Friese gemeentegrenzen aan herziening toe
MOETEN 20 GEMEENTEN WORDEN OPGEHEVEN?
Rapport geeft suggesties
Op 11 september 1967 hebben Gedeputeerde Staten van Friesland een studiecommissie Ingesteld tot herziening der gemeentegrenzen .Voorzitter hiervan is het lid van Gedeputeerde Staten R. Renkema, secretaris is de her J. Blom van de provinciale griffie. In de commissie hebben zitting o.a. de burgemeester van Sneek, Ooststellingswerf en het Blldt; adviseur is H. A. A. Degen, directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
In het rapport dat de commissie vorig Jaar heeft uitgebracht aan het provinciaal bestuur staat o.a. dat de huidige gemeentelijke indeling dateert uit de Middeleeuwen. Oorspronkelijk was Friesland ingedeeld in zgn. Goën. De belangrijkste waren Westergo en Oostergo. Deze waren verdeeld in grote districten (Westergo o.a. in Fronacker, Wildinghe en Waghenbrugge).
Omstreeks 1400 bedongen en verkregen de groter wordende plaatsen stadsrecht. Hiervoor werden ze afgescheiden van het omliggende platteland. Daardoor zijn nu nog bijv. streekcentra als Sneek, Harlingen, Franeker, Bolsward en Dokkum al vele eeuwen afzonderlijke bestuurlijke eenheden. Daarnaast bleven Drachten, Heerenveen, Joure, Lemmer, Wolvega e.a. ook bestuurlijk met het platteland verbonden. Van de oude steden zijn Workum en Leeuwarden later gebonden aan een belangrijk plattelandsgedeelte.
HOGERE EISEN
De commissie zegt, dat door de toeneming van de overheidstaak op allerlei gebied hogere eisen aan het bestuursapparaat worden gesteld. Er is veel meer specialisatie nodig. Kan men niet voldoende meegroeien, dan ontstaat het gevaar, dat men niet voldoende afhankelijk kan blijven tegenover de hoofdstad Leeuwarden en „Den Haag".
De bevolking wenst thans gelijkwaardig voorzieningspeil. Voor het vervullen van diverse functies is het nodig, dat de keuze niet beperkt behoeft te worden tot een al te kleine kring. Ook In het bestuurlijk ambtelijk apparaat moet men over mensen beschikken die capabel zijn. Door de motorisering van het verkeer enz. zijn de afstanden kleiner geworden.
Het ontwikkelingsproces heeft geleid tot gelijkschakeling van belangen en leefpatroon in stad en land. De verschillen tussen de stedeling en plattelanders zijn wat instelling en leefwijze betreft, kleiner geworden. Onderlinge verbondenheid gaat zwaarder wegen. Bepaalde plaatsen hebben in de loop der jaren een geheel andere functie gekregen (Industrie enz.). Andere daarentegen kregen mindere betekenis.
BESTUURSKOSTEN
De bestuurskosten per Inwoner worden hoger naarmate de gemeenten kleiner zijn (Salarissen en sociale lasten van hoofdstuk II der gemeentebegroting). Aantal Inwoners van 50.000 tot 100.000 ƒ 27,63; 20.000 tot 50.000 ƒ 33,13; 10.000 tot 20.000 ƒ 31,95; 5.000 tot 10.000 ƒ 41.47; 2.000 tot 5.000 ƒ 43,25; minder dan 2.000 ƒ 96,62 (Hindelopen, Sloten, Stavoren en IJlst).
De conclusie van de commissie is, dat het behoud van kleine gemeenten voor de problemen van deze moderne tijd geen bevredigende oplossing biedt. Slotconclusies zijn kort samengevat:
1e te streven ware naar vorming van grotere gemeenten;
2e in verschillende gevallen zijn gemeenten van 25.000 - 30.000 inwoners wenselijk;
3e voor het platteland zal bij uitwerking blijken dat het in sommige gevallen moet leiden tot lagere getallen;
4e met het oog op het financiële aspect (bestuurskosten enz) verdient het aanbeveling uit te gaan van tenminste ca. 10.000 inwoners.
5e bij het ontwerpen van nieuwe grenzen dient rekening gehouden te worden met de onderlinge betrokkenheid op economisch, cultureel en maatschappelijk terrein van de verzorgende kernen en het platteland.
24 GEMEENTEN
De commissie komt tot de volgende suggesties:
A. de provinciale hoofdstad Leeuwarden met plm. 100.000 inwoners;
B. drie grote centragemeenten (Heerenveen 41.000; Drachten 38.500; Sneek 35.000, tot rond 115.000 inwoners;
C. 8 gemeenten (gemiddeld 23.000 inwoners), nl. Dokkum, Achtkarspelen, Bergum, Weststellingswerf, Bolsward, Opsterland, Franeker, Ooststellingswerf en Harlingen) 208.500 inwoners;
D. 7 gemeenten van rond 13.000 inwonere (Ferwerderadeel, St.-Annaparochie, Workum, Grouw, Balk en Lemmer 90.000 inwoners;
E. de 4 eilandgemeenten sTerschelling, Ameland, Schiermonnikoog en Vlieland), totaal 9.000 inwoners. De getallen zijn afgerond op 500 inwoners.
Het aantal gemeenten bedroeg in 1940, 42. In 1943 zijn Vlieland en Terschelling bij Friesland gekomen. Toen werden het er dus 44. Mocht het plan van de commissie In zijn geheel doorgaan, dan zouden er 20 gemeenten moeten worden opgeheven en blijven er 24 over.
Het woord is nu aan het provinciaal bestuur van Friesland en onze regering.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1971
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1971
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's