Het Zuid-Afrikaanse volkslied
Nieuw volkslied met christelijke tekst bevat zeven talen
Toen ik Nederlands studeerde in de jaren ’70 van de vorige eeuw, gebruikten we een literair handboek waarin na de bespreking van vele Nederlandse auteurs ook de Zuid-Afrikaanse literatuur aandacht kreeg. Het ging natuurlijk om het Afrikaans en om het Engels. Nooit hebben wij gebruik gemaakt van dat overzicht. Ik heb de indruk dat in de loop der jaren de scheiding tussen Nederlands en Afrikaans alleen maar groter geworden is. Ik kan me niet voorstellen dat neerlandici in opleiding nog iets zien van Afrikaanse literatuur. En wie leest er nog een Afrikaans gedicht, hoewel dat best verstaanbaar is?
Overigens geldt die vraag misschien ook voor het Nederlands: wie leest er nog een Nederlands gedicht? In dit artikel besteed ik aandacht aan de twee Afrikaanse volksliederen van verschillende auteurs. Wie weet: voelt u zich toch weer betrokken bij ons broedervolk! Bovendien herdacht de republiek in februari dat twintig jaar geleden de toenmalige president F.W. de Klerk Nelson Mandela vrij liet uit de gevangenis op het Robbeneiland. Daarmee was het begin van de afschaffing van de Apartheid ingeluid. Ik begin met het oude Afrikaanse volkslied dat geschreven is door C. J. Langenhoven. Ik neem het integraal over. Het heet: die Stem van Suid-Afrika
Uit die blou van onse hemel,
Uit die diepte van ons see;
Oor ons éwige gebergtes,
Waar die kranse antwoord gee;
Deur ons vèr verlate vlaktes
Met die kreun van ossewa –
Ruis die stem van ons geliefde
Van ons land Suid-Afrika!
Ons sal antwoord op jou roepstem,
Ons sal offer wat jy vra:
Ons sal lewe, ons sal sterwe –
Ons vir jou, Suid-Afrika!
In die merg van ons gebeente,
In ons hart en siel en gees;
In ons roem op ons verlede,
In ons hoop op wat sal wees;
In ons wil en werk en wandel,
Van ons wieg tot aan ons graf –
Deel geen ander land ons liefde,
Trek geen ander trou ons af.
Vaderland! ons sal die adel
Van jou naam met ere dra –
Waar en trou as Afrikaners,
Kinders van Suid-Afrika!
In die songloed van ons somer,
In ons winternagse kou;
In die lente van ons liefde,
In die lanfer van ons rou;
By die klink van huw’liksklokkies,
By die kluitklap op die kis –
Streel jou stem ons nooit verniet nie,
Weet jy waar jou kinders is.
Op jou roep seg ons nooit nee niet,
Seg ons altyd, altyd ja:
Om te lewe, om te sterwe –
Ja ons kom, Suid-Afrika!
Op U almag vas vertrouend
Het ons vadere gebou;
Skenk ook ons die krag, o Here,
Om te handhaaf en te hou –
Dat die erwe van ons vaad’re
Vir ons kinders erwe bly:
Knegte van die Allerhoogste,
Teen die hele wereld vry!
Soos ons vadere vertrou het,
Leer ook ons vertrou, o Heer;
Met ons land en met ons nasie
Sal dit wél wees! – God regeer!
De dichter, C. J. Langenhoven, heeft zich ingezet voor het Afrikaans als taal. Een taal ondersteunt een nationaliteit krachtig. Tweetaligheid kan een behoorlijke splijtzwam zijn. Langenhoven heeft overal geprobeerd zijn moedertaal te bevorderen. Hij bereikte in 1914 de erkenning van het Afrikaans als voertaal bij het lager en middelbaar onderwijs. Verder zorgde hij ervoor dat in het parlement in 1925 het Afrikaans de ambtelijke taal werd. Opmerkelijk is dat Langenhoven eerst sceptisch stond tegenover het Afrikaans als schrijftaal. Maar de scepticus van vroeger wordt de pleitbezorger van later. Hijzelf heeft een Verzameld werk nagelaten van zestien delen, zodat er wel gezegd wordt dat hij Afrikaners heeft leren lezen. Het meest werd hij bekend door het boven afgedrukte volkslied uit 1918. Drie jaar later heeft M.L. de Villiers muziek gecomponeerd bij de tekst. Ik beperk me hier tot het volkslied. Het lied heeft een opvallende structuur: vier octaven worden elk gevolgd door vier kwatrijnen. Het lijkt een soort beurtzang. Iemand zingt de eerste acht regels waarin de kwaliteiten van het land genoemd worden, waarna het volk inzet met een aanhankelijkheidsbetuiging. De eerste strofe schetst een grote wereld die gemarkeerd wordt door tegenstellingen. De hemel (blauw dus oneindig) tegenover de zee (dieper dan land). Over de gebergtes heen suggereert iets ruimtelijks wat je niet ziet maar er wel is. En ten slotte zijn er ver verlaten vlaktes. Zo onmetelijk ver, maar overal ruist de stem van Zuid-Afrika. Het antwoord blijft niet achter. ‘Ons’, dat is het volk als geheel, geeft een reactie die de indruk van een climax geeft: eerst alleen maar antwoord geven, daarna offeren en ten slotte leven en sterven voor het vaderland! Na de ruimte van het land volgt een blik op de Afrikaner, meer dan dat, zelfs een blik in de Afrikaner. Een opsomming van botten, hart, ziel en geest roept het beeld op van de gehele mens. Die mens maakt deel uit van een reeks: er is voorgeslacht en nageslacht. Op het eerste valt te roemen, op het tweede te hopen. Zuid-Afrika krijgt de liefde van de mens vanaf de vroege jaren tot de dood. Bij alles wat hij wil en doet. De Afrikaner betuigt adhesie aan zijn land. Het land kan daarop aan, want zijn kinderen zijn oprecht en trouw! Daarna volgen de jaargetijden met hun kenmerken: de zon met haar hitte, de winter met zijn kou. Tegelijk schakelt de dichter over op figuurlijk taalgebruik. Hij gebruikt de lente als aanduiding van tijd waarin de liefde tot ontwikkeling komt. En even later schrijft hij over huwelijksklokjes. Als het land roept, past er maar één antwoord: ja, wij komen om te leven of om te sterven.
In het laatste gedeelte uit de dichter zich godsdienstig. Met een terugblik op het voorgeslacht dat op God het vertrouwen stelde, smeekt hij om eenzelfde geloofskracht. De grond is vroeger veroverd, mag ze nu bewaard blijven voor de kinderen. Mogen die als dienaren van de allerhoogste God vrij leven op vrije grond. Ook in de slotstrofe luidt het gebed of godsvertrouwen der vaderen dat der zonen zijn mag. Dan gaat het goed met een land en met een volk. Met de geloofsbelijdenis dat God regeert kan de dichter besluiten. Inhoudelijk is er dus een mooie opbouw: vanuit de ruimte naar de mensen en vanuit het leven volgens seizoenen naar het leven met God. Ook naar de vorm heeft het lied kwaliteiten, zeker voor het doel waarvoor het gebruikt is: een volkslied. Met wat tegenstellingen roept de dichter goede beelden op in strofe 1 met typische kenmerken van het land: de bergen en de vlaktes met ossenwagens. In het antwoord vallen de parallellismen op: een viermaal herhaald ‘Ons sal’. Eenvoudige, maar krachtige taal, die als een belijdenis klinkt. Het tweede deel valt op door herhalingen, die een bepaalde cadans veroorzaken. Uitstekend voor een eenvoudig lied natuurlijk. Bovendien bindt in een regel met ‘wil, werk, wandel, wieg’ de w-klank alle genoemde woorden zinvol samen. Ook in de derde strofe vallen de parallellismen op: vier maal beginnen regels gelijk en de twee daaropvolgende regels hebben ook een gelijke opbouw. De maat waarin het gedicht geschreven is, is de trochee: er is een afwisseling van beklemtoond en onbeklemtoonde lettergrepen. Wat is er met dit volkslied gebeurd toen de apartheid afgeschaft werd? Kon je met dit lied verder nu de blanken hun meerderheid verloren hadden? Ja en nee, luidt het antwoord. Ja, want er is een stukje overgenomen in het nieuwe volkslied. Nee, want het grootste gedeelte is ’vergeten’. Het nieuwe volkslied (1997) van Zuid-Afrika kunnen wij niet meer helemaal volgen. Het is namelijk samengesteld uit twee verschillende liederen en bevat zeven talen! Een echt mengelmoesje dus. Die Stem van Suid-Afrika was het ene lied, Nkosi sikelel’ iAfrika het tweede; het was een populair lied van de ondergrondse vrijheidsbeweging. Zuid-Afrika heeft in twee fasen een nieuw volkslied gekregen. In 1994 verklaarde F.W. de Klerk beide liederen tot officieel volkslied. Drie jaar later werd officieel gekozen voor het lied dat hieronder volgt. Juist in dat lied is de overvloed van talen zichtbaar. De beide originele liederen zijn er verkort in opgenomen en er is een nieuw geschreven Engelstalige tekst aan toegevoegd.
Xhosa & Zoeloe
Nkosi sikelel’ iAfrika
Maluphakanyisw’ uphondo lwayo,
Yizwa imithandazo yethu,
Nkosi sikelela, thina lusapho lwayo.
Zuidelijk Sotho
Morena boloka setjhaba sa heso,
O fedise dintwa le matshwenyeho,
O se boloke, O se boloke setjhaba sa heso,
Setjhaba sa South Afrika - South Afrika.
Afrikaans
Uit die blou van onse hemel,
Uit die diepte van ons see,
Oor ons ewige gebergtes,
Waar die kranse antwoord gee,
Engels
Sounds the call to come together,
And united we shall stand,
Let us live and strive for freedom,
In South Africa our land.
Nederlandse vertaling
Zegen, Heere God, zegen Afrika
Laat zijn roem tot in de hemel reiken
Hoor ons in onze gebeden aan
Heere, zegen ons, zegen uw kinderen
God, wij vragen u, bescherm ons volk
Grijpt u in en beëindig alle strijd
Bescherm ons, bescherm ons volk
Het volk van Zuid-Afrika
Zuid-Afrika!
Uit het blauw van onze hemel,
Uit de diepte van onze zee,
Over onze eeuwige gebergtes,
Waar de rotsen antwoord geven,
Klinkt de roep om samen te komen,
En verenigd zullen wij er staan,
Laten we leven en strijden voor vrijheid,
In Zuid-Afrika, ons land.
Zal er ergens op de wereld een christelijker tekst voor een volkslied geproduceerd zijn als deze? Opvallend is dat juist in het Afrikaanse deel dat het minst aanwezig is. Het is een tekst om vrede. Het is een lied waarin tevens de opgave staat: be united. Misschien wel de moeilijkste opdracht die in het volkslied als een opdracht aan een staat in wording meegegeven wordt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2010
Protestants Nederland | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2010
Protestants Nederland | 24 Pagina's