NEUTRALE GESCHIEDENIS BESTAAT NIET
Nederlandse geschiedschrijving van de 19de tot de 21ste eeuw - 1
De geschiedenis zoals die in geschrifte tot ons komt is het resultaat van een verhouding tussen de historicus en het verleden. Dat resultaat komt eerst door de onderzoekende en scheppende arbeid van de historicus tot stand en wordt in de vorm van een goed gecomponeerd verhaal – in die zin is geschiedschrijving van oudsher verwant aan de kunst – aan de lezer voorgelegd.
Vanzelfsprekend zal in dat verhaal altijd de eigen levens- en wereldbeschouwing zijn vervlochten. Neutrale geschiedschrijving bestaat niet of zou volstrekt kleurloos zijn. Zonder een synthetisch element, zonder een samenhangende visie is er geen werkelijke geschiedschrijving mogelijk, of anders gezegd: het zoeken naar de zin en aard van het menselijk bestaan is de diepste wortel van onze behoefte het verleden te leren kennen.
Dit innig verband tussen de persoon en de overtuiging van de historicus en het verleden waarvan hij zich rekenschap geeft is door Von der Dunk als volgt verwoord: ‘Aangezien kennis van het verleden niet mogelijk is zonder impliciete verwijzing naar de eigen waarde-georiënteerde werkelijkheid, aangezien de herken-baarheid van menselijke handelingen en intenties altijd appelleert aan de eigen tijd en de zingeving van het bestaan bleek en blijkt de vraag naar de totale zin van de geschiedenis onontkoombaar.’
Moderne historische wetenschap
In een tiental bijdragen willen we een beeld geven van de Nederlandse geschiedschrijving zoals die zich sinds de negentiende eeuw, het tijdvak waarin de moderne historische wetenschap is ontstaan, heeft ontwikkeld.
Hiertoe geven we, meer kan het niet zijn, eerst een schets van de vaderlandse geschiedbeoefening tot omstreeks 1850. Daarna volgen acht portretten van historici wier levensbeschouwing, van liberaal en protestant tot rooms-katholiek en marxist, zeer uiteenliep maar die allen geschiedschrijvers van formaat waren en evenals de grote denkers en dichters duurzame geestelijke prestaties hebben geleverd. Geschiedschrijving is een wezenlijk deel van de cultuur- en wetenschapsgeschiedenis. We sluiten af met een korte analyse van de hedendaagse christelijke geschiedschrijving.
Geschiedschrijving in de zeventiende eeuw was vooral de beschrijving van onze heroïsche vrijheidsstrijd tegen Spanje in de 80-jarige oorlog (ook wel de Opstand genoemd) die door geschiedschrijvers als Hooft, Bor, Van Meteren en Van Reyd, waarvan alleen de laatste een volbloed calvinist was, in kloeke folianten werd beschreven.
Van beschrijving van de Opstand vanuit specifiek calvinistisch of gereformeerd perspectief was echter weinig sprake, al waren de gereformeerden zeker niet onverschillig voor de geschiedenis. De tijdsomstandigheden verhinderden echter de uitvoering van een groots opgezet werk van officiële gereformeerde zijde over de geschiedenis van de kerk en evenmin verscheen van die kant een uitvoerige politieke geschiedenis van het bewogen tijdvak van de Opstand.
‘De wonderen des Alderhooghsten’
In deze historiografisch-theologische leemte werd echter voorzien door de populaire geschiedschrijving van predikanten. Een befaamd voorbeeld hiervan was het tot in de negentiende eeuw vele malen herdrukte geschrift De wonderen des Alderhooghsten (1668) van Abraham van der Velde, een vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie. Bewogen door het grote verval dat hij in zijn dagen waarnam wilde hij zijn tijdgenoten de grote daden Gods in de opkomst van de Republiek verhalen. Hij wilde aanwijzen, aldus het vervolg van zijn titel, de oorsaecken, wegen en middelen, waer door de Geunieerde Provintien, uyt hare vorige onderdruckinge soo wonderbaerlijck, tegen vermoeden van de heele Wereldt, tot soo grooten macht, rijckdom, eere, en onsaggelijckheydt zijn verheven.
Van beschrijving van de Opstand vanuit specifiek calvinistisch of gereformeerd perspectief was echter weinig sprake, al waren de gereformeerden zeker niet onverschillig voor de geschiedenis.
In dezelfde geest, verwijzend naar het roemrijke door God gezegende verleden dat gecontrasteerd wordt met het van God vervallen en ondankbare Nederland van nu, zijn de geschriften van de achttiende-eeuwse predikant Jacobus Fruytier met veelzeggende titels als bijvoorbeeld Gerichtshandelingen van den Alderhooghsten Godt met zijn volk van Nederland. Behelzende Een Verhandeling van verscheidene gewigte Theologische Stoffen: Met een beknopt Historisch Verhaal van de Oordeelen en wondere Goedertierentheden des Heeren, aangaande de Gereformeerde Kerke, voornamelijk in ons Vaderland, tot op desen Tijd. Aangelegt om op te wekken tot bekeeringe en schuldige dankbaarheid (1716).
In deze twee en vele andere zeventiende- en achttiende-eeuwse populair-historische geschriften staat steeds het Soli Deo Gloria op de voorgrond en werd voortdurend gewezen op de vinger Gods in de wondere gang van de gebeurtenissen waarin men God, Nederland en Oranje nauw met elkaar verbonden zag geraakt. Hierbij moet wel bedacht worden dat in dit drievoudig snoer, een concept van het Réveil, de centrale plaats aan de kerk toekwam; zij was de bestaansreden van staat en natie aan wie God ter wille van de kerk voorspoed en vrijheid had gegeven.
Geen radicale breuk
In de loop van de achttiende eeuw vond er geleidelijk aan, van een radicale breuk is geen sprake, een verschuiving in de geschiedschrijving plaats. Een verschuiving naar een meer wijsgerige, pragmatische en staatkundige benadering van het verleden dat in het perspectief van de vooruitgang van beschaving en menselijkheid – waartoe land en volk moesten worden opgevoed – werd gezien en waarin niet langer de godsregering maar de mens centraal werd geplaatst.
Kortom: van theocentrische naar antropocentrische geschiedschrijving, een ommekeer die minder radicaal is dan zij lijkt. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een land als Frankrijk bleven in ons land Verlichting en christendom namelijk nauw met elkaar verbonden, was er sprake van vereenzelviging van christelijk geloof en vooruitgangsgeloof en werd ook de idee van voorzienigheidsgeloof gehandhaafd1.
Een belangrijk moment in de vaderlandse geschiedbeoefening was de verschijning (1749-1759) van de 21-delige Vaderlandsche Historie van Jan Wagenaar waarin voor het eerst - tot nu toe was er slechts sprake geweest van meer of minder fragmentarische geschiedschrijving - een totaaloverzicht van de Nederlandse geschiedenis werd gegeven en geschiedvorsing – nauwkeurig onderzoek van de bronnen – nauw samenging met geschiedschrijving; in beide werd hiermee al vooruitgelopen op de moderne geschiedwetenschap van de negentiende eeuw.
Eeuw van de geschiedenis
Terecht is de negentiende eeuw de eeuw van de geschiedenis genoemd. Vele nationale bronnen en openbare archieven, eind achttiende eeuw was hiermee al een begin gemaakt, werden ontsloten waardoor een verdere verwetenschappelijking en professionalisering van de geschiedschrijving ontstond en historici, maar ook romanschrijvers als mevrouw Bosboom-Toussaint en onderwijzers als Kloppers, gevoelden zich geroepen voor hun medeburgers het verhaal van het verleden te ontvouwen en vaderlandsliefde en nationaal besef aan te kweken.
Vertoog en verhaal, al droegen deze onmiskenbaar het stempel van hun auteur, dienden echter gebaseerd te zijn op zo nauwkeurig en onbevooroordeeld mogelijk onderzoek die van de geschiedenis een echte wetenschap maakte en de geschiedschrijver – naar het ideaal van Ranke die de vader van de moderne geschiedwetenschap mag worden genoemd - tot dienaar van de wetenschappelijke waarheid verhief.
Moderne wetenschappelijke geschiedschrijving zoals wij die nu kennen is een vrucht van de negentiende eeuw. In Nederland was Robert Fruin de eerste vertegenwoordiger hiervan en met hem begint dan ook onze portrettenserie.
Noot
1 A.Th. van Deursen, ‘Wijsgerige geschiedschrijving in Nederland’, in: A. Th. Van Deursen, In gemeenschap met de tijd. Amsterdam 1997, 161-162.
Overige gebruikte literatuur
- W. den Boer, F.W.N. Hugenholtz en Th. J.G. Locher, Gestalten der geschiedenis in de oudheid, de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Haarlem 1978;
- J.C. Breen, ‘Gereformeerde populaire historiographie in de 17de en 18de eeuw, in: J.A.L. Lancee, Mythe en werkelijkheid. Drie eeuwen vaderlandse geschiedbeoefening (1600-1900). Utrecht 1979, 43-66;
- De geschiedenis aan het volk verteld. Populaire protestants-christelijke geschiedschrijving in de negentiende en twintigste eeuw. Red. G.J. Schutte. Hilversum 2008;
- G. Harmsen, Nieuwe inleiding tot de geschiedenis. Nijmegen 1997.
dr. O.W. Dubois te Berkenwoude
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2017
Protestants Nederland | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2017
Protestants Nederland | 24 Pagina's