Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ignatius de Loyola en zijn orde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ignatius de Loyola en zijn orde

10 minuten leestijd

Naar men aanneemt is Inigo de Loyola in 1491 geboren. Mogelijk hebben zijn ouders, toen dit zoontje ter wereld kwam een vurig gebed uitgesproken of het kind, hun dertiende, priester mocht worden of op andere wijze de kerk zou mogen dienen. Dat was bij veel goed roomse gezinnen de gewoonte. Inigo de Loyola wérd priester en waarschijnlijk diende in de voorbije eeuwen zelden iemand zó vurig de paus en de kerk van Rome als deze Inigo, wiens Latijnse naam Ignatius luidt.

De levensloop van Ignatius
Waar is hij geboren? Op het kasteel Loyola bij Azpeitia, in Noord-Spanje. Inigo stamde uit een zeer oude. Baskische, adellijke familie. Met nadruk moet gezegd worden dat het er aanvankelijk niet erg op leek dat Ignatius - zo zullen we hem hieronder noemen - van bijzondere betekenis zou worden voor de Roomse-Katholieke Kerk, want hij werd opgeleid voor het krijgsbedrijf. Toen hij echter in 1521 zijn vaderland tijdens een oorlog met Frankrijk als officier verdedigde, is hij bij het beleg van de stad Pamplona ernstig gewond doordat een verdwaalde musketkogel zijn rechterbeen raakte. Toen Ignatius de Loyola tijdens zijn genezingsproces een zittend leven leidde en stichtelijke lectuur ging lezen, onder andere over het leven van Jezus en heiligenlegenden, besloot hij na zijn herstel een bezoek te brengen aan het klooster van Montserrat in Catalonië. Daar trok de jonge edelman in 1522 bedelaarskleding aan en wijdde zijn wapens aan Maria. Zijn leven wilde hij voortaan in haar dienst besteden. Gedurende een jaar deed Ignatius boette, waarbij een strenge ascese hoorde en zelfkastijding. In 1523 bracht hij een bezoek aan het Heilige Land. Zijn opzet was de Turken, die het land bezet hielden, te bekeren. Maar de orde van de franciscaners werkte hem, merkwaardig genoeg, nogal krachtig tegen; waarschijnlijk uit "concurrentieoverwegingen".

Terug in zijn vaderland besloot Ignatius te gaan studeren. Na hiertoe een vooropleiding te hebben genoten in Barcelona, bezocht hij respectievelijk de universiteiten van Alcala (waar hij om niet geheel duidelijke redenen door de inquisitie tijdelijk gevangen werd gehouden), Salamanca en van 1528 tot 1535 die van Parijs. Op 15 augustus 1534 - de feestdag van Maria hemelvaart - legde Ignatius met zes van zijn beste vrienden in de Mariakapel op de Montmartre in Parijs de gelofte af om zich volledig ter beschikking te stellen van de paus. Zij hoopten vurig dat die hun bijvoorbeeld de opdracht zou geven om missionaris te worden. Als levensdevies koos Ignatius de woorden Ad maiorem Dei gloriam, tot meerdere eer van God.

In 1537 was dit zevental vrienden op weg naar de stad Rome. Onderweg, bij het dorpje La Storta, vertelde Ignatius een visioen te hebben gekregen. Hij zou Ghristus hebben gezien met het kruis. De Heiland openbaarde dat Hij het gezelschap welgezind zou zijn in Rome en sprak de wens uit dat Ignatius en zijn metgezellen Hem zouden dienen. Dat visioen was de aanleiding voor de jonge Spanjaard om zich in Rome te vestigen en een nieuwe orde te stichten, de Sociedad Gèsu, kortweg de S.J., Sociëteit van Jezus.

Het was in 1537 zijn plan opnieuw richting Jeruzalem te trekken, doch doordat er een oorlog woedde tussen Venetië en Turkije kon Ignatius dat niet ten uitvoer brengen. Wel werden de zeven vrienden tot priester gewijd. Eveneens kwam het tot de, belangrijke, pauselijke erkenning van de nieuwe orde. Die orde vereiste van zijn leden armoede, kuisheid, gehoorzaamheid en een algehele gehoorzaamheid aan de paus. Paus Paulus III keurde op 27 september 1540 in een bul officieel de stichting der jezuïetenorde goed. Daaraan ging een nogal moeizame periode vooraf, want er bestond grote tegenwerking. Ignatius is zelfs in hechtenis genomen en moest zich voor de inquisitie verantwoorden. Tegen hem werd een spreekverbod uitgevaardigd en hij en zijn vrienden moesten ook tijdelijk uit Rome verhuizen. Uiteindelijk zagen andere geestelijken in dat tegenwerking zinloos was en stond Rome weer voor hen open. In 1541 werd Ignatius de Loyola door de ordebroeders gekozen tot generaal. Meer dan bij andere kloosterorden gebruikelijk was, droeg de Societas Jesu qua opbouw een militair karakter. Ignatius ontwierp in Rome persoonlijk de constituties van de orde. Daarnaast stichtte hij ook twee colleges: het Collegium Romanum in 1551 en het Collegium Germanicum in 1552. Zijn vriend Franciscus Xaverius (1506-1552) bezocht India en Japan. Xaverius poogde ook een missiereis naar China te maken, maar door zijn overlijden werd dat verhinderd. Andere ordebroeders bereikten dat zo geïsoleerde land later overigens wel.

Ignatius stierf op 31 juli 1556 heel plotseling, zodat de genademiddelen van de kerk hem niet eens meer bediend konden worden. Zijn graf is te vinden in de door Giacomo della Porta (1533-1602) gebouwde Gesükerk te Rome. Trachtte Rome met de St. Pieterskerk het volk vooral te imponeren door haar grote omvang en rijkdom die de macht van de kerk moet onderstrepen, de barokke Gesükerk, de hoofdkerk der jezuïeten, doet meer een appèl op de emoties van de bezoekers. De kerk behoorde bij het zojuist genoemde Collegium Romanum, waar door jezuïeten les werd gegeven aan de jeugd van Rome en waaraan een internaat was verbonden.

De ontwikkeling van de orde der jezuïeten
Bij de dood van Ignatius de Loyola telde de orde reeds ongeveer 1000 leden. Hij liet hun een boekje na, Exercitia spiritualia (Geestelijke oefeningen). De orde ontwikkelde zich tot de, waarschijnlijk, meest strijdbare van de Rooms-Katholieke kerk. Hoofddoelen waren de bestrijding van ketters en de bekering van heidenen. Bij het uitroeien van al dan niet vermeende ketterijen werden ook afschuwelijke methoden niet verworpen. De contrareformatie moet met name op het conto van deze orde worden geschreven. De Jezuïeten orde hield zich verder bezig met het lager, middelbaar en universitair onderwijs en de regulering van de pers. Tevens werd ingezien dat het belangrijk was een stevige greep te krijgen op de politiek in de verschillende landen. Op die wijze verkreeg de orde van de jezuïeten zowel in het openbaar als achter de schermen een uiterst grote invloed. Zo ging Ignatius zelf bijvoorbeeld vertrouwelijk om met de Spaanse koning Filips II.

De ordeleden zijn volstrekte gehoorzaamheid verschuldigd aan hun meerderen, waarbij ook voorbijgezien moet worden aan de eigen opvattingen en het geweten, familie- en vriendenbanden en de dienst aan het vaderland. Men moest "als een lijk" voor hen zijn: "perinde ac cadaver". Vanzelfsprekend behoorde de paus blindelings op zijn hulptroepen te kunnen vertrouwen. Het is onder de ordeleden in bepaalde gevallen niet ongeoorloofd de waarheid (deels) te verzwijgen indien dat in het belang van het geheel van de kerk is. De jezuïeten wierpen zich ook als verdedigers van de heiligen- en relikwieën verering. De orde onderstreept ook het belang van de vrije wil. Gaandeweg werd deze steeds machtiger, hetgeen door vorsten en bestuurders ook wel als bedreiging werd gezien, want op alle terreinen van het (openbare) leven trachtten de ordeleden hun invloed te verwerven. Maar in de Verlichtingstijd gelukte het diverse vorsten en regeringen zich te ontdoen van de greep der jezuïeten. Zij zijn in de 18e eeuw zelfs uit diverse landen met een roomse bevolkingsmeerderheid verbannen. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Portugal (1760), in Frankrijk (1761) en in Spanje (1767). Andere landen namen bepalingen op in hun (grond)wet om de activiteiten van de orde op hun grondgebied te weren. Men kan dan denken aan Noorwegen, Zwitserland en diverse communistische staten.

In 1773 heeft paus Clemens XIV de orde van de jezuïeten officieel opgeheven, maar de activiteiten gingen ondergronds gewoon door. Juist in twee niet-roomse landen. Rusland en Pruisen, trok de overheid zich niets van het pauselijk decreet aan en mocht de orde blijven bestaan! In 1814 kwam het tot een heroprichting door paus Pius VII Het was de Amsterdammer Johan Philip Roothaan (1785-1853) - soms de tweede stichter genoemd - die na de heroprichting als generaal voor een geweldige groei van de beweging heeft gezorgd. De jezuïeten behoorden ook in de 19e eeuw tot de trouwste volgelingen van Rome.

Enkele opvattingen van de jezuïeten
De orde wil zich laten inspireren door het evangelie. Persoonlijke vroomheid dient voor elk lid een wezenskenmerk te zijn. Daartoe aangezet door de opvattingen van Ignatius moeten de jezuïeten de geesten leren onderscheiden. Hijzelf schreef hierover in zijn Geestelijke oefeningen. Ignatius stelde dat de mens als het ware in een spectrum van gevoelens en gedachten staat, die invloed op hem uitoefenen. Daarbij bestaan positieve krachten, die harmoniëren met het eigen wezen van de mens. De werking hiervan werd door Ignatius troost of consolatie genoemd. Daartegenover staan negatieve krachten. Die veroorzaken gevoelens van troosteloosheid. Mede door persoonlijke ervaringen trachtte Ignatius deze verschillende krachten uiteen te zetten: hij werkte zijn visie uit in de leer van de onderscheiding van de geesten. De geestkracht zag Ignatius als goed voor de mens en als afkomstig van Jezus Christus. De individuele mens moet Jezus volgen in diens oproep tot armoede en nederigheid. Belangrijk voor een volgeling van Ignatius, en in wezen voor elke gelovige, is de gehoorzaamheid aan Christus. Die gaat wezenlijk dieper dan de vorm van gehoorzaamheid die voortkomt uit een gezagssituatie of een pedagogische gehoorzaamheid. Maar het uiteindelijke doel is de gemeenschap met Christus, Die immers het toonbeeld van ware, dienstbare gehoorzaamheid was. Ongehoorzaamheid is dus ten diepste een disharmonie tussen Christus en Zijn kerk, een wederstreven van de Geest, Die bestuurt en leidt. Belangrijk blijft voortdurend de eigen gewetensinbreng. Ignatius beschreef de ideale gehoorzaamheid in zijn werken als de overeenstemming in willen en aanvoelen tussen de leiding van de orde enerzijds en de onderdanen anderzijds. Het doel heiligt bij de jezuïeten vaak, soms tegenstrijdige, middelen. In zijn Exercitia bood Ignatius een handreiking aan elk ordelid, dat zich ook periodiek dient te bezinnen en tijd moet vrijmaken voor meditatie en gebed. De aard en diepte van de zonde, maar ook het koningschap, het lijden en de opstanding van Christus, moeten gedurig worden herdacht.

Organisatie en vorming
Aan de top van de orde staat de generaal, die voor het leven wordt gekozen. Onder hem zijn zes assistenten, die een medebeslissende of raadgevende stem bezitten. Verder zijn er elf regionale assistenten. De generaal benoemt de provinciale oversten, op grond van een voordracht door de provincie. De lagere leden zijn novice, scholastiek, lekenbroeder of priester. Het noviciaat duurt twee jaren, waarna iemand lekenbroeder wordt of scholastiek, d.w.z. iemand die voorbereid wordt op priesterlijke taken. Bij de opleiding wordt een grondige kennis verworven op het gebied van theologische en niet-theologische wetenschappen. Pedagogische en psychologische inzichten bepalen de vorming van novices, alsmede de omgang met andersdenkenden. Belangrijk acht men in de kringen van de jezuïeten de catechese. Een jezuïet uit Nijmegen, Petrus Canisius (1521-1597), presenteerde in 1555 een catechismus, die zeer invloedrijk werd. Daarbij wordt de biecht van groot belang geacht. Menig biechtvader van bijvoorbeeld vorstelijke personen is immers in staat niet alleen veel te horen en te weten, maar toch ook om de gedachten en de wil van zo iemand te sturen? De jezuïeten tellen nu ongeveer 25.000 leden, verdeeld over 85 provincies. Vrouwen worden in de orde niet toegelaten.

De jezuïeten hielden zich, zoals hierboven reeds is opgemerkt, in het bijzonder bezig met de bestrijding van "ketterijen", zoals die van de reformatie. Ze zijn daardoor terecht in een kwaad daglicht komen te staan. Onder protestanten hebben zij in verschillende tijden en in diverse landen veel kwaad aangericht, hetgeen wij niet mogen vergeten. Hoewel de scherpste kanten er nu wel af lijken zijn, behoren de jezuïeten nog tot de belangrijkste orden en mag van de volgelingen een grote trouw aan Rome verwacht worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 2004

Protestants Nederland | 24 Pagina's

Ignatius de Loyola en zijn orde

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 2004

Protestants Nederland | 24 Pagina's