Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HEEFT HET CHRISTENDOM HET CONSERVATISME NODIG?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HEEFT HET CHRISTENDOM HET CONSERVATISME NODIG?

Discussie op openbare vergadering van PN naar aanleiding van een actueel thema

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was een prachtige middag, afgelopen zaterdag 26 mei. Niet alleen buiten, maar ook binnen de muren van de Pauluskerk in Dordrecht was het genieten. De Vereniging had een openbare bijeenkomst georganiseerd over de vraag of het conservatisme in politieke zin onze bondgenoot is.

Conservatief dr. Bart Jan Spruyt stond lijnrecht tegenover SGP-kopstuk drs. Jan Schippers. Terwijl eerstgenoemde volhield dat christenen die geen conservatief waren geen echte Christenen waren, was laatstgenoemde van mening dat een conservatisme zonder geloof niet meer was dan een luide schel. Wie was het meest overtuigend? Het publiek reageerde verdeeld.

Tegen de revolutie...

Dit jaar herdenken we, zo stelde onze voorzitter, ds. J. M. J. Kieviet, in zijn inleiding de revolutie van 1968, toen een opstand onder studenten in de Westerse wereld een nieuwe tijd leek in te luiden. Had Kant nog de bevrijding van de zelfgekozen onmondigheid gepredikt, met veel kabaal werd het volk nu opgeroepen eindelijk af te rekenen met het juk van de burgerlijke moraal van goed fatsoen. De belofte van vrijheid, gelijkheid en broederschap gingen nu definitief in vervulling, en wel in de vorm van seks, drugs en rock’n’roll.

Het met deze revolutie gepaard gaande ongebreidelde vitalisme zijn we, zo concludeerde ds. Kieviet zeer terecht, in “een doodscultuur die het ongeboren en zogenoemd voltooide leven bedreigt.”

...een christelijk conservatisme...

Op het moment, echter, dat euthanasie wettelijk geregeld dreigde te worden – abortus was al eerder toegestaan – ontstond een spontane tegenreactie. Want conservatieve christenen, joden, moslims en enkele seculiere juristen, vonden elkaar in hun protest tegen de steeds verder gaande inbreuk op de beschermwaardigheid van het menselijk leven.

Dat leken, zo stelde Spruyt, de geboorteweeën te zijn van wat een conservatieve beweging in Nederland had kunnen worden. Daarbij was de hoop dat door een gedeelde mensen maatschappijvisie ook een herverkaveling van het politieke landschap mogelijk zou zijn. Het streven naar een beweging tegen de revolutionaire geest van 1968 en een brede heroriëntatie op de verworvenheden van de joodschristelijke en klassieke beschaving zijn helaas, zo meende Spruyt, op niets uitgelopen.

...als politieke filosofie...

Wat rest is een conservatieve politieke filosofie. En die is van het allergrootste belang. Sterker nog: zonder dat zou zoiets als een christelijke politiek niet bestaan. Het Nieuwe Testament kent geen eigen politieke filosofie. In een tijd dat christenen een geringe minderheid vormden, zonder ook maar het minste zicht op politieke hegemonie, was een dergelijke filosofie ondenkbaar. Pas toen de tijd daar was dat het christendom publieke verantwoordelijkheid ging dragen, ontstond een oriëntatie op de klassieken van Plato en Aristoteles tot en met Cicero.

En Augustinus was van mening dat voor het runnen van een staat de klassieke deugden niet alleen noodzakelijk, maar ook voldoende waren. De christelijke zedeleer was er louter voor het persoonlijk leven, aldus Spruyt.

Die klassieke deugden – voorzichtigheid, rechtvaardigheid, gematigdheid en moed – dienden om de menselijke neiging tot het kwade te beteugelen, zowel binnen kleinere samenlevingsverbanden als de staat. De klassieken begrepen dat ook die laatste, de overheid, van nature geneigd was tot misbruik van haar macht. En in hun spoor was kerkvader Augustinus van mening dat zonder deugden de staat zou ontaarden in een roversbende.

...tegen het populisme...

Dat geldt niet minder ook vandaag. Onze democratie heeft een moreel fundament nodig om te functioneren als rechtsstaat. Daarin zijn traditie (geloof in God, onderworpenheid aan bestaande wetten en erkenning van het gezin als hoeksteen van de samenleving), recht (de vrijheid om te doen wat je behoort te doen) en taal (niet de uitersten worden geprezen, maar de gulden middenweg) dragende elementen.

Ontbreken die, dan dreigt de chaos, en ontstaat de roep om een sterke man. Dit populisme exploiteert het maatschappelijk onbehagen, terwijl het conservatisme er een oplossing voor heeft. Vooralsnog heeft in Nederland (Fortuyn, Wilders, Baudet) en zelfs Amerika (Trump) het populisme gewonnen, zo moest Spruyt concluderen.

Christenen hebben zich zowel tegen de progressieve utopie van 1968 als het even utopische populisme teweer te stellen. Maar daarvoor hebben ze het conservatisme harder nodig dan ooit.

...of toch het zuivere Evangelie?

Daarmee was Schippers het totaal oneens. Hij stelde dat 1968 én populisme een politieke bedreiging zijn. Maar in die strijd heeft de SGP het conservatisme volgens hem niet nodig. En dat omdat conservatieven, zo zei hij Groen van Prinsterer na, gemankeerde revolutionairen zijn: ze gaan toch altijd ook met hun tijd mee.

Het conservatisme mist een moreel kompas dat de tijd doorstaat en eeuwigheidswaarde heeft, aldus Schippers. Ze heeft de neiging zich te verliezen in politieke tegenstellingen tussen links en rechts, progressief en dat wat zijzelf voorstaat: een conservatief geluid. Maar voor Christenen is er maar één tegenstelling die er werkelijk toe doet: die tussen geloof en ongeloof.

Steeds was het ongeloof dat leidde tot moreel verval en maatschappelijke desintegratie. En niet opvoeding en deugdethiek, maar bekering was noodzakelijk. Alleen de boodschap van Jezus Christus, en die gekruisigd, biedt soelaas. Daarom geldt voor elke Christen-politicus, zoals Groen eens zei: “Een staatsman niet! Een Evangeliebelijder!”

Terug naar de dominee in de politiek...

In de discussie moest Spruyt bekennen dat Schippers eerder klonk als een dominee, dan als iemand die zich doorgaans bezig houdt met bezinning op de praktische vertaling van principes in de politiek. Bovendien, zo meende Spruyt, had het eeuwige morele kompas de SGP er niet van weerhouden gedurende haar 100-jarig bestaan zo af en toe in principiële zaken (art. 36 NGB en politieke participatie van vrouwen!) van standpunt te veranderen, en zo toch ook met haar tijd mee te gaan.

Daarop antwoordde Schipper dat hij zich in die rol had ingeleefd ter wille van het debat. Natuurlijk herkende hij zich in veel van wat het conservatisme voorstaat: een oriëntatie op de traditie, de nadruk op het gezin als hoeksteen van de samenleving en gelijkheid voor de wet.

...of politieke bondgenoten zoeken,...

Bovendien was de SGP in de politieke praktijk van alledag wel degelijk bereid af en toe een verbond aan te gaan met andere partijen wanneer dat te pas kwam. De gedoogsteun aan de verschillende kabinetten Rutte was daarvan een voorbeeld. Daarnaast keert de SGP zich samen met de SP tegen zondagsopenstelling van winkels.

Maar in het conservatisme als politieke filosofie als ideologische bondgenoot, daarover had Schippers weinig te melden. Ook Spruyt had niet de verwachting dat met de SGP de door hem eens gedroomde, conservatief geïnspireerde, herverkaveling van het politieke landschap gestalte zou krijgen. Daarvoor heeft deze partij naar zijn idee toch te weinig ideologische breedte en diepte.

...populisten incluis?

Diezelfde diepte mist Spruyt in het populisme, dat zijns inziens slechts parasiteert op onvrede in de samenleving. En zowel de SGP als het Reformatorisch Dagblad lijken problemen te hebben, niet alleen met de politieke stijl van mannen als Wilders en Trump, maar ook met het feit dat beide heren zich niet expliciet door de Bijbelse boodschap laten inspireren.

Ook onder conservatieven (Wiegel!) leven bezwaren tegen het pleidooi van Baudet voor het bindend referendum. Maar diezelfde conservatieven, en zeker ook veel christenen, zouden graag zien dat de regering de uitkomst van een raadplegend referendum over de nieuwe donorwet zou respecteren. En zou dat ook niet kunnen: een moral majority die via referenda de geest van 1968 zoals die zich van een meerderheid in politiek Den Haag heeft meester gemaakt, een halt toeroept? Of is met het referendum als zodanig het hek van de dam?

Wat leert ons de geschiedenis?

Onze gereformeerde traditie laat zien dat populisme en innovatie wel degelijk vruchtbaar kunnen zijn. De ARP was destijds een politieke noviteit. Abraham Kuyper was van mening dat het conservatisme als politieke filosofie binnen het democratisch bestel van die dagen, op haar grenzen was gestuit. Er diende naar nieuwe wegen te worden gezocht om ook mensen wier stem voorheen niet gehoord werd, te mobiliseren.

Dat hij om die reden door het politieke establishment (de liberalen!) destijds als revolutionaire volksmenner werd weggezet, hoeft ons er niet van te weerhouden grote waardering te hebben voor de erfenis van Kuyper. Integendeel. Zijn optreden heeft de radicale doorwerking van de Verlichting en de idealen van de Franse Revolutie in Nederland op korte termijn helpen tegenhouden, op lange termijn zeker getemperd. Een mooi voorbeeld van conservatieve vooruitgang.

Ten slotte

Is het op basis van dit voorbeeld (Kuyper als christen, conservatief én populist) toch niet mogelijk dat ook het huidige populisme vroeg of laat kan zorgen voor de politieke herverkaveling waar Spruyt ooit voor gestreden heeft? Of is dat populisme daarvoor te weinig christelijk, en te weinig conservatief?

Voor zowel christenen als conservatieven, die zich in politieke zin op dit moment in een minderheidspositie bevinden, lijkt me bezinning op die vragen geboden. Hopelijk dat we dan ooit alsnog tot de conclusie komen dat Spruyt al te snel het faillissement van het conservatisme als politieke beweging heeft uitgesproken. En voor Schippers’ SGP zou dan de uitdaging zijn na te denken over de vraag welke rol zij zou kunnen spelen binnen die beweging.


Door dr. J.O. van de Breevaart te Hendrik-Ido-Ambacht

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2018

Protestants Nederland | 32 Pagina's

HEEFT HET CHRISTENDOM HET CONSERVATISME NODIG?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2018

Protestants Nederland | 32 Pagina's