Eerste lustrum Leerstoel Reformatiegeschiedenis
Aan het hof van onze eerste koning 1806 - 1810
Sinds september 2001 kent de Vrije Universiteit Amsterdam de bijzondere leerstoel "Geschiedenis van de Reformatie". De Calvijnkenner prof. dr. Wim Balke bezette de leerstoel als eerste. Prof. dr. Wim Janse, tevens verbonden aan de Universiteit Leiden, was zijn opvolger in 2003. Op uitnodiging van de redactie van Protestants Nederland maakt hij de balans van de eerste vijf jaar leerstoel op. De VU benoem de hem onlangs voor een tweede termijn.
Wie aan een universiteit doceert heeft automatisch drie werkterreinen: die van onderwijs, van onderzoek en van bestuur. In de praktijk betekent dat: college geven en studenten begeleiden, onderzoek doen en daarover publiceren en organiseren en mee leiding geven. Van de eerste twee werkzaamheden wil ik u een impressie geven.
Onderwijs
De leerstoel is gevestigd bij de Faculteit der Godgeleerdheid en maakt deel uit van het door prof. A. van de Beek in 1995 opgerichte International Reformed Theological Institute (IRTI) aan die faculteit. Dat betekent dat ik vooral met buitenlandse theologiestudenten te maken heb die zich een jaar lang speciaal in de gereformeerde traditie willen verdiepen. In het najaar komen ze uit alle windstreken voor drie maanden naar Amsterdam voor een intensieve cursus Living Reformed Theology. Dat betekent - voor hen - van september tot december vier dagen per week van negen tot kwart voor één een Engelstalig college over klassieke hoofdthema's, en 's middags zelfstudie ter voorbereiding van een master-these (doctoraalscriptie) of een eerste hoofdstuk van een dissertatie. Verschillende collega's dragen aan dit college bij. Mijn taak bestaat erin, de studenten mee te nemen naar de zestiende- en zeventiende-eeuwse bronnen van de reformatorische theologie. Dankbaarder werk kan ik me amper voorstellen: samen je oor bij bronteksten te luisteren leggen en je laten boeien door de zeggingsen denkkracht van reformatoren en hun inspiratoren. Een Koreaanse studente schreef pas nog na een college waarin we rond het thema rechtvaardiging-heiliging teksten van onder andere Luther, Calvijn, Bullinger, Beza, Perkins en het Trentse Concilie hadden gelezen: "Ik heb er heel erg van genoten. (...) U had veel papieren voor ons meegenomen met bronnen die we vanuit onszelf niet zo gauw zouden opzoeken. Ik vond het erg interessant om allerlei nuances binnen de Reformatie te ontdekken en daarover na te denken".
Oog voor de historische context
Eén van die nuances betrof de leer van verkiezing en verwerping. Ogenschijnlijk stelde Calvijn zich hier aanzienlijk harder op dan bijvoorbeeld zijn collega uit Zürich, Heinrich Bullinger. Als kerkhistoricus pleitte ik er tijdens het college voor, theologische uitspraken vooral in hun historische setting te beluisteren en attent te zijn op het verschil tussen tijdloos horen en contextueel verstaan. Wie de supra-lapsarische uitspraken over de dubbele predestinatie in Calvijns Institutie III, 21 losmaakt van de pastorale context ervan - zijn bemoediging van vervolgde Franse protestanten-riskeert misverstanden. "Hij die u roept is getrouw" en "Hij zal niet laten varen de werken van Zijn handen" waren voor Calvijn de dragende zuilen van de verkiezing; de Geneefse reformator richtte zich ermee tegen de gehele middeleeuwse traditie (Heiko A. Oberman). In hun intentie stemden Calvijn en Bullinger met elkaar overeen. Eerder dan Calvijn attaqueerde de augustijner monnik Luther de middeleeuwse scholastiek, scherper dan wie ook. Zo groot was zijn existentiële huiver voor alle menselijke zelfwerkzaamheid in het heil, dat hij niet alleen Thomas van Aquino en consorten corrigeerde, maar en passant ook zijn grote voorbeeld Augustinus. Daarbij raakte hij bijna het thema heiliging kwijt en deed hij dubieuze uitspraken over een 'verborgen God' die misschien wat anders met ons voorheeft dan de God van de bijbel (nl. ons onheil). Wij probeerden de Luther van 1516-1517 tegen zijn historische, middeleeuwse achtergrond te lezen - zo ook het Concilie van Trente, dat met de onverbrekelijke eenheid van rechtvaardiging en heiliging aan Augustinus' intenties meer recht deed dan Luther. Wie weet dat menige student voor zijn komst naar Amsterdam al een leidinggevende rol als predikant in Oost-Europa, Afrika, Azië of Amerika vervulde, binnen verschillende denominaties, begrijpt dat aan discussie nooit gebrek is.
Scripties en proefschriften
Hun scriptie of eerste dissertatiehoofdstuk schrijven de meeste studenten 'thuis' af, in hun land van herkomst, zo mogelijk binnen de twaalf maanden die er voor hun master-studie staan. De begeleiding gebeurt dan per e-mail. Soms ontmoeten we elkaar tijdens een congres. Zo stelde een Australische promovenda voor, 'ergens halverwege', in de wandelgangen van een conferentie, haar nieuwste hoofdstuk over Calvijns visie op het menselijke lichaam te bespreken. Dat Calvijn positief over de tempel van de heilige Geest dacht (overigens zonder dat altijd voor zichzelf in praktijk te brengen) is bekend; maar wat ervan te denken, zo luidde een van haar onderzoeksvragen, dat hij tegelijk van "een kerker voor de ziel" kon spreken? "Hij omhelsde dit Platoonse concept zozeer, dat hij er zelfs niet aan dacht om Plato als bron te vermelden", aldus een conceptdeelconclusie. Dat is een oordeel dat om nader onderzoek vraagt. Niet elke student gaat het promotietraject in. Of niet in Amsterdam. Een oud-student uit Belgrado doet momenteel vervolgonderzoek in de VS in het verlengde van zijn scriptie over het haast manichese (stoffelijke) erfzondebegrip van de lutherse reformator uit Istrië, Matthias Flacius Illyricus (1520- 1574). Een Hongaars predikant in Transsylvanië behaalde onlangs magna cum laude zijn doctorstitel in Alba lulia (Roemenië) met een bewerking van zijn Amsterdamse master-these over de achttiendeeeuwse Hongaarse historicus en voormalig Leidse student Péter Bod. Prof. Balke fungeerde als extern promotor bij een promotie in oktober j.1. in Aberdeen over de gereformeerde theoloog (en schoonzoon van Kohlbrugge) Eduard Böhl (1836-1903). Enkele promoties die vanuit de leerstoel begeleid worden betreffen uiteenlopende onderzoeksthema's als: het jongste gericht in vijftiendeeeuwse theologie en kunst; tweerijkenleer en Nachfolge bij Luther; hermeneutiek bij Philipp Melanchthon; sociale en politieke ethiek bij Calvijn en de Zwitserse gereformeerde theoloog Alfred de Quervain (1896-1986); de preek bij Calvijn en de betekenis ervan voor de kerk in Japan; de positie van de humanist en (tijdelijk protestantse) psalmberijmer Clément Marot ten opzichte van de hervormingsgezinde beweging in Frankrijk; christologie bij Luther, Calvijn en Kohlbrugge; de contacten - wederzijds en met tijdgenoten - van Groen van Prinsterer en Da Costa; een theologische biografie van Th. J. Locher, leerling van Kohlbrugge en vriend van Böhl; Böhls Hongaarse contacten; de Groningse godsdienstwijsgeer en ethicus Willem Jan Aalders (1870-1945).
Tekstanalyse
Een bijzondere mengvorm van onderwijs en onderzoek zijn de Luther- en Calvijn-seminars onder leiding van prof. Balke. Meermalen per jaar komt een internationale groep bijeen om preken en exegetische teksten te lezen. Daarbij gaat het vooral om de hermeneutiek en de homiletiek van genoemde reformatoren. Het blijkt buitengewoon inspirerend om samen door Luthers klare Duitse of Calvijns diepzinnige Franse preken te 'kruipen'; dat levert onvergetelijke momenten en inzichten op. Een van de deelnemers komt er steevast voor uit Japan overgevlogen. Een boekpublicatie met bijdragen vanuit deze kring is in voorbereiding.
Calvijn in Azië
'Calvijn spreekt ook Aziatische christenen aan' kopte het Nederlands Dagblad op 25 augustus van dit jaar boven een impressie van het internationale Calvijncongres, dat die dagen in Emden bijeen was. Aan deze belangstelling draagt de leerstoel nadrukkelijk bij. Bijvoorbeeld via collegiale contacten met Aziatische onderzoekers. Het feit dat het IRTI, waarin de leerstoel is verankerd, in 2005 in Seoul congresseerde, bevorderde deze verbindingen nog. Zo besteedt momenteel een gereformeerde politicoloog uit Japan bij het IRTI zijn tweejarig onderzoeksverlof aan Calvijns politieke opvattingen. De lezing die de huidige leerstoelhouder in Emden hield over de historische achtergronden en ontwikkeling van Calvijns avondmaalsleer verscheen kort geleden in samenvatting in een Koreaans christelijk dagblad en zal integraal in Koreaanse en Japanse vertaling gepubliceerd worden. Er ligt een uitnodiging om hetzelfde in een meer systematische benadering in 2007 in Tokyo en Korea te presenteren. Clément Heel tastbaar is de begeleiding van een paar bevlogen Calvijnonderzoekers, die hun onderzoeksresultaten rechtstreeks voor medechristenen in eigen hun land en kerk (in Indonesië en Japan) vruchtbaar willen maken. Zo onderzoekt een gereformeerd predikant uit Surakarta de mogelijke betekenis van calvijnse spiritualiteit voor de geestelijke vorming van Javaanse ambtsdragers. Op Ambon verricht een docent onder begeleiding vanuit de leerstoel promotieonderzoek naar de implicaties van Calvijns visie op de kerkelijke eenheid voor de oecumenische discussie binnen de Indonesische Raad van Kerken.
Onderzoek: Bremen
Natuurlijk vraagt begeleiding van promovendi ook van de promotor grondige studie. Niettemin is er aan de leerstoel bovendien nog een eigen onderzoeksprogramma verbonden. Dat beweegt zich op twee terreinen. In Bremer archieven doe ik onderzoek naar de opleiding van gereformeerde theologen en juristen (en wetenschappers in het algemeen) aan het zogenaamde Bremer Gymnasium Illustre (1584-1812). De opleiding kende een eigen, irenisch karakter en droeg tot ver buiten Europa bij aan het ontstaan van een gereformeerde cultuur. Het onderzoek participeert in het Duits-Nederlandse programma "Theologenausbildung im Zeitalter der Konfessionalisierung", dat mede door prof. dr. H.J. Selderhuis (Apeldoorn) gecoördineerd wordt. Een tweejaarlijks congres oogst en publiceert steeds de nieuwste onderzoeksresultaten. In 2006 analyseerde ik het Bremer hooglerarenbestand in vergelijking met het docentencorps aan de Franeker universiteit (1585-1811). De Bremer theologieprofessoren bleken excellenter, honkvaster, maar minder internationaal georiënteerd en financieel bemiddeld. Net als in Franeker bevorderde de verzwagering - intern en met de commerciële en bestuurlijke elite - de sociale cohesie en opwaardering van de hoogleraren als groep. Ook in Bremen gingen het ontstaan van een gereformeerde cultuur en elitevorming hand in hand.
Onderzoek: Calvijn - Westphal - Heshusius
Dan is er ook nog het onderzoek dat beoogt uit te monden in nieuwe geannoteerde Latijnse tekstedities van de avondmaalsgeschriften van Calvijn en diens lutherse opponenten Joachim Westphal en Tilemann Heshusius. De meest recente verrassende ontdekking is wel, dat Westphal aanvankelijk en terecht in de overtuiging verkeerde, in Calvijn een medestander te hebben in zijn afwijzing van de Zwitserse vervluchtiging van Christus' troostrijke aanwezigheid in het sacrament. Pas toen Calvijn zich in 1555 in de verdediging van de Consensus van Zürich over het avondmaal (1549) expliciet op Bullingers spiritualiserende standpunt plaatste en "onder zijn dekmantel vandaan tevoorschijn kwam", werd hij voor Westphal "de heden ten dage voornaamste voorvechter van de vervloekte Zwingliaanse dwaling". Terecht signaleerde Westphal de ontwikkeling of zelfs omslag die zich in Calvijns sacramentsleer vanaf 1549 voltrok.
Balans
Terugblikkend op vijf jaar leerstoel mag dankbaar geconstateerd dat de belangstelling bij studenten en onderzoekers groot is, dat er al heel wat tot stand kon worden gebracht, dat er nog veel meer gedaan zou kunnen worden, en dat de middelen in tijd, financiën en assistentie begrensd zijn. De statuten van de Stichting die de leerstoel oprichtte vermelden:
1. De stichting heeft ten doel het bevorderen van de studie in de geschiedenis van de reformatie en het verspreiden van de kennis van deze geschiedenis, en voorts al hetgeen daarmee rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het financieren en anderszins bevorderen van een passende leerstoel aan een daarvoor in aanmerking komende universitaire omgeving en het onderhouden ervan.
Volgens Van Dak heeft 'het opmaken van de balans' met boekhoudkunde te maken. Zulks valt buiten de competentie van ondergetekende. Wel weet ik dat de Stichting nu na vijf jaar voor de vraag staat of zij de leerstoel voor een tweede periode kan gaan bekostigen en daarmee de verbreiding van de kennis van de reformatie, ook in internationaal perspectief, kan voortzetten. Zij is daarvoor geheel afhankelijk van giften van organisaties en particulieren. Wat haar betreft is het buiten kijf dat huidige en toekomstige studenten en hun achterban het verdienen dat het werk vanuit de leerstoel zou kunnen worden voortgezet.
Het Bestuur van de Stichting Leerstoel "Geschiedenis van de Reformatie" wordt gevormd door drs L.R Heukels, voorzitter (huisarts; oudlid Provinciale Staten van Overijssel; voorzitter Hervormd Beraad Vredesvraagstukken); prof. dr. W. Balke, secretaris (leerstoelhouder tot 2003); ir. W. Brink, penningmeester (directeur Ingenieursbureau Nebest; oud-bestuurslid Vereniging voor Calvinistische Wijsbegeerte); dr. G.W. Noomen (Voorzitter van het College van Bestuur, VU, tot 2006); H.H.J. van As (journalist; theoloog en historicus); prof. dr. M.E. Brinkman, adviseur (directeur IRTI, VU); prof. dr. W. Janse, adviseur (leerstoelhouder sinds 2003). Het secretariaat van de Stichting berust bij Mw G. Klaassen-Mulderij, Grotestraat 3, 7683 BA Den Ham (Ov); g.klaassen mulderij@wanadoo.nl. Het Comité van aanbeveling bestaat uit jhr. drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland, oud- Commissaris van de Koningin van de provincie Utrecht; prof. dr. A. van de Beek, dekaan van de Faculteit der Godgeleerdheid, VU; drs. W.J. Deetman, burgemeester van 's- Gravenhage; drs. C.R van Dijk, oudminister van Binnenlandse Zaken en oud-lid van de Eerste Kamer; prof. dr. I.J. Hesselink, emeritus hoogleraar dogmatiek aan het Western Theological Seminary in Holland (Michigan, USA). De leerstoel is van giften afhankelijk. Het rekeningnummer is ABN-AMRO 58 63 71 400 t.n.v. Stichting Leerstoel Geschiedenis der Reformatie, te Schoonhoven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2006
Protestants Nederland | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2006
Protestants Nederland | 24 Pagina's