COMMENTAAR

Eindtijd

Opnieuw is Turkije getroffen door een zware aardbeving. Meermalen vallen in dit land slachtoffers door het hevig beven van de aardbodem en nog kort geleden had een dergelijke ramp elders in Turkije plaats. Onze deernis gaat uit naar de nabestaanden van de talrijke slachtoffers, die rouw en verdriet moeten torsen. Het is zwaar om te dragen, wanneer men in een oogwenk alles verliest. famiUeleden, have en goed. 

De H. Schrift leert ons duidelijk, dat deze rampen behoren tot de eindtijd. Heeft Christus zelf niet gezegd, dat wij de tekenen van de eindtijd dienen te verstaan? Wanneer Hij met Zijn discipelen in de tempel van Jeruzalem is, zegt Hij tot hen: „En gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen: ziet toe, wordt niet verschrikt, want al die dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk: en «r zullen zijn hongersnoden en pestilentiën en aardbevingen in verscheidene plaatsen" (Mattheus 24 vers 6 en 7). 

Laten wij er opmerkzaam op zijn, dat in dit alles Christus komende is. Hij bereidt ook daarin Zijn laatste komst voor. Deze dingen moeten ons tot Hem uitdrijven, want het is louter Zijn genade, dat wij niet door dergelijke rampen worden getroffen, hoewel wij deze wel verdiend hebben door onze zonden. 

Moge dan de oprechte bede in ons hart zijn, dat wij bereid zijn Hem te ontmoeten en dat wij blij Zijn komst verbeiden.

Staking

Het gezond verstand heeft gezegevierd. De werkgevers en werknemers in de bouw hebben elkaar gevonden en gisteren is het parool tot de bouwvakarbeiders uitgegaan: staking opgeheven. 

Wij blijven ons afvragen, of die staking nodig is geweest. Een staking, die wij afkeuren, want wij herhalen hetgeen wij eerder hebben geschreven: christenen staken niet en daarom betreuren wij het- zeer, dat de CNV-bouwbond aan deze staking heeft meegedaan. 

De rede lezende, waarmede de heer W. Wieringa als voorzitter van de Chr. bond van overheidspersoneel gisteren het congres van zijn bond heeft geopend (zie elders in dit nummer) dan kan men zich alleen maar verbazen dat tussen twee bonden, die bij dezelfde vakcentrale, het CNV, zijn aangesloten, zulk verschil van inzicht bestaat. Wieringa heeft gezegd, dat de NCBO zich „in alle dingen wil laten leiden door het Evangelie van onze Heer èn Heiland". 

Kunnen de leden van de Chr. bouwvakarbeidersbond (de juits e naam doet er niet toe) nu werkelijk zeggen, dat zij in de recente staking hun „Heer en Heiland" hebben gevolgd? Ons antwoord is: neen! Christus vraagt van ons, dat wij elke dag in ons beroep Zijn Eer zoeken en Zijn Naam zullen verheerlijken. Gods Naam verheerlijken in een staking is een tegenstrijdigheid, die in het licht van het Evangelie niet kan bestaan. 

Indien het CNV ernst wil maken met het zich in alles laten leiden door het Evangelie, dan moet het woord „werkstaking" voor het CNV contrabande zijn. De NCBO wijst een staking voor de ambtenaren af — terecht — maar kan een andere CNV-bond dan wel een staking goedkeuren?

„Vriendschap"

Als zovele Nederlanders heeft nu ook de burgemeester van Rotterdam een bezoek gebracht aan de Sovjetunie. Niet als toerist, maar als vertegenwoordiger van zijn stad. Het Rotterdamse bedrijfsleven onderhoudt groeiende handelscontacten met de Sovjet-Unie Door het bezoek van een hoogwaardigheidsbekleder kunnen dergelijke contacten gestimuleerd en bevestigd worden, hetgeen wederzijds mogelijk meer geld in het laatje brengt. Op zichzelf zijn dit soort handelstoumees niet af te wijzen, omdat ze kunnen mee bouwen aan een steviger economische positie, in het belang van de burgers. 

Economische relaties met de SovjetUnie gaan evenwel gepaard met zeer bedenkelijke Verschijnselen. Het is de bedoeling van deze communistische staat bij uitstek om op allerlei manieren (ook via handelsen culturele contacten) een sfeer te scheppen, waarin zeer sterke beïnvloeding door de Sovjet-politiek mogelijk wordt. 

In een toespraak merkte de Rotterdamse burgervader op dat nauwere banden tussen Moskou en Rotterdam van belang zouden zijn voor de vrede en veiligheid in Europa. Nog afgezien van het feit dat een relatief kleine geografisch-economisch-politieke eenheid als Rotterdam nauwelijks invloed kan uitoefenen op wereldniveau, zijn wij van mening dat „vriendschappelijke" relaties met de Sovjet-Unie onze weerbaarheid kunnen verkleinen en derhalve de veiligheid mogelijk zouden kunnen aantasten. 

Dat burgemeester Thomassen het nodig vond om uitgerekend op zondag, de dag des Heeren, in Leningrad een „vrienschapsboom" te planten, illustreert hoe weinig hij zich bij zijn „Ost-Politik" in het klein laat leiden door het Woord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen