Kruistochten: tegen Jood en Saraceen
Catharijneconvent geen museum voor de christelijke religie
De Kruistochten, dat waren toch die middeleeuwse massale pelgrimsvaarten van nobele, gewapende, ridders om het Heilige Land te bevrijden van de gehate 'Saracenen'? Zij gingen, soms kinderen nog, toch op pad naar Jeruzalem, omdat God en de paus dat van hen verlangden? Het was toch een heilige oorlog tegen de ongelovige aanhangers van Allah en zijn Profeet? De huidige tentoonstelling 'De Kruistochten' in Museum Catharijneconvent in Utrecht kijkt er wat anders tegen aan.
Museum het Catharijneconvent in de Domstad, naast de kathedraal van kardinaal Simonis, was op een andere locatie ooit het aartsbisschoppelijk museum. Later werd het uitgebreid tot het museum voor heel het christendom in ons land vanaf de vroegste tijden tot heden. Rooms-katholicisme en protestantisme werden min of meer gelijkberechtigd. Min of meer, want 'Rome' had naar haar aard veel meer museale religieuze voorwerpen te tonen dan het sobere calvinisme. Een avondmaalsstel, kanselbijbel, toga en doopvont konden niet opboksen tegen alle schilderijen, relieken en gewijde voorwerpen en gewaden van de misviering uit de Catholica.
Geen christelijk religiemuseum
Toch werden, naast o.a. de gereformeerde kerkdienst, ook Afscheiding en Doleantie redelijk goed verbeeld. Van een polemiek tussen Rome en de Reformatie was geen sprake meer, al hadden de protestanten wellicht weinig op met de tentoongestelde pracht en praal van het pausdom. Hoe dan ook, het vroegere Johannieter-klooster was en bleef een museum voor de geschiedenis van het christendom in Nederland. Het ziet ernaar uit, dat daarin verandering is gekomen. Het Catharijneconvent doet, zo erkende directeur Guus van den Hout tegenover ons, zo ongeveer hetzelfde als het Bijbels Openluchtmuseum (Heilig Landstichting) al eerder deed: het roomse en christelijke verenpak afschudden en zich omvormen tot een cultuurhistorisch museum voor, op z'n minst, de drie geheel gelijkberechtigde 'religies van het Boek', Jodendom, christendom en islam. Ook het Bijbels Museum in Amsterdam biedt met zijn presentatie van de drie wereldreligies deze nieuwe kijk en mikt op een breder dan alleen christelijk publiek. Een eventuele christelijke polemiek van het Utrechtse museum jegens aanhangers van Mohammed is verdwenen en Jood en moslim zullen zich in principe net zo thuis moeten kunnen voelen in dit museum als christenen.
Van den Hout erkent, dat die omslag niet door iedereen kan worden meegemaakt. „Orthodoxe katholieken blijken daar moeite mee te hebben". Dat is dan nog zwak uitgedrukt. Bij de H. Landstichting barstte felle kritiek los over deze niet-meer-christelijke ommezwaai. Van den Hout met nadruk tegenover ons: „Wij zijn geen religieus of christelijk museum. We zijn gewoon een cultuurhistorisch museum, waarvan het verzamelthema toevallig de religie in ons land is".
Expositie Dommuseum Mainz
Zo'n nieuwe stellingname moet dan ook zijn weerslag vinden in inhoud en vormgeving van de expositie 'De Kruistochten'. Ook dat erkent de directeur - die overigens ook nog lid is van een pauselijke adviescommissie voor kunst en cultuur - en die nieuwe visie kan ook blijken uit het volgeiide. Vorig jaar werd in het Dom - en Diocesaan Museum te Mainz van begin april tot eind juli een grote tentoonstelling 'Die Kreuzzüge' gehouden. Die was niet alleen veel groter dan de huidige in Utrecht, maar toch ook, erkent Van den Hout, duidelijker christelijk gestempeld. Je kunt van een bisschoppelijk museum niet verwachten dat zij in hun expositie eeuwen na dato alsnog de pauselijke oproep 'God wil het!' misprijzen en het met terugwerkende kracht opnemen voor de door christen-ridders aangevallen islamieten. De Utrechtse expositie bevat daarom wel een aantal bruiklenen van de Duitse, maar heeft een geheel eigen karakter. Men hoopt dan ook (niet alleen tijdens de officiële opening, maar ook tijdens de duur van 'De Kruistochten') flink wat allochtone medelanders naar dit sfeervolle vroegere klooster te lokken. Dat juist zo'n huisvesting: een christelijk klooster pal naast de kerk van de aartsbisschop, juist een fikse drempel vormt voor 'andersgelovigen' wil de directeur tegenover ons wel toegeven. Dezelfde 'Kruistochten' in een meer neutraal gebouw, zoals de Kunsthal in Rotterdam, zou een dergelijk bezwaar kunnen wegnemen. Voor Radio I voegde Van den Hout hieraan nog toe, dat christelijk glorifiërend spreken over de Kruistochten nu niet meer kan. Er was sprake van christelijk geloofsfanatisme; de kruisvaarders gingen soms als beesten tekeer! Of er overeenkomst is tussen de kruistochten toen en de zogeheten 'heilige oorlog' (jihad) van radicale moslims nu? Beiden kennen een blind fanatisme, meent de museumdirecteur, maar ondanks parallellen is er een groot verschil. De geschiedenis herhaalt zich niet, zegt hij. De expositie gaat niet politiek correct in op wat heden aan de orde is met moslims in West-Europa, maar is wel pedagogisch bedoeld: de bezoekers, met name de jeugd, aan het denken zetten, aldus Van den Hout in 'Met het oog op morgen'.
Allochtone bezoekers?
Inmiddels leert, voorzover ik weet, de ervaring van het Bijbels Museum én van het Bijbels Openlucht Museum, dat die hoop op een extra toeloop van (Joodse en) moslim museumbezoekers tamelijk naïef is. Immers, voor het jodendom is er een prachtig Joods Historisch Museum in Amsterdam en zowel Joden als moslims zijn, met nuances, zozeer overtuigd van hun eigen religieus gelijk dat zij echt niet zitten te wachten op de door moderne christenen uitgedachte drieis- eenheids formule. Zelfs de fraaie expositie in de Amsterdamse Nieuwe Kerk over de eeuwenoude banden van ons land met Marokko (en de islam daar) trok echt niet zoveel allochtone bezoekers als organisator Ernst Veen c.s. daar verwachtten. 'Doorsnee' moslims zullen, dunkt mij, vermoedelijk - nog minder dan Joden - weinig belang stellen in een nieuwe, kritische, kijk van christenen op hun eigen verleden. 'De Kruistochten' is overigens geen openlijke schuldbekentenis waarin christenen anno nu toegeven, hoe fout hun religieuze leiders eeuwen geleden wel waren en hoezeer 'het' christendom aan 'de' islam vergeving vraagt. Maar er wordt evenmin benadrukt, dat Godfried van Bouillon en zijn mede-kruisridders er goed aan deden om Jeruzalem te willen bevrijden van moslim-bezetters. Vermoedelijk is de ommezwaai van deze musea óók ingegeven door minder ideële motieven: teruglopende bezoekersaantallen en verlies van subsidies noodzaken de directies, nieuwe wegen in te slaan om nieuwe geïnteresseerden warm te maken voor museumbezoekjes.
De, ook voor kinderen, met o.a. een heuse tijdmachine aantrekkelijk ingerichte, tentoonstelling is, zegt het museum, de eerste waarin de kruistochten op deze nieuwe wijze worden belicht, vanuit christelijke, islamitische en joodse bronnen. Het museum, dat tot in volgend jaar met een ingrijpende reorganisatie en vaste presentatie bezig is, benadrukt niet zozeer het vechten en veroveren, maar de intense uitwisseling van wetenschap en cultuur. En inderdaad, de erfenis van de wis - en natuurkunde, de medische - en de geesteswetenschap is zeker zo indrukwekkend als de ruïnes van de grote kruisvaardersburchten in het H. Land of de legendevorming rond de dood van Richard Leeuwenhart en de, misschien nooit echt gebeurde, kinderkruistocht via het Rijnland naar Venetië, die voortleeft in Duitse legenden en het ontroerende gedicht van Martinus Nijhoff.
Achtergronden: pelgrimages
De opzet van 'De Kruistochten' is vooral het werk van gastconservator en historisch publicist Luc Panhuysen, hoewel de bij Waanders verschenen gelijknamige catalogus niet van zijn hand is. We krijgen in het museum eerst een aardig beeld van de achtergronden der kruistochten. Vroegere pelgrimages en de (vermeende? vA) ontdekkingen van het heilig graf, het ware kruishout en zo meer veroorzaakten een groeiende Europees bewustzijn over het land van Christus, dat nu in handen was van heidense moslims. Toen de Heilig Grafkerk in Jeruzalem door Moren werd verwoest, al vroeg in de 11e eeuw, volgde nog niet meteen een oorlogsverklaring, met die vernielde kerk als aanleiding, van de christenheid jegens de islamieten. Pas veel later, in 1095/'96 mobiliseerde paus Urbanus II Europa tegen de als heidens beschouwde 'Saracenen': 'God wil het!'. De eerste kruistocht ging op pad en duurde van 1096 tot 1099. In de volgende zaal worden de veroveringen en burchtenbouw (Krak des Chevaliers!) door de kruisvaarders aanschouwelijk getoond, met de verwoestingen der Moorse bezittingen. Op schaal nagebouwde wapens, zoals de 'blijde' of aanvalstorens met stormrammen geven een indruk van het bressen schieten in de bezette stad van David. Het stichten en de neergang van allerlei kruisvaarders-rijkjes in het Midden-Oosten komt in de volgende zaal aan bod.
Het ging er, zeker bij de eerste kruistochten, anders aan toe dan de schoolboekjes ons ooit leerden. Er waren uitwisselingen tussen kruisvaarders en moslims; ze gingen bij elkaar op bezoek, aten samen (maar geen varkensvlees!) en de eerste generatie kruisridders was milder en beschaafder dan latere Jeruzalem-gangers. Daar zaten toen heel wat 'ongeregelde' lieden bij, avontuurlijke gelukzoekers, armen en anderen die uit waren op brood en spelen e.d. Voetvolk kreeg van de paus beloften: een kruisvaart geldt als volledige pelgrimage en men kreeg vrijdom van belastingen. Ridders namen hun dienstvolk mee. Het ging in de kruistochten (tot in de late 13e eeuw) echter om vermoedelijk veel minder mensen dan de vele duizenden die oude documenten suggereren.
Joden samen met moslims
De eerste kruistocht was de meest geslaagde. Er was in het begin redelijk goede communicatie met de islam en haar grote en voor Europese begrippen moderne cultuur. Geesteswetenschappen, cultuur en techniek waren van groot belang, de geneeskunst eveneens. Luit, waterklok, drijfkompas, astrolabium en graadmeter danken we, naast vele andere uitvindingen, aan deze moslims. Arabisch was ook in de Kruistochtentijd nog de taal van de Europese geleerden. Ook de contacten tussen de joodse en de Arabische wereld van die dagen dienen niet te worden onderschat. Niemand minder dan de beroemde joodse geleerde Maimonides was lijfarts van de, eveneens befaamde, moslimleider Saladin! Dat deze Arabische beschaving niet helemaal een eigen uitvinding was, maar ook voortbouwde op en ontleende aan de Byzantijnse christelijke beschaving wordt erkend. Na de kruistochten is Europa wel veranderd, bijv. door de drukke handelsvaarten vanuit Genua en Venetië (Marco Polo). Panhuysen: „ We willen niet primair laten zien, wat voor schanddaden die kruisridders daar wel voltrokken, maar vooral wat de ontmoeting met die andere cultuur in Europa teweegbracht. Al verzwijgen we niet de bloedbaden en de tegen Joden gerichte pogroms. Het gaat ons ook om de beeldvorming bij joodse en moslim-tijdgenoten van de kruisvaarders". Desgevraagd benadrukte directeur Van den Hout, dat er geen sprake van een politieke of politiek correcte expositie. Er zullen wel discussies zijn tussen diverse 'partijen', maar het ging hem er niet om, de schuld van deze tochten bij de christenen van toen te leggen.
Wederzijdse oorlogspropaganda
Onder de diverse secties - zoals: Jodenvervolgingen of de verovering van Jeruzalem - valt ook 'oorlogspropaganda'. Daarin komen alle partijen. Joden, christenen, moslims, letterlijk aan het woord. Zo neemt een moslim-kroniekschrijver rond 1100 het op voor de Joden en noemd de christen Raimond van Aguilers moord op moslims „een passende bestraffing"! Krijgsheer Saladin kritiseert de Franken en hun geloofsijver en Richard Leeuwenhart antwoordt hem: „voor jullie is het Ware Kruis een simpel stuk hout zonder waarde. Voor ons is het een heiligdom, dus laat de sultan het aan ons teruggeven". Een Damascener moslim-kroniekschrijver zag een 'Frankische' priester met een kruis om zijn hals en in zijn hand en „hij hing zelfs een kruis om de nek van zijn ezel", terwijl Albert van Aken (rond 1100) vaststelt dat Joden die aan de dood ontkwamen door zich te laten dopen, dit deden uit doodsangst en niet uit liefde voor het christelijk geloof. Een andere chroniqueur en deelnemer aan de eerste kruistocht (1096-1099) stelde vast: „Wij westerlingen zijn oosterlingen geworden". Naast de stormrammen, een maquette van de H. Grafkerk en een grote Hebreeuwse steen (met de stichtingsinscriptie van de synagoge van Worms) zien we een reliekschrijn met erop de marteldood van Thomas Beckett, gewapende en sneuvelende ridders en Moren op ware grootte, een kinderfilm 'Kruistocht in spijkerbroek' naar het boek van Thea Beekman en een heuse, maar niet werkende..., tijdmachine. Terugflitsen naar de Middeleeuwen lukt dus niet, maar een indruk krijgen van die kruistochten lukt wel.
Catalogus en Nieuwsbrief
En anders is er nog het ruim verluchte boekje 'De Kruistochten'. Het is geen gewone catalogus met systematische beschrijving der museale objecten, maar toont wel vele daarvan in foto's. Daarnaast schrijft Babette Hellemans over Jeruzalem als toenmalig centrum van de wereld. De Brit Jonathan Riley-Smith levert een bijdrage over de kruistocht: was dat een heilige oorlog? En Hellemans wijst op de sporen van de kruistochten in het museum, want dit Catharijneconvent was ooit klooster van de Johannnieter kruisridders, die als verzorgers van zieken en gewonden de strijdende ridders volgden. Het instructieve boekje bevat veel citaten van kroniekschrijvers uit de drie 'kampen', kaarten, een bibliografie en een handig Glossarium, waarin diverse begrippen kort worden uitgelegd. Het telt 96 blz., is een uitgave van Waanders Uitgevers in Zwolle samen met het museum en kost slechts 14,95 euro. Ook de 'Catharijnebrief' van het museum (september, nr. 91) is voor een groot deel aan dezer expositie gewijd.
'De Kruistochten' is te zien tot in 2006. Info: tel. 030-2313835 en www.catharijneconvent.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2005
Protestants Nederland | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2005
Protestants Nederland | 36 Pagina's