Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EINDE VAN DE VERZUILING?

Bekijk het origineel

HET EINDE VAN DE VERZUILING?

Overlevingskansen van een verzuild gereformeerd protestantisme in Nederland (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijna iedereen is het er tegenwoordig over eens dat het tijdperk van de verzuiling voorbij is. De bevindelijk en evangelisch gereformeerde (en in veel mindere mate islamitische) organisaties vormen in dat verband niet meer dan de laatste stuiptrekkingen van een interessant historisch fenomeen.

Hebben zij gelijk? Hebben de zuilen zichzelf inderdaad overleefd nu de emancipatie van ‘de kleine luyden’ is voltooid? Of zijn ze van blijvende waarde? Sterker nog: zijn wij tegenwoordig als protestantse minderheid voor onze overlevingskansen niet sterk afhankelijk van verzuilde structuren? En zo ja, in welke vorm dan? Of kunnen we ook wel zonder?

Aanhangers van de gereformeerde waarheid verschillen nogal van mening over het antwoord op genoemde vragen. Twee antwoorden zullen in het vervolg nader onderzocht worden: die van bevindelijk gereformeerden enerzijds en die van evangelisch gereformeerden anderzijds.

Eerst zal ingegaan worden op het antwoord van de meest uitgesproken bevindelijk gereformeerde op dit punt, dr. C.S.L. (Chris) Janse. In De refozuil onder vuur wijst deze oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad op de blijvende waarde van een verzuild bestel. Heeft hij zondermeer gelijk? Of zal daarvoor toch een inhoudelijke heroriëntatie noodzakelijk zijn?

Vervolgens zal ingegaan worden op ontwikkelingen binnen de evangelisch-gereformeerde zuil naar aanleiding van het recente proefschrift van dr. Remco van Mulligen. Diens Radicale protestanten schetst een beeld van de wijze waarop verzuilde organisaties, eenmaal onderdeel van het establishment, bij hun maatschappelijk en politiek opereren de neiging vertonen tot secularisatie. Is dat erg? En zo ja, is het onvermijdelijk?

Het antwoord op bovengenoemde vragen zal zijn dat zij die de gereformeerde waarheid zijn toegedaan, zijn aangewezen op zuilstructuren om te overleven in een liberaal-democratisch regiem waarin hun opvattingen steeds minder getolereerd worden.

De conclusie zal zijn dat beide zuilen daarbij naar mijn mening voor geheel eigen uitdagingen staan: bevindelijk gereformeerden hebben te maken met een theologische uitdaging, evangelisch gereformeerden vooral met een praktische uitdaging.

Om echter vooraf helder te krijgen wat we hier onder verzuiling dienen te verstaan, eerst een poging tot definitie.

Wat is verzuiling?

Volgens één van leidende figuren binnen het historisch onderzoek naar de verzuiling in Nederland, prof. Hans Blom, gaat het hierbij om “bevolkingsgroepen waarvan de leden een belangrijk deel van hun sociaal-culturele en politieke activiteiten bewust binnen eigen levensbeschouwelijke kring verrichten, alsmede de gezamenlijke organisaties die daartoe de mogelijkheden bieden.”

Een aantal elementen in deze definitie zijn inderdaad kenmerkend voor verzuiling in het algemeen, en de refozuil in het bijzonder, aldus Janse:

- Het primaat van de levensbeschouwing als organiserend principe: geïnspireerd door de geloofsinzichten van de Nadere Reformatie en in lijn met de gereformeerde belijdenisgeschriften, benadrukken bevindelijk gereformeerden Gods grootheid en heiligheid. Tegenover Gods almacht staan de afhankelijkheid en totale onmacht van ons mensen om het goede te doen. Tegenover andere gereformeerde stromingen benadrukken zij de noodzaak van bevindelijke kennis van eigen zondigheid.

- Het ontstaan en onderhouden van organisaties op tal van terreinen, zowel sociaal-culturele als politieke, met name: de GBS, het Reformatorisch Dagblad, Terdege en de Gezinsgids, reformatorische onderwijsinstellingen, hogeschool De Driestar, de besturenorganisaties VGS en de VBSO, de SGP, de RMU, reformatorische zorginstellingen, reformatorische kinderopvang, Woord en Daad, Kom Over En Help, en Ontmoeting.


De visie van Janse op de refozuil mist inderdaad het vitale zelfbewustzijn en cultuuroptimisme van de neocalvinisten.


De refozuil…

Voor de grote leider van de neo-calvinisten, dr. Abraham Kuyper, gold: ‘Geen duimbreed is er op heel 't erf van ons menselijk leven, waarvan de Christus, Die aller Soeverein is, niet roept: “Mijn!”’

Volgens Janse hebben bevindelijk gereformeerden altijd een afkeer gehad van het cultuuroptimisme, het politiek activisme en emancipatoire streven waarmee deze uitroep gepaard ging. En dat vooral omdat er sprake was van ‘een zelfverzekerd, maar in wezen oppervlakkig geloofsleven, dat allerlei bevindelijke noties (zoals het beklemtonen van de noodzakelijkheid van waarachtige bekering en de zelfbeproeving) als gevaarlijk en ziekelijk afwees,’ aldus Janse.

Voor Janse is de zuil vooral een overlevingsmechanisme. Reformatorische instellingen dienen als bastion tegen de dreiging van een dominant liberaal-democratisch waardenpatroon, inclusief de daarmee samenhangende politieke verhoudingen. En niet ten onrechte.

Een reformatorische school die een leerkracht die besluit tot een homoseksuele levensstijl ontslaat, riskeert forse sancties. Een aanpassing van de kiesdrempel om verdere versnippering van het politieke landschap tegen te gaan, kan leiden tot het verdwijnen van de kleine christelijke partijen.

…dreigend verval…

De visie van Janse op de refozuil mist inderdaad het vitale zelfbewustzijn en cultuuroptimisme van de neocalvinisten.

Dat heeft te maken met de bevindelijk- gereformeerde mensvisie. Daarin overheerst de overtuiging dat wij mensen onmachtig zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad – zelfs na ontvangen genade. Vandaar ook dat de zaligheid ‘een eenzijdig Godswerk’ is, waaraan de mens niets toe noch af kan doen. Ons mensen wordt daarbij niet eens de keus gelaten. Want Gods verkiezende liefde werkt ‘onwederstandelijk’.

Formeel staat deze theologie nog fier overeind. Maar, zo stelt Janse, het alledaagse leven lijkt vaak het tegendeel van de geestelijke reserves die onder bevindelijk gereformeerden bestaan tegenover de wereld. Het gereformeerde volksdeel zit bepaald niet stil: men streeft naar geld en goed, grijpt kansen en maakt carrière – ook binnen de verzuilde structuren zelf. Sterker nog: de zuil lijkt een doel in zichzelf te zijn geworden, zonder gevoed en, zo nodig, gecorrigeerd te worden vanuit een levend geloof.

Nog erger: de liberaal-democratische mensvisie – waarin vrijheid, individualisering, secularisering en zelfontplooiing de dominante waarden zijn – mist haar uitwerking ook op de denkwereld van de huidige generatie bevindelijk gereformeerden niet. Een toenemende mondigheid kenmerkt de tegenwoordige jeugd. De Bijbel als Gods Woord, vormt steeds minder vaak het richtsnoer voor het alledaagse leven.


Het gezin, met daarbinnen de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw, vormt steeds minder vaak de vanzelfsprekende hoeksteen van de zuil.


Gezag is aan erosie onderhevig. Oudere generaties gelden niet langer als rolmodel. Moderne media als tv en internet vormen een steeds groter inspiratiebron voor met name jongeren. Geld en vrije tijd worden niet langer bij voorkeur onder geloofsgenoten besteed. Het gezin, met daarbinnen de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw, vormt steeds minder vaak de vanzelfsprekende hoeksteen van de zuil. Echtscheiding komt steeds vaker voor.

…en blijvende waarde!?

Is daarmee de refozuil gedoemd te verdwijnen?

Janse meent van niet. In een tijd waarin de bevindelijk-gereformeerde levensstijl onder vuur ligt, kan een zuil meer dan ooit dienst doen als overlevingsmechanisme. Wel zullen verzuilde organisaties steeds minder vaak aanspraak kunnen maken op publieke middelen. Ook financieel zal men binnen de zuil daardoor sterker op elkaar zijn aangewezen.

Terecht stelt Janse dat daarbij allerlei vormen van organisatie en samenwerking gelegitimeerd zijn. Ook vanuit de bevindelijk-gereformeerde geloofsovertuiging. Zonder ziel en zaligheid van zuilstructuren afhankelijk te maken, zijn het niettemin geoorloofde middelen om – ‘onder beding van Gods onmisbare zegen’ – op verschillende levensterreinen actief te zijn.

Toch is het de vraag of de ‘oplossing’ werkelijk zo vrijblijvend kan zijn. Want we zien hier nog steeds die merkwaardige tegenstelling in het bevindelijk gereformeerde leven waarover ook prof. dr. A.A. van Ruler het had in zijn bekende Wapenveld-artikel ‘ultragereformeerd en vrijzinnig’ (1970). Enerzijds een totale afhankelijkheid van God: het besef ‘tittel noch jota’ te kunnen aanbrengen tot de eigen zaligheid. Anderzijds een sterke neiging tot activisme vanuit het besef een roeping te hebben in deze wereld.

Enerzijds gelden Gods beloften alleen hen die van eeuwigheid door God zijn uitverkoren. Anderzijds dienen wel alle kinderen te worden gedoopt en hebben derhalve deel aan het verbond dat God met ons mensen sluit. Enerzijds worden alleen de uitverkorenen genodigd tot de avondmaalstafel. Maar dat vormt anderzijds geen belemmering om zich, al dan niet via de zuil, als getuigen van Gods koninkrijk te manifesteren.

De socioloog Max Weber heeft in Die protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus (1920) de kracht van een dergelijk activisme verklaard vanuit de neiging tot compensatie: in het doordeweekse leven probeert men de roeping en verkiezing waarvoor men theologisch geen bevestiging krijgt, praktisch alsnog ‘vast te maken’. Dat zou in ieder geval verklaren hoe een bevolkingsgroep die in haar theologie het aanbod van het eeuwige heil tot de uitverkoren enkeling beperkt, maatschappelijk toch een sterk emancipatoire kracht heeft gehad.

Maar is dat voldoende om te overleven?


In een tijd waarin de hang naar ‘authenticiteit’ een toenemende eenheid van leer en leven verlangt, is de refozuil zeer kwetsbaar.


Het probleem: wervingskracht

In een tijd waarin de hang naar ‘authenticiteit’ een toenemende eenheid van leer en leven verlangt, is de refozuil zeer kwetsbaar. Enerzijds vanwege de macht van de moderne media, die tot in alle haarvaten van ons alledaagse leven doordringen en in het geval van bevindelijk gereformeerden leiden tot, wat Janse noemt, ‘meervoudige persoonlijkheden’. Anderzijds doordat een prediking waarin de spanning tussen menselijke onmacht en maatschappelijke roeping zozeer op de spits gedreven wordt, zoals prof. C. Graafland het in zijn Gereformeerden op zoek naar God (1990) stelde, in het huidige tijdsgewricht wervingskracht mist en weinig kans maakt drager te worden van een allerwegen noodzakelijk geachte opwekkingsbeweging.

Betekent dit dat een zuil met een wervende boodschap, waarin het heil aan alle mensen wordt verkondigd, meer overlevingskansen biedt? Onwillekeurig denken we dan aan de evangelische bewegingen, georganiseerd in de Evangelische Omroep en de ChristenUnie. Een antwoord op die vraag hoop ik in een volgend artikel te geven.


Naar aanleiding van:

De refozuil onder vuur, door C.S.L. Janse. Uitgave van Uitgeverij De Banier te Apeldoorn, 2015. ISBN: 978 94 6278 202 0; 300 blz.; € 16,95.

Radicale protestanten. Opkomst en ontwikkeling van de EO, de EH en de ChristenUnie en hun voorlopers (1945- 2007), door Remco van Mulligen. Uitgave van Buijten & Schipperheijn te Amsterdam, 2014. ISBN: 978 90 5881 816 4; 384 blz.; € 29,50.


dr. J.O. van de Breevaart te Hendrik-Ido-Ambacht

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2016

Protestants Nederland | 24 Pagina's

HET EINDE VAN DE VERZUILING?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2016

Protestants Nederland | 24 Pagina's