Het Hugenotenkruis
Het komt nog wel eens voor dat de redactie een vraag krijgt over het Hugenotenkruis en haar betekenis. Het symbool van het Hugenotenkruis hebben wij in ons logo opgenomen. Daarom herplaatsen wij een artikel van de heer H.H. Bolhuis. De heer Bolhuis was tot aan zijn overlijden een gewaardeerd medewerker aan ons blad gedurende een groot aantal jaren.
Het Hugenotenkruis dat, als een teken van reformatorische gezindheid, op het maandblad en briefpapier van onze vereniging staat afgedrukt, was oorspronkelijk een Frans sieraad. Het werd in de streek ten noorden van Nîmes en Montpellier als hanger gedragen door protestantse vrouwen. Ter gelegenheid van de inwijding in 1910 van het 'Musée du Désert' - een protestants historisch museum bij Anduze - werden er twee exposities gehouden van antieke Hugenotenkruisen. Het gevolg was dat het sieraad in Frankrijk een nieuwe populariteit kreeg, als protestants herkenningsteken en als symbool van evangelische overtuiging.
De belangstelling voor het Hugenotenkruis breidde zich uit naar tal van landen: Nederland, België, Zwitserland, Duitsland, Engeland, Italië (de Waldenzen!), Zuid-Afrika, de Verenigde Staten. De kruisen werden in serie gemaakt van allerlei materiaal - nikkel, zilver, goud, ivoor, hout - en in verschillende vormen: hanger, broche, speld, knoop. Over de oorsprong van het Hugenotenkruis raadpleegden wij een brochure van ds. Pierre Bourguet: 'La croix hugenote' (Editions du Musée du Désert, 1949). Het ons zo bekende Hugenotenkruis is een soort Malthezerkruis van vier loodrecht op elkaar staande pijlspitsen. Op het brede deel zijn deze met elkaar verbonden door Franse lelies. De acht uiteinden dragen een bolletje. Onder het kruis hangt (meestal) een duif met de kop naar beneden. (Tot aan het eind van de 18e eeuw werd deze vogel, de Heilige Geest voorstellenden, ook wel als afzonderlijke hanger door rooms-katholieke vrouwen gedragen).
Verzamelaars bewaren twee soorten van 'Hugenotenkruisen'. Het ene sieraad heeft één of meer peervormige aanhangsels. (Deze komen ook voor in combinatie met de bovengenoemde hanger in de vorm van een duif). De 'peertjes' lijken op een stamper, op een klepel of op een flesje. Dit laatste zou een herinnering zijn aan de 'Sainte Ampoule', de flacon waarin de 'eeuwigdurende' heilige olie werd bewaard, waarmee de Franse koningen destijds in Reims bij hun kroning gezalfd werden. Voor de laatste maal geschiedde dit in 1824 voor Karei X, hoewel de 'Sainte Ampoule' in 1793 tijdens de Franse Revolutie stukgeslagen was.
Tot in de tweede helft van de 17e eeuw zijn de Hugenotenkruisen - wij noemen ze maar zo - voorzien geweest van het peervormige aanhangsel. Later is wel beweerd dat het 'peertje' een symbool was van de over de vervolging vergoten tranen. Het is echter zeer wel mogelijk dat de hier bedoelde kruisen nooit protestantse sieraden zijn geweest, maar oorspronkelijk alleen gedragen werden door roomskatholieke vrouwen. Anders is het met het Hugenotenkruis, waarover wij in de aanhef van dit artikel spraken. Wij kennen zelfs de goudsmid die het heeft bedacht. Het was Mayestre of Maistre uit Nîmes. Onder de druk der vervolgingen traden er spanningen op bij de Franse protestanten en ging de idee van de Heilige Geest een grote rol spelen in hun denken en handelen.
Naast lekenpredikers, stonden 'geïnspireerden' of profeten op. Een hunner, Elie Marion, schrijft in zijn (1931 door de Londense 'Huguenot Society' gepubliceerde) Gedenkschriften: 'In het jaar 1701 stort God Zijn Geest overvloedig uit in onze provincie, over verscheidene mensen, van iedere leeftijd, van elk geslacht'. Ook dient nog vermeld dat, toen Lodewijk XIV in 1688 en in 1701 in oorlog kwam met de door koning-stadhouder Willem III gevormde grote coalities, de Franse Protestanten de verwachting hadden dat zij hun rechten en vrijheiden zouden terugkrijgen bij het vredesverdrag.
Toen in 1688 de eerste geïnspireerde predikers optraden, kwam de juwelier uit Nîmes op de gelukkige gedachte om Hugenotenkruisen te gaan maken, waarbij het 'peertje' vervangen was door de duif van de Heilige Geest. Nu was er destijds een ridderorde van de Heilige Geest, bestaande uit 100 geselecteerde rooms-katholieken met de koning aan het hoofd. Zij droegen als decoratie het eerder beschreven kruis met daarop bevestigd de duif. Het nieuwe Hugenotenkruis, met als aanhanger de duif, beantwoordde aan de behoefte van de protestanten om stil te kunnen getuigen. Het was alsof zij tot de koning en zijn 99 ridders zeiden: 'Gij hebt niet het monopohe van de Heilige Geest! God heeft beloofd Zijn Geest uit te zullen storten over alle schepselen, onze profeten, onze geïnspireerden bevatten deze evenzeer en misschien meer nog dan gij'. Dat de rooms-katholieke geestelijkheid begreep dat het dragen van het Hugenotenkruis een uiting van protest was, blijkt uit de volgende door Gourguet vermelde veroordehng van de bisschop van Nîmes uit 1731. Alle 'nouvelles converties', d.w.z. meisjes die snel rooms-katholiek waren geworden om een wettig huwelijk te kunnen sluiten, moesten een proeftijd van vier maanden doormaken, het rooms-kathoHeke kruis gaan dragen en . . . een verklaring overleggen van de juwelier aan wij zij haar Hugenotenkruis verkocht hadden!
Eens droegen onze vervolgde geloofsgenoten het Hugenotenkruis als een stil protest en als een zichtbaar teken van hun evangelische overtuiging. Ook wij kunnen het nog dragen: het Hugenotenkruis blijft actueel zolang wij waakzaam moeten zijn voor de zaak van de echte vrijheid en de ware godsdienst. Het devies van de dragers van het Hugenotenkruis zou kunnen zijn: Pro Religione et Libertate, Voor godsdienst en vrijheid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 2002
Protestants Nederland | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 2002
Protestants Nederland | 24 Pagina's