Waanwijsheden

,,De verzamelaar van antieke prenten dient te letten op de reuk van het papier", aldus dr. M. A. Verschuyl uit Delft.

„De veel gehoorde uitspraak dat de kerk geen politieke uitspraken mag doen is 'n politieke uitspraak", zo vindt dr. W. A. du Pree.

Zijn collega J. van Driel achtte zich gelukkig het volgende te verdedigen: „Bij de gelijktijdige absorptie van twee gassen aan een vast oppervlak wordt vaak de regel toegepast: Waar Jantje zit, kan Pietje niet zitten. Toepassing van deze regel blijkt in sommige gevallen onjuiste resultaten op te leveren."

De Egyptenaar M. I. El-Shaarawy, die in Utrecht promoveerde, weet er ook wat van. Hij stelt: „Het is jammer, dat de Catharijnesingel te lijden heeft van de moderne beschaving" (nr. 13). Ook vindt hij ,,de hypothese van Desmond Morris, dat de mens zijn haar verloren had toen hij in de evolutie een periode doormaakte als zwemmend wezen, is een vergissing (nr. 14). Tenslotte verontrust hij veel dames met de opmerking „het is niet waar, dat lippenstift alleen kankerverwekkend kan zijn voor degenen, die ze gebruiken".

De eveneens Utrechtse promovendus J. C. van Miltenburg vindt: „het van gemeentewege bespuiten van parkeerplaatsen en trottoirs met chemische middelen, met de bedoeling gras en ander gewas te vernietigen, is af te raden". Dat zullen vele milieuhygiënisten hem graag nazeggen.

De Delftenaar A. Hasman ziet het scherp, als hij in zijn laatste stelling constateert: "Het belang der arbeiders wordt door de huidige politiek van de vakbonden ernstig geschaad".

Zijn T.H.-genoot C. A. Prins heeft er zich echt voor gezet om een aantal niet-vakgeleerde stellingen de wetenschappelijke wereld in te slingeren. Enkele positieve ,,wijsheden" zijn: „De Nederlandse architect mist in zijn opleiding enige colleges biologie, waarin hem geleerd wordt dat de bewoners van zijn hoogbouwcreaties naast volwassenen voor een aanzienlijk percentage uit kinderen bestaan" (St. 4.). Ook meent hij: ,,Een ongenuanceerde doorvoering van de inspraakgedachte in bestuurlijke organisaties leidt tot de willekeur van het amateurisme" (St. 5.), terwijl hopelijk ook voor hem straks geldt: ,,Bij de overgrote meerderheid van de Nederlandse bedrijven ondervindt een sollicitant geen nadeel van een universitaire promotie". (St.7.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen