Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijbelvertalingen in Engeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbelvertalingen in Engeland

15 minuten leestijd

Misschien vinden wij het vanzelfsprekend, maar wat is het eigenlijk een grote zegen dat we een complete Bijbel bezitten in onze eigen taal! In de Middeleeuwen was dat niet het geval. De Vulgata was sinds de eeuw de meest gangbare bijbelvertaling, maar die was in het Latijn.

Pas aan het einde van de Middeleeuwen kwamen er Nederlandse vertalingen van Gods woord, of een deel daarvan, beschikbaar. Niet in grote aantallen, en zeker niet in een vlekkeloze vertaling vanuit de grondtalen, het Hebreeuws en het Grieks. Het verlangen om Gods woord te kunnen lezen in de eigen taal was niet specifiek Nederlands; ook in andere landen, bijvoorbeeld in Engeland, zagen mensen daarnaar uit.

De duistere Middeleeuwen

In de Middeleeuwen was de kennis van Gods woord uiterst gering. Het Latijn was de kerktaal, maar zelfs sommige priesters beheersten het Latijn niet, of onvoldoende. Onder hen waren er die de tien geboden niet konden opzeggen of wisten Wie ons het Onze Vader leerde te bidden. De onkunde was ontstellend. Bovendien bestond toen een verschrikkelijk bijgeloof, dat zich alom uitte in ondermeer de verering van relikwieën. Ik beperk me maar tot Engeland, omdat in dit artikel de Engelse bijbelvertalingen centraal staan. Zo toonde men in Gloucestershire aan de kerkgangers een flesje met bloed van Christus. Daar was ook een bijzonder beeld van de Gekruisigde. Wie veel munten offerde, kon zien dat aan een kruis een houten pop die de Heere Jezus voorstelde, ging glimlachen! Deed je niet voldoende geld in het offerblok, dan fronste Hij het voorhoofd. In Reading, ten westen van Londen, was in een bepaalde kerk wel érg veel te bewonderen. Bijvoorbeeld de vleugel van een engel, twee stukjes van het kruis van Christus, een bot van Maria Magdalena en de hand van Jakobus. In het zuidwesten van Engeland, in Somerset, bewaarde men nog een stukje brood van het laatste avondmaal dat Christus met Zijn discipelen gebruikt had en een stukje van Zijn kribbe. Zo zouden we verder kunnen gaan. De bevolking kon de Bijbel niet lezen. Men wist nauwelijks wat de naam Jezus betekent, maar was wel gefascineerd door een dwaas bijgeloof...

John Wycliffe

Nu waren er soms ernstige christenen die een poging deden kleine gedeelten uit de Vulgata in het Engels te vertalen, voor gebruik in de familie- of vriendenkring. Dat werd anders toen in de veertiende eeuw John Wycliffe (13307-1384) optrad. Zijn geboortehuis stond in een dorpje bij Richmond in Yorkshire. Hij was een man die God vreesde. Wycliffe studeerde in Oxford. Men noemde hem de "doctor evangelicus". Deze geleerde priester werd herder en leraar in Lutterworth in Leicestershire. De dorpskerk uit zijn tijd staat er nog. De Bijbel was voor hem de enige regel voor de leer van de kerk en daarnaast voor het persoonlijke leven. Weinigen in Engeland hadden zoveel gestudeerd in de Bijbel en de werken van de kerkvaders als hij. Op grond daarvan verwierp Wycliffe de roomse sacramenten van de transsubstantiatie, de biecht en het laatste oliesel. Zijn oordeel over de kerk in zijn dagen was negatief. Hij meende dat die zeer vervallen was, zodat hij niet aarzelde deze de kerk van de antichrist te noemen. Ook het pauselijke systeem, het kloosterwezen, de verering van heiligen en relikwieën en het gebruik van beelden in de kerk verwierp Wycliffe. Hij bepleitte vurig het armoede-ideaal. De Heilige Geest leerde hem zien wat het kwaad in zijn dagen was. Diezelfde Geest overtuigde hem van het feit dat de weg van verlossing slechts via Christus is. Wycliffe wordt soms "de morgenster van de Reformatie" genoemd. Hij beschouwde de Bijbel als de enige bron van de openbaring van God. Pauselijke inzettingen hadden die status geenszins. Het was zijn grote wens dat de Bijbel in de Engelse taal beschikbaar zou komen. Met de hulp van enige vrienden ving hij het intensieve vertaalwerk aan. Dat de inquisitie geen vat op Wycliffe kreeg, werd bewerkstelligd door de machtige adel. Zijn bijbelvertaling werd in 1408 echter door de Engelse bisschoppen verboden. Wycliffes volgelingen werden door de paus spottend "lollarden" genoemd, hetgeen zoiets als mompelaars betekent. Maar zij vatten die aanduiding als een erenaam op. Twee aan twee trokken zij door het land met het doel het volk vanuit de Bijbel het Evangelie bekend te maken. Zo doende fungeerden zij als wegbereiders voor het latere Engelse puritanisme. Maar via zijn Boheemse leerling Johannes Hus heeft Wycliffe eveneens Maarten Luther beïnvloed. En zag ook Luther niet het grote belang in van een vertaling van de Bijbel in de volkstaal? Door het in 1415 te Konstanz gehouden concilie werden de opvattingen van Wycliffe én Hus tegelijk veroordeeld. Zo was er dus in die dagen voor het eerst een Bijbel in het Engels beschikbaar. Maar er waren twee problemen. De eerste moeilijkheid betrof de verspreiding: de boekdrukkunst was immers nog niet uitgevonden! Elk exemplaar moest met de hand worden overgeschreven en dat nam circa tien maanden in beslag. Van deze vertaling bleven slechts twee exemplaren bewaard. De prijs bedroeg in de Middeleeuwen ongeveer veertig pond, toen echt een gigantische som geld. Naar verluid was er ooit een boer bereid een wagen vol hooi te geven om één bijbelbladzijde te kunnen bezitten. Maar er was een tweede probleem. De Bijbelvertaling van Wycliffe was tot stand gekomen door het vertalen van de Vulgata, de Latijnse tekst. De studie van het Hebreeuws en Grieks was nog nauwelijks tot ontwikkeling gekomen. Het ging hier dus om een vertaling van een vertaling, die op sommige punten bepaald niet foutloos was. Dus nam Wycliffe die fouten onbewust over. Zo zei Johannes de Doper: "Bekeert u!" (Matth. 3:2). Maar de Vulgata geeft hier: "Doet boete!" En op grond daarvan bleven bijvoorbeeld het bidden van de rozenkrans of een pelgrims tocht naar Rome in gebruik. Een ander voorbeeld is de aanspraak van de engel tot Maria in Lukas 1:28. Is Maria door God begenadigd, of iemand die genade kan schenken? Wij pleiten op grond van de Griekse grondtekst voor de eerste mogelijkheid. Maar de Vulgata suggereert de tweede. Doordat Wycliffe vanuit de Vulgata vertaalde, is dit wezenlijke verschil aan hem volstrekt voorbijgegaan.

William Tyndale

Tweehonderd jaar later gebruikte God William Tyndale (1494-1536), een jongeman uit Gloucestershire - op de grens tussen Wales en Engeland - om dienstbaar te zijn voor het vertaalwerk. Hij studeerde eerst theologie in de Oxford en later te Cambridge, en ontving de priesterwijding. Vervolgens fungeerde hij als huiskapelaan bij een edelman. Op diens kasteel voerde hij ook gesprekken met hoge geestelijken, die regelmatig op bezoek kwamen. Op den duur ontstond er tussen hen onmin, aangezien hij hun dwalingen op grond van de Schrift aan de kaak stelde. Uiteindelijk werd hem ontslag verleend. Inmiddels liep Tyndale met het plan rond om de Heilige Schrift in het Engels te vertalen. Mogelijk was hij hiermee al begonnen. Hij ging naar de bisschop van Londen in de veronderstelling dat die hem wel zou helpen. Dat viel tegen: de bisschop probeerde hem gevangen te laten nemen. Maar Tyndale zei (daarbij tot de Engelse geestelijkheid sprekend): "Indien God mijn leven spaart, zal ik voordat mijn jaren voorbij zijn er voor zorgen dat een jongen die de ploeg hanteert, evenveel van de Schriften weet als u". Maar zijn vertaalwerk was illegaal. Iemand die de Bijbel in de Engelse taal las, of verkocht, riskeerde de doodstraf! Dat overkwam ook hem later. Spoedig vluchtte Tyndale naar het vasteland. Hij kwam in 1523 te Wittenberg, waar hij met Luther gesprekken voerde. Ook de Zwitser Huldrych Zwingli oefende invloed op hem uit. Vervolgens reisde Tyndale naar Antwerpen, waar hij enige tijd bleef wonen. Toen hervatte hij zijn vertaalwerk. Hij had een grote kennis van zowel het Hebreeuws als het Grieks. Tot zijn grote verbazing was er niemand die hem enige hulp aanbood. We kunnen de betekenis van Whitefield prijzen, die soms voor wel dertigduizend mensen preekte. Maar niet minder belangrijk voor Gods kerk was de eenvoudige Tyndale, die in zijn eentje dit vertaalwerk verrichtte. Zie hem in gedachten werken, in een vochtige, koude kelder, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Hij trok van plaats tot plaats, van land naar land en werkte door. Zijn vijanden zaten echter niet stil. Vanuit Engeland werd hij door de inquisitie opgespoord. Die ontdekte dat hij bij een koopman inwoonde, de Engelsman Thomas Points. Een zekere Henry Philips speelde de j L i d a s r o l door ogenschijnlijk vriendschap te sluiten met Tyndale. De procureur van de keizer werd in het complot betrokken en die nodigde William Tyndale uit voor een maaltijd. Tyndale gaf Philips zelfs nog twintig gulden, omdat hij zijn beurs verloren zou zijn. Voor hem geheel onverwachts werd Tyndale gearresteerd, gebonden en op 6 oktober 1536 in het Zuid-Nederlandse Vilvoorde verbrand. In zijn laatste gebed heeft hij gebeden: "Heere, open de ogen van de koning van Engeland". Tyndale is niet oud geworden en kon alleen het Nieuwe Testament vertalen. In 1524 was hij klaar. De Bijbel werd in 1526 in de Duitse stad Worms gedrukt. Dat Tyndale door Luther is beïnvloed blijkt alleen al uit zijn principiële keuze bij het vertalen van Griekse woorden als "ekklèsia" en "presbuteros". Voor het eerste gebruikte hij "congregation" in plaats van het bij de Rooms-Katholieke kerk in Engeland gebruikelijke "church". Dus zoiets als "vergadering, gemeente". En bij het tweede "senior" (ouderling, oudste) in plaats van "priest" (priester). Kooplieden waren bereid te investeren in het vertaal-, druk- en transportproject. De Bijbels werden naar Engeland gesmokkeld tussen graan, wol en in wijnvaten, onder andere vanuit de Nederlanden. De oplage bedroeg 6000 stuks. In 1534 werd de vertaling enigszins herzien en herdrukt. Inmiddels had Tyndale ook de vijf boeken van Mozes en het boek Jozua vertaald, maar of het ooit tot een gedrukte uitgave gekomen is, is mij niet bekend. Op den duur trachtte de bisschop van Canterbury zoveel mogelijk exemplaren te kopen, met slechts één doel: ze te verbranden. Met het geld dat hij hiervoor neertelde, werden echter grotere aantallen en nog beter gedrukte exemplaren op de markt gebracht, ook in Schotland. Misschien heeft Engeland meer aan Tyndale te danken dan aan wie dan ook. In Londen, bij het Embarkment aan de Theems, is zijn standbeeld nog te zien. Zeker kan gesteld worden dat de latere Engelse bijbelvertalingen gebaseerd zijn op het werk van Tyndale, een godvrezend man, die heel geleerd was en nauwkeurig vertaalde, en... door Gods Geest werd bijgestaan!

Het Oude en het Nieuwe Testament in het Engels

Inmiddels was de boekdrukkunst uitgevonden; dat was een geweldige stap vooruit. De Duitser Gutenberg zorgde in 1456 voor de allereerste gedrukte Bijbel ter wereld. Het was de Vulgata, de Latijnse vertaling. In Engeland groeide het verlangen naar een complete. Engelse vertaling in druk. Kende Duitsland sinds 1534 niet de Luthervertaling? Zo moest er ook een Engelse Bijbel beschikbaar komen! In die tijd regeerde in Engeland de bekende Hendrik VIII (1509- 1547). Hij kwam in conflict met de paus en brak met Rome. De vorst was geen verklaard tegenstander van een Engelse bijbelvertaling. Al in 1535 verscheen de zogenaamde Bijbel van Coverdale. Die vertaalde echter niet zelf, maar maakte gebruik van de vertalingen van Tyndale, Luther en de Vulgata. Hij deed dat in het bijzonder voor Anne Boleyn, één van de vrouwen waar Hendrik VIII mee huwde. Anne bezat zo een eigen Bijbel om uit te lezen. Bekend is dat deze vorstin onthoofd werd, opdat de koning weer met een ander kon trouwen. In 1537 verscheen de Bijbel van Thomas Matthew, een pseudoniem voor John Rogers (7-1555). Hij maakte gebruik van delen van de vertaling van Tyndale. Na de dood van Anna Boleyn wilde koning Hendrik haar Bijbel echter niet meer laten gebruiken! In 1539 verscheen er al weer een vertaling, de Grote Bijbel, de eerste officieel geaccepteerde in Engeland. Koning Hendrik VIII was niet bepaald het schoolvoorbeeld van een reformatorisch vorst. In feite waren zijn reformatie en de stichting van de Anglicaanse Kerk ontstaan door ruzie met de paus, over het ongeldig verklaren van zijn huwelijk met Catharina van Aragon, een tante van keizer Karei V. Zowel roomsen als protestanten ondervonden soms het ongenoegen van de koning, die met ijzeren hand regeerde. Het gebeurde dat roomsen en protestanten naast elkaar aan de galg hingen. Sinds 1521 mocht Hendrik VIII van de paus de eretitel "fidei defensor" dragen: verdediger van het geloof. Dit omdat hij zich negatief had uitgelaten over Luther, die de zeven sacramenten loochende. Maar positief is toch wel dat Hendrik VIII besloot dat er in elke Engelse kerk een Bijbel moest liggen. Daardoor werd de "Great Bible" - de naam heeft betrekking op de enorme omvang - uitgegeven. Deze vertaling berustte op diverse andere, waaronder die van Tyndale. Omdat er veel belangstelling voor bestond, werd hij letterlijk aan de ketting gelegd; er werden exemplaren gestolen. Het gebeurde ook regelmatig dat mensen die een uurtje vrij hadden, kwamen luisteren als iemand die de leeskunst beheerste bereid was voor te lezen. Deze "Great Bible" staat ook bekend als de "Treacle Bible", te vertalen door "Stroopbijbel". In Jeremia 8:22, waar wij "balsem" aan treffen, (Is er geen balsem in Gilead?) staat namelijk in de "Great Bible" het Engelse woord "treacle", dat "stroop" betekent... Opmerkelijk: kwam in diverse landen de reformatie tot stand door het werk van enkelingen, zoals Luther, Zwingli of Calvijn, in Engeland gebeurde dat in feite door het voorlezen van de Bijbel, en dat door "leken". Populair was ook de "Breeches Bible". Ook die naam moet toegelicht worden. In Genesis 3:7 lezen we dat Adam en Eva voor zichzelf van vijgenbladeren schorten maakten. Wel, deze, uit Genève stammende vertaling, heeft daar "lendendoeken", in het Engels: "breeches". In 1560 verscheen deze vertaling te Genève in de kring van Engelse vluchtelingen. Bij de puriteinen werd die vertaling uiterst geliefd. Ook de bekende auteur William Shakespeare citeerde in zijn literair werken uit déze vertaling. Het voordeel van de "Breeches Bible" was het handzame formaat. Ook was die voorzien van kanttekeningen met een calvinistisch karakter.

De King James Version

Toch was de beste vertaling in het Engels nog niet verschenen. Het was in 1604 in het paleis Hampton Court bij Londen dat een uiterst belangrijk besluit werd genomen. Daar vond een ontmoeting plaats tussen de Engelse koning James I en een aantal predikanten. De vorst nam op voorstel van hen de beslissing dat in plaats van de verschillende vertalingen die in gebruik waren een nieuwe vertaling in

de Engelse taal diende te verschijnen, die gebaseerd moest zijn op de grondtalen, dus het Hebreeuws en het Grieks. Er werden 54 geleerden aangewezen om dit werk uit te voeren, die bekwaam waren in deze talen. Doch... er was al voorbereid werk verricht. Zij konden gebruik maken van de vertaling van het Nieuwe Testament door Tyndale. Diens werk werd nagenoeg geheel overgenomen. De vertalers werden in zes groepen verdeeld. Twee kwamen samen in Westminster (Londen), twee in Cambridge, twee in Oxford. Zij vertaalden nauwkeurig en ijverig, vergeleken hun werk en discussieerden over hun werkzaamheden. Na zeven jaar was hun taak afgerond. Een belangrijke bijdrage was die van de geleerde Lancelot Andrewes, die verbonden was aan het Pembroke College in Cambridge. Hij is verantwoordelijk voor de vertaling van Genesis tot en met 1 Kronieken. De vertalers boden hun werk in 1611 aan de koning aan. Vrij algemeen is deze vertaling, die dus in opdracht van koning Jakobus tot stand kwam, bekend als de "King James". Het werd niet zomaar een Engelse vertaling, nee, eeuwenlang bleef deze dé Engelse Bijbel. In Groot-Brittannië spreekt men van de "Authorised Version". Op de titelpagina treft men deze woorden aan: "Appointed to be read in churches". Deze woorden worden doorgaans als een soort koninklijke goedkeuring opgevat. Volstrekt onterecht. Het is een verklaring van de vertalers zélf, dat het geoorloofd en gepast is de Bijbel te gebruiken. Zij waren mannen van naam, grote wetenschappers, die overeenstemden in de visie dat de Heilige Schrift door de Heilige Geest is geïnspireerd. De Bijbel is in hun optiek Gods woord, geen mensenwoord. Het was hun diepste overtuiging dat zij slechts vertaalden, een menselijk werk verrichtten. Tegenwoordig verschijnen er in allerlei landen vertalingen, die men soms na enkele jaren al weer verouderd vindt. Sommige vertalers noemen zich zelfs zonder gêne atheïst; ze zijn slechts bedreven in de klassieke talen. Hoe anders was dat bij de totstandkoming van de "King James"! Hiervoor waren kinderen van God aan het werk, bedreven in de talen. Was het niet direct hoe zij een bepaalde Hebreeuwse of Griekse zegswijze moesten overzetten? Dan gingen zij in gebed om licht. Inmiddels verschenen er in Groot-Brittannië ook tal van nieuwe vertalingen. Maar geen ervan kon de beroemde "King James Version" geheel verdringen! Ooit stelde een Afrikaanse prins aan koningin Victoria deze vraag: "Wat is nu eigenlijk het geheim van de grootheid van Engeland?" Tot zijn verbazing nam zij onmiddellijk haar "King James" bij de hand en gaf ten antwoord: "Dit is het geheim van Engelands grootheid".

Geraadpleegde literatuur:

R. Demaus, William Tindale. A biografy, Londen 1886, herdruk 1971.
K. Exalto, Kerkgeschiedenis, 's-Gravenhage 1989. Felipe Fernandez-Armento en Derek Wilson, Reformatie, Christendom en de wereld 1500-2000, Amsterdam 1997.
Grote Winkler Prins Encyclopedie, Amsterdam/ Antwerpen 1979-1984, de delen 23 en 25.
C. Harinck, Om het hart van het Evangelie, Houten 1994. 
Otto J. de Jong, Geschiedenis der kerk, Nijkerk 1980.
C. Lindberg, The Reformation Theologians, Oxford 2002.
B.A. Ramsbottom, "The story of our Bible", in: Quarterly Record. The Magazine of the Trinitarian Bible Society, nr. 571. W. van't Spijker, R. Bisschop en W.J. o p ' t Hof, Het puritanisme. Geschiedenis, theologie en invloed, Zoetermeer 2001.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2006

Protestants Nederland | 20 Pagina's

Bijbelvertalingen in Engeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2006

Protestants Nederland | 20 Pagina's