Hemelglas
Dat in 'het rijke, Roomse leven' ook niet alles meer is zoals het eenmaal was, moge blijken uit 't artikeltje van Cornelis van Heijst, een Belgische premonstratenzer pater. (Bron: het in België uitgegeven blad Toren Tongerlo, Tweemaandelijks Tijdschrift, 51 jrg., nr. 2, 1995)
Elk jaar "opnieuw, vooral in de periode van de grote kuis (Nederlandse abonnees lezen hier: grote schoonmaak) krijgen we aan de toonbank wel een droevig verhaal te horen over glasscherven. De glazen stolp boven het Mariabeeld, het Heilig Hartbeeld, of Sint-Jozef, dat nog van een tante van moeders moeder afkomstig was, is gesneuveld. Het zo vertrouwde glazen huisje over het heiligenbeeld is niet meer. Het is alsof een stukje van de koepel van de hemel ingevallen is. Soms wordt er zelfs een traan bij weggepinkt, want voor wie nog een stolp heeft, is hij blijkbaar erg dierbaar. Het zijn altijd dames die om een nieuwe stolp komen vragen, en meestal komen ze met z'n tweeën of met z'n drieën. Groot verdriet wordt immers samen gedragen, dan is het lichter. En alle hoop is dan gericht op het winkeltje van de abdij. Bij de paters, daar zullen ze er nog wel hebben. Want waar zou je anders nog stolpen kunnen vinden? En in het koppel damesogen lees ik dan vaak het samengaan van een brok hoop met de bange vrees dat er ook in het winkelmagazijn en op de abdij zolders een grote kuis geweest is. 'Vijftien centimeter, ovaal en zo hoog'. En daar sta je dan als pater, door filosofie, theologie en pastoraat gevormd... tegenover zoveel geloof en hoop, maar zonder stolp van het gewenste formaat. Onlangs was het weer zo ver. Terwijl ik het verhaal aanhoor en daama de moeder en schoonmoeder van de nog droevere mededeling op de hoogte breng dat er geen stolp van dat formaat in voorraad is, dat die eventueel wel besteld kan worden, dat dit erg lang duurt en dat dit zeer kostelijk is, mengt een andere klant die in de winkel had meegeluisterd zich in het gesprek. 'Bij de zusters in Oosterlo kun je stolpen kopen, die blazen die nog zelf'. De dames zijn vol blije aandacht voor deze uitspraak, maar ik stel er zo mijn twijfels bij. De zusters in Oosterlo, ze wonen maar enkele kilometers van de abdij, ze zijn niet zo jong meer, en dan nog glas blazen??? Al weer een heel aantal jaren geleden kwam ik vrij regelmatig in het instituut van de zusters om de mis te lezen; ik ken de zusters, maar van glas blazen heb ik nooit iets gehoord of gezien. 'Ja, ze hebben het in Scherpenheuvel gezegd' pareert de andere klant mijn ongeloof. Ja... tegen wat in Scherpenheuvel gebeurt en gezegd wordt is natuurlijk moeilijk op te boksen. Terwijl ik nog maar eens mijn ongeloof uitspreek, vragen de dames waar dat klooster van de zusters in Oosterio is. Ik teken het uit op een papiertje. 'We zijn nu toch zo ver, dan kunnen we bij die zusters toch ook nog wel proberen'. En terwijl de dames met nieuwe hoop naar Oosterlo trekken, zie ik in mijn fantasie zuster X en zuster Y al stolpen blazen. Waar halen ze het toch in Scherpenheuvel vandaan dat er in het klooster van Oosterio glas geblazen wordt? Maar terwijl ik dit artikeltje zit te schrijven begint mijn ongeloof toch wel een beetje te knagen. Zou ik toch eens niet naar moederoverste bellen; het moest eens waar zijn dat er een gepensioneerde zuster is die voor haar hobby glazen stolpen blaast. Dan zou ik vlak bij de deur stolpen kunnen kopen, en meteen een voorraadje inslaan voor driejaar grote kuis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1997
Protestants Nederland | 11 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1997
Protestants Nederland | 11 Pagina's