Is het Spaans protestantisme evangelisch of gereformeerd?
Predikant en docent Coster van de SEZ over zijn ervaringen
Op 7 mei jl. hield de stichting Spaanse Evangelische Zending (SEZ), voortgekomen uit de activiteiten van o.m. nu wijlen prof. G. Wisse, haar jaarvergadering in Sliedrecht. Voornaamste spreker op die dag was drs. Berend Coster, in Spanje werkzaam als evangelist van deze SEZ en tevens predikant in de Spaanse Gereformeerde Kerken. Zijn lezing over de 'kleur' van het Spaanse protestantisme - is het gereformeerd of evangelisch, en wat betekenen die termen in de Spaanse context? - drukken wij hier in iets gewijzigde vorm af.
Drs. Coster:
De aard van het zendingswerk van de SEZ in Spanje en in de gehele Spaanstalige wereld vereist een speciale gevoeligheid voor de verhouding tussen twee types van christendom, het gereformeerd protestantisme, dat het belijden is van de SEZ, en het evangelisch christendom, dat het type protestantisme is dat in Spanje en iLatijns Amerika domineert. We kunnen het zo zeggen: de SEZ werkt als gereformeerde zending in een evangelische context. In dit artikel willen we de verschillen benoemen en aangeven, op welke wijze het gereformeerde kan bijdragen aan de versterking van de kerk van Christus in deze evangelische context.
A. Welke verschillen zijn er?
Een eerste vereiste om te begrijpen wat het verschil is tussen het gereformeerde protestantisme en de evangelische beweging of, met een anglicisme, het evangelicalisme, is een goed begrip van de kerkhervorming van de 16® eeuw en de geschiedenis van het protestantisme in de eeuwen daarna. In feite is het woord reformatie misleidend. De hervorming was niet één enkele beweging, maar een gebeuren dat uiteenvalt in tenminste drie van elkaar gescheiden bewegingen, zelfs vier, als we de rooms-katholieke reformatie, die reeds aan het eind van de vijftiende eeuw begon en die later zou uitlopen op de Contrareformatie, meetellen. Vanwege deze 'katholieke reformatie' zijn we in Spanje gedwongen te spreken over de protestantse reformatie, en nooit kunnen we deze nadere aanduiding protestantse weglaten om geen verwarring te stichten.
De protestantse reformatie begint met een profetisch moment: de ontdekking van het evangelie van Jezus Christus door en voor Maarten Luther. Een profetisch moment, want in het Oude Testament lezen we dat het Woord van God geschiedde tot de profeten. Op vergelijkbare wijze kwam het tot Luther. Hij kwam niet tot begrip van het evangelie door het getuigenis van anderen, niet door een geleidelijke verdieping van zijn theologische inzichten, maar door een bijna onmiddellijke verlichting door de Heilige Geest. De hervorming begint als Luther met het vernieuwde begrip van het evangelie naar buiten treedt. Vervolgens zien we drie bewegingen zich aftekenen, die samen de kerkhervorming van de zestiende eeuw vormen.
De Reformatie
De Lutherse reformatie in de Duitse landen en Scandinavië had geen ander doel dan het herstel van de bediening van de rechtvaardigheid (ICor 3 vs. 9). De lutherse hervorming was een geduldige hervorming, een hervorming zonder een kerkehjk - maar wel met een pastoraal - programma en ze slaagde alleen daar waar ze de steun van de burgerlijke overheid kreeg. Ze mislukte waar ze werd tegengewerkt door de overheid. De tweede reformatiebeweging is de Zwitserse. Deze reformatie heeft eigen wortels in het werk van Zwingli. Zijn grootheid is dat hij de meerwaarde van het Lutherse begrip van het evangelie inzag, zonder zijn eigen, veel omvangrijker programma te verloochenen. Definieerden we de Lutherse als vernieuwing van de bediening van de rechtvaardiging, de Zwitserse is in orde brengen wat verbetering behoeft (naar Tit. 1 VS. 5). Zwingli en later Bullinger, vooral Calvijn en vele anderen werkten gezamenlijk in dat omvangrijke programma van de Zwitserse reformatie. Ze was een consequente reformatie, een poging het gehele bestaande kerkelijke leven opnieuw in te richten naar het model en de eisen van de Schrift. Het resultaat is het gereformeerde protestantisme. Naast het verschil in programma tussen het gereformeerde en het Lutherse protestantisme is er een verschil in de historische context. De Lutherse reformatie slaagde alleen daar waar ze de steun kreeg van de vorsten; het gereformeerde protestantisme is daarentegen het protestantisme dat stand hield in de vervolgingen. Er zijn enkele leerverschillen die het Lutheranisme scheiden van het gereformeerde protestantisme, maar het verschil in historische ervaring is de belangrijkste oorzaak van het onvermogen om samen te gaan. Het Lutheranisme heeft geen echte vervolging gekend en kon daardoor ook niet de verzetskracht van de hugenoten, de Nederlandse reformatie, de Engelse puriteinen en Schotse covenanters begrijpen.
Radicale dopers
De derde reformatiebeweging die zich onmiddellijk na 1517, zowel in de omgeving van Luther als in die van Zwingli, openbaart is de radicale reformatie. De beweging van Thomas Müntzer en zijn boerenoorlog, de beweging van de wederdopers van Münster en later van Menno Simons, maar ook de beweging van Michael Servet en de Unitariërs. Deze verdeelde beweging heeft de naam gekregen van radicale reformatie. Haar doel was niet reformatie, hervorming, herstel of vernieuwing van de bestaande kerk, maar haar geheel nieuwe vestiging. Terwijl Lutheranen en gereformeerden de verantwoordelijkheid op zich namen voor een gedoopt en gekerstend volk, om aan dat volk het evangelie te verkondigen, in de hoop onder datzelfde volk de ware kerk van Christus te stichten of te herstichten, wezen de radicalen deze verantwoordelijkheid af. De wederdopers en de latere doopsgezinden wilden de kerk van de grond af opnieuw opbouwen als een gemeenschap van alleen echte christenen. Ze wezen de middeleeuwse erfenis in haar geheel af en daarom braken ze met kerk zoals die in de 16e eeuw bestond, niet alleen met haar hiërarchie en theologie, zoals de protestanten, maar ook met haar gemeenschap. Evenwel, de geschiedenis kan niet overgedaan worden, de radicale reformatie kon niet de kerk opnieuw stichten. Slechts in enkele protestantse landen waar een zekere vrijheid van godsdienst was kon de radicale reformatie zich vestigen naast rooms-katholicisme en protestantisme: Nederland, Engeland, Pruisen en het door de Turken bezette Hongarije.
De Nadere Reformatie
De reformatie van de 16e eeuw heeft een vervolg in de 17e en zelfs 18e eeuw. In de Nederlandse kerkgeschiedenis spreken we van Nadere Reformatie, en dit woord is het meest geschikt om heel de protestantse kerkgeschiedenis van de 17e eeuw te typeren. In alle protestantse kerken zien we pogingen om de reformatie theologisch en praktisch meer diepgang te geven en om het van Rome bevrijde christelijke leven meer en meer in te richten naar Bijbelse principes. De beweging van theologische diepgang heet orthodoxie, de beweging die verdieping van het geestelijke leven nastreeft heet piëtisme. Enerzijds zorgde de orthodoxie ervoor dat de verschillen tussen lutheranisme en gereformeerd protestantisme werden aangescherpt, waarbij ook de verschillen binnen de confessies groter werden, zoals het conflict tussen arminianisme en calvinisme en het verschil tussen voetianen en cocceanen. Anderzijds bracht het piëtisme juist de confessies dichter bij elkaar. De vroomheid van Engelse puriteinen oefende invloed uit op de Lutherse piëtisten van de 17e eeuw en later, in de 18e eeuw, keerde deze invloed weer terug naar Engeland. En dit moment, wanneer de Engelse kerk van de achttiende eeuw, waar de puriteinse vroomheid tot stilstand is gekomen en waar de orthodoxie overgegaan is in rationalisme, opgewekt wordt door een nieuw leven, is het begin van een nieuwe beweging binnen het protestantisme, de evangelische beweging.
Opwekkingen in de 18e eeuw
Bij het begin van de evangelische beweging moeten we weer spreken van een profetisch moment. Dit moment is de bekering van de gebroeders John en Charles Wesley en van John Whitefield, allen Anglicaanse predikanten. Hun bekering, waarbij de invloed van Duitse piëtisten is aan te wijzen, is het begin van een nieuw verschijnsel in de kerk: opwekking, nieuw leven in een verstarde kerk, door de daadwerkelijke bekering van velen, vooral onder de laagste klassen van de bevolking. De opwekkingen in Engeland en in de Amerikaanse koloniën waren het herstel van de kerk onder juist die bevolkingslagen die door de dynamiek van de tijd, kolonisatie, urbanisatie en industrialisatie, van haar losgeraakt waren. De Angelsaksische opwekkingen werden in de 19e eeuw gevolgd door het Reveil op het Europese continent en gezamenlijk gaven ze aanzet tot een nieuwe beweging binnen het protestantisme, naast lutheranisme en gereformeerd protestantisme, de evangelische beweging. Het Nederlandse Reveil, deel van het Europese Reveil, maar ook de Afscheiding, de Doleantie en de gelijktijdige versterking van het christelijke leven in de Hervormde Kerk, kunnen niet op zichzelf beschouwd worden, maar zijn deel van dezelfde golf van opwekkingen die aanzet gaven tot de evangelische beweging.
Geen nieuw belijden
De evangelische beweging is een beweging die de grenzen van de oude confessies van lutheranisme en gereformeerd protestantisme overschrijdt en bovendien elementen uit de radicale reformatie in zich heeft opgenomen. Daarom is ze geen nieuw belijden naast lutheranisme en gereformeerd protestantisme, maar een nieuwe stijl en een nieuwe dynamiek. Haar voornaamste kenmerk is het geloof in de mogelijkheid van opwekking en de noodzaak van zending. Door deze overtuiging werd ze tot een zendingsbeweging, welke in de tijd en de geest van het moderne imperialisme van de negentiende eeuw met tot dusver ongekende energie en visie het evangelie gebracht heeft tot aan de einder der aarde.
Zonder aarzeling kunnen we zeggen dat de opwekkingen van de 18® en 19® eeuw de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van het protestantisme sinds de Reformatie zijn geweest. Maar dit mag onze ogen niet sluiten voor de verschillen tussen de Reformatie en de opwekkingen, en vervolgens tussen het historische protestantisme en de evangelische beweging. De hervorming van de 16® eeuw was herstel van de dienst der rechtvaardiging van de kerk, in de hoop of bedoeling dat ook de kerk als een Christusbelijdende gemeente zou worden hersteld. De opwekkingen vernieuwden en verlevendigenden deze motieven met het oog op zending en opwekking.
Protestants en evangelisch
De protestant was en is iemand die getroost wordt door het evangelie van de rechtvaardiging door het geloof. Zijn heiligheid is zijn geloof en zijn gehoorzaamheid. De evangelische christen is iemand die persoonlijk aangesproken, opgewekt is door het evangelie, zijn heiligheid is zijn activiteit en zijn dienst. Een traditioneel protestantse gemeente is door de kinderdoop een verbondsgemeente, een evangelische gemeente is door de volwassenendoop het ware volk van God. Een protestantse kerk is een passieve gemeenschap, een evangelische kerk is een actieve gemeenschap. Een protestantse voorganger oefent zijn bediening in het midden van de gemeente uit met een nadruk op het profetische en vooral priesterlijke aspect. Weer noem ik de uitleg van de Schrift, die in wezen een bediening der rechtvaardiging is, maar een evangelisch voorganger oefent een bediening uit met nadruk op vooral het organisatorische aspect. Hij is leider en vertegenwoordiger van de gemeente. De samenkomsten van een protestantse gemeente zijn bediening van het Woord, waarbij zonder voorafgaand onderscheid, aan ieder, gelovigen en nietgelovigen, bekeerden en onbekeerden, hetzelfde Woord wordt bediend in het vertrouwen dat het onderscheid zal maken tussen hen die geloven en hen die zich verharden. Het avondmaal is het separerende moment. De evangelischen komen samen om vermaand te worden tot heiligheid en tot verlevendiging van het geloof en vieren gezamenlijk het geloof in Christus in lofprijzing, aanbidding en deelname aan het Heilig Avondmaal. De kracht van het historische protestantisme is de opvoeding tot het geloof, de kracht van de evangelische beweging is opwekking, evangelisatie en zending. Bij het historische protestantisme is het het Woord van God dat samenroept - waar het Woord is, is de Kerk, zei Luther. Bij de evangelischen is het de gemeente die samenkomt. Door dit onderscheid zijn de evangelischen veel minder bang voor liturgische experimenten dan de protestanten en dit onderscheid is altijd het meest in het oog lopende.
'De' evangelische theologie
Achter deze verschillen in stijl en dynamiek waardoor een bijna onoverbrugbare kloof ontstond tussen het historisch protestantisme en de evangelische beweging inzake de geloofsbeleving, gaan theologische verschillen schuil, maar deze kunnen niet al te scherp worden gedefinieerd. Dat komt doordat de evangelische beweging van oorsprong geen eigen theologie heeft. Ze is eerder traditionalistisch, reductionistisch en eclectisch en soms ook radicaal, dan kritisch, origineel of vernieuwend. Ze aanvaardt de leer van de Oude Kerk en van het klassieke protestantisme als een historische erfenis, maar ze onderwerpt zich niet zonder meer aan de belijdenissen uit de eerste eeuwen en de tijd van de Reformatie. Vanaf het begin stond ze toe dat elke kerk en elke denominatie haar eigen theologische prioriteiten vaststelt.
Daarbij komt dat de evangelische beweging de historische trauma's van het protestantisme die we als post-katholicisme kunnen definiëren, achter zich heeft gelaten. Daardoor kent ze niet het oude dilemma tussen geloof en werken en daardoor is ze ook minder scrupuleus jegens de voortgaande daadwerkelijke heiliging in het leven van de gelovige. De evangelische theologie kent zeker de paradox tussen de almacht van God en de verantwoordelijkheid van de mens, maar staat niet toe dat de verschillende antwoorden de waarheid of onwaarheid van de kerk bepalen. In het algemeen kunnen we zeggen, dat bij de evangelischen de praktische theologie meer aanzien geniet, van grotere waarde is, dan de dogmatiek. Een lijn van grote predikers verbindt binnen de evangelische beweging bijna drie eeuwen: Whitefield en Wesley in de 18e eeuw, Finney, Moody en Spurgeon in de 19e en Lloyd Jones en Billy Graham in de 20e eeuw. Geen van dezen was of is een groot of baanbrekend theoloog.
Traditie en conservatisme
Ook wat betreft de maatschappelijke oriëntatie zijn er verschillen. Het historische protestantisme is door zijn pessimistische mensbeschouwing en door zijn anti-chiliasme huiverig voor de idee van vooruitgang en geneigd tot conservatisme. Deze houding dwong en dwingt tot een voorzichtigheid ten aanzien van tradities die misschien wel gekerstend, maar niet altijd bijbels zijn, sommige van deze zelfs geërfd uit de Middeleeuwen, maar ditzelfde conservatisme scheidde het protestantisme van het proces van de modernisering, dat in de 18® eeuw begon, een proces gekenmerkt door rationalisme, wetenschappelijke en technische vooruitgang, democratie en mensenrechten. De evangelische beweging is van oorsprong een volksbeweging met nieuwe en spontane vormen van geloof en beleving. Door haar positieve relatie met de 18® eeuw, de eeuw van de Verlichting, is ze altijd meer optimistisch geweest ten aanzien van modernisering en niet zo bezorgd om christelijke en gekerstende tradities als het protestantisme. Ze voelt zich verplicht om zich zo veel mogelijk aan te passen aan de moderne cultuur, zelfs wanneer deze zich openbaart als secularisatie, omdat ze er diep van doordrongen is dat haar roeping zending is, juist in die moderne cultuur. Ze is flexibel en pragmatisch ten aanzien van de organisatie van de kerk en wordt niet geplaagd door de nostalgie van het klassieke protestantisme jegens het christelijke verleden van de westerse wereld. Daarom accepteert ze zonder aarzeling de scheiding tussen kerk en staat.
De evangelische beweging
De vluchtige schets van de verschillen tussen de evangelische beweging en het historisch protestantisme zou ons kunnen verleiden tot twee fouten. De eerste is: te denken dat de evangelische beweging een eenheid is. Ze is geen belijdenis, zoals lutheranisme en gereformeerd protestantisme, haar kracht berust niet op een grondige doordenking van de theologische vragen, maar ze is een nieuwe stijl van protestantisme met een nieuwe dynamiek naast en ook binnen de confessies. Als beweging kan ze kerken van verschillende accenten verenigen in hetzelfde programma van opwekking en zending. Als beweging kan ze ook zonder problemen haar bestaan verlengen hoewel kerken en denominaties die tot haar gerekend worden van het oorspronkelijke programma afwijken omdat er steeds weer andere kerken toetreden. Binnen de beweging moet vervolgens een aantal vleugels worden onderscheiden: fundamentalisme, neo-evangelicalisme, de pinksterbeweging (pentecostalisme), de charismatische beweging of neo-pentecostalisme (nieuw-Pinksteren) en ook zelfs het oecumenisme. Al deze vleugels hebben hun oorsprong in de opwekkingen van de 18e en 19e eeuw, in de evangelische beweging en in de zendingsbeweging, en elkeen vertegenwoordigt een bepaalde interpretatie van het oorspronkehjke programma van opwekking en zending. De verschillen tussen de vleugels zijn echter ondertussen zo groot geworden dat we van een crisis in de evangelische beweging moeten spreken. Fundamentalisten en neo-evangelicalen verstaan elkaar niet in de vraag of en in hoever ze zich moeten aanpassen aan de moderne cultuur. 'Oud-Pinksteren' voelt zich uitgedaagd door de charismatische beweging. Neo-evangelicalisme gaat op veel plaatsen geruisloos over in oecumenisme en charismatisme en gezamenlijk verwijderen deze drie stromingen ze zich meer en meer van het fundamentalisme, en vooral ook van de protestantse wortels van de evangelische beweging. De belangrijkste oorzaak van de crisis van de evangelische beweging is dat het begrip opwekking, de gemeenschappelijke basiservaring van alle evangelischen, zijn oorspronkelijke betekenis heeft verloren en tot een cliché is geworden.
Geen radicale scheiding
De tweede fout is: te denken dat er een radicale scheiding bestaat tussen de evangelische beweging en het historisch protestantisme. Ik gaf net enige aanleiding tot deze fout door de lijst met punten van onderscheid, maar duidelijk moet zijn dat de evangelische beweging een deel is van het protestantisme - meer van het gereformeerde protestantisme dan van het lutheranisme - en dat tegelijk het historische protestantisme diepgaand beïnvloed is door deze beweging. Zelfs in Nederland, waar meer dan waar ook ter wereld de grenzen tussen gereformeerd en evangelisch worden bewaakt, is vrijwel geen gereformeerde kerk aan de invloed van de evangelischen ontkomen. Om enkele details te noemen: elke kerk die aan zending doet, elke kerk die een jeugdvereniging of een vrouwenvereniging heeft, een bejaardenmiddag organiseert, heeft bewust of onbewust vormen overgenomen die uit de evangelische beweging stammen! Aan de andere kant van het theologische spectrum zien we, dat ook het modernisme in aanraking gekomen is met opwekking en zending en dit heeft geleid tot oecumenisme. Oecumenisme is de gestalte van de invloed van de evangelische beweging in het liberalisme. Door de diepgaande beïnvloeding, bijna moeten we zeggen, doortrekking van het protestantisme met evangelische invloeden, is er een complete herindeling van het protestantisme gekomen. Er zijn evangelische kerken en er zijn evangelische modaliteiten in de historische protestantse kerken en bij deze kerken en denominaties moet vervolgens weer gevraagd worden tot welke van de evangelische vleugels ze behoren.
Als we daarom vragen welke kerken, welke gelovigen behoren tot de evangelische beweging, moeten we antwoorden: alle kerken en christenen die op één of andere wijze de geest van de opwekkingen uit de 18® eeuw vertegenwoordigen. Daarbij kunnen we de volgende onderscheidingen maken: kerken en denominaties die direct van deze opwekkingen afstammen, bijvoorbeeld het Methodisme, historische denominaties en modaliteiten die de invloed van de opwekkingen ondergingen, bijv. de evangelischen in de Anglicaanse kerk, maar ook Reveil en Doleantie en misschien zelfs de Afscheiding in Nederland. Tenslotte moeten ook nog genoemd worden die denominaties en christenen die geloven in de mogelijkheid van opwekking en de noodzaak van zending zonder zelf de ervaring ervan te delen.
Evangelisch en gereformeerd Spanje
Bovenstaande expansionistische definitie van de evangelische beweging samen met de eerder besproken historische definities, tonen aan hoe moeilijk het is om onderscheid te maken tussen protestanten en evangelischen. Evangelischen zijn protestanten en vrijwel alle protestanten hebben een plaats in de evangelische beweging. Desondanks blijkt er behoefte te bestaan beide woorden naast elkaar te gebruiken, soms als tegenstelling, soms als nadere verklaring, zodat in de praktijk evangelisch genoemd wordt alles wat bewust of onbewust staat in de traditie van de evangelische vernieuwing van de 18® eeuw, soms kritisch, soms positief, soms onverschillig tegenover de erfenis van de Reformatie. Protestant staat dan voor een rechtstreeks relatie met de Reformatie zelf, door het lidmaatschap van een kerk die stamt uit de tijd van de kerkhervorming of een afgescheiden kerk of door een uitdrukkelijke identificatie met de protestantse belijdenissen. In het laatste geval moeten we onderscheid maken tussen gereformeerd en luthers.
Na deze uitvoerige historische inleiding zal het niet moeilijk zijn om het Spaanse protestantisme te definiëren. Er zijn in Spanje geen protestantse kerken die rechtstreeks teruggaan op de Hervorming. Daarom, het Spaanse protestantisme is evangelisch, het is het resultaat van allerlei vormen van evangelisch zendingswerk sinds het midden van de 19® eeuw. Hetzelfde geldt voor Latijns-Amerika. Er zijn gereformeerden in Spanje en ook een klein groepje lutheranen, maar ook dezen zijn christenen met een evangelische stijl en een evangelische kerkvisie. De gereformeerden onderscheiden zich door het belijden van Gods almacht en het 'soli Deo gloria'. In hoofdzaak vinden we hen in de fundamentalistische en neo-evangelicale stromingen, hoewel lang niet alle fundamentalisten en neo-evangelicalen gereformeerd zijn.
B. Wat beoogt het zendingswerk van de SEZ in Spanje?
Duidelijk zal zijn geworden: ook het zendingswerk van de SEZ in Spanje wordt verricht in een evangelische context. De basis van het Spaanse protestantisme is gelegd door evangelisch zendingswerk. De stijl van het kerkelijk leven, de stijl van de theologie is door en door evangelisch. Zelfs het woordgebruik in de kerken en de theologie is gevormd door de evangelische beweging. In deze situatie moet gevraagd worden wat de bijdrage van een gereformeerde zending kan zijn. Twee kanten kunnen genoemd worden: versterking van het gereformeerde kerkelijke leven en theologisch onderwijs genormeerd door het gereformeerde belijden.
Gereformeerde kerkelijke leven
Een goede vriend van ons, een Amerikaan, predikant in een niet-gereformeerde Spaanse kerk, hoewel zelf van gereformeerde overtuiging, zei eens dat hij het bestaan van een strikt gereformeerde denominatie met een sterk accent op het oorspronkelijke gereformeerde belijden, te midden van andere denominaties van grote betekenis acht, omdat hij uit Amerika weet dat er een positieve invloed door het belijden uitgaat van zo'n kerk op andere. We zijn in Spanje lid van een kleine gereformeerde denominatie, de Iglesias Reformadas Espanolas (IREs). Toen ze dertig jaar geleden werden opgericht hadden de kerken de pretentie, zich te onderscheiden van andere door een voorbeeld van gereformeerd belijden en praktijk te zijn. Ze hebben echter deze pretentie niet waar kunnen maken. Ze wilden op geen enkele wijze een evangelische kerk zijn, maar namen bewust de stijl van Schotse en Nederlandse gereformeerde kerken tot voorbeeld. Echter, de ontkenning van de evangelische bedding van al het Spaanse protestantisme was de oorzaak van een latente identiteitscrisis en deze stond de ontwikkeling van het kerkelijk leven in de weg. Daarbij werden ook tactische fouten gemaakt. Niet alleen werd neergezien op andere kerken, ook werd niet geschroomd in deze in te breken, verdeeldheid te zaaien en met een gedeelte een nieuwe, dus gereformeerde kerk te vormen. Het gevolg was dat de IREs in de loop van de tijd meer en meer geïsoleerd kwamen te staan. In Barcelona werd gereformeerd hetzelfde als arrogantie en betweterigheid, oorzaak van scheuring en verdeeldheid. Om deze reden hebben wij ons lang afzijdig gehouden van de IREs.
Pineda de Mar was een onafhankelijke zendingspost. Anderhalf jaar geleden is daar verandering in gekomen. Terwijl de gehele IREs denominatie door een diep dal ging, was de situatie in de gemeente van Mataró zo nijpend, dat vanuit de synode aan ons, aan Diego Guirao en mij - tot dan gezamenlijk verantwoordelijk voor het evangelisatiewerk in Pineda de Mar - gevraagd werd om verantwoordelijkheid te nemen voor deze gemeente. Besloten werd de evangelisatiepost Pineda de Mar te verenigen met de gemeente van Mataró. Sindsdien mogen we terugzien op een periode van herstel.
Gereformeerd belijden
Ook binnen de denominatie zijn dingen gesaneerd, zodat er hoop is dat de IREs kan worden wat ze moet zijn, een gereformeerde kerk, een kerk met een gereformeerd belijden en met een presbyteriaanse structuur, zonder vruchteloze oppositie tegen de evangelische context waarvan ze zelf deel uitmaakt. Op beide terreinen is nog genoeg te doen. De hoofdoorzaak waardoor er in het verleden ook binnen de kerken van alles mis gegaan is, was dat de kerkenraden niet functioneerden. Versterking van de kerkenraden is ook op dit moment nog zeer urgent. Wat betreft de belijdenis geldt, dat er in de verschillende kerken ook verschillende invloeden zijn: Amerikaanse, Engelse, Schotse, Nederlandse, en deze laatste ook nog eens vanuit verschillende stromingen, zoals vrijgemaakt gereformeerd en (de meer reformatorische, red. PN) SEZ. In feite stelt iedere gemeente haar eigen prioriteiten. Zo komt het dat er in enkele gemeenten, vanuit Amerikaanse invloeden en ook nog weer met verschillende argumenten, kinderen worden toegelaten aan het Heilig Avondmaal. De grootste zorg is echter de prediking. Juist in de prediking van onze gemeenten zou meer het gereformeerde belijden praktisch en pastoraal moeten doorklinken.
Gereformeerd theologisch onderwijs
De tweede bijdrage die ik, namens de SEZ als gereformeerde zending, mag leveren is die van theologisch onderwijs op diverse bijbelscholen en seminaries in de regio Barcelona en op een instituut voor theologisch afstandsonderwijs dat opereert vanaf de Canarische Eilanden. Toen ik in 1994 werd benoemd op een Bijbelschool, uitgaande van de Evangelische Alliantie, vroeg de toenmalige voorzitter, iemand met uitgesproken bezwaren tegen het gereformeerde belijden, of en vooral hóe ik gereformeerd was. Of ik dus ook een scheurmaker was. Ik antwoordde hem, dat ik als gereformeerde bezig was gereformeerde theologie te leren ,omdat gereformeerde theologie meer is dan een bepaald schema, maar een samenhangend theologisch geheel met een eigen logica. Binnen dit geheel zijn verschillende tendensen, neiging tot extremisme en tot generalisaties, maar ook beschikt het over eigen mechanismen om afwijkingen te corrigeren. Ik werd aangenomen en sindsdien onderwijs ik bijbelse, historische en dogmatische vakken. Later is me meermalen de vraag gesteld hoe ik als gereformeerde kan werken op evangelische instellingen. Ook evangelischen hebben deze vraag gesteld. Ik geloof dat er de volgende verklaringen voor zijn. Ik neem in de eerste plaats evangelische theologie en evangelische christenen volstrekt serieus en daar is reden toe, omdat de grondvragen, de vragen naar de waarheid van God en de waarheid aangaande de mens, bij evangelischen dezelfde zijn als bij de gereformeerden, ook als de antwoorden verschillen. Evangelische christenen zijn doorgaans erg bijbelvast. Wie gereformeerde theologie wil onderwijzen in een evangelische context moet zich beperken tot strikt bijbelse argumenten. Ik werk niet vanuit en vanaf het belijden, maar er naar toe. Met andere woorden, ik poog niet te bewijzen dat een bepaald leerstuk bijbels is, maar verdedig de conclusie dat de Bijbel geen alternatief toelaat dan dat bepaalde leerstuk. Soms bestaat de argumentatie uit het aantonen dat bepaalde woorden of gedachten in de gangbare evangelische theologie gewoon verkeerd zijn, om zo ruimte te scheppen voor een andere visie.
Zwak belijden
De belangrijkste factor is echter dat er in de omgeving waarin ik werk, in de evangelische kerken waarmee ik samenwerk, een algemeen besef leeft van de noodzaak het klassiek protestantse element te versterken. Dit besef is al jaren voorbereid door de publicatie van gereformeerde literatuur en door enkele theologen die georiënteerd zijn geweest op het historisch protestantisme. Deze mensen hebben de bovengenoemde crisis van de evangelische beweging voorzien en begrepen dat één van de oorzaken de zwakte van het belijden was. Door deze mensen kan ik, samen met anderen, werken aan wat we voorzichtig zouden kunnen noemen protestantisering van evangelische theologie. Het besef in de evangelische beweging meer aansluiting te moeten zoeken bij het historische protestantisme is niet alleen Spaans, maar wereldwijd. We mogen er dankbaar voor zijn, maar we moeten de betekenis niet overschatten. Het is geen nieuwe reformatie en ook geen opwekking, maar een historische golf. De twee machtige culturele golven die door de wereld gaan en ook de kerk en de theologie diepgaand beroeren, de golf van ervaring en de golf van relativisme, roepen een reactie op die ook gekomen is in de vorm van een zoeken naar zekerheden en geloofsinhouden.
Tegengestelde visies?
Begin dit jaar werd en in de Nederlandse kerkelijke pers verslag gedaan van twee tegengestelde visies op en twee tegengestelde waarderingen van protestantisme en evangelicalisme. De Britse evangelicale theoloog Alister McGrath voorspelde het einde van het protestantisme, dat volgens hem ten onder zou gaan aan innerlijke uitholling, terwijl prof. dr. A. van den Beek pessimistisch is aangaande de evangelischen omdat ze geen eigen theologie hebben. Het is hier niet de plek om beide stellingen te analyseren, ik wil ze alleen gebruiken om te illustreren dat het protestantisme en de evangelische beweging in veel opzichten verschillen, maar dat beide zich in een diepe de crisis bevinden. Het ontbreekt protestantisme en evangelicalisme beide aan vitaliteit. Juist omdat ik mijn werk op het grensvlak van beide doe, ervaar ik deze zwakte aan beide kanten. Ik begrijp ook het wederzijdse wantrouwen. De traditioneel gereformeerde kerken zijn terecht huiverig zijn voor evangelische invloeden want vernieuwing en verandering van stijl en dynamiek geeft altijd spanningen in de gemeente tussen ouderen en jongeren, tussen voortvarende en behoudende groepen. Bovenal, een gereformeerde kerk kan niet zonder meer de evangelische stijl kopiëren zonder de gereformeerde visie op de gemeente ernstig in gevaar te brengen.
Ook begrijp ik de huiver van de evangelischen voor het protestantisme. In hun ogen staat het traditionele protestantisme voor vruchteloze dogmatische discussies welke tot verdeeldheid, verval en verlies geleid hebben. Ze zien bovendien niet altijd het verschil tussen het oorspronkelijke protestantisme en het modernisme dat onbekommerd de belangrijkste christelijke waarheden en zelfs de christelijke ethiek opoffert. Daarom, evangelisch en protestant kunnen niet zomaar vermengd worden. Evenwel, aan beide kanten wachten we op een werkelijke geestelijke vernieuwing, een nieuw profetisch moment waarop het Woord van God weer met profetische kracht gesproken wordt.
De auteur van dit artikel, drs. Berend Coster, is medewerker SEZ in Spanje en predikant in de Iglesias. Reformadas Espanolas (De Spaanse Gereformeerde kerken).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2005
Protestants Nederland | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2005
Protestants Nederland | 36 Pagina's