De dubbele erfenis van Trente
Het Concilie van Trente staat bekend om zijn harde veroordelingen van de hervormers. Tegelijkertijd gaf het de stoot aan een hervorming van de kerk en zorgde het voor herleving van de prediking en de zending. We hebben hier dus te maken met een dubbele erfenis die het lastig maakt om een zwart-wit oordeel te geven.
Vorige maand was er een internationaal congres over het Concilie van Trente, precies 450 jaar geleden afgesloten. Wie de decreten van het concilie leest over de mis, de transsubstantiatie, de verering van beelden en heiligen, de afwijzing van de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen, moet wel tot de conclusie komen dat het concilie niet alleen de Reformatie heeft afgewezen, maar ook het oude roomse geloof in volle glorie heeft bevestigd.
Trente luidde een bewuste fase van de Rooms- Katholieke Kerk in en heeft zelfs de macht van de paus alleen maar bevestigd, het punt waar het juist in de Reformatie zoveel om te doen was.
Tegelijkertijd was er een andere erfenis: Trente maakte ernst met de kritiek op de misbruiken in de kerk en de grote onkunde onder de clerus. Seminaries werden gesticht om geestelijken te vormen, wat weer een enorme impact had op de toekomst van het katholicisme.
De behoefte werd gevoeld aan een vroom, persoonlijk leven. Er werden kloosterordes gesticht, die mannen én vrouwen trokken. Ook de zending ontwaakte na Trente. Goed, het gaf mede steun aan de meerdere glorie van de Roomse Kerk, maar er was in ieder geval sprake van ontluikend zendingsbesef, wat bij de kerken van de Reformatie niet aanwezig was. Men zag daar de opdracht tot zending beperkt tot de apostolische tijd.
Een andere les die we bij de herdenking van Trente kunnen trekken is hoe belangrijk het is dat mensen werkelijk naar elkaar luisteren als het gaat om een goed theologisch debat. Op dit punt was op Trente sprake van een grote spraakverwarring. De gedelegeerden hadden geen kennis van de werken van Luther.
Ze kenden geen Duits en wat ze van Luther wisten, was ontleend aan anti-lutherse apologetische boeken van roomse theologen. De afgevaardigden waren dus in alle opzichten bevooroordeeld. Zij zagen de luthersen als kettersen, verstoorders van de openbare orde, die zo snel mogelijk veroordeeld moesten worden.
Dat had zijn gevolgen voor de inhoud van de decreten. Trente veroordeelde de leer van het geloof alleen, vanuit de gedachte dat de werken bij de hervormers niet belangrijk zouden zijn. Wie de werken van de hervormers leest, weet hoe onjuist deze kwalificatie is.
Rechtvaardiging door het geloof en heiligmaking zijn twee zijden van één en dezelfde zaak. Het misverstand school hierin dat Trente en de Reformatie uitgingen van een verschillend geloofsbegrip.
Voor de hervormers was het geloof een vertrouwen van de gehele mens in het enige offer van Christus; voor rooms-katholieken heeft geloof iets rationeels, een historisch geloof, dat zich onderwerpt aan de leer van de kerk. Vandaar dat het geloof aangevuld moest worden met de werken.
Het ‘geloof dat door de liefde werkt’ was een typisch katholieke verwoording die teruggaat tot Augustinus, maar die feitelijk ook door de Reformatie te onderschrijven was. Geloof is daar echter geen verdienste, geen vrucht van samenwerking tussen Gods genade en de in de schepping ingestorte genade (door de sacramenten), zoals Rome leert, maar vertrouwen in de vreemde gerechtigheid buiten ons (aangeduid als de forensische rechtvaardiging).
De laatste decennia is er een poging om los te komen van het dilemma rechtvaardigverklaring en rechtvaardigmaking, een forensische en ethische visie op de rechtvaardiging. Het uitgangspunt ligt dan in de (mystieke) eenheid met Christus, zoals het proefschrift van Maarten Klaassen over de rechtvaardiging laat zien.
Rechtvaardiging en heiliging worden dan meer bij elkaar gehouden, als twee aspecten van dezelfde zaak: de geloofsverbondenheid met Christus. Wie de rechtvaardiging laat afhangen van heiliging, mist de vaste grond in Christus en komt onvermijdelijk in de roomse werkheiligheid terecht.
De strijd tegen een dergelijke verdienstelijkheid is er door de eeuwen heen geweest. De hervormers zagen de zekerheid van het geloof bij Trente in gevaar gebracht, zoals bij de vaststelling dat niemand zekerheid van zijn geloof en verkiezing kan krijgen “tenzij door een bijzondere openbaring”.
Wie kritiek heeft op Trente moet altijd de vraag stellen of er ook in de reformatorische kerken niet iets van de roomse zuurdesem is overgebleven. Omdat de spreekwoordelijke paap in ons aller hart zit, is de kerk altijd geroepen tot het semper reformanda. Kritiek op Trente is pas geloofwaardig als we ons onbesmet bewaren van de roomse overtuigingen die daar zijn verwoord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2014
Protestants Nederland | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2014
Protestants Nederland | 28 Pagina's