Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is de paus werkelijk onfeilbaar, of niet?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is de paus werkelijk onfeilbaar, of niet?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van de hoekstenen van het trotse gebouw dat de Rooms-Katholieke Kerk nog steeds is, is wel het leerstuk van de pauselijke onfeilbaarheid. Het is ook een van de zaken die de Reformatie en Rome van elkaar scheiden. En dat geldt ook van de Anglicaanse Kerk, een kerkgemeenschap die overigens heel wat opvattingen en voorstellingen uit de oude katholieke kerk heeft behouden, ook nadat die katholieke kerk op de duur van katholiek, rooms geworden was.

Maar zelfs de Anglicanen kunnen niet meegaan met de gedachte aan een paus die onder bepaalde omstandigheden onfeilbare uitspraken doet. En dat geldt ook voor de Oud-Katholieken en voor de Oosterse kerken. We willen met onze lezers eens nadenken over de leer van de pauselijke onfeilbaarheid. Wat leren de Schrift en de kerkgeschiedenis ons daarover?

Wat is de leer van de onfeilbaarheid?

De Rooms-Katholieke Kerk grondt haar leer op de uitspraken van Christus in Mattheüs 16:18, Lukas 22:32 en Johannes 21:15. Vooral Mattheüs 16: 18 is voor de opvatting van Rome van belang. In dat hoofdstuk doet Petrus, zeker in overeenstemming met de andere apostelen en als hun woordvoerder de belijdenis dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God. En die belijdenis is grondleggend, fundamenteel voor de christelijke kerk: wie dat niet belijdt behoort niet tot de christelijke kerk, hoe ernstig of sympathiek of diep nadenkend iemand overigens ook mag zijn. De Rooms-Katholieke Kerk heeft de eeuwen door geleerji dat deze woorden heel speciaal tot Petrus als persoon werden gesproken, en niet tot hem als degene die als woordvoerder de Christusbelijdenis uitsprak. Deze belijdenis is fundamenteel, we herhalen het. En daarom gebruikt de Heere Jezus hier het woord petra, rotssteen, met woordeens pelling over de naam van Petrus. Het is alsof Christus hier zegt: dit Petruswoord is de Petra, de rotssteen, de onwankelbare grond van Mijn kerk. Zo is dit woord in de niet-R.K.kerken altijd opgevat. Maar Rome betrekt het heel sterk op de persoon Petrus. Zou dat gekund hebben? Christus noemt dezelfde Petrus die Hij volgens Rooms-Katholieke opvatting in vers 18 het fundament van de kerk genoemd zou hebben in vers 23 een satams en een aanstoot, vanwege het gebrek bij dezelfde man aan alle inzicht in het Borgwerk van Christus. Een aanstoot, dat is in de grondtekst een 'skandalon'. Dat is hetzelfde woord dat in het Nieuwe Testament soms wordt vertaald als 'ergernis', het betekent ook struikelblok, een doelbewust geplaatste aanleiding tot zonde, zoals het lokaas in een val. Zou Petrus, die hier zo geweldig mistast in de grote zaak van de noodzaak van het lijden en sterven van Christus wel als persoon de man kunnen zijn die met onfeilbaar kerkelijk leergezag bekleed is? Hij had ook de hele droevige episode van zijn drievoudige verloochening van Christus nog voor zich. Of meent Rome soms dat het onfeilbare leergezag van Petrus, die men ziet als de 'eerste paus' pas is ingegaan na de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest? Maar ook daarna moest Paulus Petrus nog in het openbaar bestraffen vanwege zijn 'veinzen' te Antiochië. Veinzen is een wat milder woord dan huichelen, maar inhoudelijk maakt dat verschil niet zoveel uit. We lezen dat in Galaten 2:11-21. Duidelijk is dat een dergelijk onfeilbaar leergezag bij een mensenkind dat nog maar ten dele kent en ook volop vatbaar is voor de verleiding tot zondigen niet veilig is. Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis spreekt daar heel duidelijke taal over in artikel 7: 'Men mag ook gener mensen schriften, hoe heilig zij geweest zijn, gelijk stellen met de Goddelijke Schriften, noch de gewoonte met de waarheid Gods (want de waarheid is boven alles), noch de grote menigte, noch de oudheid, noch de successie (opvolging) van tijden of personen, noch de conciliën, decreten of besluiten; want alle mensen zijn uit zichzelf leugenaars en ijdeler dan de ijdelheid zelf. Daarom verwerpen wij van ganser harte al wat met deze onfeilbare regel niet overeenkomt, gelijk ons de apostelen geleerd hebben, zeggende: beproeft de geesten of zij uit God zijn. Insgelijks: indien iemand tot u komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis'. De roomse opvatting is echter 'dat in de historische mensheid het zuiver bewaren van de geopenbaarde waarheid niet doeltreffend kan worden gewaarborgd door het gezag van een boek, ook al is dit de Heilige Schrift. Dit is slechts mogelijk door de onfeilbare leiding van een levend gezag. Dit inzicht leidde eens Newman naar de Katholieke Kerk'.

De zgn. apostolische successie.

Hierboven werd het woord successie of opvolging genoemd. Daarmee raken we ook een zaak aan die sterk verbonden is met de leer van het onfeilbare kerkelijke leergezag, zoals dat naar rooms-katholieke opvatting is belichaamd in de persoon van de paus als hij in de uitoefening van zijn ambt (ex cathedra) spreekt over zaken van geloof en zeden, als opperherder van de kerk We bedoelen de leer van de apostolische successie. Die houdt in dat men Petrus ziet als de eerste paus, de plaatsvervanger van Christus op aarde. En de opvolgers van Petrus zijn in die gedachtegang eveneens de plaatsvervangers van Christus, delend in wat aan Petrus werd toegezegd, de onfeilbaarheid in de reeds genoemde zaken. Die leer van de apostolische successie is door de Reformatie altijd standvastig verworpen. Wie een dergelijke opvolging leert, zou ook kunnen beweren dat mensen als de hogepriesters Annas en Kajafas die immers op de stoel van Mozes zaten in de Oudtestamentische Joodse kerk het rechte inzicht hadden toen ze de Heere der heerlijkheid lieten kruisigen door de handen der zondaren.

Dit is kennelijk een veel te formalistische uitleg van de Schrift. Ze is ook vele eeuwen lang niet gangbaar geweest in de Roomse kerk. Protestanten hebben altijd de leer van de pauselijke onfeilbaarheid verworpen, en gehandhaafd dat alleen God en Zijn Woord onfeilbaar zijn Trouwens, heel de gedachte aan het pausschap leefde niet in de oude kerk. Gregorius de Grote, die van 590 tot 604 bisschop van Rome was betitelde iemand die zich 'Algemeen Bisschop van de gehele Kerk' noemde, als een antichrist Ds.J.J.Knap Czn. schrijft over de zaak heel helder: 'het karakter van onfeilbaarheid komt eigenlijk uitsluitend toe aan de Heilige Schrift. Deze is the opneust, geïnspireerd door de Heilige Geest. Het leerstuk van de pauselijke onfeilbaarheid is op de Heilige Schrift zeker niet te gronden. Het rust op een onbetrouwbare overlevering aangaande Petrus en miskent het grote feit dat de apostelen een gesloten kring vormden van een geheel eigen karakter; zij waren in hun ambt onfeilbaar en konden wonderen doen ter bevestiging van hun leer. Na de dood van de laatste apostel is er nooit een ander geweest. Daarom is het ongeoorloofd hun bijzondere hoedanigheden over te brengen op hen, die zich hun opvolgers in rechte lijn noemen zonder het waarlijk te zijn'

Over dat punt, het vermeende bezitten van de bijzondere gaven die aan de apostelen in hun eenmalig ambt waren geschonken is een aardig verhaal in omloop. Vermoedelijk is het niet meer dan een anekdote, en we kunnen de waarheid ervan ook niet bevestigen: we zijn er tenslotte niet bij geweest, maar tekenend is het wel. Dit verhaal luidt dan als volgt: de paus liep met een kardinaal door de Sint Pieter te Rome, die prachtige kerk vol van versieringen en rijkdom. Wel, broeder, zei de paus tegen de kardinaal, de kerk hoeft nu niet meer te zeggen: zilver en goud heb ik niet! Dat is waar, antwoordde de kardinaal, maar u kunt ook niet meer tegen een kreupele zeggen: sta op en wandel! (Hand.3:6).

Ook rooms-katholieke theologen moeten wel toegeven 'dat de expliciete (uitdrukkelijke) formulering van het bestaan van een onfeilbaar leergezag eerst vrij laat in de historie duidelijk naar voren is gekomen. Men zou dus kunnen denken hier met een natridentijns (na het Concilie van Trente) insluipsel te doen te hebben. De katholieke visie op de sacramentele heilsstructuur, waarvan de onfeilbaarheid een wezenlijk deel uitmaakt, is echter vanaf de oudste tijden aanwijsbaar'

De talrijke dwalingen en misslagen op grond van het onfeilbare leerambt in de Rooms-katholieke Kerk worden in niet mis te verstane bewoordingen aan de kaak gesteld door de nog steeds roomskatholieke theoloog Hans Küng, overigens iemand aan wie door Rome de bevoegdheid om hoogleraar te zijn in de theologie is ontnomen. Hij schrijft daarover: 'de dwalingen van het kerkelijk leerambt waren in alle eeuwen talrijk. Een nauwkeurige bestudering van de Index van verboden boeken zou hier als bewijs zeer veel informatie verstrekken. En toch had het kerkelijk leerambt steeds weer moeite, deze dwalingen open en eerlijk toe te geven. Meestal corrigeerde men ze alleen maar impliciet, gecamoufleerd, zonder enige vrijmoedigheid en vooral zonder openlijk schuld te bekennen. Men vreesde dat het inzicht in de toegegeven feilbaarheid van bepaalde belangrijke uitspraken het uitzicht op de gepretendeerde onfeilbaarheid van bepaalde andere gewichtige uitspraken zou kunnen overdekken of zelfs definitief beletten. En de apologetiek (geloofsverdediging) van katholieke theologen verstond lange tijd voortreffelijk de kunst, in dienst van het kerkelijk leerambt het probleem van de onfeilbaarheid van zich af te houden met het in de grond van de zaak simpele recept: ofwel het was geen dwaling, ofwel - als men tenslotte een dwaling niet meer kon bestrijden, anders interpreteren, onschuldig voorstellen of verkleinen - het was geen onfeilbare uitspraak geweest. Op deze wijze hielp de theologie de hiërarchie, en in deze zin bevorderde de hiërarchie de theologie. Als een lang voorbij voorbeeld van zulk gemanoeuvreer, dat vaak een pijnlijke indruk maakt, citeren we hier slechts het ook op het Vaticanum I besproken geval van paus Honorius, die door een oecumenisch concilie en diverse latere pausen is veroordeeld als ketter' Honorius is 13 jaar paus geweest, van 625 tot 638, en zou dus volgens Rome tegelijkertijd een ketter zijn geweest, en iemand door wie het onfeilbare kerkelijke leerambt zijn uitspraken deed. De eeuwen door is gebleken dat pausen gedwaald hebben, soms op uiterst belangrijke punten. Hippolytus schrijft over Calixtus die van 221-223 bisschop van Rome was, en dus naar roomse opvatting paus, dat hij de leer van de Goddelijke Drie-eenheid loochende, en dus een Unitariër was; iemand dus die de Godheid van de Zoon en van de Heilige Geest ontkende. Liberius was een Ariaanse ketter, die Athanasius in de ban heeft gedaan. Deze Athanasius kreeg later terecht de eretitel van 'Pater Orthodoxiae', de vader van het rechte geloof. Zosimus verkondigde dat Pelagius geheel en al orthodox was. Later deed hij, op aandringen van Augustinus, een tegengestelde uitspraak. Men vraagt zich af: op welk moment bekleedde hij het onfeilbaar leergezag? Welke leeruitspraak was juist? Mogelijk werpt hier iemand tegen: maar men kan toch tot een beter inzicht komen? Dat is waar, maar juist dit wijst ons het feilbare van alle menselijke meningen aan.

De kerk van de Reformatie gelooft en belijdt dat de apostoliciteit van de kerk - haar gegrond-zijn op de leer van de profeten en apostelen - de erkenning inhoudt van de belofte van Christus dat er steeds een kerk zal zijn die gebouwd is op het apostolisch fundament, die trouw is aan de apostolische leer. In deze zin spreken ook wij van de apostoliciteit als eigenschap van de kerk. Aangezien deze belofte van Christus zich realiseert in de weg van het geloof, menen wij dat het niet a-priori zeker is dat bepaalde kerkelijke instanties, ambtsdragers of gemeenten steeds gehoorzaam zullen zijn aan de apostolische prediking

Wat winden dat er waaien.
Wat regen dat er plast.
Het hoge Huis van Sion
Staat onbeweeglijk, vast!

Noten

A.M.Heidt, Catholica, geïllustreerd vademecum voor het Katholieke leven, Uitg. Pax, Den Haag 1955, blz.726. 

Denzinger-Schoenmetzer 3074. 'Romanum Pontificem, cum ex cathedra loquitur, id est, cum omnium Christianorum pastoris et doctoris munere fungens pro suprema sua Apostolica auctoritae doctrinam de fide vel moribus ad universa Ecclesia tenendam definit, per assistentiam divinam ipsi in beato Petro promissam, ea infallibilitate pollere, qua divinus Redemptor Ecclesiam suam in definiendo doctrina de fide vel moribus instructam esse voluit; ideoque eiusmodi Romani Pontificis definitiones ex sese, non autem ex consensu Ecclesiae, irreformabiies esse. Si quis autem huic Nostrae definitioni contradicere, quod Deus avertat, praesumpserit: anathema sit'.

The New International Dictionary of the Christian Church, Zondervan, uitg. Grand Rapids 1978, blz. 508. ''

Loraine Boettner, Roman Catholicism, uitg. Banner of Truth Trust, Londen 1966, blz. 320.

Christeliike.Encyclo-pedie,\e ed. uitg. Kok/Kampen 1926, IV blz. 418-419.

Theologisch Woordenboek, onder hoofdredactie van Dr. H. Brink O.P., uitg. J.J. Romen, Roermond en Maaseik 1958. deel III, kol.35823589. '

Hans Küng, Onfeilbaar? uitg. Paul Brandt - J.J.Romen, Roermond 1970, blz.27-28.

Christelijke Encylopedie. 2e ed., uitg. Kok-Kampen 1960, deel 5, blz. 279.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2003

Protestants Nederland | 20 Pagina's

Is de paus werkelijk onfeilbaar, of niet?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2003

Protestants Nederland | 20 Pagina's