DE VERBODEN KANSELBOODSCHAP
Ds. K.H.E. Gravemeyer en aartsbisschop dr. J. de Jong in de jaren 1940-1945 - 3
De kerken wilden hun leden door middel van een kanselboodschap van de bespreking van 17 februari 1942 in Den Haag op de hoogte stellen. Deze bespreking met rijkscommissaris Seiss-Inquart werd gevoerd door de protestantse prof. W.J. Aalders namens het Convent van Kerken (hij verving prof. dr. P. Scholten) en de roomskatholieke mgr. F.A.H. van de Loo. Ds. Gravemeyer kreeg echter onder zware bedreigingen van de Sicherheitspolizei te horen dat een voorgenomen kanselafkondiging op 22 maart 1942 niet mocht doorgaan.
Het IKO (Interkerkelijk Overleg) stelde toen de boodschap, die het karakter van een getuigenis had, uit tot 19 april. Verklaard werd dat de kerk verontrust was over de aantasting van drie grondslagen van ons volksleven: de gerechtigheid, de barmhartigheid en de vrijheid van geweten en overtuiging.
Verder werd gesproken van "de rechteloosheid, de onbarmhartigheid tegenover het Joodse volksdeel en het opdringen van een recht tegen het Evangelie ingaande nationaal-socialistische levensen wereldbeschouwing. Tot dusver had de kerk zich nooit zo duidelijk uitgelaten over de onverzoenlijke tegenstelling van Evangelie en nationaal- socialisme. Terecht werd de uitspraak gezien als een nieuw stadium in de kerkelijke strijd.
De reactie van de bezetter liet niet lang op zich wachten. Op 4 mei 1942 werden enkele honderden vooraanstaande Nederlanders gearresteerd en als gijzelaars overgebracht naar Sint Michielsgestel. Onder hen was ds. Gravemeyer, in wie de Duitsers de ziel van het kerkelijk verzet zagen. Hij verbleef tot 18 december 1942 in het gijzelaarskamp.
Massale deportaties
In de zomer van dat jaar, met name in de maand juli, vonden massale deportaties van Joden plaats. Zij werden afgevoerd naar het doorgangskamp Westerbork en daarna naar de vooralsnog onbekende, maar zeker duistere bestemmingen in “het Oosten”. De gezamenlijke kerken besloten een rekest te richten aan de rijkscommissaris met een fel protest tegen het wegvoeren van de Joodse landgenoten, en dat van de kansels te laten voorlezen.
Ditmaal ging het uit van tien kerken: hervormd, rooms-katholiek, gereformeerd, christelijk gereformeerd, doopsgezind, remonstrants, gereformeerd in hersteld verband, gereformeerde gemeenten, luthers en hersteld luthers. Hoewel de Duitsers toezegden dat gedoopte Joden van deportatie zouden worden vrijgesteld, wilden de kerken de publieke voorlezing van hun verzoekschrift aan Seyss-Inquart laten doorgaan, en wel op zondag 26 juli.
De hervormde synode besloot echter op het laatste moment van voorlezing in de gemeenten af te zien. Dit gebeurde op ‘verzoek’ van de Duitsers. Het voornaamste argument was dat anders de concessie inzake de gedoopte Joden wellicht zou worden ingetrokken. De gereformeerde en de rooms-katholieke afgevaardigden in het IKO besloten echter de voorlezing wel te laten doorgaan.
Zo werd op zondag 26 juli in alle parochiekerken een herderlijke brief voorgelezen, waarin de tekst was opgenomen van het protesttelegram aan “de autoriteiten van de bezettende macht”. De tien kerken zeiden dat zij met ontzetting kennis genomen hadden van de nieuwe maatregelen tegen de Joden in Nederland, “waardoor mannen, vrouwen, kinderen en hele gezinnen zullen worden weggevoerd naar het Duitse Rijksgebied en onderhorigheden. Het leed, dat hiermede over tienduizenden gebracht wordt, de wetenschap dat deze maatregelen tegen het diepste zedelijk besef van het Nederlandse volk strijden, en bovenal het indruisen dezer maatregelen tegen hetgeen van Godswege als eis van gerechtigheid en barmhartigheid gesteld wordt, nopen de kerken tot U de dringende bede te richten aan deze maatregelen geen uitvoering te geven”. Represailles van Duitse kant bleven niet uit. Precies een week later, zondag 2 augustus 1942, werden in alle vroegte 213 rooms-katholiek gedoopte Joden uit hun huizen gehaald en overgebracht naar het kamp Amersfoort. Nadat 44 “gemengd gehuwden” weer waren vrijgelaten, gingen de overigen eerst naar Westerbork en daarna naar Auschwitz. Onder hen waren de karmelietes en filosofe Edith Stein en haar zuster Rosa. Tegen de protestantse kerken die ook het protesttelegram hadden laten voorlezen, werden geen vergeldingsmaatregelen getroffen, blijkbaar omdat de Duitsers op die manier een wig tussen de kerken wilden drijven.
“Het is de opdracht der Kerken, in de naam van God de bezettende macht te bezweren, af te laten van daden, welke ook met elementaire menselijkheid in strijd zijn. Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natiën.”
In september 1942 schreef de SS-leider Hans Rauter in een brief aan zijn chef Heinrich Himmler namelijk het volgende: “Van de christelijke joden zijn intussen de katholieke joden weggevoerd, omdat de vijf bisschoppen onder leiding van de aartsbisschop De Jong in Utrecht zich niet aan de oorspronkelijke afspraak hebben gehouden. De protestantse joden zijn nog hier en het is inderdaad gelukt de katholieke kerk van de protestantse uit dit eenheidsfront los te maken”.
Een laatste protest aan Seyss-Inquart lieten de samenwerkende kerken horen in een adres van november 1944. Volgens ds. H.C. Touw is dit in feite een requisitoir, een vernietigende beschuldiging, in naam van de gerechtigheid Gods, tegen een regime dat zijn masker heeft afgeworpen en zijn ware aard van demonische vernietiging nu ten volle heeft onthuld.
“Het is de opdracht der Kerken, in de naam van God de bezettende macht te bezweren, af te laten van daden, welke ook met elementaire menselijkheid in strijd zijn. Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natiën”, zo besluit het adres, dat namens de Nederlandse Hervormde Kerk door Gravemeyer is ondertekend.
Na de oorlog
Na de Tweede Wereldoorlog vond de moedige houding van De Jong en Gravemeyer tegenover het nazidom algemene erkenning. Koningin Wilhelmina liet haar waardering reeds enkele dagen na de Bevrijding blijken, toen zij de twee kerkelijke leiders op ‘Anneville’ ontving. Op 23 december 1945 werd bekend, dat paus Pius XII aartsbisschop De Jong had benoemd tot kardinaal, samen met andere bisschoppen die in de nazitijd grote moed hadden getoond. De Utrechtse universiteit erkende op 26 maart 1946 de verdiensten van Gravemeyer en De Jong door de uitreiking van een eredoctoraat, respectievelijk in de faculteit der godgeleerdheid en in die der letteren en wijsbegeerte.
Ter nagedachtenis aan Johannes kardinaal De Jong, die op 8 september 1955 - twee dagen voor zijn zeventigste verjaardag- overleed, werd in de Utrechtse kathedrale Catharinakerk de Vredeskapel gesticht. De Jongs opvolger, kardinaal Alfrink, wijdde deze kapel op 22 april 1971 in. Merkwaardig is het (door Niel Steenbergen vervaardigde) hangkruis boven het altaar.
Op dit bronsplastiek is Christus aan het kruis afgebeeld. Links en rechts staan Maria en Johannes. Daaronder zijn vijf zittende figuren afgebeeld, die hun voeten zetten op een draak, die het nazisme verbeeldt.
Deze figuren zijn: aartsbisschop Jan de Jong, koningin Wilhelmina, dominee Gravemeyer, Edith Stein (een Joodse vrouw, die zich bekeerde tot het katholicisme en in het concentratiekamp Dachau is omgekomen) en pater Titus Brandsma (die in dit kamp stierf op 26 juli 1942, de dag waarop in alle parochiekerken het protesttelegram tegen de Jodenvervolging werd voorgelezen).
Een afbeelding van ds. K.H.E. Gravemeyer, de vroegere voorzitter van Protestants Nederland, in de Vredeskapel van de aartsbisschoppelijke Catharinakerk in Utrecht …… wie had dat gedacht?
Literatuur:
De gegevens over de levensloop van K.H.E. Gravemeyer en J. de Jong en hun kerkelijk verzet zijn voornamelijk ontleend aan de volgende bronnen:
• Dr. K.H.E. Gravemeyer, een bijzondere dienaar, drie artikelen in: Ecclesia, jg. 94, nrs. 17, 18, 19 (16 en 30 augustus en 13 september 2003).
• Han Holzhaus, Ik heb het uit gehoorzaamheid gedaan, kort levensbericht van Johannes, kardinaal de Jong, Utrecht 1971.
• Ton H.M. van Schaik, Aartsbisschop in oorlogstijd, een portret van kardinaal De Jong (1885-1955), Baarn 1996.
drs. M. den Admirant te 's-Gravenhage
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2016
Protestants Nederland | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2016
Protestants Nederland | 24 Pagina's