VOORZICHTIG OMGAAN MET WEGENZOUT

De grootste problemen aan bovengrondse delen van de beplanting doet zich voor, wanneer' na een strenge winter een schraal voorjaar met weinig neerslag volgt, aldus de stichting. Bij voldoende neerslag spoelt het opgespatte vuil met het zout tijdig weg. Er is echter ook inwerking van zout op het wortelstelsel, vooral in de stedelijke gebieden, waar de bomen vaak vlakbij de wegrand staan. Hier nu kan veel gedaan worden om de gevolgen daarvan te beperken. Zorgvuldig strooien, waarbij geen zout in de wegberm terecht komt, is een eerste vereiste. Ook moet de dosering op het minimum worden vastgesteld en de weggeruimde sneeuwbrij mag niet op de plantenwortels gedeponeerd worden. Bij grote droogte in het voorjaar verdient het aanbeveling, de betrokken terreinen van water te voorzien, maar dat is alleen mogelijk bij stedelijke beplanting. Bij keuze van nieuwe beplanting zou men de voorkeur kunnen geven aan zoutresistente soorten, zoals b.v. Canadese populier, abeel en acacia.

Overigens kan de diagnose „zoutschade" alleen gesteld worden na analyse van bodem en gewas, aldus de stichting; in stedelijke omgeving zijn namelijk ook andere milieufactoren ongun stig voor de beplanting: aardgaslekken, luchtverontreiniging, grondwaterstand en slechte beluchting van de wortels.

Wat de invloed van het wegenzout op het grondwaterbestand aangaat, hierover is nog weinig bekend. De stichting acht een nader onderzoek gewenst,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen