Hinne Rode: evangelisch-humanistisch
Schoolmeester is de eerste Zwingliaan in de Lage Landen (1)
De naam Hinne Rode staat bij veel protestanten niet in de rij van bekende figuren. Toch verdient hij die plaats wel. Hij staat in de kerkhistorie namelijk genoteerd als een van de eerste Nederlanders die de Reformatie hebben bevorderd, en dan speciaal in Zwingliaanse zin. Al kort na 1520. Nu kan de naam Hinne Rode ook voor verrassingen zorgen. Het kan zomaar gebeuren dat je met een fictieve romanfiguur te maken krijgt, beschreven door ene Reinier van Genderen Stort; zijn boek verscheen in 1929. Maar om de daar beschreven Hinne Rode is het hier niet te doen. Maar staat de echte, historische Hinne Rode soms nog niet teveel in de schemering? Zou het kunnen gebeuren dat er opeens wat meer licht op de man valt?
Neem nu zijn afkomst. Geen historicus weet te vertellen waar en wanneer Hinne Rode is geboren. Een erudiet onderzoeker stelt dat hij van Friesen huize was, alleen al gelet op zijn voornaam. De naam Hinne is afgeleid van Johannes c.q. Hannes. Goed mogelijk. Maar zijn achternaam dan? Levert die niets op? Misschien toch wel.
De stugge onderzoeker T.D. Bouma († 2005) dacht in zijn boek Gerijpt voor de Reformatie (Kampen 1996, p. 134 v.) namelijk aan het Drentse dorp Roden. Hij had in een oud studentenregister iemand ontdekt met de naam Rhodius (overigens met een andere voornaam) en die bleek afkomstig te zijn uit Roden – dus zou je daar verder mee kunnen komen. En helemaal als je je realiseert dat Hinne Rode ook wel als Johannes Rhodius wordt aangeduid.
De spelling van de naam van het Drentse dorp komt trouwens ook wel voor als Rhoën, Rothen en Rode. Wat zou er nu op tegen zijn om bij Hinne ook aan het Drentse Roden te denken? En… Roden ligt niet ver van de Friese grens.
Roden – Ter Heyl - Aduard
Maar dan is er nog een probleem. Hinne Rode werd later rector of hoofd van een Fraterhuis dat hoorde bij een school van de Broeders des Gemenen Levens in Utrecht. En er zijn wat vage berichten over een voor die tijd gedane studie in Deventer – uiteraard bij de Broeders des Gemenen Levens. Maar om een en ander te bereiken moet je wel van goede Drentse huize komen. Niet onmogelijk, maar toch…
Als Roden nu eens de geboorteplaats van Hinne Rode is, en we het geboortejaar omstreeks 1480 stellen, lopen er dan onbekende draden naar Deventer en Utrecht? Dat hoeft niet, stelde Bouma. Want Roden kent een belangrijke link met Aduard, het befaamde klooster wel te verstaan.
Vanuit dat klooster werden in de voorbije middeleeuwen – voor straf – luie, ongehoorzame lekenbroeders te werk gesteld in bossen en venen: ze moesten zwaar landwerk verrichten. En een van de plekken droeg de dreigende naam: Ter Helle.
Maar in later tijd was die naam niet meer in zwang, ja veranderd in Ter Heyl. Het was een uithof van Aduard, een grangium (= voorraadhuis voor graan).
En daar had Wolterus I, de 23ste abt van Aduard, zelfs een kapel laten bouwen, eind 15de eeuw. En was er dan wellicht ook een kleine kloosterschool in gebruik, een dependance zoals Aduard er wel meer had?
Als dat zo is geweest, kan Hinne Rode dus gewoon dicht bij huis zijn eerste studies in de klassieken hebben verricht. En als hij later tot de jong volwassenen behoort, kan de overgang naar Deventer al niet meer als probleem worden aangemerkt. Uiteraard kan Hinne Rode ook regelmatig in Aduard zijn studie hebben verricht.
Er blijft echter een rand van onzekerheid bestaan: we komen uit Ter Heyl en in Aduard geen officiële bewijzen tegen dat Hinne Rode daar zijn eerste vorming heeft ontvangen.
Zo goed als alle kloosterdocumenten van Aduard zijn in 1580 in vlammen opgegaan, tijdens de strijd van de Staatse-Nassause troepen van Willem Lodewijk tegen de Spaanse macht van de Groningse stadhouder Rennenberg (en later Verdugo).
Van het Aduarder klooster is bovengronds alleen een royale ziekenzaal overgebleven die sinds de 17de eeuw als kerkgebouw dient. Helaas, er is dus geen enkel schriftelijk document over Hinne Rode in het noorden des lands. Toch zijn er wel zeer aannemelijke verbindingslijnen te leggen.
De Aduarder Kring
Als we omstreeks 1520 Hinne Rode leren kennen als een man die naar reformatie verlangt, dan ga je terug in zijn vormingstijd als de incubatie tijd daarvan. Het is een bekend gegeven dat de hervormingsideeën van Luther na 1517 in Nederland het meest gewaardeerd werden door de Broeders des Gemenen Levens, de moderne devoten.
In dat verband past het goed om te letten op het geestelijk klimaat van de ‘Aduarder Kring’. Niet dat de hier bedoelde groep officieel behoort tot de Moderne Devotie, maar gelet op de gesprekken van de deelnemers hebben hier op gezette tijden kritische stemmen geklonken over het wezen en welwezen van de Rooms-katholieke kerk.
In een reeks van jaren vanaf 1469 heeft het klooster van Aduard – onder abt Henricus II van Rees – gediend als forum voor diepgaande discussies waaraan mannen deelnamen als de geleerden Rudolf Agricola (1440-1484) en Wessel Gansfort (1419-1489, met de bijnaam Lux Mundi, het Licht der Wereld).
Verder de onderwijsmannen Alexander Hegius (1439/40-1498 Deventer) en Arnold van Hildesheim (schoolmeester in Groningen), de adellijke Onno van Ewsum († 1492), de Groningse jurist Johannes Canter, de ook uit Deventer afkomstige kanunnik Johannes Oostendorp (medewerker van Hegius) en vele anderen.
De gesprekken hadden ook betekenis voor de jongeren-in-opleiding: Wessel Gansfort hield ervan om de aanstormende generatie te laten delen in de uitkomst van de hooggeleerde gesprekken.
Zo gold Aduard als een vooruitstrevend academisch gesprekscentrum voor heel Noordoost- Nederland. En dat bleef zo in de eerste decennia van de 16de eeuw. Met de kennis van vandaag kunnen we rustig stellen dat in de Aduarder Kring een voorreformatorische geest heerste.
Iemand als Albertus Risaeus Hardenberg (1510- 1574) kon daar ook van getuigen; hij kende Aduard persoonlijk en schreef de biografie van Wessel Gansfort. De Aduarder Kring kan men beschouwen als de kweekplaats van het theologisch klimaat waarin Hinne Rode heel goed past. Hem kenmerkt een geestelijke identiteit die sterk overeenstemt met de Aduarder Kring: trouw aan de Bijbel, kritisch en vernieuwend inzake kerkelijke ontwikkelingen.
Naar de Broeders in Utrecht
Na zijn (veronderstelde) Deventer tijd wordt Hinne Rode verbonden aan de school van de Broeders des Gemenen Levens in Utrecht; hij wordt rector van het Fraterhuis dat behoort bij de Hiëronymusschool. Hier woonden oudere en jongere geestelijken samen die allen min of meer deelden in de gedachtegangen van de Moderne Devotie. Rode als rector heeft op deze manier wellicht nog de grootste invloed uitgeoefend op de jongeren daar.
Vanuit Utrecht onderhield Rode contacten met verschillende geestverwanten in de Lage Landen. Onder hen namen Cornelis Hendricxz. Hoen (± 1440- ± 1525), een jurist uit ’s-Gravenhage en de Delftse rector Fredericus Canirivus (= Frederik Hondebeke) een eerste plaats in.
Daarnaast waren bekende voormannen van dezelfde geestesrichting de Amsterdamse rector Johannes Sartorius (± 1500-1557) en zijn Haagse collega Wilhelmus Gnapheus (= Willem de Volder, ± 1493- 1568). Beide onderwijsmannen zaten in 1525 gevangen in Den Haag, samen met Jan de Bakker (Johannes Pistorius) die in dat jaar ter dood gebracht werd.
In Zwolle diende als rector Gerardus Listrius (= Gerryt Lijster) die in 1521 steeds meer onder de bekoring van Luther kwam.
De biografieën van deze mannen laten een realistisch en tevens divers beeld zien van de eerste decennia na de start van de kerkhervorming van Luther. Opvallend is dat de hier genoemde voormannen bijna allen werkten in de grote steden en daar in het voorportaal van het hoger onderwijs (de Latijnse School).
Evangelisch-humanistisch
Hun denken wordt in de vakliteratuur vaak getypeerd als ‘evangelisch-humanistisch’, zonder nadere confessionele inkleuring.
Dat betekent voor later dat de één zich aansluit bij een van de hoofdstromingen van de Reformatie, hoe gevaarlijk dit ook was – alleen al gelet op de dreigende berichten uit de Zuidelijke Nederlanden waar in 1523 de eerste protestantse martelaren om het leven kwamen (Hendrik Voes en Johannes van Essen).
Anderen sluiten zich straks aan bij een doperse richting, wat ook levensgevaarlijk was; terwijl een derde zich thuis voelt in de sfeer van het christelijk humanisme van Erasmus of een vrije denkrichting.
Het beeld van de jaren ’20 van de 16de eeuw laat dat diffuse aspect toe: de hier genoemde ‘dissidente’ stromingen staan nog vrij dicht bij elkaar en volgen pas later wegen die steeds verder uit elkaar gaan. Toch is het zaak goed te letten op de eerste tekenen van die eigen richting; dat zal ook nuttig zijn bij Hinne Rode.
Zijn contacten met de hierboven genoemde religieuze ‘dissidenten’ zijn voor ons niet per persoon helder in kaart te brengen. Of Rode in contact heeft gestaan met Gnapheus en / of Sartorius is niet bekend. Wel is het een bekend gegeven dat de eerste Noord-Nederlandse martelaar, Jan de Bakker – afkomstig uit Woerden – een leerling van de Utrechtse Broeders is geweest.
Hij heeft daar de lessen gevolgd van (onder andere) Hinne Rode. Dit feit kleurt het levensverhaal van Hinne Rode wel heel goed in: als schoolmeester fungeert hij daarmee in de periode van de nog niet uitgekristalliseerde reformatorische beweging in de Lage Landen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Protestants Nederland | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Protestants Nederland | 28 Pagina's