'Roomse' lijdensvoorstelling in een hervormde dorpskerk
De Dorpskerk van Leeuwarden-Huizum, waar ik van 1990 tot 1996 hervormd predikant was, is op zichzelf niet bijster uniek: gewoon een zadeldaktoren als zoveel Friese kerken. Uniek is wel de achtkantige kansel, de enige in Friesland van vóór de Reformatie. JVlaar wel bijzonder zijn de middeleeuwse rozetten in het houten tongewelf: passievoorstellingen in wat nu een protestantse kerk is. Alleen de kerk van Jelsum heeft vergelijkbare rozetten.
De beeldenstorm heeft in 1580 de rozetten in de Huizumer dorpskerk niet weggevaagd. De kerk was gewijd aan Joharmes de Doper. Eén der rozetten stelt dan ook zijn hoofd op de schotel voor. De andere hebben alle met het lijden van Christus te maken. Ik wil ze hier bijbels en kunsthistorisch kort toelichten, waarbij ik Johannes de Doper nu oversla. In deze lijdensweken is het wellicht zinvol om na te gaan hoe de kerk van vóór de Hervorming omging met het uitbeelden van het passieverhaal uit de evangeliën.
Het eerste rozet toont de stralende zon der gerechtigheid, naar Maleachi 4. Oeroude motieven komen in deze voorstelling samen. Al de Babylonische god Samas, ook een zonnegod, heet hoeder van recht en gerechtigheid. In Maleachi betekent de term vooral 'rechtsherstellend heil'. Opvallend is de parallel met Psalm 50, waar de gerechtigheid des Heren verbonden wordt met Zijn epifanie (verschijning in lichtglans) en waar God de Rechter is. In de christenheid werd Maleachi 4 betrokken op de Messias en in het Liedboek voor de Kerken en in het Romeinse brevier wordt de zon gezien als Christus. In het rozet staan ook de Griekse beginletters van de naam Jezus. Het betreft hier een Christus-monogram.
Doek van Veronica
Het rozet met het zogeheten doek van Veronica gaat terug op een oude legende, die de Bijbel niet vermeldt. Een volgelinge van Jezus kwam in het bezit van een op het doek geschilderde of afgedrukte afbeelding van haar Meester. Zij moest deze schat naar keizer Tiberius in Rome brengen. Zo kwam men daar op de hoogte van de bloedschuld van Pilatus. Na haar dood werd ze als Veronica vereerd; haar naamdag is 4 februari. Er loopt door deze legende nog een ander motief, dat van de bloedvloeiende vrouw (Marcus 5) in Caesarea Philippi. Volgens kerkvader Eusebius stond voor haar woning een beeld van Jezus dat wonderen verrichtte. In de 'Handelingen van Pilatus' vinden we nog een andere legende: deze bloedvloeiende vrouw bezat een geneeskrachtige doek met het portret van Jezus. Haar naam was Veronica: 'vera icon' betekent: het ware beeld, het echte portret.
Pas in de 14e eeuw werd de legende, onder invloed van de passiespelen, afgerond. Nu heette Veronica een van de vrouwen die Jezus op Zijn kruisweg volgden. Uit medelijden gaf zij Jezus een doek om het zweet van Zijn gelaat te vegen. Ze kreeg dat van Hem terug met daarin de afdruk van Zijn gezicht. In de rooms-katholieke volksvroomheid werd zij voorspreekster voor een goede dood en helpster bij ernstige verwondingen en bloedingen. Een variant op de Huizumer afbeelding bevindt zich in een boerderij te Usquert. Die komt uit de Commanderij Wijtwerd en toont de onder het kruis bezwijkende Jezus. Daarachter staan Veronica en de soldaten, van wie de laatsten zeer realistisch zijn weergegeven. Eronder staat 'O mensche, dit doe ick voer dij/ wat does tii weer hij mi'.
Wondtekenen van Christus
Het derde rozet toont de stigmata, de tekenen van de wonden in Jezus' lichaam, een verwijzing naar de kruisiging en naar Jesaja 53, maar ook naar de opstanding van Jezus en het Lukas-evangelie, over de zogeheten 'ongelovige Thomas', die zijn vinger in Jezus' wondtekenen mocht leggen. De toevoeging (Luk. 24 VS. 37)'... bij dit woord toonde Hij hun Zijn handen en voeten' is mogelijk ingegeven door de vrees dat Christus slechts een schijnlichaam zou hebben gehad na Zijn opstanding, zoals de docetisten leerden.
Martelwerktuigen
Het vierde rozet gaat over de Doper. Het vijfde toont een geselzuil met riemen en martelwerktuigen. Dat zijn een leren zweep met ingevlochten bikkels of stukjes metaal en een roede of soort bezem. Dat is wellicht het riet waarmee Jezus op Zijn hoofd werd geslagen (Marcus 15). Zowel Romeinen als Joden kenden geseling als strafmiddel, maar bij Romeinen niet voor staatsburgers. Ook hier speelt Jesaja 52 en 53 op de achtergrond mee. In het Fries Museum in Leeuwarden bevindt zich een eikenhouten beeldengroep 'De geseling van Jezus' met naast Hem twee beulen en achter Hem Pilatus en een soldaat. De groep moet wel afkomstig zijn van een altaar en werd in de 19e eeuw aan Leeuwarden geschonken door de laatste eigenaar.
Jezus' doornenkroon
Het zesde rozet in de kerk bevat de doornenkroon van stekelige acanthusbladeren, die Jezus bij Zijn bespotting droeg. Zo'n krans w^as een erekrans die de aan Rome onderhorige vazalkoningen moesten dragen. Onafhankelijke vorsten droegen daarentegen een gladde stoffen band, de diadeem. Jezus droeg ook de scharlaken mantel van de Romeinse soldaten of van bepaalde Griekse vorsten, en in Zijn rechterhand als scepter een rieten stok. De soldaten vielen in 'eerbiedige houding' voor Jezus op de knieën en begroetten Hem zoals ze de keizer moesten groeten: Ave Caesar, Wees gegroet Caesar. Dat w^erd hier spottend: Wees gegroet, gij koning der Joden! Men dacht vroeger wel, dat deze bespotting verwees naar oude Babylonische of Romeinse feesten, maar meent nu dat het en koningsspel betrof; een soort ganzenbordspel met een schertskoning. De verliezer van het spel werd spottenderwijs tot koning gekroond, maar daarna gedood. Er zijn enkele andere aanwijzingen voor dit spel met een schertskoning, waarvoor zelfs een geesteszieke werd 'gebruikt'.
Het kruis: een T-balk?
Op het laatste rozet staat het kruis afgebeeld; ernaast een speer en een rietstaf of hysopstengel. De kruisiging is wellicht van Perzische oorsprong. Een misdadiger werd aan een paal met dwarsbalk (in T-vorm) gehangen of een kruisvormige constructie. Naakt hing de dader aan de dwarsbalk. Na zijn dood bleef hij als prooi voor de roofdieren hangen. Voor de Romeinen was de kruisiging bijna even smadelijk als het voor de wilde dieren werpen van veroordeelden. Kruisiging van Romeinse burgers is in de literatuur onbekend. Voor Joden was de gehangene van Godswege vervloekt (Deut. 21). Als onder keizer Constantijn de Grote in 313 het christendom staatsgodsdienst wordt, doet het kruis in de christelijke kunst zijn intrede. Volgens de legende vond de moeder van Constantijn, Helena, op pelgrimsreis in Israël het echte kruis van Christus op Golgotha. Sindsdien werd het kruis veel afgebeeld. Nog tot in de 20e eeuw toe werd in de R-K Kerk wel het feest van het vinden van het kruis gevierd . . . De kerkgeschiedenis kent verschillende kruisvormen. In het Westen is het Latijnse kruis gangbaar, in de Oosterse kerken het kruis met vier gelijke armen.
Het met een speer doorsteken van Jezus wordt door de evangelist gezien als vervulling van de profetie in Zacharia 12, waar degenen die doorstoken wordt is als de vrome koning Josia, met wie messiaanse verwachtingen waren verbonden. In de Rooms- Katholieke Kerk leidde het doorsteken van Jezus' zijde (of hart) tot de devotie van het Heilig Hart. Het bloed en water uit de zijde van Christus werd in de christenheid wel gezien als symbool van Avondmaal en Doop. Volgens de middeleeuwse legende van de graal (de heilige schaal) ving Jozef van Arimathea het bloed van Christus op in een kelk. Deze beker en de speer van de Romeinse soldaat, die Longinus zou heten, keerde later in de geschiedenis regelmatig terug, tot aan de legende van Parsifal toe. De spons met zure wijn, Jezus aangereikt door een omstander, moest gezien worden als een daad van medelijden. (Matth. 27, vergelijk Psalm 89). In Marcus 15 wordt echter gemeld dat dit gebeurde om te zien of Elia komt om Jezus van het kruis af te nemen. Dan ging het niet om verzachting van het lijden, maar juist om opheffing van de verdoving. Lukas (23 vs. 36) stelt, dat de soldaten Jezus die wijn gaven en in Johannes 19 geldt het drinken van de zure wijn als vervulling van psalm 22. Johannes spreekt van een hysopstengel en legt daarmee verband met het Pascha, naar Exodus 12 vs. 12.
Dr. Wassenaar is predikant van de hervormde gemeente van Workum en van de SoW-gemeente 'It Heidenskip'.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2002
Protestants Nederland | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2002
Protestants Nederland | 24 Pagina's