Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe canoniek zijn de Apocriefen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe canoniek zijn de Apocriefen?

Luxe editie Nieuwe Bijbelvertaling met alle 240 Doré-prenten

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De eeuwen door hadden bijbellezers niet genoeg aan de 'kale' bijbeltekst alleen; naast de woorden in het Woord bestond vaak grote behoefte aan het beeld bij het woord, zeker in een tijd toen de kunst van het lezen nog niet algemeen verbreid was. Maar ook later, met de komst van de Statenbijbel anno 1637, was er grote vraag naar prentenmakers. Die bijbelse etsen of gravures waren dan los te koop en men kon ze laten inbinden tussen de foliogrote bijbelpagina's. Wilco C. Poortman heeft ooit veel gepubliceerd over die illustraties bij de bijbeltekst.

Bijna vier eeuwen later is die behoefte kennelijk niet verminderd. Uitgevers komen met bijbels, schitterend verlucht met schilderijen of prenten van Rembrandt, Mare Chagall, Gustave Doré en anderen. Een recente Duitse Lutherbijbel staat bol van de platen van Lukas Cranach en tijdgenoten. Uitgever Ten Have kwam met een luxe 'De Bijbel - Een vertaling in beelden'. En de nieuwste Nederlandse vertaling, de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) van het Nederlands Bijbelgenootschap, is ook beschikbaar in een liefst driedelige uitgave, met verklarende aantekeningen en de deutero-canonieke of apocriefe boeken. Uitgeverij Athenaeum - Polak & Van Gennep in Amsterdam durft die editie in cassette aan, met honderden prenten van de 19e-eeuwse Franse etser en graveur Gustave Doré.

Alle Doré-bijbelprenten
De 'gewone' bijbeleditie verschijnt, zoals bekend, in tal van uitvoeringen, bij Jongbloed-Groen in Heerenveen, inclusief huis-, trouw-, kerk- en kanselbijbels. Athenaeum is niet bekend van bijbeluitgaven, wel van fraaie edities der klassieken van Alexander de Grote tot de Italiaanse Renaissanceauteur Boccaccio met zijn 'Decamerone' in hun Gouden Reeks. Toch ziet deze uitgever wel brood in wat zijzelf „de mooiste Bijbel" noemen. Daar lijken ze, voorzover het de ca. 240 prenten van Gustave Doré betreft, wel gelijk in te hebben. Niet vaak tref je deze bijbelplaten nog aan. Ze zijn, meen ik, wel eens afzonderlijk, dus zonder bijbeltekst, uitgegeven. Een Doré-bijbel met complete moderne tekst en prenten in een Gouden Reeks was tot heden niet beschikbaar. Wellicht heeft menigeen de bijna 90 euro voor deze drie banden wel over. Het is dan ook een fraai geschenk, bijvoorbeeld bij het afscheid of emeritaat van een predikant. Ook wie de NBV-bijbel niet voor dagelijks gebruik hanteert omdat hij/zij de voorkeur geeft aan de al dan niet gereviseerde Statenvertaling, aan de, nu een halve eeuw oude. Nieuwe Vertaling of aan het monnikenwerk van ds. Pieter Oussoren met zijn Naardense Bijbel, kan genieten van deze 'prentbijbel'.

De uitdrukking 'alle waar naar zijn geld' is hier niet misplaatst. Toch zijn er bij de technische uitvoering wel een paar opmerkingen te maken. Zo ontbreken bijschriften bij de prenten. Ze staan weliswaar veelal, niet altijd, naast het tekstgedeelte waarop ze betrekking hebben, maar voor wie de Bijbel niet van huis uit kent - dat kan, lijkt mij, ook gelden voor de 'achterban' van uitgeverij Athenaeum P & VG - blijft het wel extra zoekwerk. Daar is uiteraard op zich niets op tegen: Augustinus' boodschap 'Neem en lees' dient niet te worden beperkt tot 'Blader en kijk plaatjes'. Een ander bezwaar is, dat de ruim 2400 pagina's tekst van het Oude- en het Nieuwe Testament en tussen beide in de deuterocanonieke boeken, is gedrukt op dundrukpapier, zij het niet helemaal het vloeipapier van de bekende Jongbloed-psalmboekjes. De prenten zijn geen buitentekst-platen en dat betekent, dat ze nogal doordrukken op de tekst op de achterkant van de platen. Heel erg is dat misschien niet, en met prenten op apart glanspapier buiten de tekst zou de uitgave nog veel duurder zijn uitgekomen, maar het is toch een nadeel.

Tekenaar en lithograaf
Het aparte deel 'Toelichtingen' van 331 pagina's is wel op ander, dikker, papier gedrukt, maar dat bevat, behalve een aantal kaarten van het Heilige Land en omstreken in bijbelse tijden, geen bijbelprenten. Op dat deel komen we straks nog terug. Eerst iets over de kunstenaar. Gustave Doré werd op 6 januari 1832 in Straatsburg geboren en hij overleed op 23 januari 1883 in Parijs. Hij had geen academische opleiding, maar werkte zich door zelfstudie op tot een bekend en veelgevraagd tekenaar en lithograaf. Als schilder en beeldhouwer maakte hij minder naam. Hij tekende in de regel zelf de voorstellingen op houten blokken en liet die dan door bekwame graveurs nasnijden. Op de bijbelprenten is soms de naam van die diverse graveurs nog leesbaar, zoals dat vroeger gebruikelijk was: X 'delineavit' (heeft dit getekend) en Y 'sculpsit' (heeft dit gesneden). Het betekent af en toe een verschil in het resultaat van de prenten. Wie die Piaud of H. Pisan of Chapon en anderen waren blijft verder onvermeld. Men heeft wel geschat, dat Doré bijna tienduizend tekeningen en gravures heeft vervaardigd. Daarbij beperkte hij zich niet tot de Bijbel of andere religieuze werken. Zo zorgde hij ook voor platen bij zulke uiteenlopende werken als de 'Goddelijke Komedie'(deel 'De hel') van Renaissancedichter Dante Alighieri, voor de 'Fabels' van La Fontaine, 'Sprookjes van Moeder de Gans', de doldwaze avonturen van baron Von Münchhausen, werken van Rabelais en 'Don Quichot' van de Spanjaard Miguel de Cervantes. Tijdens de expositie 'De Schrift en het schrift' in museum 'Scryption' in Tilburg waren recent ook wat bijbelplaten van Doré te zien.

Bloederig en sadistisch?
In het algemeen zijn de illustraties van Doré vaak grotesk en humoristisch. Hij lijkt een grote voorkeur te hebben voor het fantastische en fabelachtige. Met zijn prentkunst oefende Doré veel invloed uit op latere boekverluchters. Intussen kon ik bij oppervlakkige waarneming in zijn 240 bijbelse prenten niet direct zijn interesse voor het fabuleuze en fantastische terugvinden. Zelfs zijn, nogal donker afgedrukte, platen bij de Openbaring van Johannes - een bijbelboek dat zich bij uitstek leent voor vreesaanjagende en fantasierijke illustraties - zijn zeker niet grotesk of humoristisch te noemen. In een speciale uitgave van 'Vrij Nederland' moest literair criticus Carel Peeters echter weinig hebben van deze bijbelprenten. Peeters is blij, dat hij niet met de Bijbel is opgevoed en al helemaal niet met de bijbelse platen van Doré! Hij heeft het over Dore's „lijkentheater" en meent dat de in zijn tijd beroemde Fransman een enorme voorliefde had voor slachtingen tijdens veldslagen en taferelen met ophanging, steniging en onthoofding. Voor Peeters is de Bijbel, zeker in deze platenuitgave, „een paradijs voor sadisten en masochisten", waarin Mozes „de mensen van angst als ongedierte over de grond laat kruipen". Tja, zoveel botte onkunde en vooral onwil valt niet te weerleggen. Wij beginnen hier dus ook niet aan. Peeters lijkt op Maarten 't Hart, maar dan met minder kennis van zaken. De prentkunstenaar hield wel degelijk rekening met het genre en de tekst van het boek dat hij moest illustreren. Of voor Doré de Bijbel als Gods Woord gold, waarvoor hij met gepaste eerbied platen tekende, weet ik niet. Hij moest natuurlijk zijn boterham met dit werk verdienen, wat ook inhield dat hij goed rekening moest houden met zijn opdrachtgevers. Van een eigenzinnige of artistiek kritische aanpak van de Schrift merkte ik bij hem niet veel. Verrassend is zijn weergave van sommige bekende bijbelverhalen wel. Ieder heeft daarbij immers zijn eigen voorstelling, gevoed door oude prenten van Jan en Gaspar Luyken of door latere kinderbijbels.

Rooms-katholieke prenten
Hoewel de kunstenaar vermoedelijk rooms-katholiek was vind ik, afgezien van een enkele stralenkrans, zijn prenten niet uitgesproken 'rooms', ook niet als de verhalen zich er wel voor lenen. Zelfs het tafereel van het Kindeke in Bethlehems stal doet, afgezien van zonnestralen rond Zijn hoofdje, meer denken aan een gebruikelijke 'heilige familie', met een lichteffect volgens de traditie van Rembrandt, dan aan de zoetelijke r-k prentjes met de devote moedermaagd uit vroeger eeuwen. Ook rond het lijden en de kruisdood van Jezus is de iconografie niet specifiek rooms-katholiek te noemen. Overigens hoefde deze kunstenaar zich niet te bedienen van kunstgrepen zoals sommige van zijn reformatorische vakgenoten ook heden ten dage nog wel doen. De vraag, of men Jezus van wieg tot kruis als Mens wel mag afbeelden, werd in r-k kring en wordt in veel protestantse kringen niet (meer) gesteld. Het 'beeldverbod' van de Tien Geboden betrekken zij niet op het afbeelden van Jezus als Mensenzoon tijdens Zijn aardse omwandeling. Zij behoefden niet, zoals nu wijlen Reint de Jonge ooit voor een kinderbijbel deed, het Kerstverhaal uit te beelden met een stal en herders of wijzen, maar zonder het Kind in de voederbak. Op de plaats van het Kindeke gaf wel een felle lichtglans aan, dat daar iets bijzonders aan de hand was, maar kinderen kregen niet het pasgeboren Kind te zien. Ook de Gekruisigde werd in illustraties min of meer 'weggewerkt', door vanuit ander perspectief Golgotha af te beelden. Ook die discussie voeren wij hier nu niet. De prenten zijn, zoals wel voor de hand ligt, niet over alle bijbelboeken verdeeld. Sommige, zoals de zendbrieven van Paulus aan de inwoners van Rome en Corinthe en de Galaten, leenden zich kennelijk minder voor Doré's prenten dan de evangeliën of het laatste bijbelboek.
 
Canoniek van tweede orde
De indeling van de drie banden met 'gouden' stofomslag is als volgt: het Oude Testament met de NBV-tekst telt zo'n 1600 pagina's. Het volgende deel is doorlopend gepagineerd en bevat vanaf blz. 1621 tot 1922 de apokriefe boeken. Dan volgt vanaf blz. 1925 tot 2402 het Nieuwe Testament. In de derde band zijn de toelichtingen opgenomen, ruim 330 pagina's, met landkaarten. Wat protestanten 'apocriefe' (geheime, bedekte) boeken' noemen heet voor rooms-katholieken veelal 'deuterocanoniek' (op de tweede plaats canoniek). Dat verschil in benaming zegt vrij veel. De Statenvertalers en andere protestantse vertalingen namen die 'apocriefen' afzonderlijk op of lieten ze achterwege. Ze werden niet gerekend tot de goddelijk geïnspireerde canon, zoals de andere 66 boeken van het Oude en Nieuwe Testament. Je kunt ze „wel lezen en er ook nuttige lering uit trekken, maar ze hebben niet de kracht en het vermogen van de canonieke boeken", meenden onze vaderen. Dus: wél nuttig, maar niet 'heilsnoodzakelijk', niet echt behorend tot Gods geopenbaarde Woord. Rooms-katholieken geven daarentegen aan, dat deze boeken weliswaar niet tot de gewone, algemeen erkende, canon behoren, maar dat ze toch wel canoniek zijn, zij het van de tweede garnituur. En zo is de r-k bijbel dikker dan de protestantse, met de in deze Doré-editie opgenomen boeken Tobit, Judit, het Griekse boek Ester, de beide boeken der Makkabeeën, het Boek der Wijsheid, De Wijsheid van Jezus Sirach, Baruch, de Brief van Jeremia, toevoegingen aan het bijbelboek Daniël en het Gebed van Manasse.

Ook apocriefe 'canon'
Intussen vormen deze 'apocriefen' ook een 'canon' op zich. Want er zijn later, onder meer bij opgravingen (Qumran, Nag Hammadi en nog veel meer) nog zoveel nieuwe, aan de Schrift verwante, teksten uit grotten en woestijnzand opgedolven, dat zo'n apocriefe uitgave nog veel dikker zou kunnen worden, bijvoorbeeld met het Evangelie van Thomas of het momenteel veel opschudding veroorzakende 'Evangelie van Judas' of Dode Zeerollen, waaronder de Regel der Gemeenschap of de Rol van de Strijd. Iemand als de kenner der gnostiek prof. G. Quispel houdt zo'n Thomas-evangelie juist voor ware, betrouwbaar overgeleverde, woorden (logia) van Jezus. De discussie over een nog open of afgesloten canon van de Schrift heeft vanaf de vroege kerk geleerden en mogelijk ook 'gewone' gelovigen beziggehouden. Wij gaan daar hier niet op in. Lezen in de 'apocriefen' is soms echter een aangename bezigheid. Sommige spreuken van Jezus Sirach zouden in 'ons' Spreukenboek niet misstaan. En dat de onthoofding van Holofernes door Judit kunstenaars, componisten en dramaturgen stof opleverde is wel duidelijk. Het verhaal lijkt een variatie op de bijbelse Jaël die generaal Sisera onthoofdt. Ook hier geeft Doré volgens mij de feiten zo sober mogelijk weer, terwijl hij ook veel smeuïger te werk had kunnen gaan. Wel is duidelijk, dat ook de apocriefe boeken geen verhalen van louter liefde en vrede zijn, evenmin als de canonieke Schrift dat is. Dat had Carel Peeters ook moeten bedenken!

Aanvaarding van de NBV
De strijd om het al dan niet aanvaarden van deze nieuwe vertaling is nog niet ten einde. Ik heb de indruk, dat het er minder scherp aan toe gaat dan toen ruim een halve eeuw geleden de Nieuwe Vertaling van het NBG op de markt kwam. Toen verscheen de ene brochure na de andere tegen het loslaten van de Statenvertaling, onder meer van A. Bergsma, ds. M. Baan en andere voorlopers van de Gereformeerde Bijbelstichting. Formeel is de NBV nog niet aanvaard door diverse kerkverbanden, maar in de praktijk gebruiken ook predikanten uit de gereformeerde gezindte in ruimere zin de vertaling al; christelijke gereformeerde en vrijgemaakt gereformeerde dominees doen dat al, hoewel in hun kerkverband resp. ook de Statenvertaling en de Nieuwe Vertaling nog op menige kansel ligt. En in 'rechterflanken' van de PKN zag ik gereformeerde bonders en confessionelen al in de kerkdienst de Schriftlezing volgen via deze NBV. Ook het deel 'Toelichtingen' zal wellicht niet ieder bevallen. Het bevat een algemene inleiding op de Bijbel en op elk bijbelboek apart. Ook gaat het in op vragen als: is de Bijbel literatuur? En wat is de relatie tot de literatuur van het oude Nabije Oosten (zoals het Gilgamesj-epos, scheppings- en zondvloedverhalen e.d.). Interessant zijn de citaten uit het Oude in het Nieuwe Testament en de parallellen tussen beide Testamenten. Kortom, voor studiedoeleinden is het een bruikbaar naslagwerk. De vertaling heeft al een totale oplage van honderdduizenden exemplaren, in uiteenlopende edities. Ook een van huis uit niet zo bijbelgetrouw publiek schijnt er naar te grijpen, getuige de speciale uitgave van Vrij Nederland. En een enquête van het blad 'Onze Taal' over de meest favoriete bijbelpassage leverde het liefdevolle 1 Corinthe 13 als 'winnaar' op.

NBV niet voor r-k misviering
Opmerkelijk blijft het, dat deze NB V-uitgave door de rooms-katholieke bisschoppen wel is goedgekeurd voor huishoudelijk gebruik, maar niet voor de eredienst. Richtlijnen vanuit het Vaticaan zijn daar de oorzaak van. Voor de eucharistieviering grijpt men terug op de oudere, maar tien jaar geleden herziene, Willibrordvertaling. Dit ondanks het feit, dat diverse rooms-katholieken en de Katholieke Bijbelstichting bij de NBV waren betrokken. Inmiddels wordt zelfs gewerkt aan de editie van de Willibrord-bijbel zonder de 'deuterocanonieke' boeken. Die is dan speciaal bedoeld voor evangelische christenen. Zij lijken hier en daar de voorkeur aan die 'Willibrord' te geven boven de NBV en de Nieuwe Vertaling. Ook het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap lijkt, ondanks joodse betrokkenheid bij de begeleiding en supervisie van de vertaling, zich alsnog van de NBV te distantiëren.

Hoe dit zij, je kunt beter de prachtige gulden Doré-bijbel met platen, kaarten en leeslinten van Athenaeum - Polak & Van Gennep op de salontafel leggen dan andere modieuze boeken, over kunst, architectuur, mode of reizen. Deze driedelige editie in cassette kost nu 89,95 euro en dat is niet meer dan een luxe psalmboek met rits, duimgrepen en goud op snee in een andere vertaling. Voor nadere informatie kan men eerst kijken op www.klassieken.nl.
ISBN: 90 253 0204 1.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2005

Protestants Nederland | 20 Pagina's

Hoe canoniek zijn de Apocriefen?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2005

Protestants Nederland | 20 Pagina's