im Urteil der Geschiechte (Fürth 1993).
3) Der Chronik des Thomas Prischuch, zie: Seibt, a.a.O., S.7.
4) Zie: Seibt, a.a.O., S.7
5) Zie: Martin Bucer Neuen Karsthans.
6) Martin Luther An den christlichen Adel deutscherNation WA 50,455.
6) Martin Luther, WA 50, 34
8) CO. 7 ,287s (Admonitio paterna Pauli III, romani pontificis ad invictissimum caesarem carolum V).
9) Jean Crespin Histoire des Martyrs (Genève 1554).
10) W. Balke Nieuwe Perspectieven voor het kerkhistorisch onderzoek in Midden-Europa (Oratie UVA 1991).
11) J. Th. Müller Geschichte der Böhmischen Brüder Bd. i (Hermhut 1922), S.13.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1994

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Johannes Hus 1369-1415

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1994

Protestants Nederland | 8 Pagina's