Melanchthon en Luther
Philippus Melanchthon (1497-1560), leraar van Duitsland
De onderlinge verhouding tussen Melanchthon en Luther is boeiend te noemen en heeft al menige kerkhistoricus geïntrigeerd. Waren ze alleen collega’s of ook persoonlijke vrienden? Melanchthon zag Luther in de eerste plaats als de man van wie hij het evangelie had geleerd. Zo heeft hij dat ook vastgelegd in zijn testament. Het is misschien wel de meest treffende typering van hun onderlinge band.
Wanneer de tijding van Luthers dood in 1546 Melanchthon bereikt en hij zijn college moet onderbreken, vertelt hij de studenten het heengaan van deze “wagen Israëls met zijn ruiter, die de kerk in deze laatste wereldtijd geleid heeft”, daarmee verwijzend naar de hemelvaart van Elia (2 Kon. 2:12). Tijdens de rouwplechtigheid en de academische herdenking geeft hij Luther een plaats in de rij van getuigen van de waarheid, van profeten en apostelen die door God zelf waren geroepen om Zijn Woord te verkondigen. Luther ziet hij daarbij als een representant van de zgn. vijfde periode in de kerkgeschiedenis, waarin God de kerk weer tot haar bronnen wilde terugroepen.
Samenwerking
Bij die terugkeer tot de bronnen was Melanchthon vrijwel vanaf het begin betrokken. Toen hij als 21-jarige professor in de Griekse taal aantrad bij de universiteit van Wittenberg was het nog maar kort geleden dat Luther zijn stellingen had aangeslagen. Laat hij dat moment gemist hebben, vanaf 1518 stonden beide reformatoren meer dan 27 jaar nauw met elkaar in contact. Eén van de eerste gelegenheden waarbij dat ook naar buiten toe aan het licht kwam, was het dispuut van Leipzig in juli 1519. Hier stond Melanchthon Luther tijdens de felle discussies terzijde door hem informatie in te fluisteren of op een briefje toe te schuiven, dit tot grote ergernis van de Roomse tegenpartij en vooral hun theoloog Johannes Eck. Het feit dat hij zich zo achter Luther opstelde, kostte Melanchthon meteen de sympathie van zijn oudoom Johannes Reuchlin, die vergeefse pogingen deed hem uit Wittenberg weg te halen. Toen Luther in 1521 noodgedwongen op de Wartburg verbleef, bleef hij met zijn vrienden in Wittenberg in contact staan, maar vooral met Melanchthon. Deze had moeite het reformatieproces te begeleiden omdat er escalatie dreigde onder al te enthousiaste aanhangers van Luthers leer. Hij drong er dan ook bij de keurvorst op aan om Luther te laten terugkeren, maar deze wilde de keizer niet tegen zich in het harnas jagen en weigerde. Toen Andreas Karlstadt ten tonele verscheen en Wittenberg daadwerkelijk in oproer raakte, keerde Luther op de berichten van Melanchthon uit eigen beweging terug. Zijn gezag was nodig om de rust te herstellen. Luther was niet met lege handen van de Wartburg teruggekeerd: hij had zijn Duitse vertaling van het Nieuwe Testament meegenomen. Al eerder had hij zijn kennis van het Grieks bij Melanchthon opgehaald om dit vertaalwerk te kunnen verrichten. Tot aan de eerste druk in 1522 werd het manuscript nu in samenwerking met Melanchthon en andere collega’s grondig doorgenomen en waar nodig gecorrigeerd. Ook in latere jaren bleef Melanchthon als een van de belangrijkste helpers steeds betrokken bij de vertaling en revisie van de Duitse bijbel.
Universiteit
De hoofdmoot van hun beider werk werd uiteraard gevormd door de universiteit. Luther deed pogingen Melanchthon voor de theologische faculteit te winnen, maar deze volhardde dapper in zijn weigering. Theologen waren er al genoeg. Dat Melanchthon Luther niet slaafs volgde, mag ook blijken uit zijn houding in de strijd tussen Luther en Erasmus over de vrije wil. Vanaf het begin heeft Melanchthon zich hierin genuanceerder getoond dan Luther, al waren zij het wel eens dat de menselijke wil in de rechtvaardiging door het geloof geen rol heeft. Toch trachtte hij een middenweg te zoeken, die hij in zijn commentaar op Kolossenzen in 1527 publiceerde. Melanchthon heeft dan ook nog lange tijd een betere verstandhouding met Erasmus gehad dan Luther. Er was sprake van wederzijds respect. Toen Erasmus een nieuw boek publiceerde, stuurde hij Melanchthon een exemplaar toe maar Luther niet. Melanchthon ontwikkelde zich naast Luther evenzeer tot een leidende figuur aan de Wittenbergse universiteit. Hij genoot naarmate de jaren vorderden internationaal aanzien als wetenschapper. De studenten achtten hem hoog om zijn deskundigheid. Met Luther ontstond er een band van collegialiteit en vriendschap, al zijn er deskundigen van wie men dit laatste woord niet mag gebruiken. Zij hebben elkaar wederzijds beïnvloed in woord en geschrift. Daarbij was Melanchthon degene die de gedachten van Luther op formule bracht. Dit gold voor onderwerpen als het Schriftprincipe, de afwijzing van de transsubstantiatie, voor wet en evangelie als hermeneutisch principe, voor de functie van de vrije wil en voor de rechtvaardigingsleer. Hoewel er van buitenaf wel pogingen werden gedaan een wig te drijven tussen de beide mannen, hielden zij naar buiten toe de rijen vrijwel altijd gesloten. Meerdere malen nam Luther het voor zijn jongere collega op.
Spanning rond Keulen
Slechts één keer ontstond er een serieuze spanning. Aanleiding was de reformatie in Keulen. Martin Bucer (1491-1551), reformator van Straatsburg, had vanaf december 1542 in Keulen geholpen bij de invoering van de reformatie en daarbij de benodigde documenten opgesteld. Met toestemming van Luther kwam Melanchthon in mei 1543 ook naar Keulen om hem bij te staan. Hij bleef er twee maanden. De Reformatie van Keulen, een document waarin Bucer en Melanchthon hun krachten bundelden, verscheen in september 1543. Toen de protestantse bisschop Nikolaus von Amsdorf las wat er in stond, waarschuwde hij Luther. Wist deze wel wat dit document leerde over het Avondmaal? Luther antwoordde dat hij de tekst niet kende, maar dat Melanchthon hem desgevraagd had meegedeeld dat de zaken goed geregeld waren en dat alle superstitie zou worden afgeschaft. Wanneer Luther echter de tekst eenmaal heeft gezien, is hij in hoge mate geïrriteerd door wat “die praatjesmaker” Bucer aan het papier heeft toevertrouwd. Vele woorden heeft hij (Bucer) gebruikt, maar het meest wezenlijke heeft hij niet uitgesproken. Nergens stond of het lichaam en bloed van Christus wel ècht ontvangen werden in het Avondmaal, voor Luther een aangelegen punt. Ook werd naar zijn mening te weinig afstand genomen van de Zwitsers en van de geestdrijvers en hun opvattingen. Luther zag hierachter duidelijk zwingliaanse invloeden. Hij vatte het plan op om nu maar eens zelf over de betekenis van het Avondmaal te publiceren. De passage over het Avondmaal was door Martin Bucer opgesteld, maar door Melanchthon goedgekeurd. Luther was hier enorm boos over en riep zijn collega ter verantwoording, die echter niet verscheen. Melanchthon op zijn beurt liet zich ook niet onbetuigd. Hij vreesde voor een hernieuwde avondmaalsstrijd met de Zwitsers, maar ook voor een publicatie van Luther waarin deze zich openlijk tegen Bucer en hemzelf zou uitspreken.
Evenwicht hersteld
Melanchthon dreigde Wittenberg te verlaten, wanneer Luther het zou wagen zich openlijk tegen de Keulse reformatie te keren. Acht weken lang spraken de mannen niet met elkaar. In brieven aan vrienden liet Melanchthon blijken dat zijn positie aan de universiteit onhoudbaar dreigde te worden en dat hij al uitkeek naar een andere baan. De lucht klaarde weer op toen Luthers publicatie verscheen. Zijn Kurzes Bekenntnis vom Abendmahl bleek sterk tegen Zwingli gericht, maar noch Bucer noch Melanchthon werd genoemd. Een gesprek tussen Luther en Melanchthon deed de rest om het evenwicht te herstellen. Luther schreef daarop aan kanselier Brück, die had aangeboden om tussen hen te bemiddelen: “Geachte doctor Brück, ik begrijp dat u in de veronderstelling bent dat er sprake is van een misverstand tussen Philippus en mij. Ik weet daar echter niets van”. En Melanchthon schreef na het gesprek aan een vriend: “Ik heb Luther gezegd dat ik altijd verdedigd heb dat wanneer brood en wijn worden geconsumeerd, Christus waarachtig tegenwoordig is en ons tot leden van Hemzelf maakt… Ik ga er vanuit dat ik hem tevreden gesteld heb”. Wat in dit conflict mede een rol speelde, was dat Melanchthon, hoewel hij vasthield aan de lutherse avondmaalsleer, toch ook wel begrip had voor de gereformeerde opvatting van het geheimenis dat in deze tegenwoordigheid ligt opgesloten. Daardoor stond hij ook meer open voor een compromis op dit punt.
Hoogste respect
Vanzelfsprekend kwam de zaak weer in het reine. Beide mannen stonden immers voor dezelfde zaak en dezelfde taak, en daarin konden zij geen van beiden gemist worden. Het conflict was een dissonant in een verhouding die op diepere dingen gebaseerd was en daarom feitelijk ook niet stuk kon. Luther sprak met het hoogste respect over zijn collega. Hij prees zijn commentaren, vooral die op Romeinen en Kolossenzen, en zijn Loci communes. Andersom liet Melanchthon blijken hoe hij de werken van Luther waardeerde. Duidelijk is, dat ze elkaars manuscripten vaak lazen voordat ze naar de drukker werden gestuurd voor publicatie. In elk geval stuurde Melanchthon de zijne graag naar Luther voor commentaar en advies. Vooral de Romeinencommentaar werd door Luther nauwkeurig gelezen en van aantekeningen voorzien. Hij was er lovend over, al was hij het er niet mee eens dat het boek aan aartsbisschop Albrecht van Mainz, werd opgedragen. Zulke mensen dienden immers niet onderwezen en vereerd, maar weerlegd te worden! Andersom las Melanchthon in de jaren ’30 en ’40 vele van Luthers exegetische werken, en verzorgde hij ook na diens dood nog de uitgave ervan, al dan niet voorzien van een voorwoord van zijn hand.
Privé-leven
Er zijn aanwijzingen genoeg waaruit blijkt dat Melanchthon en Luther naast hun werkzaamheden voor kerk en universiteit ook veel privé-zaken met elkaar deelden en een vertrouwelijke band onderhielden. De Tafelgesprekken getuigen ervan hoe vaak ze samen de maaltijd genoten. Ook reisden ze vaak samen, zoals naar Leipzig in 1539, liederen zingend in het rijtuig. Het is mede op aandringen van Luther dat Melanchthon in november 1520 trouwt met Katharina Krapp. Wanneer Melanchthon in 1540 bijna dodelijk ziek wordt, zit Luther biddend aan zijn bed. Omgekeerd probeert Melanchthon Luther te troosten als diens dochtertje Magdalena op twaalfjarige leeftijd overlijdt. Melanchthon wordt peetvader van Luthers zoon Paul. Luther vangt Melanchthon op als diens dochter Anna in opspraak komt: ze zou met haar verloofde Georg Sabinus al voor het huwelijk het bed gedeeld hebben; Luther laat de aangevochten vader twee dagen in zijn huis logeren. Melanchthon bemiddelt in een ruzie tussen Luther en zijn zoon Hans, wanneer de vader niet met zijn zoon wil praten. Melanchthon is getuige wanneer Luther zijn testament opstelt. En ook al was hij aanvankelijk van Katharina van Bora niet zo gecharmeerd, na Luthers dood zorgt Melanchthon voor haar en haar kinderen zoveel hij kan.
Karakter
De verhouding tussen Melanchthon en Luther wordt ook wel eens in psychologisch opzicht getekend. Tegenover de flamboyante, turbulente Luther zou dan de rustige, bedaarde en tot compromissen bereide Melanchthon staan. Aan dit beeld heeft Luther zelf in niet geringe mate bijgedragen. Wanneer Melanchthon in 1529 zijn commentaar op de brief aan de Kolossenzen publiceert, schrijft Luther daarin een voorwoord. Daarin staat het volgende citaat:
“Ik ben op de wereld gekomen met dit doel: met de rebellen en duivels te vechten en de aanval te leiden. Daarom zijn mijn boeken stormachtig en strijdlustig. Ik moet boomstammen en wortelstronken uitgraven, inhakken op dorens en heggen en kuilen dichtgooien. Ik ben dus de ruwe houthakker, die moet opruimen om het pad vrij te maken. Maar meester Philippus komt achter mij aan, nauwgezet en rustig als hij is. Hij bouwt en plant, zaait en bevochtigt met voorspoed, in overeenstemming met de talenten die God hem rijkelijk gegeven heeft”.
Deze woorden moeten gezien worden tegen de achtergrond van het conflict met Erasmus over de vrije wil. Luther had zich daarin nogal driest getoond, ironie en sarcasme gebruikt in de hoop Erasmus tot andere gedachten te brengen en voor het reformatorische kamp te winnen. Melanchthon had het subtieler aangepakt en met behulp van de logica geprobeerd aan te tonen dat de mens in deze kwestie aan de grenzen van zijn denkvermogen komt. Tegen deze achtergrond tekent Luther hen beiden in hun manier van doen. Waarbij we wel moeten bedenken dat het hier gaat om een gelegenheidstekst, bovendien bedoeld als een verholen compliment aan Melanchthon. Wellicht is het hier geschetste beeld enigszins een eigen leven gaan leiden. Het is een stereotype geworden dat toch feitelijk niet helemaal klopt. Melanchthon was niet altijd de rustige persoon die hij heet te zijn, en Luther niet altijd de strijdlustige aanvoerder. Van Melanchthon is bekend dat hij flink kwaad kon worden als het moest en ook scherp en kortaangebonden kon zijn. Luther sprak hem in 1539 aan op zijn nieuwste boek, waarin hij Rome aanviel op een manier die zelfs hij te scherp vond. Tijdens het godsdienstgesprek te Regensburg toonde Melanchthon zich onvermurwbaar en niet tot compromissen bereid, toen het ging om het gezag van de kerk. Het was een flinkheid die hij bij aanvang nog niet bezat, want hij was met tranen in de ogen op reis gegaan, er vast van overtuigd niet levend naar huis te zullen terugkeren. In de omgang met studenten was Melanchton strenger dan Luther; Luther had meer geduld met ze. Volgens Luther was Melanchthon gevoeliger in alles dan hij, en was dat een grote deugd te noemen. Melanchthon kon soms niet alleen psychisch, maar ook lichamelijk lijden onder wat hij meemaakte. Zo stortte hij in, toen duidelijk werd welke leugens Philips van Hessen verteld had om zijn bigamie door de reformatoren gesanctioneerd te krijgen. Dat dit de Reformatie geen goed deed, besefte hij maar al te goed en hij leed eronder. Luther overkwam dit niet in die mate. Hij had echter weer zo zijn eigen aanvechtingen als het om de voortgang van de Reformatie ging.
Collega’s èn vrienden
Concluderend kan gezegd worden dat er niets op tegen is Melanchthon en Luther niet alleen als collega’s maar ook als vrienden te zien, die schouder aan schouder stonden in het grote proces dat slechts tot doel had ruimte te maken voor het Woord van God en de kerk weer een zuivere kerk te laten zijn. Dat besef bond hen. Het overbrugde verschillen in karakter en temperament, maar ook in theologische toonzetting. Inderdaad was vriendschap niet hun eerste en voornaamste doel. Zij kwam echter als vanzelf uit dat hogere ideaal voort en waaierde uit tot in de privé-sfeer. Wat we daarvan weten is maar summier, en vaak ontleend aan correspondentie die slechts bedoeld was voor de geadresseerde, of aan aantekeningen die zijn opgenomen in de Tafelgesprekken. Dat is misschien maar goed ook. We zouden er als nieuwsgierige, 21ste eeuwse mensen wellicht te veel waarde aan hechten. Laat de geschiedenis ook in dit opzicht haar geheimen maar goed bewaren......
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2010
Protestants Nederland | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2010
Protestants Nederland | 28 Pagina's