Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Napoleon: flitskoning van Holland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Napoleon: flitskoning van Holland

De tentoonstelling ‘Lodewijk Napoleon en zijn Paleis op de Dam’

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mogelijk herinnert u zich niet onmiddellijk waar de eerste koning van Nederland begraven ligt. Maar nog waarschijnlijker is dat u het nooit hebt geweten. Het goede antwoord is Saint-Leu-la-Forêt, een klein stadje ten noorden van Parijs. Lodewijk Napoleon was al vroeg door zijn broer keizer Napoleon tot graaf van Saint-Leu gebombardeerd. Hij liet er een kasteel opknappen en opnieuw inrichten. Maar hij zou er vrijwel niet wonen. Net zoals later ook met het Paleis op de Dam het geval was.

Lodewijk Napoleon is voor het grote publiek en zelfs voor veel vakhistorici lang een onbekende gebleven. De herdenking van zijn aantreden droeg een bescheiden karakter. Er was niet al te veel belangstelling voor een Fransman die hier vanaf 1806 had geregeerd voordat Willem I koning werd.

Toch hebben een paar wetenschappelijke congressen en publicaties uit 2006 nieuwe gezichtspunten opgeleverd. Er zaten namelijk ook goede en interessante kanten aan Louis, zoals hij de stukken altijd tekende. Bovendien is het zeker dat Willem I en zijn verlichte bewind zwaar leunden op wat tijdens het koninkrijk Holland aan vernieuwing tot stand was gebracht. Daarom verdient deze periode ook in reformatorische kringen nadere bestudering. Met de tentoonstelling in het Koninklijk Paleis op de Dam wordt deze nieuwe kijk op koning Lodewijk op een mooie manier onder de algemene aandacht gebracht. De opening zelf, door prins Willem Alexander, in aanwezigheid van prinses Máxima, op 28 juni betekent een tweede doorbraak. Tot nu toe hadden de Oranjes zich afzijdig gehouden van de herdenkingen van de omwenteling van 1795, van de radicale grondwet van 1798 en van de verdere revolutionaire gebeurtenissen uit de Bataafs-Franse tijd. Nu geven zij er blijk van, oog te hebben voor het bestaan en de verdiensten van hun voorganger.

Dramatisch leven

De, althans naar mijn waarneming, deprimerende kerk van Saint-Leu-la-Forêt is in het midden van de negentiende eeuw gebouwd door de machtige jongste zoon van Lodewijk Napoleon, keizer Napoleon III. Deze heeft zijn vader daar, met zijn twee jong gestorven andere zonen, laten herbegraven, ver buiten het Parijse gewoel. Het standbeeld toont de vroegere koning met een Romeinse veldheersmantel. Moeder Hortense daarentegen was al veel eerder ter aarde besteld in Rueil, bij haar eigen moeder Josephine.

Korter kun je het persoonlijke drama van Lodewijk Napoleon eigenlijk niet samenvatten. Hij werd opgevoed tot militair, maar haatte de ellende van het slagveld. Hij werd gedwongen te trouwen met Hortense de Beauharnais, een stiefkind van zijn broer. Maar ieder die de bittere, harde brieven heeft gelezen die deze twee later met elkaar wisselden, beseft dat ze geen echtelijk geluk hebben gevonden. Het huwelijk zou uiteindelijk stranden, terwijl de geruchten over het vaderschap van de drie zonen nooit zijn verstomd.

Lodewijk was in 1806 tegen wil en dank ‘uitgenodigd’ om koning van Holland te worden. Maar in juli 1810 kwam aan zijn regering alweer een abrupt einde, toen hij zo verstandig was zijn biezen te pakken voordat Nederland door de keizer in Frankrijk werd ingelijfd. Lodewijks leven in ballingschap buiten Frankrijk en buiten Nederland zou eindigen in Florence, ver van alle paleizen en huizen waar hij ooit had gewoond.

Klem in de raderen

Lodewijk Napoleon had het koningschap dus niet zelf gezocht. Hij leed onder een slechte gezondheid, met reumatische ledematen, en zonder de zegen van een vrolijk hart. Een warm klimaat was hem liever geweest. Verder mogen we niet vergeten dat hij pas zevenentwintig jaar was bij zijn komst naar Den Haag. Daar moest hij regeren met ministers en staatsraden die gemiddeld tweemaal zo oud waren als hijzelf. Zij wilden hem best helpen Nederland naar verlichte maatstaven in te richten, tot op zekere hoogte zelfs wel naar Frans model. Daarmee was Raadpensionaris Schimmelpenninck immers in 1805 al begonnen. Maar zij wensten ook belangrijke Nederlandse karaktertrekken te behouden, zoals collegiaal bestuur in plaats van alle gezag in handen van één persoon, een bescheiden rol voor de politie, een leger en een vloot zonder dienstplicht en, temidden van alle emancipatie van rooms-katholieken en joden, een hoofdrol voor het protestantisme. Niet voor niets beklaagde Lodewijk Napoleon zich over wat hij ervoer als de onverzettelijkheid (“inertie”) van de Nederlandse bestuurderen. Niettemin bracht hij veel veranderingen tot stand, maar die leken vrijwel meteen weer te niet te worden gedaan.

Want na 1810 is Nederland drie jaar bij Frankrijk ingelijfd geweest, onder Franse wetgeving en onder direct bestuur vanuit Parijs. De Franse gouverneurgeneraal in Amsterdam, Lebrun, had slechts de tijdelijke taak om een en ander op poten te helpen zetten

Ook deze periode duurde echter niet lang, want in 1812 en 1813 kwam een eind aan de militaire overmacht van keizer Napoleon. Na de financiële, economische en militaire uitbuiting door Frankrijk verwelkomde de Nederlandse bevolking maar al te graag prins Willem Frederik van Oranje, die eerst souverein vorst, daarna koning van Nederland zou worden. Koning Willem I kwam in een gespreid bedje, mede dankzij Lodewijk Napoleon, maar daar werd hij liever niet aan herinnerd. Datzelfde gold van zijn onderdanen. In de algemene opluchting, waarin Nederland oude culturele tradities nieuw leven inblies zonder de verworvenheden van de Bataafs-Franse tijd los te laten, werd de eerste koning maar al te graag vergeten. Revolutionairen en oranjegezinden, die overigens al sinds 1801 samenwerkten, waren daarin opmerkelijk eensgezind. De koning uit Frankrijk was klemgeraakt in de raderen van de geschiedenis. Het negatieve beeld dat de invloedrijke historicus Colenbrander aan het begin van de twintigste eeuw van de patriotten en de Bataven gaf, deed de rest. Pas rond 1950 hebben rechtshistorici aandacht gekregen voor het vele werk dat onder leiding van Lodewijk Napoleon is verzet voor de eenwording van de Nederlandse rechtspraak. Later volgden andere historici en andere onderwerpen. Zo lijkt er na tweehonderd jaar eindelijk ruimte te komen voor een eerlijker bejegening van het vat vol tegenstrijdigheden dat onze eerste koning was.

Hyperactief en afwezig

Lodewijk Napoleon heeft dus van juni 1806 tot juli 1810 in Nederland de scepter gezwaaid. In vier jaar kun je toch wel het een en ander doen, hoor ik u denken. Maar zo eenvoudig lag het niet. Al snel moest de koning meedoen aan de oorlogvoering in Westfalen. Daarvoor zou hij beloond worden met de toevoeging van Oost-Friesland aan zijn koninkrijk, maar intussen was hij wel het land uit.

Een jaartje later maakte Lodewijk Napoleon zelf een lange reis naar de Pyreneeën om daar kuuroorden te bezoeken. En in de winter van 1809 op 1810 werd hij door de keizer naar Parijs ontboden, waar zijn broer hem feitelijk onder huisarrest hield totdat hij zijn handtekening had gezet onder een akkoord waarbij hij het zuidelijke deel van Nederland afstond aan Frankrijk.

Lodewijk Napoleon had vanaf het begin vliegende haast met regeren. Hij was net zoals zijn broer zeer intelligent en liet zich geen knollen voor citroenen verkopen. Bij tegenstand wachtte hij een betere gelegenheid af. Zo regende het wetten en koninklijke besluiten, waarmee hij telkens de hervorming van de Nederlandse staat naar Frans model een stukje dichterbij bracht.

Hij bemoeide zich met het onderwijs, met de eredienst, met de economie, met het rechterlijke bestel, met de waterstaat en met het binnenlandse bestuur. Eigenlijk met alles tegelijk. Graag had hij ook de armenzorg hervormd en in handen van de staat gelegd en het leger mocht zich verheugen in zijn voortdurende aandacht.

Ondanks persoonlijke spilzucht heeft hij geprobeerd goede maatregelen voor de staatsfinanciën te treffen. Deels bouwde hij daarbij voort op wat al eerder was ingezet, deels kwam hij met vernieuwingen. Net zoals de keizer wist Lodewijk zeer bekwame bewindslieden om zich heen te verzamelen. Maar waar keizer Napoleon steeds zelfverzekerd bleef en loyaliteit afdwong, regeerde bij zijn broer de achterdocht. Als iemand Lodewijk niet beviel, kon hij al snel het veld ruimen. Zijn regering is een kaleidoscoop van nieuwe instellingen en personen.

In het algemeen kan worden gezegd dat Lodewijk Napoleon Nederland ferm de negentiende eeuw heeft binnengeloodst. Hij vestigde een gecentraliseerd bewind op basis van koninklijke besluiten, dat door koning Willem I regelrecht is overgenomen, veelal inclusief het personeel. Heel veel inhoudelijke en organisatorische maatregelen bleven na 1813 van kracht of werden uitgebouwd.

Wat eerder was voorbereid, zoals een nieuw reglement op de Hervormde Kerk, werd door de Oranjes afgerond en ingevoerd. Maatregelen waarvoor Lodewijk Napoleon nog was teruggeschrokken, zoals beperking van de rentebetaling op staatsleningen (tiërcering) en algemene dienstplicht (conscriptie), zou de keizer in 1810 invoeren en Willem I met kleine wijzigingen handhaven.

Amsterdam hoofdstad én residentie

De regering van de Republiek zetelde vanouds in Den Haag. Zo was het ook nog in 1806. Maar Lodewijk Napoleon was inmiddels in Parijs groter gewend. Het moet hem hebben bevreemd dat de Oranjes ooit hadden beliefd te wonen in een achterafstraatje als het Noordeinde of in een minuscuul optrekje als Huis ten Bosch. Het Binnenhof deugde in zijn ogen ook al niet, alleen Het Loo in Apeldoorn kon nog genade vinden in zijn ogen, al werd het onmiddellijk wit gepleisterd.

Vanaf het begin had de koning er zijn zinnen op gezet in Amsterdam te wonen, die een waardige hoofdstad zou zijn. Helaas was daar aanvankelijk geen andere plek beschikbaar dan het hof van de Admiraliteit. Even afwachten dus maar. Toen overleed plotseling het oudste zoontje, Napoleon Charles, in 1807 in Den Haag aan kroep. De verdrietige ouders weten dit aan het zeeklimaat. Er zat nog maar één ding op, wèg, zo snel mogelijk

Daarom verplaatste Lodewijk Napoleon in het najaar van 1807 het hele regeringsapparaat alvast naar Utrecht, waar hij in het Wittevrouwenkwartier een paleis liet bouwen. Het was maar een opstapje naar Amsterdam. Daar kreeg Lodewijk Napoleon het stadsbestuur zo ver dat het hem in april 1808 het stadhuis aan de Dam “spontaan” als verblijf aanbood, in afwachting van een nieuw paleis. De ministeries en de ambtenaren moesten maar weer meeverhuizen.

Den Haag, dat zelfs had aangeboden een nieuw paleis te bouwen, bleef intussen economisch ontredderd achter. In Amsterdam liet de koning onmiddellijk de oude waag op de Dam afbreken, omdat deze zijn uitzicht verknoeide. Het paleis werd ondanks de deplorabele staat van de overheidsfinanciën tegen hoge bedragen aangepast aan de nieuwe bestemming, met modern meubilair en dito inrichting.

Lodewijk Napoleon staat terecht bekend om zijn medeleven met het volk tijdens de kruitramp in Leiden en de overstromingen in rivierenland, maar daarmee streelde hij ook zijn ego. Werkelijk aan anderen denken ten koste van zichzelf viel hem een stuk moeilijker.

De tentoonstelling

Lodewijk Napoleon was kunstlievend en had een verfijnde smaak. Verder hield hij van ceremonieel, uniformen en ridderorden. De aanpassing van het Paleis op de Dam mocht wel wat kosten, een miljoen gulden in het geld van destijds, om precies te zijn. Maar zo voldeden de ruimten wel aan de eisen van het hof. Ze werden gestoffeerd met kostbare donkerrode materialen en ingericht met een verzameling meubilair in Empirestijl, die buiten Frankrijk zijn weerga niet kent. De kostbare meubelen, met de warme kleur van mahoniehout en versieringen van bladgoud en marmer, zijn naar Franse voorbeelden gemaakt door Nederlandse vaklieden. Ook vallen er de meest schitterende Franse klokken te bewonderen.

De tentoonstelling is opgezet rond deze nieuwe inrichting van het gebouw. Verder zijn er video’s te zien, waarin deskundigen uitleggen wat koning Lodewijk Napoleon zoal heeft bereikt. Hun verhalen worden ondersteund door teksten en documenten, maar niet in zodanige hoeveelheden dat het hinderlijk of vermoeiend wordt. Ook in dat opzicht is vakwerk geleverd. De catalogus is eveneens aangenaam van opzet, geen opsomming, maar een aantal artikelen met illustraties.

Al met al is sprake van een mooie mogelijkheid tot kennismaking met een tamelijk onbekende periode uit de Nederlandse geschiedenis, in een prachtige omgeving. Want, zoals een van de sprekers bij de opening het uitdrukte, de kunstzinnige boodschap van het oorspronkelijke stadhuis, macht en welvaart, sluit wonderwel aan bij die van de koning. En zoals burgemeester Van der Laan opmerkte, tijdelijk betekent in de hoofdstad weleens iets anders dan elders! Zo flitsend als Lodewijk Napoleon te werk ging, zo blijvend heeft hij zijn stempel gedrukt op het Amsterdamse stadhuis.

dr. Joke Roelevink, te Zoetermeer

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2012

Protestants Nederland | 36 Pagina's

Napoleon: flitskoning van Holland

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2012

Protestants Nederland | 36 Pagina's