Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het sacrament van het heilige oliesel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het sacrament van het heilige oliesel

De zeven sacramenten van Nicolas Pousson - slot

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Franse kunstenaar Nicolas Poussin schilderde in 1644 een voorstelling van Het heilige oliesel, als onderdeel van een serie met De zeven Sacramenten. Hij maakte deze serie in een tijd, waarin de katholieke Kerk en de diverse protestantse groeperingen sterk van mening verschilden over de vraag hoeveel sacramenten er zijn en wat precies hun betekenis is. Zich baserend op een eeuwenlange traditie, hield de Rooms-Katholieke Kerk vast aan een aantal van zeven, terwijl de volgelingen van Luther en Calvijn niet meer dan twee sacramenten erkenden.

Nicolas Poussin leefde in Rome en vertegenwoordigde in zijn schilderijen het katholieke standpunt. Hij probeerde te illustreren dat de zeven sacramenten voortkomen uit tradities van de allervroegste periode van het Christendom en gebaseerd zijn op teksten en handelingen uit de Bijbel.

Het sacrament
Het heilige oliesel was één van de meest betwiste sacramenten in de periode van de reformatie. Maarten Luther en Johannes Calvijn stonden er zeer argwanend tegenover. Dat had twee oorzaken. In de eerste plaats is er geen bijbeltekst waaruit blijkt dat het heilige oliesel als sacrament is ingesteld door Christus.
In de tweede plaats was door misstanden en onachtzaamheid de toediening van dit sacrament gaan lijken op een soort magisch ritueel om zieken te genezen. Direct of indirect leidde de protestantse argwaan ertoe dat tijdens het belangrijke Concilie van Trente (1545 – 1563) de Rooms- Katholieke Kerk opnieuw het heilige oliesel als sacrament bevestigde en scherp omschreef wat ervan de basis en betekenis zijn. De protestantse kerken bleven echter bij hun afwijzing en erkenden alleen de doop en eucharistie als sacrament.
Wat is precies de betekenis van het heilige oliesel? De benaming ‘ziekenzalving’ geeft misschien beter weer wat dit katholieke sacrament inhoudt. Het is bedoeld om troost en heling te geven aan de ziel en het lichaam van wie is getroffen door ernstige ziekte of lichamelijk lijden, of wie zich bevindt in stervensgevaar. De priester zalft het voorhoofd en de handen van de lijdende of stervende en vraagt in een liturgisch gebed om de bijzondere genade van dit sacrament.

Geldig gewijde priester
Omdat alle sacramenten (behalve de doop) moeten worden ontvangen in een ‘staat van genade’ (dat wil zeggen: na de absolutie of vergiffenis van in de biecht beleden zonden), wordt de zieke of stervende gevraagd eerst te biechten, als dat nog mogelijk is.
In uiterste nood kan het sacrament van de ziekenzalving echter ook zonder biecht worden toegediend. Omdat in dit uiterste geval het heilige oliesel de absolutie vervangt, mag alleen een geldig gewijde rooms-katholieke priester dit sacrament toedienen, en niet eventueel een lekenpastor, diaken of dominee.
De officiële naam van het sacrament – unctio extrema ofwel laatste zalving – komt pas in de twaalfde eeuw voor het eerst voor.* Dat heeft aanleiding gegeven tot de vraag, of dit sacrament eerder al wel bestond en of het wel door Christus zelf is ingesteld. Tijdens het genoemde Concilie van Trente bepaalden de afgevaardigden dat de oorsprong van het sacrament wel degelijk bij Christus zelf ligt, maar dat Hij het aan de apostelen heeft overgelaten om vorm en wezen ervan precies vast te stellen.
Daarbij baseerden zij zich vooral op de verzen 14 en 15 uit hoofdstuk 5 van de Jacobusbrief : ‘Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer. Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden.’
In deze tekst zou met ‘oudsten’ bedoeld zijn: ‘(gewijde) priesters’, en duiden de woorden ‘in de naam van de Heer’ en ‘het zal hem vergeven worden’ erop, dat het niet gaat om puur een lichamelijke genezing, maar om de gratie van Christus. Omdat het sacrament van het heilige oliesel erkend wordt door zowel de oosterse als de westerse Kerk, is dit volgens de katholieke (westerse) Kerk een aanwijzing, dat het al bestond vóórdat de scheiding van de beide Kerken in 869 plaatsvond.
Met andere woorden: weliswaar is er geen bijbelse tekst waaruit blijkt dat Christus persoonlijk de vorm en het wezen van het heilige oliesel heeft bepaald, maar de tekst uit de brief van Jacobus en de traditie bieden voldoende bewijs voor de geldigheid van dit sacrament.

Poussins schilderij
Poussin kon voor zijn uitbeelding van het laatste oliesel geen bijbelse gebeurtenis illustreren, omdat een dergelijke gebeurtenis – zoals we zojuist hebben gezien – niet in de bijbel wordt beschreven (de genoemde verzen 14 en 15 uit Jacobus 5 zijn te algemeen voor een illustratie). Daarom heeft hij ervoor gekozen een uitbeelding te maken van een man die op zijn sterfbed dit sacrament ontvangt.
De architectuur van het vertrek waarin dit voorval zich afspeelt is vergelijkbaar met die van de kamer in Poussin’s schilderij van het laatste avondmaal (besproken in de Protestantse Kerkbode van 6 december 2008). Zo verleent Poussin aan het schilderij een bijbelse sfeer, met de bedoeling duidelijk te maken dat het sacrament van het heilige oliesel werkelijk stamt uit de vroegste tijden van het Christendom.
Een man met baard ligt op een bed, omringd door treurende mensen: mannen en vouwen van uiteenlopende leeftijden, die allemaal op hun eigen manier reageren op de droeve gebeurtenis. Zij zijn waarschijnlijk familieleden en vrienden van de stervende. In het midden staat een man in een wit gewaad, met een kelk in zijn ene hand. Met zijn andere hand raakt hij de hand van de stervende man aan. Deze man in het wit is een priester, die de hand van de stervende zalft.**
Naast hem knielt een man, die aan de kaars is te herkennen als een diaken. Samen met de man die zijn armen uitstrekt vormen zij als het ware een omlijsting van het bovenlichaam van de stervende. Tussen hen in is een vrouw te zien, met een kind. Waarschijnlijk is de stervende man haar echtgenoot en de vader van het kindje. Maar het is ook mogelijk om het jongetje in meer symbolische zin te zien, als een verwijzing naar het nieuwe leven dat aanbreekt voor wie ontslaapt in Christus.

In staat van gratie'
Dat de liggende man inderdaad als Christen sterft blijkt niet alleen uit het feit dat hem het sacrament van het heilige oliesel wordt toegediend en hij dus in ‘staat van gratie’ heengaat. Het blijkt ook uit een detail op de achtergrond, dat Poussin heeft toegevoegd om iets meer ‘persoonlijkheid’ te geven aan de anonieme, stervende man.
Midden op de achterwand hangt namelijk een schild, dat de man kenmerkt als soldaat of strijder. Op dat schild was – volgens een beschrijving uit de tijd van Poussin zelf – een symbool te zien: het zogenaamde Chi-Ro teken, dat de naam van Christus aanduidt. Volgens de overlevering liet keizer Constantijn de Grote, na zijn bekering tot het Christendom, dit teken aanbrengen op de schilden van al zijn soldaten.
Het schild in Poussins schilderij duidt dus aan dat de stervende man niet zó maar iemand is. Hij is een strijder in de wapenrusting van Christus, die verschoond van zonden ontslaapt in een nieuw leven.



* De benaming ‘laatste zalving’ klinkt ten onrechte alsof het gaat om een sacrament dat alleen is bedoeld voor stervenden. Het is echter bestemd voor mensen in ‘uiterste omstandigheden’. Dat is waarschijnlijk ook de oorspronkelijke Latijnse benaming geweest: unctio in extremis (zalving in uiterste omstandigheden), hetgeen later unctio extrema (laatste zalving) is geworden.
** Oorspronkelijk werd men gezalfd op de plaats van de vijf zintuigen – dus ook de handen (gevoel) – en op de voeten en (alleen bij mannen) de lendenen; tegenwoordig alleen op voorhoofd en handen.


dr. J.L. de Jong te Groningen

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2011

Protestants Nederland | 36 Pagina's

Het sacrament van het heilige oliesel

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2011

Protestants Nederland | 36 Pagina's