Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PAUl GERHARDT: een zingende zielenherder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PAUl GERHARDT: een zingende zielenherder

15 minuten leestijd

Er zijn geestelijke liederen die bijna iedereen kent. Ooit hebben wij die in onze schooltijd geleerd en door middel van kooruitvoeringen, platen, cassettes of cd's vaak "gerepeteerd". Wie kent bijvoorbeeld niet "Hoe zal ik U ontvangen?", "O hoofd, bedekt met wonden", of "Beveel gerust uw wegen"? Deze verzen werden ooit geschreven door een lutherse predikant uit Duitsland: Paul Gerhardt. Hij liet in zijn moedertaal 138 en in het Latijn 14 verzen na. Ze zijn kunstzinnig van vorm en rijk van inhoud. Componisten als Dietrich Buxtehude, Georg Philipp Telemann, Felix Mendelssohn-Bartholdy en Johann Sebastian Bach zorgden voor passende melodieën. Een aantal verzen van Gerhardt kreeg een plaatsje in de bundel Psalmen en Gezangen voor de eredienst der Nederlandse Hervormde Kerk, en het Liedboek voor de Kerken. In dit artikel wil ik aan Gerhardt enige aandacht besteden en citeer zijn verzen in de taal waarin ze oorspronkelijk geschreven zijn, het Duits. Dat is hopelijk geen groot bezwaar. Mocht dit wel het geval zijn, dan kan men diverse liederen in een Nederlandse vertaling, of bewerking, aantreffen in de genoemde bundels.

Een "queeste" naar kerkhistorische bronnen

Hoe bekoorlijk kan het zijn in een mooi landschap naar de bron te zoeken van een beek. In alle rust gaan we over slingerpaden in een bosrijke omgeving. Dan staan we tóch onverwacht bij de gezochte plaats. Een ree vlucht angstig voor ons weg; een vogel zingt tot eer van zijn Schepper. Op een brede tak kijkt alleen een ransuil toe... Hoe aangenaam en spannend tegelijk kan het zijn om in je vakantie te zoeken naar sporen van mensen die voor ons een bepaalde betekenis hebben. Daartoe mijd je Europa's autowegen en kom je in verstilde dorpen. Menigeen haalt hiervoor de schouders op, maar liefhebbers van de kerkhistorie vinden dit hoogtepunten van hun reis. Zegt een bepaalde naam anderen niets? Zij staan na intensief speurwerk bij de plaats die bijvoorbeeld aan Kohlbrügge, Luther, Bunyan of anderen herinnert. Voor hen een plekje om nooit te vergeten! Zo ook het Oost-Duitse Grafenhainichen. Daar stopt nooit een intercitytrein. Bij tijd en wijle houdt er slechts een boemeltje stil. Het plaatsje is een bezoek waard, want hier stond de wieg van de theoloog en dichter Paul Gerhardt. Zijn liederen werden ook in Nederland zeer bekend. Wij treden in zijn sporen. Hier kwam hij ter wereld, in een uitermate zorgelijke tijd: Duitsland werd toen geteisterd door rampen en oorlogsgeweld, hongersnood en politieke onrust.

Gerhardts jeugd en opleiding

Branden en oorlogen hebben veel sporen uitgewist. Ook van het kerkelijk archief uit die tijd resteert niets. Waarschijnlijk was zijn geboortedag 12 maart 1607, doch sommigen menen dat het in 1606 was. In Grafenhainichen, niet ver van Wittenberg, ving dus zijn aardse leven aan. Misschien leerde hij hier drinken uit de bron van levend water. En Christus sprak eenmaal dat wie daar van drinkt, opnieuw naar dat water zal dorsten. (Joh. 4:13) Een gedenksteen in de gevel markeert het huis waar Paul Gerhardt werd geboren. Zijn vader, Christian Gerhardt, was burgemeester en herbergier. Waarschijnlijk geen onbemiddeld man, anders had hij zijn zonen Christian en Paul niet naar de vorstelijke school in Grimma kunnen sturen. Hun moeder heette Dorothea. Zij werd in 1582 te Eilenburg geboren en was de dochter van een geestelijke, de lutherse superintendent (kerkelijk hoofdtoeziener) Gaspar Starke. Dorothea volgde haar man na hun huwelijk in 1605 naar Gräfenhainichen. In 1618 brak de Dertigjarige Oorlog uit, die ook in deze omgeving veel verwoestte. De dood wenkt ieder uur; Paul en Christian verloren hun vader in 1619 en hun moeder in 1621. Zowel het leven als de levenstijd zijn een geschenk van God. Paul formuleerde het later zó in een couplet van wat wij kennen als "Beveel gerust uw wegen":

Woher hast du dein Leben
Und deines Leibes Bild?
Wer hat das Blut gegeben?
Das dir die Adern füllt?
Ists nicht dein Herr, dein Schöpfer,
Dein Vater und dein Licht, Der dich,
gleich als ein Töpfer,
Von Erde zugericht?

Inderdaad, God is de Potterbakker, en wij zijn leem in Zijn handen. De sfeer waarin Paul is opgegroeid was die van het lutherse geloof. Men wist zich in Gods hand en het huiselijk, het school- en het kerkelijk leven, ja, de gehele samenleving en cultuur ademden de geest van de kerkhervormer Maarten Luther...

Ich weiss, dass du der
Brunn der Gnad
Und ew'ge Quelle seist.
Daraus uns allen früh und spat
Viel Heil und Gutesßeusst.

De kleine Paul bezocht de vorstelijke school te Grimma, de St. Augustinusschool. Keurvorst Maurits van Saksen had in 1550 een drietal scholen in Saksen gesticht om te kunnen voldoen aan de behoefte aan geestelijken en bestuursambtenaren. Het gebouw, dat ooit was gebouwd als een Augustijnerklooster, ligt aan de Mulde, een zijrivier van de Elbe, niet ver van Leipzig. Het werd ook het Collegium Moldanum genoemd. Er is nog steeds een gymnasium gevestigd. Men werkte volgens de onderwijskundige principes van de bekende reformatorische geleerde Philippus Melanchthon, vriend van Luther. Zijn onderwijs was "doordrenkt" van een bijbels-reformatorische geest. Latijn was de voertaal. Als de belangrijkste studieboeken zag iedereen de Bijbelvertaling van Luther en diens catechismus. Maar de klassieken werden hier toch ook geenszins verwaarloosd. Twee gedichten van Paul Gerhardt, het avondlied "Nun ruhen alle Wälder" en het zomerlied "Geh aus, mein Herz", zijn mogelijk ontstaan na het lezen van de Romeinse dichter Vergilius. In 1622 werd Paul er opgenomen. Dagelijks moesten de leerlingen naar de kloosterkerk voor de morgengodsdienst en het vesper. Eén van de weinige geoorloofde vormen van ontspanning was het gezamenlijk zingen. De jongelui leerden Grimma nauwelijks kennen, want wekelijks mochten zij één keer, en dan nog met hun klas, een wandeling buiten het instituut maken. Slechts eenmaal per jaar konden de leerlingen voor een korte vakantie van twee weken naar hun ouderlijk huis. In 1627 kon Paul, na het afleggen van zijn examen, het college verlaten. De universiteit van Wittenberg trok... Op 2 januari 1628 werd hij ingeschreven in de registers van de universiteit, die vanaf 1502 - de tijd van Luther - tot 1817 bestond. Paul en zijn broer Christian studeerden er theologie en woonden in de omgeving van de stadskerk. Tijdens de Dertigjarige Oorlog heeft Wittenberg bijzonder veel te lijden gehad, alhoewel het vijandelijke troepen niet gelukt is de stad binnen te trekken. De honger heerste. Daarna, in 1637, maakte de pest een groot aantal slachtoffers. Onder anderen is Pauls broer Christian aan deze plaag overleden. Waarschijnlijk werd Paul in 1634 privé leraar van het gezin van Fleischhauer, een geestelijke. Pas in 1642 of '43 heeft Paul zijn opleiding afgerond. Wittenberg was toen hét centrum van de lutherse theologie, waardoor ook hij werd gevormd. Na het afronden van zijn studie reisde Paul naar Berlijn om huisleraar te worden van de advocaat Andreas Berthold. Diens dochter werd later Pauls echtgenote. In 1643 is te Berlijn voor het eerst een gedicht van hun huisleraar gedrukt.

Gerhardt als geestelijke in Berlijn

Toen Paul in 1643 in Berlijn was, volgde er een bloeiperiode voor de lutherse kerkmuziek en dat gebeurde toen hij nauw ging samenwerken met Johann Crüger (1598-1662). Deze had in Oostenrijk, Hongarije, Bohemen en Zuid-Duitsland bij diverse leermeesters in de kerkmuziek gestudeerd. Na vanaf 1615 huisonderwijzer te zijn geweest in Berlijn, vertoefde Crüger van 1620 tot 1622 te Wittenberg en leerde er Gerhardt kennen. Hoewel hij toen nog maar 24 jaar was, werd Crüger in 1622 tot kantor benoemd van de Nicolaikerk in Berlijn. Een erg eervolle benoeming! Hij kreeg de leiding over de Berlijnse kerkmusici. Van hem werd ook verwacht dat hij les zou geven aan het gymnasium. Van zijn hand bleven muziekdidactische boeken en theoretische werken bewaard, terwijl hij natuurlijk ook zelf componeerde. Zijn Praxis Pietatis Melica, das ist Übung der Gottseligkeit in christlichen und trostreichen Gesängen werd een "bestseller". In 1647 verscheen opnieuw een uitgave van die bundel, toen met verzen van Paul Gerhardts hand. Wij mogen stellen dat Crüger Gerhardt als tekstschrijver heeft "ontdekt". Veel kerkgangers waren nog analfabeet; zij moesten de teksten dus van buiten leren. Dat was niet moeilijk: ze waren eenvoudig, maar wat meer is, ze vertolkten de gevoelens van het hart! Berlijn was toen nog allerminst een grote stad: er waren slechts 845 huizen, waarvan er 300 door het oorlogsgeweld leegstonden. Juist onder die omstandigheden kwamen Paul Gerhardts troostliederen tot hun recht! Een andere oorlog, de Tweede Wereldoorlog, verwoestte helaas de genoemde Nicolaikerk. Slechts enige voorwerpen zijn bewaard gebleven en zijn nu in de Mariakerk te vinden. Daaronder is ook een grafmonumentje dat Paul Gerhardt en zijn vrouw Anna Maria hebben laten maken voor hun jong gestorven dochtertje Maria Elisabeth. Op 18 november 1651 is Gerhardt als luthers geestelijke geordend. Hij ging regelmatig in diensten voor. Korte tijd later verliet hij Berlijn om naar zijn eerste gemeente te gaan.

Mittelwalde

De eerste standplaats van Gerhardt werd Mittelwalde. Zijn voorganger stierf in het voorjaar van 1651. Het burgerlijk bestuur informeerde toen in Berlijn naar een geschikte opvolger en men adviseerde Paul Gerhardt. In september is hij uitgenodigd om een proefpreek te houden te Mittelwalde. Reeds in november is hij er bevestigd, na eerst, zoals dat gebruikelijk was, de lutherse belijdenisgeschriften ondertekend te hebben. De nieuwe predikant was toen 44 jaar. Eigenhandig geschreven notulen over diverse kerkelijke aangelegenheden behoren tot de weinige stukken prozatekst die van hem bewaard zijn. Ook Mittelwalde had veel te lijden van de verwoestingen tijdens de Dertigjarige Oorlog. De stad werd bezet, geplunderd en in brand gestoken. Daarna volgden de hongersnood en de pest, die eveneens veel slachtoffers maakten. Rijke burgers geraakten aan de bedelstaf. Daardoor kwamen velen tot bekering. Paul Gerhardt kon dagelijks omgaan met inwoners die een rijk geestelijke leven kenden. Zij hadden iets van de aardse vergankelijkheid ervaren, waarbij hun dichtende dominee aansloot in zijn liederen. Tot diens thema's behoorden het op reis zijn. Hij zag de mens slechts als gast op de aarde. In het labyrint van wegen moet hij het juiste pad trachten te vinden. Paul Gerhardt dichtte in Mittelwalde verschillende liederen, die ook in een Nederlandse vertaling bekend zijn, zoals "Beveel gerust uw wegen". De eerste strofe in het Duits luidt:

Befiehl du deine Wege
Und was dein Herze kränkt
Der allertreusten Pflege
Des, der den Himmel lenkt:
Der Wolken, Luft und Winden
Gibt Wege, Laufund Bahn.
Der wird auch Wege finden.
Da dein Fuss gehen kann.

Hoe goed is het als op onze wegen de zon schijnt. In het bijzonder de morgenzon. De dichter noemde de zon maar liefst 31 keer in zijn liederen, steeds in relatie met het leven, vreugde en een nieuw begin. De zon overwint de duisternis, het lijden en de angst.

Die güldne Sonne voll Freud und Wonne
Bringt unsern Grenzen mit ihrem Glänzen
Ein herzerquickendes, liebliches Licht.
Mein Haupt und Glieder, die lagen darnieder;
Aber nun steh ich, bin munter und fröhlich.
Schaue den Himmel mit meinen Gesicht.

Andere liederen, die men in de kersttijd regelmatig zingt, zijn: "Ich steh an deiner Krippen hier" en "Wie soll ich dich empfangen?" Bekend is ook het lied over de lijdenstijd, "Ein Lämmlein geht und trägt die Schuld". Uit zijn ambtsperiode in Mittelwalde dateren in de fraaie Mauritskerk nog het altaar, de doopschaal en een olieverfschilderij over de bespotting van Christus, voorwerpen die je in elke lutherse kerk aantreffen kunt. Zal dit schilderij hem hebben geïnspireerd bij het schrijven van zijn bekende "O Haupt voll Blut und Wunden", dat later door Johann Sebastian Bach in de "Matthäuspassion" is verwerkt? In de kerk is eveneens een portret van Gerhardt, ten voeten uit, te zien. Dit werd in 1829 geschilderd naar voorbeeld van een schilderij in de kerk van Lübben, zijn laatste gemeente. Gerhardt was een natuurliefhebber, iemand die intens genoot van alle dingen die men in Gods schepping kan aanschouwen.

Die Bächlein rauschen in dem Sand
Und malen sich und ihren Rand
Mit schattenreichen Myrten;
Die Wiesen liegen hart dabei
Und klingen ganz vom Lustgeschrei
Der Schaf und ihrer Hirten.

Hilf mir und segne meinen Geist
Mit Segen, der vom Himmel ßeusst,
Dass ich dir (Gott) stetig blühe!
Gib, dass der Sommer deiner Gnad
In meiner Seele früh und spat
Viel Glaubensfrücht erziehe!

Wat het persoonlijke leven betreft: op 11 februari 1655 huwde de predikant-dichter met Maria Berthold, de jongste dochter van de hierboven genoemde advocaat uit Berlijn. Zij was toen ongeveer 30 jaar. Al geruime tijd kenden bruid en bruidegom elkaar, daar Gerhardt geruime tijd in de woning van haar vader heeft ingewoond. Waarschijnlijk gaf hij haar ook les. En hun gezin? Het in 1656 geboren dochtertje Maria EHsabeth leefde maar negen maanden. Daaraan herinnert in de kerk van Mittelwalde een zeer eenvoudig gedenkbord. Maar nog drie kinderen stierven op jeugdige leeftijd: Anna Katharina, Andreas en Andreas Christian. Alleen de zoon Paul Friedrich heeft zijn ouders overleefd. In 1668 overleed ook Gerhardts echtgenote. God troostte hem. Maar in moeilijke tijden plaatst Hij mensen op onze weg om ons te helpen, ook in periodes van materiële zorg. Mogelijk is een verklaring voor het feit dat Gerhardts liederen nog steeds aanspreken hierin gelegen: hij neemt de luisteraars, of lezers, als het ware "mee".

Gib auch, dass ich gern jedermann
Mit Rat und Tat, so gut ich kann.
Aus rechter unverfälschter Treu
Zu helfen allzeit willig sei.

Opnieuw in Berlijn

In 1657 ontving Gerhardt een beroep uit Berlijn, want de kansel van de hierboven genoemde Nicolaikerk was vacant. Hij vermoedde dat hem een zware strijd te wachten stond toen hij dit beroep moest aannemen. Ik noemde reeds het sterven van zijn vrouw - ze was longpatiënte - en vier kinderen. Maria werd mede vertroost door de liederen die Paul dichtte. Misschien ook wel door de ontroerende passage uit "O Haupt voll Blut und Wunden":

Wenn ich einmal soll scheiden.
So scheide nicht von mir;
Wenn ich den Tod soll leiden.
So tritt du dann herfür.
Wenn mir am allerbängsten,
Wird um das Herze sein.
So reiss mich aus den Ängsten,
Kraft deiner Angst und Pein.

Zorg in Berlijn? Ja, ook op een ander gebied. Brandenburg en Berlijn wilden graag in de vaart der volken opgenomen worden, niet langer een onbeduidende uithoek van Europa zijn. In die tijd regeerde Friedrich Wilhelm (1620-1688), die men de grote keurvorst noemt. Hij trouwde met een dochter van onze stadhouder Frederik Hendrik, Louise Henriëtte (1627-1667). Onze Republiek was voor hem hét grote voorbeeld als het gaat om bouwkunst, landbouw, handel en nijverheid. Hij ontving de uit Frankrijk gevluchte hugenoten hartelijk. Ook die hadden iets te bieden tot de verheffing van zijn rijk, samen met Hollandse zakenlui en kunstenaars. Friedrich Wilhelm was calvinist en wenste dat zijn onderdanen die religie eveneens zouden belijden. Maar conflicten met de lutheranen bleven toen niet uit; dat laat zich raden. In 1664 poogde hij de vrijheid van de Lutherse Kerk verder te beknotten. De lutheranen leden een zware morele nederlaag, want diverse predikanten en gemeenteleden waren bereid toe te geven aan de wens van Friedrich Wilhelm. Zo niet Paul Gerhardt. Hij is daarom in februari 1666 afgezet, maar de Brandenburgse adel, die zijn gezangen wist te waarderen, trad voor hem in de bres. Toen deed de keurvorst in januari 1667 water in de wijn en Gerhardt mocht weer voor enige tijd preken in de Nicolaikerk. Nog slechts enige maanden, want in datzelfde jaar werd hij door Friedrich Wilhelm definitief ontslagen. Gelukkig brachten de jaren 1666 en '67 niet alleen tegenspoed: de kantor van de Nicolaikerk, Johann Georg Ebeling, opvolger van de bovengenoemde Crüger, gaf het verzamelde werk van Gerhardt uit, in maar liefst tien bundels! Inmiddels poogden invloedrijke mensen voor Paul te "lobbyen". Was er niet ergens op het platteland een gemeente voor hem te vinden? Misschien over de grens van Brandenburg, het gebied van de keurvorst? Zeker! Er bestond een vacature te Lübben, een stadje in Saksen, in het mooie natuurgebied het Spreewald. De proefpreek op 14 oktober 1668 van de inmiddels overal bekende dichter maakte daar een diepe indruk. Toch kon hij niet zo snel uit Berlijn vertrekken; zijn zoon Paul Friedrich was ernstig ziek, evenals zijn schoonzuster Sabina Fromm, die na de dood van zijn vrouw de huishouding verzorgde. Pas in juni 1669 kon Paul Gerhardt in Lübben worden bevestigd.

De laatste jaren van Paul Gerhardt

Toen hij uiteindelijk in Lübben kwam wonen, was er opnieuw een teleurstelling te incasseren, want de pastorie bleek in een ernstige staat van verwaarlozing te verkeren. Nog zeven jaar is Gerhardt in zijn laatste gemeente actief geweest. Maar zijn krachten namen af en op den duur moest hij gebruik gaan maken van een stoel om te preken en voor de bediening van het HeiHg Avondmaal. Lang staan was onmogelijk. De weekdiensten moest hij afzeggen. Paul Gerhardt maakte een testament op, waarin hij God dankte voor Zijn vele gaven en bad om het eeuwige leven. Zijn toen veertienjarige zoon bestemde hij voor de theologische studie. Gerhardt liet de notaris noteren zijn zoon weinig aardse goederen te kunnen nalaten. Wel een eerlijke naam, waarvoor hij zich geenszins behoefde te schamen. Op 27 mei 1676 stierf Paul Gerhardt op zeventigjarige leeftijd. Hij werd in de crypte onder het altaar begraven. Daar had de dichter zich, volgens zijn "Pilgerlied", zijn pelgrimslied, op voorbereid:

Ich bin ein Gast auf Erden
Und hab hier keinen Stand.
Der Himmel soll mir werden,
Da ist mein Vaterland.
Hier reis ich bis zum Grabe;
Dort in der ew'gen Ruh
Ist Gottes Gnadengabe,
Die schliesst all' Arbeit zu.

Uit de periode in Lübben bleven geen liederen van zijn hand bewaard. Kon hij geen inspiratie meer vinden? Zijn werk was inmiddels in Duitsland alom bekend. In het sterfjaar was "O Haupt voll Blut und Wunden" reeds in het Zweeds vertaald en nog diverse vertalingen zouden volgen. In de Sankt- Nicolaikirche van Lübben kan men een moment voor Gerhardts portret vertoeven. Voor de kerk ziet men een bronzen standbeeld van hem uit 1907. Betekenisvol is het dat zijn liederen ons ook in 2006 nog iets te zeggen hebben. Maar het belangrijkste is dat men de dichter kan nazeggen:

Der Grund, drauf ich mich gründe,
Ist Christus und sein Blut;
Das machet, dass ich finde
Das ew'ge wahre Gut.
An mir und meinem Leben
Ist nichts auf dieser Erd';
Was Christus mir gegeben.
Das ist der Liebe wert.

Literatuuropgave:

Gert von Bassewitz/Christian Brunners, Auf Paul Gerhardts Spuren, Hamburg 2001.
Hans-Joachim Beeskow, Geh aus mein Herz und suche Freud, 2003.
Paul Gerhardt, Dichtungen und Schriften, München 1957.
Paul Gerhardt, Wach auf mein Herz, und singe. Gesammlausgabe seiner Lieder und Gedichte, Wuppertal/Kassel 1991. Hermann Petrich, Paul Gerhardt. Ein Beitrag zur Geschichte des deutschen Geistes, Güntersloh 1914.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 2006

Protestants Nederland | 28 Pagina's

PAUl GERHARDT: een zingende zielenherder

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 2006

Protestants Nederland | 28 Pagina's