Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Voetius’ vormde een eeuw lang studenten in Utrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Voetius’ vormde een eeuw lang studenten in Utrecht

Gereformeerde theologenvereniging omvatte vooral hervormden...

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoveel protestantse godgeleerden van alle leeftijden zag men niet vaak in de Utrechtse Domkerk bijeen als op een winderige dag in oktober. Volgens opgave zon zeshonderd Utrechtse theologen, van eerstejaars studenten tot emeritus-hooggeleerden en dienstdoende predikanten waren daar, al dan niet met hun dames of tegenwoordig ook als vrouwelijke theologen, bijeen om het eerste eeuwfeest van Voetius te vieren, met lezingen, tradities, historische data en feiten en een jubileumboek met veel oude fotos.

Voetius, dat staat voor voluit de Gereformeerde Theologen Studenten Vereniging ‘Voetius’ te Utrecht. In oktober 1899 werd dat dispuut ter beoefening der gereformeerde (lees: rechtzinnige, dus niet aan een der kerken van gereformeerde naam verbonden) godgeleerdheid opgericht. De vereniging heeft illustere studentenleden en mentoren gehad, van wie de hoogleraren Hugo Visscher, J. Severijn en S. van der Linde nog zeer bekend zijn. En in kerkelijk Nederland liepen en lopen heel wat theologen van naam rond die hun theologische vorming binnen de GTSV Voetius hebben ontvangen, ook als ze later niet per sé de kansel opgingen.
Sommigen werden politicus (zoals ds. A.J. Kret), anderen belandden in de kerkelijke of andere journalistiek. Weer anderen kwamen in het onderwijs of het maatschappelijk werk terecht. Het merendeel besteeg echter zo te zien in die eeuw toch wel de kansel. Veelal was dat een hervormde. Maar ook predikanten en theologen uit andere kerken van gereformeerd belijden waren lid van ‘Voetius’ of werden reünist. Onder hen de Chr. Geref. dogmaticus prof. dr. J. van Genderen, zijn nu overleden Apeldoornse collega prof. dr. B.J. Oosterhoff en diverse dienstdoende predikanten van de Geref. Gemeenten. Ook menige Voetiaan uit een kerk van het ‘Afgescheiden’ type ging later toch de hervormde gemeente dienen, variërend van de Geref. Bondsmodaliteit tot linkser binnen het kerkelijk spectrum, want niet iedere Voetiaan bleef de beginselen van de vereniging trouw.

Voetius en de kerk
Men vindt oud-leden op tal van posten buiten het gewone gemeentepastoraat. Dr. Bas Plaisier, voorheen GZB-zendeling in Indonesië, is secretaris-generaal van de Ned. Herv. Kerk. De ‘Bonder’ en oud-Voetiaan ds. B.J. van Vreeswijk is preses van de Generale Synode van die kerk. Drs. G. Boer jr. is de secretaris van de Generale Diakonale Raad. Ds. Wout van Laar is een ‘hoge’ bij de Nederlandse Zendingsraad. Ds. Jasper Slob, ds. Laurens Korevaar en vele andere Voetius-leden van voorheen dienen de kerk in haar geheel. Voetius-reünisten als prof. C. Graafland en zijn opvolger prof. A. de Reuver kwamen na hun gemeente-predikantschap weer in Utrecht terug, op de leerstoel vanwege de Geref. Bond. Ook Bondsvoorzitter ds. G.D. Kamphuis in Amstelveen is een oud-Voetiaan.
Velen van hen - maar ook velen niet - waren naar de Domkerk gekomen om daar o.a. te luisteren naar de lezing van reünist dr. Bas Plaisier en de ‘contralezing’ van prof. De Reuver, die in mening opzicht niet zo erg contra was. Derde spreker was de rooms-katholieke franciscaan prof. dr. Th. Zweerman, emeritus hoogleraar wijsbegeerte en franciscaanse spiritualiteit aan de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht, die nauwe banden onderhoudt met de protestantse faculteit. Studenten kunnen bijvoorbeeld over en weer aan eikaars faculteit studeren en tentamens van de een worden door de ander erkend.

Wat bleef en veranderde
De eeuwfeestviering in de Dom omvatte o.a. een viering/ dankstond met drie Voetianen als voorgangers. Ds. A. Kool, nu emeritus predikant te Utrecht, vertegenwoordigde de oudere lichtingen (van voor 1960). Ds. G.J. van Steeg stond voor de generatie van 1960 tot 1980; Hij is predikant in Veenendaal. En Marinus Schouten is nog Voetiaan en symboliseert de huidige lichting studenten, waar nu ook heel wat vrouwen toe behoren. (Dat is nog altijd een omstreden punt; helemaal in volle rechten zijn die dames niet. Ze moeten zich onthouden van het houden van een preekoefeningen met een eindciriticus. Die oefening houden ze dan wel, maar ze noemen die nu bijbelstudie. Het is een gelegenheidsoplossing die wellicht voor niemand echt bevredigend is, al zijn vrouwelijke theologie-studenten nu niet meer veroordeeld tot de status van ‘slechts’ het gastlidsmaatschap).
‘Voetius’ heeft, zo blijkt uit het gedenkboek, heel wat stormen en golfslagen meegemaakt. Er waren soms verwoede discussies, oude vormen werden losgelaten en soms weer heringevoerd. Wie - zoals de schrijver van dit artikel en zijn jaargenoten - in de jaren zestig Toet’ en daarna ontgroend lid van ‘Voetius’ werd, kwam daar nog geen vrouwelijke ‘vakzusters’ tegen, en zeker niet in de klederdracht van onze tijd. Wij gebruikten ook nog de aloude Statenvertaling, niet de Nieuwe die nu al weer een halve eeuw oud is. En we zongen nog niet uit het Liedboek voor de Kerken, want dat ‘rode boekje’ is pas in 1973 geboren.
Ook theologisch-inhoudelijk is er wel één en ander veranderd. Vragen inzake verbond en uitverkiezing of de theocratie a la Van Ruler vormen geen hoofdbestanddeel meer van de dispuutavonden, zo valt te beluisteren. Elke theologengeneratie zal op eigen wijze trachten in rapport te zijn met de tijd waarin men leeft. Je kunt dat betreuren, maar het gegeven is er dat menigeen onder ‘kontekstueel’ theologiseren wat anders verstaat dan het bezig zijn met oude waarheden en met antwoorden op vragen die nu niet meer zó gesteld worden.

Gereformeerde dankbaarheid?
Ondertussen stond de dankstond geheel in het teken van het ‘Alleen Gode de eer’ en de drie lezingen gingen over het thema ‘Breng dank aan de Eeuwige’, over de plaats van de dankbaarheid in de geloofsbeleving van het gereformeerd deel van (inter)kerkelijk Nederland. Die dankbaarheid over Gods bemoeienis met het leven van alledag lijkt in het gereformeerd geloofsleven vaak te zijn ‘ondergesneeuwd’. Is dit ontbreken van de dankbaarheid gevolg van een algemene geestelijke crisis? En welke plaats behoort de dankbaarheid in de (prediking der) Gereformeerde gezindte in te nemen?
Dr. Bas Plaisier vond dat dit derde stuk uit de Heidelbergse Catechismus er bij ons zo ingeslepen zit dat het daardoor niet echt op z’n waarde wordt geschat. Die dankbaarheid betekent dat Gods heilswerk in Chrisus al is gedaan en dat de christen daarom in verwondering dankbaar kan leven. Kunnen we als gereformeerde protestanten zo mee het volgende millennium in. Zijn we levenskrachtig en duurzaam? Of moeten we met z’n allen rooms worden? Waar de R-K Kerk de christen houvast biedt door het gebouw van de kerk, de sacramenten en de liturgie, op hoop van zegen, staat de protestant naakter in de werkelijkheid.
Vergeleken met de r-k lijkt de protestant altijd wat tobberig en ontheemd: het heil is geschied, maar is het wel voor mij, houd ik het geloven wel vol en voldoe ik wel aan de maat der dankbaarheid? De gereformeerde vroomheid is, zo zei Plaisier, sterk gestempeld door het Woord en de leer (belijdenis) en ze is een vroomheid van woorden en beschouwingen. Bij het sacrament ging het vieringskaraktier verloren en kwamen lange onderwijzende formulieren voor in de plaats.

Gestolde vreugde
In het H. Avondmaal stond niet meer de vreugde centraal, maar de zelfkennis en het zelfonderzoek. Ook was er altijd in het gereformeerde protestantisme een sterke rationalistische stroming binnen de orthodoxie, van Maccovius via Kuyper tot de huidige leerstellige gereformeerde groepen. De preek werd en is vaak geen viering, maar een ‘godsdienst-oefening, terwijl er, inconsequent, in die kringen toch óók grote aandacht is voor het bevindelijke leven. Gereformeerden schrokken van hun eigen belijdenis omdat ze consequent dankbaar zouden moeten leven van wat God hen al geschonken heeft’, aldus een paar grepen uit de lezing van Plaisier.

Prof. De Reuver merkte op dat reeds W. a Brakel wist dat het calvinisme de faam had van zwaarmoedigheid. Maar hij en zijn vader, Theodorus a Brakel, wisten van de bijdschap des geloofs, zelfs van uitbundigheid. Droefheid is volgens hen tegen de natuur. Van Ruler trok zich aan dit levensbesef op, zag de vreugde in het piëtisme, maar noemde het wel gestolde vreugde, innerlijk vermaak. De predestinatieleer is vreugde, maar in de pervertering ervan is er lethargie en ontsporing.
De Reuver viel Van Ruler bij en verwees ook naar de 17e-eeuwse naamgever van de vereniging, prof. Gisbertus Voetius, die reageede op de afvallige Daniël Tillenus. Deze betoogde dat de gereformeerde leer niets van vreugde en dankbaarheid had. Voetius vond juist het remonstrantisme leiden tot libertinisme. De rots Christus werd daar vervangen door de zandgrond van de mens.

Luther en Franciscus
De Reuver vond wel dat de calvinisten wat meer mogen openstaan voor de lutherse en anglicaanse tradities. Hij meende dat in de gereformeerde leer de vreugde in het zaad en de kern aanwezig is, maar te weinig in de praktijk. De vrolijkheid van de gereformeerde leer is er wel, maar de nestgeur is niet veel hilaritas (vrolijkheid), vooral humilitas (nederigheid). Ook de ‘allerheiligste’ beseft dat de overwinnning bij Pniël is: hinkend moet men verder. Ook in de liturgie wordt er veel gezucht, hoewel thuis bij het harmonium toch ook de Sankeyliederen en Johannes de Heer weerklonken.

Het leven van de rooms-katholiek is niet gemakkelijker, wel luchtiger en vrolijker. Dat meende de r-k prof. Zweerman in zijn co-referaat over ‘Spiritualiteit in het roomse deel van de Catholica’. Want volgens Van Ruler bent u de Catholica, aldus Zweerman die zijn gehoor aanried om het maar bij hun eigen traditie te houden. Of bent u in de nabije toekomst liever Turks dan paaps? Met instemming haalde de franciscaanse theoloog Luther aan: lofzingen is Gods weldaden erkennen en zo wat God schonk ‘wieder heim tragen’. Dat spoort met het ‘teruggeven aan God’ van Franciscus van Assisi. Je mag je toeëigenen wat je van Godswege bent, maar je mag niet teveel naar jezelf toehalen wat je aan God moet teruggeven, meende Zweerman.

Vreugde in de woestijn
De emeritus-hoogleraar verwees ook naar wat de mysticus Ruusbroec ‘de eerstigheid van God’ noemde. De gelovende mens is eerst de lévende mens. Geloven en weten worden te vaak als grote tegenstelling gezien. Met Franciscus, die geen academisch theoloog was; en met St. Clara moeten we eerst luisteren naar de Schrift; dat is meditatie. Staan, aldus Zweerman, de protestanten nuchterder in de werkelijkheid? Neen, alle christenen staan ontheemd. Met Barnard Rootmensen kunnen we zeggen dat de kerk nu in een woestijnsituatie verkeert. Maar de vreugde om de Thora was er ook in de woestijn en in de Babylonische ballingschap
Zweerman haalde ook de bij protestanten bekende r-k priester Henri Nouwen aan, die nog een tijd aan de Katholieke Theologische Universiteit in Utrecht heeft gedoceerd, en die meende dat ieder mens een vruchtbaar thuis moet zoeken. Zonder dat valt niet te leven. Zweerman wees er op dat de rooms-katholiek geworden schrijfster Vonne van der Meer het verlangen naar God en religie het grootste taboe van intellectueel Nederland noemt. Zelfs de joodse Hannah Arendt kon, terugblikkend op nazi-Duitsland, toch dankbaarheid uiten over het er met anderen mógen zijn. Een houding van wrok leidt tot nihilisme. Met Franciscus, die de eucharistie als een gedachtenismaal zag, stemde Zweerman in: vergeet niet dat u sterven gaat, vergeet God niet en vergeet uw verantwoording niet!

Eeuw-gedenkboek
In de Domkerk werd ook het jubileumboek gepresenteerd: ‘Cantemus Voetiani’ (naar de beginregel van het Voetiuslied: laten wij zingen, Voetianen, God alleen de eer). Samenstellers waren de Voetianen dr. J.H. van de Bank, drs. A.J. Mensink en drs. C.C. de Vreugd. Zij beschrijven in grote lijnen deze honderd jaren, daarbij steunend op het gedenkboekje dat verschijnt bij het halve-eeuwfeest. Daar werd toen aan meegewerkt door student C. Graafland die nu als emeritus-hoogleraar het Ten Geleide van het eeuwboek schreef. In drie hoofdstukjes worden namen en feiten, leuke en nare gebeurtenissen belicht, van Gereformeerde theologie via Altijd opnieuw reformeren tot Laten wij Gode lofzeggen, titels ontleend aan het Voetius lied.

Boeiend zijn ook de vier intermezzi. De Utrechtse docent kerkgeschiedenis dr. F.G.M. Broeyer was lid van het Utrechts Studentencorps en van het theologendispuut ‘Elias Annes Borger’. Hij vertelt over de relatie van zijn dispuut en het Corps met Voetius. Die verbindingslijn was student Pieter Zandt, de latere SGP-voorman, die als Corpslid èn als Voetiaan zelfs een tweede, meer open en minder strikt gereformeerde, ‘Voetius’ stichtte en voor veel opschudding zorgde! Met zijn vertrek verdween dat ‘Voetius-13’.
De Utrechtse Hongaarse predikant ds. I.L.Tüski belicht de (vrij veel) Hongaarse Voetianen. Ds. W.J. Bouw gaat de banden na tussen Voetius en de later opgeheven Hervormd-Gereformeerde Studenten Zendings Vereniging ‘Willibrord’ en ds. R.J. van de Hoef onderzoekt de (soms gespannen!) relatie tussen ‘Voetius’ en de Gereformeerde Bond. Een ledenlijst - ontsierd door veel spelfouten; dat was niet nodig! - en de besturen vanaf 1899 completeren dit voor (oud-) leden waardevolle boek. Al was het maar om de herkenning op de vele groepsfoto’s van diesvieringen en aantredens van eerstejaars.

‘Cantemus Voetiani’ telt 128 blz., bevat veel zwart-wit foto’s; is een uitgave van Boekencentrum in Zoetermeer en kost nu ƒ 39,50.

H.H.J. van As te Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

Protestants Nederland | 20 Pagina's

‘Voetius’ vormde een eeuw lang studenten in Utrecht

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

Protestants Nederland | 20 Pagina's