Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze klassieke liturgische formulieren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze klassieke liturgische formulieren

Petrus Datheen vertaalde tegen de achtergrond van de Kerkorde van de Palts

13 minuten leestijd

Onder de klassieke liturgische formulieren verstaan we het Doopformulier, het Avondmaalsformulier en het formulier voor de bevestiging van het huwelijk. Deze drie formulieren treffen wij al als aanhangsel aan in de Psalmen Davids van Petrus Datheen (1566). Vergelijking van deze formulieren met de Kerkorde van de Palts leert ons dat Petrus Datheen niet alleen hele kerkordeartikelen betreffende de Heilige Doop, het Heilig Avondmaal en het huwelijk heeft weggelaten, maar ook de formulieren vrij heeft vertaald en inhoudelijk heeft aangepast. Het is dan ook verrijkend kennis te nemen van de bron, waaruit Datheen heeft geput: De Kerkorde van de Palts (1563).

I - Formulier om de Heilige Doop te bedienen
Bijbelse fundering
Aan het Kerkordeartikel dat handelt over de Heilige Doop gaan de artikelen vooraf die handelen over de prediking en het gebed. Daarmee blijkt ook een fundamentele theologische wissel getrokken te worden: die van het Sola Scriptura. Gods genade om tot geloof te komen wordt niet ingegoten tijdens de bediening van het Sacrament van de Heilige Doop (zoals de Rooms- Katholieke Kerk leert), maar het geloof is uit het gehoor van Gods Woord en wordt op het gebed bewerkt en gesterkt door de Heilige Geest. Om het geloof te versterken heeft God de Sacramenten ingesteld.

De leer van de Heilige Doop
De ‘leer van de Heilige Doop’ blijkt veel breder en (troost-) rijker te zijn dan wat wij lezen in het klassieke formulier. In de Kerkorde begint het artikel over de Heilige Doop met de fundering in de Heilige Schrift: “Omdat de kinderen van de Christenen in het verbond Gods zijn opgenomen, Handelingen 2, moet hen de Heilige Doop als (waar-) teken en zegel van het Verbond worden medegedeeld, opdat zij zo van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden…”
Zowel kinderen als volwassenen ontvangen de Heilige Geest, Die het geloof in de harten plant. De Kerk van Christus, waarvan de kinderen niet het geringste deel uitmaken, is één geheel: verlost door het bloed van Christus, gereinigd door het badwater van het Woord, levend gemaakt uit één Geest.
De bediening van de Heilige Doop dient plaats te hebben in de samenkomst van de Gemeente, opdat ieder herinnerd wordt aan zijn eigen Doop. En… opdat de Gemeente eenparig de Naam des HEEREN zal aanroepen over het (te dopen) kind.
Zowel de doopouders als de doopgetuigen worden ‘onderzocht’ of zij bekwaam zijn het kind een christelijke opvoeding te kunnen geven.
Redenen om te dopen:
- God de Vader wordt daarmee als Schepper van het kind en van (doop-) ouders de dank en eer toegebracht.
- God de Zoon wordt daarmee gedankt voor de verlossing door Zijn bloed, die door de Doop aan het kind verzegeld wordt.
- God de Heilige Geest wordt gebeden om de genade het kind op te voeden tot Gods lof en eer.
De verantwoordelijkheid van de bediening van de Heilige Doop rust niet alleen op de schouders van de doopouders en doopgetuigen, maar op heel de Gemeente. Verbondsbreuk treft de gehele Gemeente.

Formulier
In de Kerkorde begint het ‘formulier’ met een inleiding. Deze inleiding blijkt woordelijk ontleend te zijn aan La forme des prières ecclesiastiques van Johannes Calvijn, 1542 ( C.R. Calv.oper, VI, 185). Hier klinkt het Sola Scriptura, het Solus Christus en het Sola Fide in alle eenvoud en kracht: De mens die krachtens zijn geboorte dood is in zonden en misdaden, kan slechts op één manier verlost worden, namelijk door God, Die in Christus Zijn barmhartigheid groot maakt.
Hij belooft ons en onze kinderen dat Hij ons van alle zonden wil wassen door het bloed van Zijn Zoon en onze natuur wil vernieuwen door Zijn Heilige Geest. Omdat deze belofte zo ongelofelijk rijk is dat die ons bevattingsvermogen te boven gaat; en, omdat ons geloof zwak en aangevochten is en blijft, komt God de belofte bevestigen en in ons lichaam verzegelen.

Er is geloof nodig om van de belofte tot de vervulling daarvan te komen. Om ons tot geloof te wekken bevestigt God Zijn belofte niet eenmaal hoorbaar en verzegelt deze zichtbaar, maar Hij versterkt ons zwakke geloof door keer op keer Zijn belofte te laten horen en zien.

Gods belofte door Hem Zelf betekend en verzegeld
Bij de bediening (administratio) van Gods belofte zijn Vader, Zoon en Heilige Geest elk op Eigen wijze betrokken! In de Kerkorde van de Palts komt dit duidelijk(er) naar voren:
- Bij de Heilige Doop zweert de Vader aan ons en onze kinderen Zijn belofte van trouw. Omdat Hij bij niemand hoger dan Zichzelf kan zweren zweert Hij bij Zijn eigen, heilige Naam. Zoals Hij Abraham deed: tot bevestiging en om een eind te maken aan alle tegenspraak.
- Bij de Heilige Doop belooft de Zoon ons als bij testamentaire beschikking alles wat Hij tot volkomen zaligheid van zondaren heeft gedaan. Nu de dood van de Testamentmaker “tussen beide is gekomen” kan de erfenis uitgedeeld worden.
- Wie in de Naam van de Vader en de Zoon gedoopt wordt, ontvangt niet alleen de belofte van de Heilige Geest: In de komst van de Heilige Geest wordt de belofte van de Vader, op voorbede van de Zoon, vervuld. Vervuld van de Heilige Geest vangt het nieuwe (eeuwige) leven aan dat in de zalige opstanding bij de wederkomst van Christus volmaakt aan het licht zal treden.

Zal men ook de kleine kinderen dopen?
Bij de verdediging van de kinderdoop staat in de Kerkorde van de Palts niet de erfzonde van de eerste Adam en de genadige aanneming in de tweede Adam voorop en centraal, zoals bij Petrus Datheen en het klassieke formulier.
Hoofdreden in de Kerkorde is: Kinderen maken deel uit van de Gemeente. Als zodanig delen zij in Zijn erfenis en genade. Tweede reden: God de Vader heeft met de Gemeente van Jezus Christus het zelfde Verbond gesloten als eertijds met Abraham. Alleen de ‘bedeling’ en de ‘gestalte’(teken) verschillen. Bovendien: Het nieuwe Verbond is (troost- en genade-) rijker dan het oude. Het oude is voornamelijk beperkt tot het volk Israël. Onder het nieuwe verbreedt de stroom van genade zich tot alle volken.
Nóg een reden: In de Pinksterpreek van Petrus te Jeruzalem wordt het heil in Christus ook de kinderen toegezegd. Maar niet alleen dáár: Heel het boek Handelingen betuigt dit. Verder: Niet alleen de apostelen rekenden de kinderen erbij: De Heere Jezus Christus is daar Zelf ook in voor gegaan.
Wie niet wordt gelijk een kindeke kan het Koninkrijk van God niet binnengaan.
Tenslotte: ( Weer de lijn naar Israël!) In Israël ontvingen de kinderen op de achtste dag het teken van het Verbond zónder het geheim en de inhoud van het Verbond te kennen. Het levenslange onderwijs is gericht op het leren kennen van dat geheim en de inhoud van het Verbond.

Het Doopgebed
Het Doopgebed in de Kerkorde van de Palts blijkt woordelijk overgenomen uit de Ordnung der Christlichenn Kilchenn zu Zürich (1529) In die tijd stond Heinrich Bullinger in Zürich. Hieruit blijkt opnieuw dat de Kerkorde van de Palts een breed en rijp reformatorisch getuigenis laat horen. Dit wil voor alles zeggen: een Bijbels getuigenis.

Doopvraag
Petrus Datheen laat drie vragen stellen. In de Kerkorde wordt aan de doopouders en doopgetuigen voorafgaande aan de bediening van de Heilige Doop slechts één vraag gesteld: “Begeert u uit waarachtig geloof in Gods belofte in Jezus Christus, welke aan ons en onze kinderen gegeven is, dat Hij niet alleen ónze God, maar ook de God van ons nageslacht wil zijn, tot in het duizendste geslacht, dat dit kind gedoopt wordt en de verzegeling van het kindschap Gods ontvangt?”

II - Formulier om het Heilig Avondmaal te bedienen
Bijbelse fundering
Zoals Petrus Datheen en daarmee ons klassieke formulier de “context” van het Doopformulier niet heeft, zo ook ontbreekt bij het Avondmaalsformulier de context. De Kerkordeartikelen “Voorbereiding voor het Avondmaal” en “Over het Avondmaal” zijn weggelaten. Daarmee is niet alleen het theologische, maar ook het praktische kader weggevallen.

Voorbereiding
Met het oog op de viering van het Heilig Avondmaal schrijft de Kerkorde het volgende voor:
- Het Avondmaal dient regelmatig bediend te worden: op de feestdagen en elke twee maanden. En als de nood het vereist nog méér. Over Avondmaalsnóód gesproken!
- Schikt u! God wil in Christus de Gemeente bezoeken. Daarbij vraagt Hij niet: “Schikt het u?”, maar: “Schikt u!” naar Amos 4: 12.
- Voorbereiding: Vooral de vaders hebben de eerste en belangrijkste verantwoordelijkheid hun kinderen thuis voor te bereiden op het aangaan aan de Avondmaalstafel.(!)
Binnen de Gemeente vindt de voorbereiding plaats op de zaterdag, voorafgaande aan de Avondmaalszondag. Daarbij is dan ook gelegenheid belijdenis af te leggen van het geloof. Bijzondere zorg gaat uit naar de verstandelijk minder begaafden. In de “zelfbeproeving” staan de drie stukken, ellende, verlossing en dankbaarheid centraal.
Elk ‘stuk’ hebben de gemeenteleden met “Ja” te beamen. Zo wordt het geloof keer op keer beleden. Opmerkelijk is dat in het ”stuk van de verlossing” een directe relatie wordt gelegd met de Heilige Doop: In de Heilige Doop heeft Christus de verlossing éénmaal beloofd en geschonken.
Bij het Heilig Avondmaal herhaalt en bevestigt Hij Zijn belofte door de werking van de Heilige Geest in het hart, als een “betrouwbare, met zegels voorziene brief”. In het “stuk van de dankbaarheid” wordt de eis gesteld “de naaste te vergeven, zoals Christus ons, arme zondaars, duizend maal meer vergeven heeft”.
- De Avondmaalsganger wordt opgeroepen te blijven bij de goede keus van het hart en te volharden in de strijd tegen de zwakheden, die nog in ons zijn overgebleven.

Het Avondmaal
In de prediking die vooraf gaat aan de bediening van het Heilig Avondmaal dient men kort en krachtig de inzetting, betekenis, redenen, nut en vrucht van het Heilig Avondmaal aan de orde te stellen.

Formulier
Petrus Datheen, en daarmee het klassieke Avondmaalsformulier, volgt bijna woordelijk de tekst van de Kerkorde. Voor het dankgebed geeft de Kerkorde twee mogelijkheden: een lang en kort dankgebed. Datheen kiest voor de lange versie.

Tucht
De christelijke tucht wordt in de Kerkorde direct in aansluiting op het ‘Formulier om het Heilig Avondmaal te houden’. Opmerkelijk is de toon en woordkeuze: evenals in Catechismus, vraag en antwoord 80, zijn deze scherper en polemischer dan in de “context” van het geheel van de Kerkorde.

III - Formulier om het huwelijk te bevestigen
Ook hier ontbreekt de “context” bij Petrus Datheen en bij het klassieke formulier en daarmee de theologische fundering.

Bijbelse fundering
Ook hier weer de fundering in het Schriftgetuigenis! Sola Scriptura! God Zelf is de Grondlegger van het huwelijk. De reformatoren wijzen daarmee de Rooms-katholieke visie af: het huwelijk is geen sacrament. Daarmee devalueren zij echter het huwelijk niet, zij “revalueren” het tot Gods bedoeling: het is Gods scheppingsordinantie, Zijn scheppingswerk. Gods scheppingswerk dat óók, ja bovenal, het verlossingswerk van God de Zoon behoeft en ontvangt.
Bij de bevestiging van een huwelijk moeten niet alleen de nieuwe echtparen vermaand worden inzake hun roeping: alle getrouwde echtparen moeten steeds weer vermaand worden wat betreft hun roeping.(!) In die roeping staan de begrippen ‘vreedzaamheid’ en ‘geduld’ centraal.
Héél de Gemeente wordt opgeroepen voorbede te doen voor het nieuwe echtpaar.

Afkondiging van het voorgenomen huwelijk
De officiële afkondiging van het voorgenomen huwelijk is voor alles een “verzoek om een algemeen, christelijk gebed”. Dat is dus wel meer dan komen kijken naar bruid en bruidegom op hun trouwdag…
Ook hier klinkt opnieuw de bedoeling van het huwelijk: Dat het (aanstaande) echtpaar niet alleen in Gods Naam het huwelijk mag binnen gaan, maar ook tot Gods lof het huwelijk mag ‘voleindigen’. Te allen tijde tot Gods dienst en lof bereid…. Dát is met recht ‘doelgericht’ leven!

Bevestiging van het huwelijk
De Kerkorde vraagt eerst aandacht voor de plaats, waar de huwelijksbevestiging zal voltrokken worden: vóór de Avondmaalstafel. De plaats waar God Zijn verbond bevestigt!
De bevestiging van het huwelijk vindt plaats in aanwezigheid van getuigen. Getuigen die zich, evenals dat bij de doopgetuigen geldt, medeverantwoordelijk stellen voor het welzijn van de getrouwden en hun huwelijk.

Formulier
Het formulier in de Kerkorde vertoont sterke overeenkomst met het huwelijksformulier dat gebruikt werd in de vluchtelingengemeente te Londen: Von der Ceremony des Ehestandes in de Forma ac ratio tota ecclesistici Ministerii in peregrinorum.Ecclesia instituta Londini, 1550.
Petrus Datheen heeft het formulier niet alleen ‘overgenomen’, hij heeft het wellicht uit Londen “meegebracht” aangezien hij zelf rond 1550 deel heeft uitgemaakt van de vluchtelingengemeente te Londen. Daar hebben Johannes à Lasco en Marten Micron het kerkelijke leven goed georganiseerd.
Het onderwijs aangaande het huwelijk is trinitarisch: God de Vader heeft niet alleen de mens, man en vrouw, geschapen. Hij heeft ook de relatie tussen beide geschapen. Ondanks de zondeval brengt Hij man en vrouw nog steeds als met Zijn hand bij elkaar. Hij wil dat werk van Zijn handen zegenen en bevestigen.
Daartoe is God de Zoon gekomen. Hij brengt het huwelijk niet alleen terug op Gods plan, Hij maakt het ook mogelijk door Zijn hulp en bijstand, die bidden en wensen ver te boven gaan. Wat God de Zoon mogelijk heeft gemaakt maakt de Heilige Geest werkelijk. Op het gebed doet Hij de getrouwden naar Gods wil en Hem ter ere leven.
Het huwelijk is een “oefenschool” waarin de getrouwden elkaar wederzijds helpen in alle dingen die tot het tijdelijke, maar ook tot het eeuwige leven behoren. Als erfgenamen van de genade van het eeuwige leven staat het huwelijk in eeuwigheidsperspectief.
Het huwelijk is de plaats waar kinderen van God gekregen en tot Zijn eer worden opgevoed. Binnen het huwelijk wordt het lichaam rein en heilig bewaard als tempel van God. Tenslotte staat het huwelijk ook in dienst van het diaconaat. De vrouw mag binnen het huwelijk een voorbeeld voor anderen zijn.

Bevestiging
Deze dient plaats te vinden in het midden van de Gemeente, ten overstaan van de HEERE en van betrouwbare getuigen. De huwelijksbelofte geldt dan ook als de eed van trouw. De predikant voegt de handen van bruid en bruidegom samen. De getrouwden geven elkaar de trouwring.

Gods belofte voor de getrouwden
Gods belofte vergezelt de getrouwden in het huwelijk is totdat het tot Gods eer “volbracht” wordt. In zaken betreffende huwelijk en gezin kan men te rade gaan bij God: Alles wat ons daarin overkomt mag men niet alleen zien als komende uit Gods hand, maar dat dit alles tot onze zaligheid moet dienen.

Gebed
In het gebed wordt de lofzang op God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest “getoonzet” en mag daarmee een aanvang nemen!
Opmerkelijk is dat in de bede om Gods zegen de lijn wordt getrokken naar de aartsvaders, met wie God het Verbond heeft gesloten en Zijn belofte betekende en verzegelde. Zij die in Gods Naam hun huwelijk in het midden van de Gemeente laten bevestigen en hun huwelijk in Gods Naam willen aanvangen en voltooien zijn: ”mede-erfgenamen van het Verbond” en daarmee ook “erfgenamen van de genade van het eeuwige leven”.
Ook in het gebed komt (opnieuw) het doel van het huwelijk openbaar: de eer van Gods Naam, het heil van de naaste en de uitbreiding van Gods heilig Evangelie. Wat is hier veel te leren! Laten wij, nadat wij de schatten van de Reformatie hebben mogen ontdekken, deze ook doorgeven aan de na ons komende geslachten!

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2013

Protestants Nederland | 32 Pagina's

Onze klassieke liturgische formulieren

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2013

Protestants Nederland | 32 Pagina's